Arnaut Danjuma Groeneveld: ‘De mens heeft me teleurgesteld’
Arnaut Danjuma Groeneveld heeft zich na zijn overstap van NEC nu al in de kijker gespeeld bij Club Brugge. Een inkijkje in het leven en de ziel van de Nederlander met Nigeriaanse roots. ‘Ik ben van nature open, maar ik ben veranderd door mijn levenspad.’
Of hij wil poseren met zijn shirt uit, vraagt de fotograaf. Arnaut Danjuma Groeneveld (21) is even stil, een hmm komt uit zijn mond. Dan: ‘Liever niet, ik houd er niet van om met een blote bast mezelf te showen.’ Als de fotograaf hem uitlegt dat het niet om zijn torso gaat maar om zijn nek, stemt hij alsnog in.
Groeneveld is een nuchtere jongen, zegt hij. En met die grote, witte glimlach en donkerbruine ogen die vriendelijk spreken, zou je dat niet kunnen tegenspreken wanneer je tegenover hem zit. Liever behoudt hij de focus op het voetbal dan op uiterlijk vertoon. Het zou bovendien verkeerd kunnen overkomen en met ‘praatjes in de media die niet kloppen’ heeft hij al genoeg te maken gehad. Zelf liet hij ook weleens wat zaken vallen. In het Brabants Dagblad haalde hij zijn moeilijke jeugd aan, maar hij ging er niet verder op in. Alleen: ‘Iedereen zal ervan schrikken.’
Een mysterie hangt zodoende wat om hem heen. Groeneveld is gewoon voorzichtig, zegt hij zelf. ‘Zaken worden verdraaid, er wordt gelogen en verzonnen in de media. Die kunnen je blijven achtervolgen. Dat merk ik zelf ook. ‘Moeilijke jongen’, ‘arrogant’, lees ik dan. Ik ben gestopt ze te lezen. Die mensen kennen me niet, bekijken mij alleen van buitenaf. Wat je met het blote oog aan iemand ziet, is niet altijd hoe diegene van binnen is. Ik hecht geen waarde aan die meningen.’
Heb je de buitenwacht altijd goed buiten je kunnen laten?
ARNAUT DANJUMA GROENEVELD: ‘Neen, ik was heel anders. Ik zocht naar erkenning. Dat is ook wel logisch, gezien mijn verleden. Als klein ventje kende ik veel ups en downs. Door middel van erkenning probeerde ik bij trainers, spelers of andere mensen liefde te ontvangen die ik nodig had. Ik wilde horen en voelen dat ik goed ben, de bevestiging krijgen dat ik op het juiste pad zat. Maar naarmate ik ouder werd, sloeg dat om en maakte het zoeken naar erkenning plaats voor zelfverzekerdheid. Ik weet van mezelf dat ik een goede voetballer ben. Ik focus op mijn geloof in eigen kwaliteiten in plaats van op wat andere mensen van mij vinden.’
Als ik altijd een goeie jongen was geweest, was ik er ook niet achter gekomen wat wel of niet goed is.
Arnaut Danjuma Groeneveld
Hoe kijk je ernaar dat je dat op deze leeftijd al hebt ontwikkeld?
GROENEVELD: ‘Daar ben ik trots op. En ik durf dat ook te zeggen. Ik kom van ver. Maar ondanks dat heb ik altijd uitgesproken en oprecht gedacht dat ik het zou redden als profvoetballer. Dat blijf ik zeggen. Ik ben nog niet klaar.’
‘Van ver komen’, zeg je. Leg eens uit.
GROENEVELD: ‘Als ik het bij het voetbal houd, heb ik in mijn optiek veel met politiek en onrecht te maken gehad. Daar heb ik lang tegen gevochten.’
Noem eens een voorbeeld.
GROENEVELD: ‘Ik speelde niet bij PSV en dat had niets met mijn kwaliteiten te maken. Ik hoorde van trainers: ‘Ik zou je opstellen, maar ik mag niet.’ Er kunnen in het voetbal en vooral in de top politieke redenen zijn waardoor je niet speelt: zaken waarnaar wordt gekeken, maar die niets met voetbal te maken hebben. Ik heb bij PSV ook nooit een contract mogen tekenen, alle andere jongens wel. Terwijl ik vond – en ook de trainers spraken dat uit – dat ik goed genoeg was om dat te krijgen. Als jongen ben ik ook buiten het voetbal van ver moeten komen. Wanneer je dan je medespelers in een Mercedes de parkeerplaats ziet af rijden en jij pakt de trein naar huis… Dat doet pijn. Zeker voor iemand zoals ik, die een trots in zich heeft.’
Wat kan daar de reden van zijn? Kende je die?
GROENEVELD: ‘Er waren genoeg redenen, maar daar ga ik niks over zeggen. Dat vind ik niet netjes tegenover PSV. En soms lag het ook aan mezelf, hoor. Ik had gespijbeld op school en dus mocht ik niet spelen. En wanneer je gedrag op school niet goed was, mocht je niet trainen. Nou, ik heb vaak niet mogen trainen. Ik haalde goede cijfers, ging altijd over, maar ik lette niet op of werd uit de klas gestuurd.’
Wat had je anders kunnen doen?
GROENEVELD: ‘Ik had niets anders willen doen. Als ik altijd een goeie jongen was geweest, was ik er ook niet achter gekomen wat wel of niet goed is. Ik ben vaak ver gegaan. Te ver? Ook. Maar tegen onrecht kan ik niet. Ik zeg wat ik denk. Dat levert weleens problemen op. Ik vind dat helemaal niet erg. Ik heb van elke misstap geleerd.’
Wat doen zaken die buiten jouw macht liggen, de politiek waarover je spreekt, met jou?
GROENEVELD: ‘Op sommige dagen huilde ik, op andere was ik boos en ik heb periodes gehad dat niets me nog interesseerde. Een achtbaan van emoties? Ja, dat is mijn hele leven geweest, maar elk nadeel heeft zijn voordeel. Door die tegenslagen heb ik mezelf leren kennen. Daarom kan ik met zekerheid zeggen dat ik een nuchtere jongen ben. Ik ben iemand die zichzelf tot in de puntjes kent.’
JONG EN NAÏEF
Heb je een naam van ‘moeilijke jongen’ binnen PSV?
GROENEVELD: ‘Je kunt dat de trainers vragen, maar geen één zal dat zeggen. Ik wil ook niet dat het lijkt alsof ik PSV veel kwalijk neem. Ik probeer zo open mogelijk te zijn, maar ik wil PSV niet de grond in boren. Het is een prachtige club, waar ik als kleine jongen in het eerste hoopte te spelen. Die droom wil ik nog waarmaken. Bij mij telt vriendschap boven vijandschap.’
Kijk je eerder naar het goede in de mens dan naar het slechte?
GROENEVELD: ‘Neen, eigenlijk niet. Alleen bij de mensen die dicht bij me staan. Omdat ik van hen zeker weet dat ze geen slechte intenties hebben. Ik maak niet snel nieuwe vrienden. Ik ben voorzichtig.’
Heeft de mens je teleurgesteld?
GROENEVELD: ‘Ja, natuurlijk. Ik denk dat dat de reden is dat ik zo ben geworden. Ik ben van nature open, maar veranderd door mijn levenspad. Als je jong bent, ben je naïef. Ik dacht dat iedereen het beste met me voor had, maar dat valt tegen. De voetbalwereld is daar ook een goed voorbeeld van. Hoe hoger je komt, hoe eenzamer je wordt. Nu uit ik me alleen bij de juiste mensen, mijn beste vrienden. Ik had periodes dat ik gek werd van wat er gebeurde in mijn leven. Dan is het goed om dat te koppelen met andere mensen. Je kunt niet in je eigen wereld leven en je eigen mening als de realiteit zien. Je moet realistisch blijven. Daarvoor heb je andere mensen nodig.’
Voetbal als uitweg
Was PSV afgelopen zomer ook in jou geïnteresseerd?
GROENEVELD: ‘Er waren topploegen in Nederland geïnteresseerd, mensen associëren dat gelijk met PSV. Maar ik heb die naam nooit genoemd.’
Hebben de topclubs in Nederland zitten slapen, dat ze geen echt werk van je hebben gemaakt?
GROENEVELD: ‘Die hebben zich gemeld, maar ik heb bewust voor Club Brugge gekozen. Er was ook interesse vanuit Duitsland, Engeland en Frankrijk. Ik volg mijn gevoel, altijd. Hoe dat precies werkt, kan ik niet uitleggen, maar hier klopte het gewoon. Club wilde me écht graag hebben. Ik houd van die aandacht. Toen ik hier kwam, was het meteen duidelijk voor mij. Ten opzichte van alle andere clubs die interesse hadden – ook Manchester City was daarbij – kan ik me hier het beste ontwikkelen.’
Is geld belangrijk voor jou?
GROENEVELD: ‘Ik denk dat geen enkele voetballer gaat zeggen dat geld niet belangrijk is. Maar ik hecht er niet te veel waarde aan. Materiaal gaat kapot of veroudert en je neemt het niet mee in je graf.’
Jij zult geen zeven auto’s voor de deur hebben staan?
GROENEVELD: ‘Ik wil mezelf belonen voor mijn werk. Als ik een mooi contract kan tekenen, is dat mooi meegenomen en zo kan ik mijn familie beter ondersteunen. Maar mijn prioriteit is mijn ontwikkeling. Veel geld en niet spelen werkt niet voor mij. Wel spelen en weinig geld? Dan is de keuze snel gemaakt. Ik rijd nu in een Mercedes van de club. Als kind droom je daarvan. Maar dat is een paar dagen leuk. Ik ga geen zes auto’s kopen. Daar zie ik het nut niet van.’
Wat is voor jou het nut in het leven?
GROENEVELD: ‘Mezelf op de kaart zetten en mijn ouders en vrienden trots maken. De bestemming is belangrijk, maar de reis ernaartoe is belangrijker. Eenmaal op de bestemming kijk je toch terug en dan zie je: onderweg heb ik mezelf leren kennen.’
Als jij terugkijkt: wat zijn belangrijke punten geweest die je hebben gevormd?
GROENEVELD: ‘De tegenslagen. Daarin heb ik een stapje voor ten opzichte van andere spelers van mijn leeftijd. Er zijn in onze generatie nog weinig jongens die van ver komen. Als die een tegenslag krijgen, zullen die er moeilijker mee omgaan dan ik.’
Wat zijn de tegenslagen in je leven geweest?
GROENEVELD: ‘Die houd ik voor mezelf. Voor mij was voetbal een uitweg, een manier om alles te vergeten.’
Wat wil je wel kwijt over je moeilijke jeugd?
GROENEVELD: ‘Ik kan begrijpen dat mensen denken dat het iets met mijn familie te maken heeft, maar dat is totaal niet het geval. Wij zijn een heel hecht gezin. Ik ben erg trots op mijn ouders. Ik waardeer mijn vader heel erg, ik hou zielsveel van mijn moeder, mijn broer, zus en zusje. Zonder één van hen zou ik niet zijn wie ik op de dag van vandaag ben. Ze hebben ieder een aandeel gehad in mijn succes.’
Heel aparte man
Jouw moeder is Nigeriaanse, jouw vader Nederlander. Hoe leerden zij elkaar kennen?
GROENEVELD: ‘Mijn vader werkte voor Shell als baggeraar en reisde daarvoor de wereld af. In Nigeria heeft hij 23 jaar gewoond en leerde hij mijn moeder kennen. Ik ben daar geboren, net als mijn broer en zus. Ik heb nog een halfzusje die dezelfde moeder heeft.’
Hoe beleefde je de scheiding van je ouders?
GROENEVELD: ‘Ik vond het niet heftig. Op mijn vierde kwam ik met mijn vader en moeder naar Nederland en twee jaar later gingen zij uit elkaar. Ik ken niet anders, kan me juist niet voorstellen hoe het is met twee ouders in huis. Mijn moeder woont nog altijd in Nederland, beiden wilden dicht bij de kinderen blijven en het contact tussen mijn ouders is goed.’
Je bent in Oss opgegroeid bij je vader, waar je tot deze zomer woonde. Koos je daar zelf voor?
GROENEVELD: ‘Mijn broer en zus mochten kiezen bij wie ze wilden wonen, maar ik was nog te jong. We kwamen in aanraking met Jeugdzorg en die hebben allerlei zaken voor ons bepaald. Er is zodoende voor gekozen dat ik bij mijn vader zou gaan wonen. Dat was met school en voetbal het gemakkelijkste.’
Wat is je vader voor iemand? En je moeder?
GROENEVELD: ‘Mijn vader?! ( lacht) Hij is ónbeschrijfelijk. Het is een heel, heel aparte man. Ik vraag me af of het mogelijk is dat iemand meer van een ander houdt dan hij van mij. Dat is soms gewoon overdreven bij hem. Ik ken niemand die meer met me meeleeft dan hij en die zoveel voor mij heeft gedaan in mijn moeilijke periodes. Hij zegt altijd: ‘Ik heb drie prachtige kinderen.’ En dan komt er een traantje in zijn ogen. Hij is een emotionele man. En mijn moeder… Zij is heel zorgzaam. Echt een schat. Ze doet alles voor me.’
Wat maakt je vader een aparte man?
GROENEVELD: ‘Hem omschrijven… ( stilte) Neen, dat lúkt gewoon niet. ( lacht) Zijn grootste kracht is zijn doorzettingsvermogen. Hij heeft ook geen gemakkelijke jeugd gehad, heeft ook op straat geleefd. Daar weet ik verder niets van. Zoals ik mijn leven voor mij wil houden, doet hij dat ook. Maar hij is geweldig uit die periode gekomen en heeft bereikt wat hij wilde bereiken in zijn leven. Dát vindt hij het allerbelangrijkste: dat je doet wat je écht wilt. Dat is alles waarvoor hij leeft en wat hij mij leert. Als je oud bent, moet je terug kunnen kijken en denken: ik heb nergens spijt van. Mijn vader had altijd iets met schepen en wilde de wereld rondreizen. Dat is gelukt. Door onderaan te beginnen en via zijwegen te komen waar hij wilde zijn.’
Op sommige dagen huilde ik, op andere was ik boos en ik heb periodes gehad dat niets me nog interesseerde.’ – Arnaut Danjuma Groeneveld
Joden- en christendom
Je bent moslim, hoe is dat gekomen?
GROENEVELD: ‘Veel mensen denken dat ik bekeerd ben, maar ik ben vanaf mijn geboorte moslim. Mijn vader is dat geworden toen hij met mijn moeder wilde trouwen. Zij is meer religieus dan hij. Hoe wij er als kinderen vorm aan geven, daarin zijn we vrij. Als de een jood wil zijn, is hij jood, en als de ander christen wil zijn, is hij christen.
Hoe oud was je toen je je vragen ging stellen bij welk geloof bij jou past?
GROENEVELD: ‘Veertien, vijftien jaar. Daarvoor was ik wel moslim, maar niet in de praktijk. Ik heb als jongetje dingen gezien, veel meegemaakt. Die gaan in je hoofd zitten, ik zat met vragen waarop ik een antwoord zocht, maar vooral zocht ik naar rust. Ik was een druk jongetje. Die rust vond ik in het geloof. Ik bid vijf keer per dag en in de Koran lees ik verhalen die me vertrouwen geven. Ik heb het geloof echt zelf ontdekt, de islam als mijn religie is mijn eigen keuze.’
Hoe heb je dat gedaan?
GROENEVELD: ‘Ik dacht niet: ik ben als moslim geboren, dus ben ik islamitisch. Neen, zo zit ik niet in elkaar. Ik wilde me verdiepen in andere religies en dan pas een keuze maken of ik daarin zou vinden wat ik zocht. Ik heb de Bijbel gelezen, gedeeltelijk, me in het jodendom verdiept en documentaires gekeken. Ik voelde: de wijze en manier waarop de islam in elkaar zit, is voor mij de juiste. Bijvoorbeeld de pelgrimstocht naar Mekka, al die mensen komen bij elkaar voor hetzelfde doel. Het samenzijn en het samen beleven van het geloof heeft me naar de islam getrokken.’
Je naam Arnaut Groeneveld is oer-Hollands, je tweede naam Danjuma is je islamitische naam. Hoe noemen we je nu het beste?
GROENEVELD: ‘Beide, met mijn volledige naam: Arnaut Danjuma Groeneveld.’
Wat was de reden om met Danjuma te gaan spelen?
GROENEVELD: ‘Ik had er baat bij om mijn naam te wijzigen. De reden houd ik privé. Als ik dat zeg, krijg ik er weer reacties op. Ik hoorde van vrienden nu ook dat er werd geschreven dat ik zo probeerde voor het Nigeriaanse elftal uit te komen. Dat is helemaal niet de intentie geweest, ik had daar een persoonlijke reden voor. Maar die houd ik voor mezelf.’
En zo blijft het mysterie Groeneveld bestaan.
Mayke Wijnen
‘Hoe harder ik word teruggeslagen, hoe meer ik wil terugkomen’
De aanpassing van NEC naar Club Brugge ging snel, zegt Arnaut Danjuma Groeneveld, maar het was wel ‘even wat anders’ als Nederlander in België. ‘Belgen zijn wat softer. Als wij partijtjes deden bij NEC, stond ik tegenover vrienden, maar op het veld telde dat niet. Dan wilde je maar één ding: winnen. Het ging er echt hard aan toe. Er werd gescholden, je schopte elkaar. Dat mis ik hier wel een beetje: dat elkaar naar de grens dwingen. Toen ik begon te schreeuwen, zei Ruud Vormer gelijk: ‘Dat zijn ze niet gewend hier.’ In het begin moest ik op mijn tong bijten, nu heb ik me aangepast.’
Groeneveld kwam uit voor Jong Oranje, maar kan nog voor Nigeria kiezen. ‘Het Nederlands elftal is mijn droom, maar ik heb ook de Afrikaanse cultuur in me. Wie weet speel ik ooit voor Nigeria, ik zou er serieus over nadenken als ze me oproepen, maar het zou wel jammer zijn. Want ik wil wel echt Oranje halen.’
Hij noemt zichzelf een echte mix van twee culturen: ‘Mijn moeder is nu in Brugge bij me op vakantie en zij kookt heerlijk Nigeriaans voor me. Ik ben deze zomer op vakantie geweest in Afrika en ben trots op mijn roots. Ik herken er veel in van mezelf. Afrikanen zijn vrolijker, open, kijken minder naar het negatieve en halen het beste uit de situatie.’
En het Nederlandse in hem? ‘Het harde werken. Bij NEC was ik vaak later weg dan de trainers. Ik heb mijn eigen krachtprogramma en bij Club Brugge krijg ik daar ook ruimte voor.’
Elke dag zit hij voor én na de training in het krachthonk. ‘Ik laat het ook echt weleens schieten, maar je moet jezelf niet matsen. Door de tegenslagen in mijn leven voel ik telkens nog sterker dat ik wil slagen in de top. Hoe harder ik word teruggeslagen, hoe meer ik wil terugkomen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier