Club Brugge-icoon Birger Jensen overleden: wie was die goddelijke doelman?
De Deense Club Brugge-doelman Birger Jensen is op 72-jarige leeftijd overleden in een Belgisch ziekenhuis. Hij was de kruising tussen een keeper en een variétéartiest. Zeer begaafd, erg mondig en koppig als een steenezel.
Dit artikel verscheen in 2009 in ‘Goden van het Belgisch voetbal’ van Peter Mangelschots.
Birger Jensen was een bijzonder begaafde keeper die er niet voor terugschrok om een indommelend publiek wakker te schudden door een balletje opzettelijk even te laten glippen en dan net voor de doellijn te stoppen, of door een vijandelijke aanvaller in de laatste minuut nog even uit te kappen. Bovendien iemand die nooit een blad voor de mond nam en koppig was als een steenezel.
Zijn koppigheid kost hem een pak selecties voor de nationale ploeg en een WK maakt hij daardoor ook niet mee, maar Jensen behoudt zijn eigen fierheid en rechtlijnigheid en dat is hem meer waard. En in veertien jaar Club Brugge heeft de Deen toch een fraai palmares bijeen gevoetbald: zeven landstitels, plus een beker, en twee keer in de finale dicht bij een Europacup.
Profvoetbal bestaat in het begin van de jaren 70 niet in Denemarken. Transfers bijgevolg ook nauwelijks, iedereen blijft trouw aan zijn club van herkomst. Birger Jensen speelt bij BK 1903 en werkt daarnaast nog in een drukkerij, hoewel hij ondertussen al international is. Zijn transfer naar Brugge komt er op een wat ongewone manier. Ulrik le Fevre beveelt hem bij Happel aan en die heeft zo ’n grenzeloos vertrouwen in zijn Deense aanvaller dat hij Jensen ook prompt naar De Klokke haalt, zelfs zonder dat hij gescout is.
Het zal geen miskoop blijken. Jensen past met zijn stijl perfect in het tactische concept van Happel: Club zet pressie en speelt hoog, Jensen vat post aan de rand van zijn grote backlijn, of erbuiten. De keeper kan zich ook goed vinden in de denkwijze van de coach: trainen, spelen en niet te veel lullen. De tactiekbespreking bij Happel gaat vaak niet verder dan het opschrijven van de elf namen van de tegenstander op het bord. Voor de rest: uitgaan van de eigen sterkte, zich van niemand iets aantrekken. Zo zit ook de Deen in elkaar.
Zijn ongegeneerdheid maakt hem tot een absolute publiekslieveling in Brugge. Net als zijn hoog spektakelgehalte. Hij doet zich graag voor als een clown, pakt al eens een balletje met één hand om dan uitdagend naar de vijandelijke spionkop te wuiven. Vriendelijke provocatie of psychologische oorlogsvoering, ook met de spitsen van de tegenstander haalde hij zulke geintjes graag uit. Maar niet te vergeten: bij al die show verliest hij de zekerheid nooit uit het oog, hij zorgt ervoor dat zijn stunts lukken en niet ontaarden in schlemielige tegendoelpunten. Uiterst zelden is hij op een foutje te betrappen. Ook niet bij het uitvoetballen, want hij kan best aardig tegen een bal trappen. Om die techniek te onderhouden durft Happel hem in een vriendschappelijk partijtje tijdens de voorbereiding al eens als veldspeler opstellen. En dan scoort Jensen nog ook.
De carrière van Birger Jensen bij Club overspant meerdere generaties. Hij maakt nog net het afscheid van Pierre Carteus mee, of van wijlen Johny Thio, die door Happel uit de ploeg gezet worden. Maar hij beleeft ook de gloriejaren van Jan Ceulemans en de opkomst van Marc Degryse. In zijn laatste blauw-zwarte jaren moet hij Philippe Vande Walle naast zich dulden. Het afscheid komt op zijn 37e en is nogal wrang. Met een simpele brief wordt hij bedankt voor bewezen diensten. Jensen gaat nog even bij Lierse en het Nederlandse RKC spelen en hangt na een fijne periode bij provincialer Varsenare zijn schoenen aan de haak. Hij is dan 44.
Jensen is tevreden met hoe zijn carrière verlopen is. Veel spijt heeft hij niet. Alleen die twee verloren Europacupfinales tegen Liverpool vindt hij wat jammer. En dat hij heel wat interlands miste door zijn verzuurde relatie met bondscoach Sepp Piontek. Maar goed, dat was een gevolg van zijn koppig karakter, dus daar heeft hij wel vrede mee.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier