Balans na het EK voetbal: veel angst, weinig frivoliteit

Spanje wint de EK-finale zondag tegen Engeland. © Getty
Jacques Sys
Jacques Sys Jacques Sys is een Belgische sportjournalist

Spanje kroonde zich terecht tot Europees kampioen. Na een toernooi waarin veel ploegen vooral bang waren om te verliezen.

Het was alsof Duitsland er niet genoeg van kreeg. Bijna vier weken lang groeide het EK uit tot een megaparty, minder intens weliswaar dan tijdens het WK van 2006, maar toch met een aanstekelijk enthousiasme. De bevolking danste zeker de eerste weken wild op en neer op golven van euforie en zelfs de naar sensatie zoekende boulevardpers verspreidde alleen een hoerastemming. Dat er ook problemen waren – het openbaar vervoer bijvoorbeeld was een ramp – werd onder de mat geveegd. Duitsland wilde vrolijkheid uitstralen, ook al is het land de laatste jaren wat verzuurd, zoals uit de opkomst van de extreemrechtse partij AfD blijkt.

Door de uitschakeling van de Mannschaft in de kwartfinale nam de uitbundigheid af, maar omdat die nederlaag er op een nogal ongelukkige manier kwam, kon iedereen zich er uiteindelijk mee verzoenen. Duitsland had voor verfrissing gezorgd, er werden meer truitjes van de nationale ploeg verkocht dan tijdens het WK van 2006. Eigenlijk had een finale tussen Duitsland en Spanje het kroonstuk moeten zijn van het toernooi.

Gebrek aan moed

Spanje was de beste ploeg op dit EK. De relatief onbekende bondscoach Luis de la Fuente werd in zijn carrière al twee keer bij een derdeklasser ontslagen en zijn aanstelling zorgde voor veel argwaan, zeker na een 0-2-nederlaag in de tweede kwalificatiewedstrijd tegen Schotland. Kranten schreven toen over een selectiegroep zonder talent en karakter en schoven de nederlaag in de schoenen van De la Fuente. Dat was in maart 2023. Vervolgens zette de 63-jarige trainer een indrukwekkende reeks neer met zeventien overwinningen en één gelijkspel: 3-3 tegen Brazilië dat pas in de 96e minuut gelijkmaakte. Maar de voormalige verdediger slaagde er vooral in al het talent te bundelen en herkenbaar en naar voren gericht voetbal te laten spelen.

Spanje speelde in de finale tegen Engeland niet zijn beste wedstrijd. Vooral in de eerste helft ontbrak het aan ideeën. Het overweldigende, flitsende voetbal van de eerste ronde was er niet meer bij. In de kwartfinale en halve finale won Spanje met één goal verschil en had in de laatste fase van de wedstrijd moeite om een voorsprong vast te houden. Tegen Engeland werd na de openingstreffer de gelijkmaker geïncasseerd, tot in de slotfase de bevrijding kwam.

Dat Engeland die finale haalde, was op zich al verrassend. De ploeg had daarvoor 45 minuten goed gespeeld, de eerste helft van de wedstrijd tegen Nederland. Los daarvan koos bondscoach Gareth Southgate voor een behoudende aanpak. Zelfs Bukayo Saka, een van de weinige creatieve Engelse spelers, moest bij balverlies tot diep op de eigen helft meelopen, in plaats van zijn energie te sparen voor beslissende acties als dribbelaar voorin. Als verdedigen een vorm van kunst is, dan beheerst Engeland die.

Die voorzichtigheid karakteriseerde dit toernooi, dat allerminst uitgroeide tot een sprankelend voetbalfestijn. De wedstrijden in de voorrondes waren nog behoorlijk van niveau, met veel doelpunten, maar vanaf het moment dat de achtste finales werden bereikt was er meer angst dan frivoliteit. Nieuw is dat in zulke toernooien niet. Trainers blijken dan bange wezels die in de eerste plaats willen overleven. Er was nog weinig spektakel, geen enkele voetballer trad op de voorgrond. Of het zou de onbekommerde Spaanse jongeling Lamine Yamal moeten zijn. Het collectief bleek belangrijker dan het individu, vele ploegen traden met slechts één spits aan en posteerden voor hun afweer ook nog twee verdedigende middenvelders. Het dichtspijkeren van het eigen strafschopgebied leek voor sommige ploegen belangrijker dan het bereiken van de zestien meter van de tegenstander. Spanje vormde de uitzondering op de regel. Alleen verdedigen ligt bovendien niet in het dna van het Spaanse voetbal. Ook in die zin is de Europese titel een goede zaak voor het voetbal.

Domenico Tedesco zat door zijn angstige aanpak in de sfeer van dit EK. Dart de kater nog niet is verwerkt blijkt nog steeds. De kritiek op de Duitser blijft snoeihard. Naast Gareth Southgate leek ook de Franse bondscoach Didier Deschamps door zijn gebrek aan moed een apostel van de angst. Hij werd door de Franse media onder de grond gestopt. Zij durfden echter wel hun vedetten in de loop van een wedstrijd te vervangen: Southgate deed het met Harry Kane en Jude Bellingham, Deschamps met Kylian Mbappé. Terwijl Tedesco niet aan de falende Romelu Lukaku durfde te raken en de vorige bondscoach Roberto Martinez bij Portugal ook Christiano Ronaldo een hele wedstrijd liet staan. Waardoor Portugal eigenlijk met tien man speelde. Als Ronaldo een beetje zelfrespect heeft, dan zet hij nu een punt achter zijn carrière als international.

Kevin De Bruyne © Getty

Geen organisatorisch meesterwerk

Met een vuurwerk werd het EK zondagavond afgesloten. Rond de Brandenburger Tor, de grootste fanzone van het toernooi, verzamelden supporters zich weer massaal en trokken wat verder feestend door de Friedrichstrasse, nog een plaats die herinnert aan vroeger, aan de scheiding tussen communisme en kapitalisme. Echte Berlijners werden ontroerd bij het zien en beleven van die euforie. Met de Brandenburger Tor als decor berichtte de BBC over dit toernooi, dat moet een kapitaal hebben gekost. Het voor Duitsland traumatische verleden was nooit ver weg.

Dit EK zal zeker niet de geschiedenis ingaan als een organisatorisch meesterwerk. De Duitsers werden vaak werden gegijzeld door de waanzinnige veiligheidsmaatregelen van de UEFA. Zeker ten aanzien van de media. Bij het op- en uitrijden van de persparking werden auto’s steeds weer met apparatuur doorzocht, op het irritante af. Journalisten leken wel een noodzakelijk kwaad en moesten in moeilijke omstandigheden werken. Op persconferenties werden ze in de zogenaamde mixed-zones als een kudde schapen bijeengedreven om een onbeduidende quote op te kunnen vangen. Het is een proces dat al langer aan de gang is: grote sportevenementen dreigden in hun gigantisme te stikken.

Het zal de voetbalbonzen een zorg wezen. Zij zijn alleen geïnteresseerd in geld. En ze wentelen zich in een wereld van luxe en decadentie. Tijdens het EK logeerden ze in een vijfsterrenhotel op een steenworp van de Brandenburger Tor.

Partner Content