Axel Witsel: ‘De ervaring in onze selectie kan ook een voordeel zijn’
Enkele dagen voor de eerste WK-wedstrijd van de Rode Duivels tegen Canada praatten Axel Witsel en Jérémy Doku met de pers.
Axel Witsel is een van de negen Rode Duivels die in Qatar aan hun derde WK zullen beginnen. Voor de 33-jarige verdedigende middenvelder van Atlético Madrid zal het wellicht zijn laatste WK worden. ‘In 2026 zal ik 37 jaar zijn en ik denk niet dat ik er dan nog zal bij zijn, al is het natuurlijk ook niet onmogelijk. Maar ik denk dat het EK in 2024 mijn laatste grote toernooi zal worden’, bekende Witsel zondag tijdens het persmoment in Qatar.
In tegenstelling tot het vorige WK, behoren de Belgen in het Midden-Oosten niet meer tot de topfavorieten voor de eindzege. Een gevaarlijke outsider, dat is de rol van de Belgen in Qatar. ‘Voor heel wat spelers in de selectie zal dit het laatste WK worden en we willen dan ook genieten van elke minuut. De ervaring in onze selectie kan ook een voordeel zijn. We spelen al vele jaren samen en dat speelt in ons voordeel, omdat de voorbereiding erg kort is. Voor andere toernooien heb je telkens twee à drie weken. Dat neemt niet weg dat we hier niet de topfavoriet zijn. Die rol zie ik weggelegd voor Brazilië. Rond de nationale ploeg hangt negativiteit en dat is natuurlijk jammer, maar de mensen hebben recht op hun mening.’
Lukaku herstelt reeds enkele weken van een kwetsuur aan de linkerhamstring. Het Belgische WK-openingsduel tegen Canada volgt reeds over drie dagen en zal dus sowieso te vroeg komen voor Big Rom en ook in de tweede groepswedstrijd tegen Marokko zal hij er waarschijnlijk nog niet bij zijn. Op zich niets verontrustend, want het slot van de groepsfase en het begin van de tweede ronde waren altijd al het mikpunt.
‘Over Lukaku kan ik niet heel veel zeggen. Ik weet immers niet wanneer hij speelklaar zal zijn. Rom moet op de eerste plaats naar zijn lichaam luisteren. Ik kan het weten, want ik zat vorig jaar voor de start van het EK in een soortgelijke situatie. We hadden het liever anders gezien, maar het is nu zo’, aldus ploegmaat Axel Witsel tijdens het persmoment van zondag.
Vuur in de benen
Jérémy Doku mocht vrijdagavond in Koeweit tegen Egypte zijn elfde cap pakken als Rode Duivel. Na 82 minuten viel hij in voor Timothy Castagne. Een supersub dus en dat lijkt ook zijn rol te worden op dit WK.
Zowat anderhalf jaar geleden was hij nog het Belgische lichtpunt op het EK. In de met 2-1 verloren kwartfinale tegen Italië was hij de beste Belg op het veld en leverde hij zijn visitekaartje af op het internationale toneel. Blessureleed stak nadien stokken de in de wielen, waardoor de korte invalbeurt in Koeweit zijn eerste cap werd sinds EURO 2020. ‘Iedereen jaagt op een basisplaats, maar ook als invaller moet je klaar zijn om je te tonen, zelfs al krijg je maar vijf minuten. Het is niet makkelijk om met Eden Hazard de aanvoerder uit de ploeg te spelen, maar het is aan mij om me te tonen. Ik weet dat ik het vuur nog in de benen heb.’
‘Op het EK heb ik vorig jaar reeds ervaring opgedaan. Een EK is echter iets anders dan een WK. Sinds die match tegen Italië had ik niet meer gespeeld voor België. Nu voel ik me opnieuw goed en ben ik blij hier te zijn. Ze zorgen goed voor mij en de trainingen verlopen zoals verhoopt. Als je geblesseerd bent, stel je jezelf vele vragen. Waarom heb ik die blessure opgelopen? Wat had ik anders kunnen doen? Hoe raak ik zo snel mogelijk terug fit? Er zijn duizenden redenen waarom je geblesseerd kan raken. Mentaal is het moeilijk, als je niet kan spelen. Wedstrijden spelen en plezier hebben op het veld, daar draait het om.’
Een fitte Doku kan menig tegenstander in de problemen brengen. Dat mochten de Italianen vorig jaar ondervinden. Zeker van een WK-selectie was hij echter allerminst. ‘Ik weet goed genoeg dat ik nog het vuur in de benen heb. Ik weet waartoe ik in staat ben. Tegen Egypte wou ik tonen dat ik klaar ben, dat de coach op mij kan rekenen. Dat was een uitgelezen moment om mijn kans te grijpen. De coach weet ook wat ik kan bijbrengen: tegen een laag blok de actie maken en het forceren. Zeker van een selectie was ik echter helemaal niet. Die laatste weken voor de bekendmaking van de WK-selectie was er veel spanning, veel stress. ‘Ik moet blessurevrij blijven om erbij te zijn’, dacht ik. Dat spookt in je hoofd.’