Club Brugge: blunderboek van een verloren seizoen
Club Brugge was de voorbije jaren dé referentie in het Belgisch voetbal, maar ondanks een aardige Europese campagne beleeft het zijn slechtste seizoen in jaren.
Het is een cliché omdat het waar is: in het voetbal kan het snel gaan. Bij Club Brugge veranderde alles in amper twee weken. Na het heroïsche gelijkspel op het veld van Atlético Madrid en de historische kwalificatie voor de achtste finales van de Champions League volgde veertien dagen later een klinkende nederlaag tegen FC Porto. Vier goals om de oren. Te veel voor ceo Vincent Mannaert, die dronken de kleedkamer binnenstormde en snel weer aan de deur werd gezet door de sleutelspelers van de ploeg.
In de kleedkamer
Mannaert is niet de enige manager in het voetbal die de druk wegspoelt met drank. Hij is wel de enige die er in de pers over getuigde dat hij al langer een probleem heeft met alcohol. Maar omdat Club Brugge sinds 2016 vijf keer kampioen werd, was het in die tijd niet nodig om schuldigen te zoeken. Ook de voormalige coaches Ivan Leko, Philippe Clement en Alfred Schreuder zagen de manager in de kleedkamer opduiken of kregen sms’jes van hem met de wissels die ze tijdens de rust moesten doorvoeren. Maar toen werd er gewonnen.
Vorige zomer waagde Mannaert een gok door Carl Hoefkens als trainer aan te stellen, een kind van het huis, maar onervaren. In de wandelgangen wordt verteld dat de ceo, na de jaren dat hij in de pas moest lopen van de dominante Michel Preud’homme, coaches had uitgezocht voor wie Club een cadeau was en die dus naar hem luisterden. Maar de voorbije jaren passeerden er vier coaches tijdens de Brugse hegemonie, dus was de positie van trainer dan wel zo belangrijk? Mannaert verwoordde het zo: ‘Een hoofdcoach is belangrijk, maar bij een grote club hangt het succes niet af van één bepaalde persoon.’ Het is bedrijfslogica, waar werknemers in de schaduw afgeraden wordt om in de media te komen – dat laten ze beter aan de grote ego’s over. Op die manier leek Club Brugge een niet te stoppen machine, maar er kwam zand tussen de raderen, net op het moment dat dit het minst verwacht werd, na het Europese succes.
Het is weer tijd voor een coach uit de Jupiler Pro League. Karel Geraerts, bijvoorbeeld.
Het Brugse ritme werd ook gebroken door het WK, dat het seizoen in tweeën deelde. Club herbegon met een bekeruitschakeling thuis tegen STVV. Enkele dagen later werd Hoefkens ontslagen. Tijdens de feestdagen werd een coach gevonden in Engeland: Scott Parker. De cultuurschok was enorm. Parker kende de kern en de staf niet, maakte bedenkelijke tactische keuzes en schoof sterkhouders van de eerste helft van het seizoen aan de kant. Maar het waren de spelers die wel mochten blijven staan die uiteindelijk om het ontslag van Parker vroegen nadat ze in de achtste finales van de Champions League op het veld van Benfica belachelijk waren gemaakt. Mannaert noemde de keuze voor Parker later ‘de grootste blunder van het seizoen’.
Tijd voor verandering
Het belooft dus een bewogen zomer te worden. Noa Lang zal wellicht vertrekken, al is die stilaan weer op zijn beste niveau gekomen – het enige lichtpunt in de periode-Parker. De Nederlander blinkt uit in de competitie maar wordt daarvoor niet altijd beloond door zijn soms onhandige ploegmaats. Daarbij weet hij op het veld zijn frustraties beter te verbergen dan zijn vader in de tribune. De clan-Lang ziet in de collectieve dip van Club de reden waarom Noa zijn statuut als Nederlandse international is kwijtgeraakt. In maart werd hij niet opgeroepen voor Oranje, nadat hij tijdens het WK eind 2022 amper van de bank was gekomen.
Niet alleen in de spelerskern worden heel wat veranderingen verwacht, ook bij de technische staf. Rik De Mil zal niet langer hoofdcoach zijn, al kon hij als interimaris zijn ploeg op de valreep plaatsen voor de Champions Play-off. Club hinkt daarin ver achter op Antwerp, Genk en Union. Aangezien Brugge geen Champions League zal spelen, wordt de droom om een grote naam binnen te halen opgeborgen, terwijl enkele maanden geleden nog gepolst werd bij trainers van het kaliber Roberto Martínez, Steven Gerrard of Domenico Tedesco. Het is weer tijd voor een coach uit de Jupiler Pro League, want een club in crisis grijpt graag terug naar de recepten die in het verleden hebben gewerkt. Zo verdienden Ivan Leko en Philippe Clement hun sporen bij een andere Belgische club voor ze naar Brugge trokken. Het is dus niet verwonderlijk om op de shortlist namen te zien als Ronny Deila en Jonas De Roeck, die respectievelijk met Standard en Westerlo indruk maakten. Maar helemaal bovenaan staat Karel Geraerts, die een prachtig seizoen kende bij Union en als speler een verleden heeft bij blauw-zwart.
Rechterhand
Ook door de bestuurskamers moet de bezem gehaald worden. Vincent Mannaert dacht met Tom Caluwé de ideale vervanger gevonden te hebben voor Roel Vaeyens, met wie hij al jaren samenwerkte. Maar de gewezen sportief directeur van KV Mechelen vond zijn draai niet in Brugge en zal het Jan Breydelstadion verlaten. Er moet dus een nieuwe rechterhand gezocht worden voor de almachtige Mannaert, tenzij Club ook van hem afscheid neemt. Zijn wangedrag zou daarvoor een argument kunnen zijn, maar desondanks is niemand vergeten dat hij systematisch voor successen heeft gezorgd. Bovendien mogen sommigen hem flink dankbaar zijn omdat hij vaak degene was die in de pers de klappen voor zijn club opving.
Wie ook de nieuwe coach wordt, intern zal het niet snel rustig worden. Zo gaat dat nu eenmaal in België, waar bestuursleden zich graag in de beslotenheid van de kleedkamer begeven om uitleg of verantwoording te vragen. Bij Anderlecht verbaasde het Vincent Kompany met zijn Engelse visie dat Wouter Vandenhaute zo vaak met de spelers sprak. En in Gent is elke coach verplicht tot een wekelijks rendez-vous met voorzitter Ivan De Witte en manager Michel Louwagie. Bedrijfslogica heet zoiets.