Atlético Madrid doorgelicht: het toverstokje van Simeone werkt nog
Elke week neemt Sport/Voetbalmagazine een buitenlandse topclub onder de loep. We kijken even terug op dit seizoen en vooruit naar de uitdagingen van de komende weken en maanden. Diego Simeone moest bij Atlético een hele nieuwe ploeg bouwen en lijkt alweer alle (realistische) verwachtingen te overtreffen.
Eén keer kampioen van Spanje, 2 keer de Europa League, 2 keer in de finale van de Champions League en de afgelopen seizoenen 2 keer vicekampioen in La Liga voor aartsrivaal Real. Onder het bewind van coach Diego Simeone is Atlético sinds 2012 uitgegroeid van een suptobber tot een absolute topclub die elk jaar meedoet voor de hoofdprijzen, ook in Europa. Daardoor stijgen ook elk jaar de verwachtingen in het (nieuwe en hypermoderne) Wanda Metropolitanostadion. Een derde plaats in La Liga of een kwartfinale in de CL volstaan niet meer. Dat terwijl de ploeg van Simeone net op zijn sterkst is als underdog. Talk about a Catch 22 situation.
Bovendien vertrok ook nog eens de helft van zijn basisploeg. Antoine Griezmann maakte zijn lang verwachte overstap naar Barcelona (voor 120 miljoen euro), de polyvalente verdediger Lucas Hernández trok naar Bayern voor 80 miljoen, verdedigende middenvelder Rodri werd opgepikt door Manchester City voor 70 miljoen en ook voor oud-strijders Juanfran, Filipe Luís en Diego Godín was het verhaal ten einde.
Ga er maar aan staan als sportieve cel, al zal de 300 miljoen euro aan inkomsten wel geholpen hebben. Atlético reageerde snel door 126 miljoen euro op tafel te leggen voor het intussen 20-jarige Portugese toptalent João Félix van Benfica. Zijn genie moest de creatieve leemte opvullen die Griezmann achterliet. Ook Marcos Llorente, een veelzijdige aanvallende middenvelder, werd weggeplukt bij aartsrivaal Real voor 30 miljoen. Verder kocht Simeone een volledig nieuwe verdediging met linksachter Lodi, rechtsachter Trippier en centrale verdedigers Hermoso en Felipe.
Inkomende transfers 19/20 | Uitgaande transfers 19/20 |
João Félix (19, 126 miljoen euro) | Antoine Griezmann (28, 120 miljoen euro) |
Marcos Llorente (24, 30 miljoen euro) | Lucas Hernández (23, 80 miljoen euro) |
Mario Hermoso (24, 25 miljoen euro) | Rodri (23, 70 miljoen euro) |
Kieran Trippier (28, 22 miljoen euro) | Gelson Martins (24, 30 miljoen euro) |
Felipe (30, 20 miljoen euro) | Vietto (25, 7 miljoen euro) |
Renan Lodi (21, 20 miljoen euro) | Juanfran (34, 0 euro) |
Héctor Herrera (29, 0 euro) | Filipe Luís (33, 0 euro) |
Yannick Carrasco (26, huur) | Diego Godín (33, 0 euro) |
Totaal: 243 miljoen euro | Totaal: 307 miljoen euro |
Madrileense vesting zonder kanonnen
Niet onlogisch dus dat Atlético in het begin van het seizoen wat automatismen miste. Van de vermaarde verdediging bleven enkel José Gimenéz en Stefan Savic over en zij vielen beiden (tegelijk) langdurig uit met spierblessures. Dat terwijl nieuwe spelers meestal een half jaar tot een jaar tijd krijgen om zich de manier van voetballen (lees: verdedigen) eigen te maken. Toch presteerde Atlético dit seizoen defensief nog altijd uitstekend. Met 25 tegengoals in 33 wedstrijden (0,76 per match) doet enkel Real (0,65) nog beter. In de periode van januari 2012 tot begin dit seizoen was het gemiddeld aantal tegendoelpunten van Los Colchoneros ook 0,76. Een geslaagd begin dus voor de nieuwe verdediging, met dank ook aan doelman Jan Oblak.
Offensief is het een ander verhaal. De strategie is daar altijd simpel geweest: geef de bal aan Griezmann en hij tovert wel iets uit zijn hoge hoed. De Franse wereldkampioen was vorig seizoen betrokken bij de helft van de goals van Atlético. Met als extra wapen ook nog de gevaarlijke standaardsituaties volstond dat meestal om wedstrijden tegen de kleinere ploegen te winnen.
Dat is dit seizoen wel even anders. In de eerste 16 wedstrijden scoorde Atlético welgeteld 16 keer. In de helft van die wedstrijden kwamen de Colchoneros niet verder dan een gelijkspel. Slechts 4 keer lukte het hen om meer dan één goal te scoren in een wedstrijd. Resultaat: slechts een zevende plaats in het klassement en de Spaanse kranten schreven al over het einde van het tijdperk-Simeone.
Want de Argentijnse coach beschikte toch over heel wat aanvallend talent? Diego Costa, Alvaro Morata en nieuwkomer João Félix zijn toch niet de minste namen. Maar ook zij kenden wat fysieke problemen door de veeleisende tactiek dat de schuld was van de coach, volgens de kranten. Wanneer we de cijfers verder analyseren, blijkt dat het eerder aan de efficiëntie lag dan aan het aantal gecreëerde kansen dat Atlético zo moeilijk scoorde. Daar heeft een trainer weinig grip op.
Een vergelijking met de voorbije seizoenen toont immers dat Atleti evenveel (en even goede) doelpogingen creëerde als in zijn beste jaren. Maar waar het de voorbije jaren altijd iets meer scoorde dan verwacht, wou de bal er om een of andere reden gewoon niet in dit seizoen. Gevolg: een 6de plaats voor de coronastop. In de 6 wedstrijden sinds de herstart scoorden Félix en co wel al 12 goals. De resultaten beginnen dus stilaan weer in de lijn te liggen van de onderliggende prestaties.
Die onderliggende prestaties zijn namelijk uitstekend, zeker in vergelijking met de voorbije twee seizoenen. Atlético creëert meer en geeft ondanks de vele nieuwe gezichten in de verdediging minder kansen weg. Simeone slaagt er dus in om met zijn ploeg, ondanks de vele uitgaande transfers en de zogenaamd beperkte tactiek, progressie te blijven maken aanvallend én verdedigend. Toch één negatieve opmerking, het aantal gecreëerde kansen blijft laag liggen voor een topploeg. Als een ploeg weinig scoort, kan een paar lucky goals van de tegenstander een grote impact kunnen hebben op de resultaten.
Champions League noodzakelijk voor verdere groei
En dat blijkt ook uit de uitslagen dit seizoen. Atlético speelde bijna evenveel matchen gelijk (14) als dat het er won (15) en verloor er minder dan Barcelona (4 tegenover 5). De sleutel voor de jongens van Simeone ligt bij het vroeg, of alleszins eerst, scoren. In alle 15 overwinningen stond Atlético eerst op voorsprong, nooit eindigde een match na een voorsprong nog in een nederlaag (wel 5 gelijke spelen). Door de mindere uitslagen, vooral in het begin van het seizoen, hebben Los Colchoneros al een tijd een onoverbrugbare achterstand op Real en Barça, ook al kennen die ook maar een matig seizoen.
Lees ook: Vacature: een goede derde in La Liga
Stand La Liga | Punten | Goals + en – |
Real Madrid | 74 | 61-21 |
Barcelona | 70 | 74-35 |
Atlético Madrid | 59 | 43-25 |
Sevilla | 57 | 48-33 |
Villareal | 54 | 53-40 |
Getafe | 52 | 42-30 |
Echt meedoen voor de titel zat er dit seizoen dus nooit in. Sterker zelfs, pas door de goede resultaten na de coronabreak (14 op 18) staat Atlético weer op een CL-plaats, in de top 4. Daarvoor zal het in de laatste vijf speeldagen nog wel aardig strijd moeten leveren, met onder meer nog de verplaatsing naar Getafe voor de boeg. Plaatsing voor het kampioenenbal is namelijk cruciaal voor de Madrileense boekhouding en dus ook om een verder leegloop te vermijden.
Maar Atlético heeft nog een tweede kans om zich van een ticketje te verzekeren: door de Champions League zelf te winnen. Het lijkt misschien een utopie, maar de dubbele confrontatie (1-0 na een vroege goal en 2-3 winst na extra tijd) tegen Liverpool heeft aangetoond dat de ploeg van Simeone nog altijd aartsgevaarlijk kan zijn in een rechtstreeks duel, juist omdat ze dan in hun favoriete positie van underdog en bijhorende ‘4-4-2-egelstelling’ kunnen kruipen.
En daarvoor beschikt Simeone nog altijd over het geschikte personeel. Achterin kennen de nieuwelingen intussen hun rol. Op het middenveld beschikt hij over ervaren spelers als Koke, Saúl Ñíguez en Partey die het klappen van de zweep kennen en min of meer overal inzetbaar zijn. En daarnaast heeft hij ook jongens met andere, meer aanvallende profielen zoals Llorente, Vitolo en Correa. Zo kan de Argentijnse coach zich aan elke tegenstander aanpassen.
Dat deed hij bijvoorbeeld afgelopen dinsdag nog tegen FC Barcelona. Waar Atlético in principe in een erg compacte, lage 4-4-2 verdedigt, liet Simeone nu rechtsmidden Correa verder terugverdedigen om de aanvallende impulsen van Alba op te vangen. Daardoor ontstond er in feite een 5-3-2 en ging rechteraanvaller Marcos Llorente (een middenvelder van opleiding) ook iets lager staan om de rechterzijde meer af te schermen. Het is maar één voorbeeld van hoe Simeone zich telkens weer weet aan te passen aan de tegenstander. Iets wat natuurlijk vooral nuttig is als je vooral van plan bent te verdedigen.
Om volgend seizoen ook in La Liga weer te concurreren met Barça en Real heeft Atlético twee doelen in de komende transferperiode. Ten eerste: niemand laten vertrekken, als dat financieel haalbaar is dankzij plaatsing voor de CL. De ploeg heeft een serieuze verjongingskuur gekend dit seizoen, met wat mindere uitslagen tot gevolg en wil daar volgend jaar de vruchten van plukken. Niemand laten gaan betekent ook dat ze huurling Yannick Carrasco absoluut willen houden. Zijn huurcontract loopt in principe op 20 juli af, maar ondanks hun moeilijk verleden gelooft Simeone weer volop in de Rode Duivel. Sinds zijn terugkeer naar Madrid kwam hij in 11 van de 12 wedstrijden in actie, goed voor 1 goal en 2 ‘penalty-assists’. Wellicht zal moederclub Dalian niet te moeilijk doen over een definitieve overgang, want eigenaar Wanda Group is ook sponsor (van het stadion) van Atlético.
Verder staat er maar één positie op de verlanglijst, namelijk die van spits. Diego Costa mist de energie en agressiviteit van weleer en sukkelt met blessures, Alvaro Morata mist constante in zijn prestaties en is een ideale supersub. Toevallig is het contract van Edinson Cavani bij PSG intussen afgelopen. De Uruguyaan stond de voorbije winter en vorige zomer al erg dicht bij een transfer naar Atlético, maar toen lieten de Parijzenaren hem niet gaan. Nu hij een vrij man is, lijkt dat een ideale match. Zelfs in een seizoen waarin hij nauwelijks speelde scoorde Cavani nog eens om de 157 minuten, precies de efficiëntie die Simeone zo nodig heeft in zijn ploeg.
Je kan dus op twee manieren terugkijken op het seizoen van Atlético tot dusver. Enerzijds hebben ze zich nooit kunnen mengen in de titelstrijd, ook al deden Barça en Real het niet goed, en zullen ze hun slechtste eindklassering in drie jaar laten noteren. Anderzijds heeft Simeone een halve nieuwe ploeg moeten bouwen door het vertrek van bepalende spelers als Griezmann en Diego Godín. Dat is hem wonderwel gelukt, al blijkt dat meer uit de onderliggende cijfers dan uit de effectieve resultaten. En vooral, Atlético zit nog altijd in de Champions League door misschien wel de beste ploeg van dit seizoen, Liverpool, uit te schakelen. Wie durft nog te beweren dat het toverstokje van Diego niet meer werkt?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier