Bereikt Italiaans voetbal absoluut dieptepunt?
Italië ontvangt vanavond in Milaan Zweden, op zoek naar een ticket voor de Wereldbeker in Rusland. De viervoudig wereldkampioen moet een 0-1 nederlaag uit de heenwedstrijd ophalen. Geen mirakelscenario maar gezien het jarenlange verval en de huidige interne perikelen, is een eerste WK zonder Italië sinds 1958 een wel heel realistisch toekomstbeeld. Wat scheelt er?
Een Wereldbeker voetbal zonder de Azzurri: het is een haast ondenkbaar scenario. Grootmachten zoals Engeland en Spanje reden af en toe een scheve schaats maar Italië was er sinds 1958 altijd bij, in goede en slechte tijden.
Die slechte tijden lijken de laatste jaren echter steeds meer een constante te worden. In de zoektocht naar verklaringen voor de noodtoestand, viel de aandacht op een vriendschappelijk treffen met Portugal in 2015, een typische eindeseizoensverplichting waarin Portugal aan het langste eind trok.
Enkele weken later bleek er echter een dubbele bodem te schuilen in de Italiaanse nederlaag. Italië tuimelde enkele plaatsen naar beneden op de FIFA-ranking en kwam zo in pot 2 terecht tijdens de WK-kwalificatieloting. De FIFA koppelde Italië vervolgens aan Spanje waardoor de weg naar Rusland al van meet af aan met een valse noot begon. Zonder die financieel lucratieve interland, zouden de Azzurri als reekshoofd waarschijnlijk een vrijgeleide gekregen hebben richting het WK. In realiteit eindigde Italië zoals verwacht als tweede na Spanje en belandde het zo in de altijd zenuwslopende play-offs tegen Zweden.
Na de wanvertoning van vrijdagavond heeft de selectie van bondscoach Gian Piero Ventura nog negentig minuten om het zinkend schip recht te trekken.
Hoofdverantwoordelijke nummer één voor de malaise is volgens de nationale pers Ventura zelf. Na het EK in Frankrijk leek de Genuees nochtans een logische keuze te zijn als opvolger van Antonio Conte: 69 jaar, gerespecteerd in het hele land voor zijn doortocht bij Torino en tonnen Serie A-ervaring, kortom het ideale profiel voor een hedendaagse bondscoach.
Sinds hij de meest prestigieuze trainersjob in het land beet heeft, is Ventura echter veranderd in een onzekere en stugge man. Zijn zin voor avontuurlijk voetbal is volledig verdwenen, alsof hij vreest met elke nieuwigheid zijn ontslag in te luiden. Vooral de 0-2 nederlaag tegen Spanje begin september, heeft Ventura en zijn spelers mentaal gebroken. In Madrid leverden de Azzurri een degelijke prestatie maar werd het niveauverschil met Spanje wel pijnlijk blootgelegd.
Tegen Israël en Macedonië zwalpte het team zich vervolgens richting de play-offs maar vrijdag was er in Stockholm geen sprake van beterschap. Voormalig kapitein Andrea Pirlo, die recent zijn pensioen aankondigde, omschreef zijn ex-ploegmaats als ‘een angstig team dat enkel maar uit was op een 0-0 gelijkspel’.
Terwijl de hele natie schreeuwt om een 4-3-3-opstelling, greep Ventura terug naar de achterhaalde 3-5-2 volgens het Juventus-sjabloon. Daarnaast spijkerde hij zijn middenveld stevig dicht, een onnodig slot op de deur tegen een zwak Zweden.
Selectie
Ook in zijn selectiepolitiek volgt Ventura vreemde kronkels. Middenvelder Jorginho werd maandenlang een selectie toegeschreven door de media maar Ventura hield vooralsnog het been stijf. Toen de Braziliaanse federatie plots interesse begon te tonen in de diensten van de geboren Braziliaan, stuurde Ventura hem, onder druk van de federatie, een uitnodiging op voor de play-offs.
Ventura haalde wel Simone Zaza, bekend omwille van zijn gemiste strafschop tegen Duitsland op het EK, terug bij de Azzurri. De onverwachte nieuwe doelpuntenmachine van Valencia viel vorige week geblesseerd uit voor de heenmatch maar het is nog maar de vraag of hij effectief in de plannen paste van Ventura.
De bondscoach trekt sinds het verlies tegen Spanje immers opnieuw de kaart van de oude garde, aangevoerd door ex-wereldkampioenen Gianluigi Buffon en Daniele De Rossi, die volgens de geruchten het hoogste woord voeren in de kleedkamer. Door hun inspraak zou spits Eder, bankzitter bij Inter, een voorkeursbehandeling krijgen van de bondstrainer. Zeven van de elf basisspelers in de Stockholm Arena waren dan ook ouder dan dertig jaar, drie ervan stonden elf jaar geleden op het veld bij de laatste Italiaanse wereldtitel.
Stephan El Shaarawy, in bloedvorm bij AS Roma, was één van de slachtoffers van Ventura’s nieuwe aanpak. Ook de omgang met Lorenzo Insigne in de heenwedstrijd riep de nodige vraagtekens op. De ploegmaat van Dries Mertens bij Napoli kreeg als winger uiteraard geen plaats in de 3-5-2 en viel pas in tijdens het laatste kwartier.
Omdat Ventura stug vast hield aan zijn formatie, liep Insigne vervolgens achter de feiten aan als vervanger van spelverdeler Marco Verratti. Verratti zelf was tot dan toe onzichtbaar, een veel voorkomende kwaal in het azuurblauwe shirt voor de beoogde nieuwe ster van het calcio.
Op de koop toe maakte Ventura geen gebruik van een derde wissel waardoor creatieve breekijzers zoals Alessandro Florenzi en Federico Bernardeschi op de bank bleven.
Ventura zelf was zich echter van geen kwaad bewust en noemde de nederlaag vooral ‘onverdiend’, een ongelukkige uitspraak waarmee hij de kritiek op zijn persoon enkel maar deed opzwellen. Daarnaast kloeg hij over de agressieve aanpak van de thuisploeg waardoor Leonardo Bonucci al na één minuut met een gehavende neus moest verder spelen.
Het tactisch plannetje van Ventura, inclusief het vertrouwen in de Italiaanse 3-5-2, liep zo meteen al averij op. Met zijn keuze voor de 3-5-2 wilde hij dan ook terugkeren naar de gloriedagen van Euro 2016, waar de Azzurri ei zo na de laatste vier bereikten en onderweg Zweden versloegen.
In Frankrijk werd de kwalitatieve bloedarmoede nog verbloemd door de tactische ingevingen van Antonio Conte, net zoals in 2012 de individuele klasse van Pirlo Italië tot in de EK-finale bracht. Die uitschieters hebben, samen met de terugkeer van Juventus aan de Europese top, de illusie gewekt dat het lang zo slecht niet gaat met het Italiaanse voetbal.
Sinds Calciopoli, een wijdverspreid omkoopschandaal, in 2006 is de Serie A zijn sportieve en economische grandeur echter verloren. Tegenwoordig zijn de sterren van dienst bij de topclubs vooral buitenlanders, een indicatie dat er stevig aan kwaliteit is ingeboet. Ventura beschikt simpelweg niet meer over de weelde waarvan zijn voorgangers wel konden genieten. Aanvallende toppers zoals Francesco Totti en Pirlo, komen niet langer aan de lopende band boven drijven. Jarenlang leverde Italië wereldster na wereldster af maar de laatste jaren droogde die bron op. Euro 2016 was dan ook tekenend voor het acuut verlies aan kwaliteit. De plek bij de laatste acht werd gevierd als een onverwachte meevaller door de viervoudig wereldkampioen.
Alarmfase rood
Ondanks al de negatieve sfeer wacht Italië vanavond weliswaar een zware maar niet onmogelijke opdracht: een achterstand van één doelpunt ophalen in eigen huis. Verratti moet de wedstrijd noodgedwongen vanuit de tribune volgen wegens schorsing maar gezien zijn recente prestaties kan zijn afwezigheid misschien wel een zegen blijken. Tegenstander Zweden zou bovendien in alle omstandigheden voor de bijl moeten gaan. Met een gunstige loting, een vormpiek en een dosis geluk bij enkele sleutelspelers kan Italië dan zomaar de halve finales bereiken in Rusland.
Als het toch fout loopt vanavond, zit de Italiaanse natie met een huizenhoge kater opgescheept. Die alarmfase rood kan misschien eindelijk structurele veranderingen aanbrengen, te beginnen in de jeugdopleiding en de stadionbouw, naar analogie van Frankrijk begin jaren ’90 en Duitsland eind jaren ’90. Of hoe een nationaal trauma op lange termijn een revolutie kan betekenen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier