![](https://img.static-rmg.be/a/view/q75/w962/h503/4445024/ae13ee3431aec541d867020a559944c4-jpg.jpg)
Anthony Moris: ‘Union koopt geen spelers, maar mensen’
Een goeie ploeg steunt altijd op een goeie keeper. Toch telde Anthony Moris van competitieleider Union vóór dit seizoen meer selecties met Luxemburg dan wedstrijden in de hoogste klasse.
Eén keer per week traint competitieleider Union in het eigen Joseph Mariënstadion in het stemmige Dudenpark in Vorst. ‘Tijdens de training zeg ik soms tegen onze keeperstrainer: kijk eens hoe mooi, de vallende bladeren, die kleuren, wandelaars in het park. Dat zie je nergens anders.’ Doelman Anthony Moris (31) geniet er nog even van vooraleer hij de 110 kilometer lange terugreis van Brussel naar Luik aanvat. Geen enkele Unionspeler moet verder dan hij. ‘Maar ik ben nog nooit een minuut te laat gekomen.’
Anderhalf jaar geleden was Moris nog een werkloze voetballer.
Wat verkies je: geen werk hebben op KV Oostende maar nadien wel zeven punten voor staan, of met 5-0 verliezen van Portugal maar wel een schitterende save verrichten op een doelpoging van Cristiano Ronaldo?
Anthony Moris: ‘De erkenning voor onze prestaties met Union. Een redding op een schot van Ronaldo levert niets op als je al vijf goals binnenkrijgt.’
Ook al gingen die beelden eerder de wereld rond dan die van jullie zege op Oostende.
Moris: ‘Maar alleen omdat het om Ronaldo ging. Doe ik zo’n save tegen een speler van Malta, praat niemand erover.’
Je hebt een wel heel atypisch parcours afgelegd. Wat verbaast je het meest als je daarop terugkijkt?
Moris: ‘Het meest trots ben ik op het niveau dat ik haal na twee zware blessures, twee keer mijn kruisbanden gescheurd in twee jaar. Terugkeren was erg moeilijk, maar mijn mentale kracht is de rode draad in mijn carrière. Drie dagen voor de tweede scheur vroeg mijn vrouw me nog wat ik zou doen als ik ooit nog eens zo’n blessure zou krijgen. Onmiddellijk stoppen met voetballen, antwoordde ik. Drie dagen later had ik het zitten…
‘Ik heb toen doorgebeten, met dank aan de Luxemburgse bond, die me meteen na de operatie naar Lieven Maesschalck in Antwerpen stuurde en de kosten op zich nam. Hij keek op van de verbetenheid waarmee ik revalideerde, waardoor ik al na vijf maanden fit was terwijl dat normaal zes tot negen maanden duurt.’
Je voetbalt al sinds 2014 voor Luxemburg maar je speelde ook jeugdinterlands met de Jonge Duivels.
Moris: ‘Ik voetbalde met België vanaf de U17 en nog eentje met de U21, toen Thibaut Courtois in doel kwam en ik te oud was voor die categorie.’
In mijn eerste contract bij KV Mechelen stond dat ik 1000 euro bruto per maand zou verdienen. Mijn vrouw vroeg: staat daar geen nul te weinig?’
Anthony Moris
Was het een moeilijke keuze tussen België en Luxemburg?
Moris: ‘Die keuze maakten we pas op mijn 24e, toen papa, die een Luxemburgse grootvader heeft, ons voorstelde om Luxemburger te worden. De papieren voor onze aanvraag waren pas in Luxemburg aangekomen toen de voetbalbond al belde. Of ik voor hen wilde spelen. Voetballen met de nationale ploeg heeft me altijd zuurstof gegeven. Ook toen ik niet bij mijn club speelde, stelde de bondscoach me altijd op. Ik heb veel aan Luxemburg te danken.’
Balotelli
Veel mensen weten niet dat Luxemburg op de FIFA-ranking 93e staat. Ze denken dat jullie onder aan de lijst bengelen, maar sinds jij bij de selectie kwam, in 2014, verloor Luxemburg minder matchen dan het won en gelijkspeelde. Jullie wonnen tegen Hongarije en Griekenland en speelden al gelijk tegen Frankrijk en Italië.
Moris: ‘Toen ik begon, hadden we het moeilijk om pakweg van Azerbeidzjan te winnen, maar de laatste drie jaar is de kwaliteit enorm gestegen. In mijn eerste periode waren we met amper vier profs. Vandaag zijn er nog hooguit vier spelers uit de Luxemburgse competitie, alle anderen zijn profs. Soms in grote competities, zoals Leandro Barreiro bij Mainz, terwijl Gerson Rodrigues, Sebastien Thill en Christopher Martins Pereira vorige week nog in de Champions League zaten, met Dynamo Kiev, Sheriff Tiraspol en Young Boys Bern.
‘Vroeger wou niemand een Luxemburgse voetballer. Vandaag krijgen onze jongeren een opleiding in de academies van Standard, Metz of FC Köln. We proberen ook te voetballen, Luxemburg is geen ploeg die achterin de boel dicht gooit.’
In een van je eerste wedstrijden speelden jullie 1-1 tegen Italië.
Moris: ‘Mijn eerste match telt gelukkig niet mee, tegen België in Genk. Toen was ik echt niet goed, maar omdat Marc Wilmots te veel wissels doorvoerde, telt die 5-1 niet officieel mee. Met dezelfde ploeg speelden we acht dagen later vriendschappelijk 1-1 gelijk in Italië. Wat me altijd zal bijblijven is hoe de Italianen ons vooraf met veel respect behandelden, ze kwamen ons anderhalf uur voor de wedstrijd allemaal de hand schudden. Na de wedstrijd had ik het truitje van Gianluigi Buffon gevraagd. Ik liep er al mee weg toen hij achter me aan kwam. Hij wilde ook mijn truitje. Ik kon dat eerst niet geloven, maar hij drong aan.
‘In die match deed ik een mooie save op een vrije trap van Andrea Pirlo en een doelpoging van Mario Balotelli. Toen we ’s anderdaags in onze trainingspakken van Luxemburg op de luchthaven arriveerden, wilden de Italianen die keeper zien die de vrije trap van Pirlo gepakt had.’
Waarom was spelen voor Luxemburg zo belangrijk voor je carrière?
Moris: ‘Ze zijn me blijven opstellen en steunen nadat ik op 1 september 2014 mijn contract met Standard had verbroken. De papieren waren nog niet aangekomen bij de bond, waardoor ik ook nog niet kon tekenen bij een andere club. Daardoor zat ik thuis van september tot december, toen ik tekende bij KV Mechelen. Toch bleef Luxemburg me opstellen, onder meer tegen Nederland. Ik trainde elke dag op een veldje dicht bij mij thuis, ’s morgens en ’s middags. Eén keer per week mocht ik meetrainen met Jean-François Lecomte met de jeugdkeepers bij Standard. Mijn vrouw stelde voor om even met vakantie te gaan, maar dat wou ik niet. Ik wilde doortrainen.’
Meunier
Waar komt die drive vandaan?
Moris: ‘Als jonge voetballer werd ik gehard door al vroeg op internaat te gaan in Luik. Daarvoor liep ik school in Habay, diep in de provincie Luxemburg. Ik stapte om vier uur in de auto om de 130 kilometer naar Luik af te leggen, daar om halfzes te trainen, om halfacht terug te keren, dan te eten en naar bed te gaan.’
Je zat niet alleen met je vader in die auto toen.
Moris: ‘Nee, Thomas Meunier reed ook mee, en Gaël Arend. Gaël was toen als centrale middenvelder beter dan Axel Witsel. Op dat moment voorspelde iedereen dat Gaël het zou maken, maar uiteindelijk is Thomas het verst geraakt, terwijl Gaël vandaag in provinciale voetbalt.’
Je was als kleine jongen geen supporter van Standard maar van Anderlecht.
Moris: ‘Omdat mijn veertien jaar oudere broer fanatiek supporter was van paars-wit, naar alle matchen ging en mij vaak meenam. Toen ik de eerste keer uitgenodigd werd om met Standard te testen, weigerde ik dan ook, maar toen ze een week later terugbelden en me een nieuwe kans gaven, verplichtte mijn vader me om te gaan. Sindsdien ben ik fan van de Rouches. ‘
De zege op Anderlecht was de klik die ons liet realiseren hoe goed we konden zijn.’
Anthony Moris
Ondanks wat ze je aangedaan hebben, waardoor je je contract verbrak?
Moris: ‘Op dat moment was ik waarschijnlijk niet rijp om in het eerste elftal van een ploeg als Standard te staan. Je hebt spelers die vroegrijp zijn, zoals Arnaud Bodart. Wat hij vandaag toont, kon ik toen nog niet. Ik was een laatbloeier. Het was ook een erg woelige periode bij de overname van de club door Roland Duchâtelet. Voor een jongen die net kwam kijken in het profvoetbal, was dat niet de ideale omgeving. José Riga geloofde wél in mij. Toen hij vertrok, wist ik dat het moeilijk zou worden. Daarom verbrak ik mijn contract. Dat liep nog drie jaar en Duchâtelet wilde me uitlenen aan Ujpest, zijn Hongaarse club. Daar wou ik niet naartoe.
‘Die raad wil ik aan jonge voetballers geven: ga naar waar men je echt wil. Laat je niet onder druk zetten, niet door een club of een makelaar, zoals mij overkwam toen Standard me naar STVV stuurde in tweede klasse, waar ik meteen voelde dat men me niet wilde.’
Hoe ben je uit die impasse geraakt?
Moris: ‘Op 23 december van dat jaar trainde ik in mijn eentje op een besneeuwd veld toen de telefoon plots rinkelde. Olivier Renard vroeg of ik naar KV Mechelen wilde komen. Ik antwoordde: desnoods loop ik van hier rechtstreeks naar Mechelen. Op 26 december nodigden ze me uit voor een wedstrijd en tekenden we een contract. Ik had niet eens onderhandeld over de cijfers. Pas in de auto bekeek ik het contract. Er stond in dat ik 1000 euro bruto per maand zou verdienen. Mijn vrouw vroeg: staat daar geen nul te weinig? Maar ik zat weer in het profvoetbal. In dat contract stond ook een optie die ze zes maanden later lichtten, waardoor ik vanaf dan 4000 euro bruto kreeg. Twee weken later scheurde ik mijn ligamenten en haalde KV Mechelen Jean-François Gillet uit Italië.’
Die deed het goed, maar blokkeerde jou opnieuw toen je weer fit was.
Moris: ‘Had ik Jean-François niet ontmoet, was ik nooit de doelman geworden die ik vandaag ben. Ik heb toen een jaar veel van hem geleerd, hij had wel 500 wedstrijden in de Serie A en B op de teller staan. De manier waarop hij zijn matchen beleefde en zijn emoties controleerde, vond ik indrukwekkend. Hij bleef altijd kalm. Hij zei bijvoorbeeld: als je een match niet kunt winnen, zorg dan dat je ze niet verliest.’
Werkloos
Van KV Mechelen zakte je twee reeksen, naar de eerste amateurklasse.
Moris: ‘Toen KV Mechelen degradeerde, had ik nog een jaar te gaan. Ik wilde blijven, maar dan wel als eerste keeper. Maar zij wilden een andere doelman. Op dat moment kwam Virton, de club uit mijn streek, met een mooi project. Dat betekende wel derde klasse, maar het was de bedoeling om naar 1B te promoveren.’
Gezellig. In plaats van verplaatsingen naar Anderlecht, Club en Standard op bezoek bij Châtelet, Knokke…
Moris: ‘… Heist-op-den-Berg! Of op een avond midden december naar Oudenaarde op een hard bevroren veld met een slechte verlichting. Maar ik wist dat het een fase was waar ik doorheen moest om terug in het profvoetbal te geraken. We promoveerden en we werden in 1B zelfs kampioen van de reguliere competitie maar wonnen geen periodetitel. Vervolgens liep het mis op financieel vlak. Jammer, want we hadden een fantastisch team, met een goeie spirit en een toptrainer die vandaag assistent is bij Bayern: Dino Toppmöller. Door de enorme afstanden gingen we telkens op afzondering en brachten we veel uren samen door. Die eenheid vond je op het veld terug. Toen men me bij Union naar het geheim van Virton vroeg heb ik dat verteld: de eenheid, de samenhang in de groep. Tous ensemble!’
Hoelang was je werkloos na het debacle met Virton en wat deed je toen?
Moris: ‘Vijf maanden, van maart tot juli. Ik ben in mijn eentje blijven trainen, door corona kon dat niet anders. Ik wist dat er interesse was van OHL, maar toen Vincent Euvrard moest vertrekken en Marc Brys kwam, voelde ik dat ik niet zijn eerste keuze zou zijn. Union had daarvoor al eens gepolst, maar OHL zat in 1A. Toen dat niet doorging en Union weer op de proppen kwam, ging het snel. Intussen had Felice Mazzu me ook al opgebeld en gezegd dat hij me absoluut wilde. Ik en Loïc Lapoussin, die ook bij Virton zat, mochten toen komen meetrainen met Union. De trainingsfaciliteiten in Lier waren top. Ik voelde me ook erg welkom, werd meteen opgenomen in een fijne groep. En ik kende ook al Chris O’Loughlin, de sportief directeur. Die was T2 toen ik bij STVV voetbalde. Ik telde alles samen: het was maar 1B, maar wel een club met een topinfrastructuur en ik kon de keeper worden die de ploeg na 48 jaar weer naar eerste klasse bracht.’
Anderlecht
Had je durven te denken dat jullie eerste zouden staan in eerste klasse?
Moris: ‘Dat niet, maar ik wist wel dat we in 1B een winnaarsmentaliteit geïnstalleerd hadden. Dit team is gewend geraakt aan winnen en weet hoe we moeten spelen om te winnen. De zege op Anderlecht was de klik die ons liet realiseren hoe goed we konden zijn. Vergeet niet dat behalve Guillaume François, Damien Marcq en ikzelf amper iemand ooit in eerste klasse had gevoetbald.’
Zelfs jij telde bij de start van het seizoen meer wedstrijden met de nationale ploeg van Luxemburg (28) dan wedstrijden in eerste klasse (27).
Moris: ‘Onlangs verzuchtte Ismaël Kandouss dat, wanneer er vroeger tussen hem en een andere speler moest gekozen worden en zijn kansen op fiftyfifty leken te staan, men altijd de andere koos. Ik heb hem geantwoord dat er maar één manier is om daarmee om te gaan: blijven hard werken en in jezelf geloven.’
Wat kunnen de andere clubs van het succes van Union leren?
Moris: ‘De keuze om een winnend elftal samen te houden en enkel een paar nieuwe spelers toe te voegen in plaats van met een kern van 35 man elke week de ploeg om te gooien. Wij hebben een van de kleinste kernen in 1A maar die is goed samengesteld. Knap ook hoe de trainer ons aanpakt. Men roept altijd maar dat men hard en lang moet trainen, maar Felice durft ons al eens drie dagen vrij te geven. Het mentale, psychologische aspect van zo’n groep is heel belangrijk.’
Hoe anders is Mazzu in vergelijking met je vorige trainers?
Moris: ‘Hij staat erg dicht bij zijn spelers en behandelt de jongste speler hetzelfde als de ervaren titularissen. Of je nu speelt of niet, iedereen hier voelt het vertrouwen dat de trainer in hem heeft en wil daar ook iets voor teruggeven.’
Onlangs verscheen nog in de pers hoe weinig het verzamelde basiselftal van Union van dit seizoen gekost heeft. Niet eens twee miljoen euro.
Moris: ‘Union trekt geen voetballers aan, maar mensen. Elke persoon hier moet passen binnen de criteria die de club belangrijk vindt en niet alleen binnen het sportieve plaatje. Iedereen die hier is, is een topmens. De club vergist zich niet in haar keuzes. Als je de beste speler ter wereld haalt maar die kan zich niet integreren, dan zal hij nooit het beste van zichzelf geven.’
Vrees je geen uittocht straks?
Moris: ‘We hebben met alle spelers afgesproken dat iedereen ten minste tot het einde van het seizoen blijft.’
Je beleeft nu een sprookje. Welke sportieve dromen heb je nog?
Moris: ‘Kampioen worden in België, Europees voetballen en met Luxemburg deelnemen aan een groot toernooi.’
‘Luxemburg gaat zich plaatsen voor een groot toernooi. Zeker weten’
Voel je je eerder Luxemburger of Belg?
Moris: ‘Ik woon al heel mijn leven in België. Ik spreek ook geen Letzeburgs. Mijn vader wel, maar hij heeft dat nooit met ons gesproken, dat vind ik wel jammer. Mijn mentaliteit, mijn doorzettingsvermogen is dan weer mijn Luxemburgse kant, vind ik.’
Wat moeten Belgen nog van Luxemburg weten?
Moris: ‘De meeste Belgen kennen de hoofdstad Luxemburg, maar ik voel me het meest thuis in het noorden van het land, in de bossen rond Clervaux, waar je in een weinig bekende streek heerlijk kunt wandelen.’
Eén ding mis je wel als Luxemburger: een kwalificatie voor een groot toernooi.
Moris: ‘Ik ben ervan overtuigd dat we ons voor zo’n toernooi gaan kwalificeren.’
Met Anthony Moris tussen de palen of als bejaard supporter in de tribune?
Moris: ‘Tussen de palen!’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier