Alexis ‘Salamandra’ Saelemaekers: ‘Na het EK heb ik nog meer zin om een prijs te pakken met de Rode Duivels’
In afwachting van een doorbraak bij de nationale ploeg, maakt Salamandra de balans op van anderhalf jaar calcio. En die is heel positief.
De Final Four van de Nations League in Italië, dat was natuurlijk iets bijzonders voor Alexis Saelemaekers. In de troostfinale mocht hij een uurtje opdraven tegen zijn tweede vaderland. Waarna hij lof kreeg van Roberto Martínez: ‘Een van mijn vragen was of hij klaar was voor dit niveau, zoals dat het geval is bij zijn club. Hij tekende present, hij heeft zijn potentieel getoond. Hij boekt echt vooruitgang en het is heel goed om hem zo te zien evolueren.’
De aanpassing is erg snel gegaan. Hij tekende in januari 2020 voor AC Milan, zijn contract werd onlangs opengebroken tot 2026 en ondertussen staat zijn teller daar al op meer dan zestig matchen. Voor coach Stefano Pioli is hij een vaste waarde, zowel in de Serie A als in de Champions League. Een gesprek met een man die vroeger discreet en wat timide was. Maar dat was dus vroeger.
Wat heeft die Europese titel van Italië veranderd in het land, in de straten en de stadions?
Alexis Saelemaekers: ‘De avond dat ze de finale gewonnen hadden, ben ik de straat op gegaan, ik wilde zien wat dat zou geven. Ik dacht toen: als ik ooit het geluk heb om een EK te kunnen winnen, dan wil ik al even weten wat voor emoties daarbij loskomen. En ik kan je vertellen dat ik, na zulke taferelen gezien te hebben, nog meer goesting heb om iets te winnen met de nationale ploeg. Het was complete waanzin, een onbeschrijflijke vreugde. Iedereen liep door elkaar, kinderen, volwassenen, ouderen, mannen, vrouwen, koppels, mensen alleen… Alleen voetbal kan zoiets voor elkaar krijgen.’
Ik neem aan dat ze jou op de avond van België-Italië beter met rust konden laten? Want je geloofde allicht tot het laatste moment dat je tot de kern zou kunnen behoren?
Saelemaekers: ‘Ja, ik stond op de reservelijst. Maar ik ben er goed mee omgegaan dat ik uiteindelijk niet geselecteerd werd. Ik veronderstel dat de bondscoach dacht dat ik er nog niet klaar voor was. Wanneer ik naar een toernooi ga, wil ik er ook zelf helemaal klaar voor zijn.’
Toen Timothy Castagne zich in de eerste wedstrijd zwaar blesseerde, wisten we dat zijn toernooi erop zat. Dacht je op dat moment dat je misschien een joker om medische redenen zou kunnen zijn?
Saelemaekers: ‘Ik wist niet of dat toegelaten was, maar ik heb er wel even aan gedacht. Al besefte ik ook al heel snel dat dat niet zo’n goeie zaak zou zijn. Een speler er weer bij halen die wat gefrustreerd is en hem in een groep droppen die er al een hele voorbereiding heeft op zitten… dat zou niet ideaal geweest zijn.’
Je speelde je eerst interland vorig jaar tegen Ivoorkust, maar nadien heb je bijna een jaar moeten wachten om nog eens te mogen meedoen: dat was in de drie WK-kwalificatiematchen in september. Dat is een beetje vreemd, want net in die tussentijd deed je het uitstekend bij Milan.
Saelemaekers: ‘Ja, maar goed, we hebben het hier wel over de ploeg die eerste staat op de FIFA-ranking… Ik begrijp de bondscoach wel. Hij heeft gewacht om te zien of ik langere tijd op een hoog niveau kon presteren, of mijn schouders sterk genoeg waren om een plaats te verwerven in de kern. Als ik de speler van tegen Ivoorkust vergelijk met de speler die ik nu ben, dat is een wereld van verschil qua zelfvertrouwen.’
Het verleden
Inter dat kampioen speelt voor AC Milan, is dat een teken dat Milaan weer de voetbalhoofdstad van Italië is geworden? Hoe beleef jij die rivaliteit?
Saelemaekers: ‘Bwa… Op het moment dat Inter voor de titel speelde, deed ik een siësta. Opeens werd ik gewekt door het lawaai van claxons en uitzinnige mensen. Ik woon in het centrum, dicht bij het centraal station. Wanneer je in het midden van de stad bent en je ziet de aartsrivaal de titel vieren… Maar het is goed voor de stad Milaan en voor het Italiaanse voetbal in het algemeen. Er staan opnieuw meer en meer grote spelers op, je ziet ook dat de Serie A weer een erg competitief kampioenschap geworden is. Cristiano Ronaldo en Romelu Lukaku zijn ondertussen wel weer vertrokken, maar Zlatan Ibrahimovic en Olivier Giroud bijvoorbeeld zijn er nog altijd. Het voetbal in Milaan leeft weer na die titel van Inter en het Italiaans voetbal leeft weer na het EK. Ik heb de indruk dat het opnieuw een religie geworden is, zoals in de tijd dat Italiaanse clubs de Champions League wonnen.’
Heb je nog herinneringen aan de laatste trofeeën van AC Milan?
Saelemaekers: ‘Vooral herinneringen op playstation eigenlijk… Ik speelde altijd met Milan omdat ik een grote fan was van Ronaldinho en Kaká. Ik herinner me nog enkele grote avonden onder Silvio Berlusconi. Wanneer ik daar tegenwoordig video’s van bekijk, besef ik dat het toen echt wereldtop was. Je voelt nog altijd die ziel, die historiek, wanneer je San Siro betreedt. Ook op het trainingscentrum – tenminste tot voor de verbouwingen die ze er recent uitgevoerd hebben. Toen ik hier aankwam, was alles nog bewaard, als een hommage aan de grote jaren. Het waren nog altijd dezelfde kamers, dezelfde bedden. Je merkt dat de club het verleden in ere houdt om ons te doen inzien dat we alles moeten geven om hetzelfde niveau als de vedetten van vroeger te halen.’
Geloofde je vorig seizoen in de titel?
Saelemaekers: ‘Natuurlijk. Maar we hebben heel wat blessures en coronagevallen gehad en onze kern was zeker niet zo ruim als die van Inter.’
Twaalfde man
De Champions League is niet zo goed begonnen voor jullie…
Saelemaekers: ‘Ja, maar goed, dat was tegen Liverpool, een van de beste ploegen ter wereld, en nadien tegen Atlético Madrid, dat kampioen van Spanje is. De wedstrijd op Anfield Road was echt een belevenis. Ik had nog nooit zo’n twaalfde man meegemaakt. Er waren bij ons heel wat spelers voor wie het hun eerste Champions Leaguematch was en er heerste veel nervositeit.’
Kun je nog onder de indruk zijn van een publiek wanneer je wekenlang op kop hebt gestaan in de Italiaanse competitie?
Saelemaekers: ‘Zeker weten. Wanneer je in de Serie A speelt ben je meer op je gemak, heb je meer vertrouwen. Je kent de tegenstander, je systeem is goed gerodeerd. In de Europese wedstrijden weet je minder wat je kunt verwachten. En als het publiek je dan zo onder druk zet… Maar we hebben toch twee keer kunnen scoren.’
Toen je die avond de hymne hoorde, heb je toen teruggedacht aan de periode dat je ballenjongen was bij de wedstrijden van Anderlecht in de Champions League.
Saelemaekers: ‘We hebben die hymne zelfs niet gehoord! Zo luid zongen de fans van Liverpool You’ll Never Walk Alone. Dat verdrong compleet de UEFA-hymne. We hebben daar nog over gesproken in de kleedkamer, we stonden er versteld van. Nochtans was ik wel op dat moment aan het wachten. Anderzijds was het ook wel mooi om het te mogen meemaken in San Siro, voor ons eigen publiek. Dat was indrukwekkend. Maar nee, ik heb niet teruggedacht aan de matchen waarbij ik ballenjongen was. Ik heb aan andere dingen gedacht, aan alle opofferingen die mijn familie gedaan heeft, en ikzelf ook. Ik droomde al jaren van de Champions League en daar staan was dus een eerste succes. Jammer dat we Atlético niet konden verslaan. We zijn geklopt door details en door slechte beslissingen van de scheidsrechter. Onze coach zei ons dat hij, sinds hij trainer is, nog nooit zo’n goede wedstrijd van zijn team heeft gezien.’
Heb je met Zlatan over die Anderlecht-PSG gesproken, waarin jij ballenjongen was? Hij voerde daar een show op met vier goals.
Saelemaekers: ‘Ja. Hij was toen op de top van zijn kunnen, hij legde op zijn eentje de match in een beslissende plooi. Hoe hij reageerde toen ik hem erover sprak? Hij vond dat natuurlijk bijlange niet indrukwekkend. Hij was die avond naar eigen zeggen gewoon Zlatan geweest. Hij vond het zelfs de moeite niet waard daar nog over te spreken.’
Een jaar geleden zei je ons nog dat het moeilijk is om een normale relatie met hem te hebben. Is dat ondertussen veranderd?
Saelemaekers: ‘Ja, want ik begin hem stilaan te begrijpen en ook te begrijpen hoe je met hem moet samenleven. Wanneer je hem niet kent, heb je de indruk dat hij gesloten is, dat je zelfs het recht niet hebt om hem aan te spreken, dat hij agressief en nerveus is. Eens je hem kent, zie je dat hij openstaat voor een gesprek. Hij zal nooit zelf naar jou toe komen om te vragen hoe het met je gaat, maar hij is altijd bereid om over voetbal te babbelen.’
Salamandra
Als ik je zeg: Maurizio Sarri…
Saelemaekers: ‘Euh… ( lacht) Ik weet niet hoe vaak ze me al gevraagd hebben om daar nog eens op terug te komen. Maar dat was gewoon iets dat bij het voetbal hoort. Hij was wat zenuwachtig en was al enkele keren in discussie gegaan met onze trainer. Ik wilde wat tijd winnen, omdat we voor stonden, terwijl hij nog altijd hoopte dat Lazio zou kunnen terugkomen. Zo zijn we in aanvaring gekomen en van dat banale incident hebben de mensen een grote polemiek gemaakt. Zowel voor hem als voor mij was het incident al afgesloten nog voor we naar de kleedkamers gingen. Iedereen maakt al eens fouten in een wedstrijd.’
Maar het is een teken dat je zelfverzekerder bent geworden. Ik denk niet dat je in de clinch zou zijn gegaan met zo’n gereputeerde coach toen je net in Italië aankwam, of wel?
Saelemaekers: ‘Dat klopt, en dat is ook normaal. Wanneer je aan een nieuwe job begint, ben je niet zo zelfverzekerd als iemand die er al twee jaar is. Ik ken het Italiaans voetbal nu beter, ik ben vertrouwd met bepaalde situaties, dus ik ben zekerder van mezelf. Bovendien heb ik het vertrouwen van mijn coach en speel ik veel. Ook op het veld durf ik nu meer dan in het begin. Ik probeer meer verantwoordelijkheid te nemen, maar ik weet dat ik nog maar 22 ben, ik wil mij dus ook niet boven grote namen stellen als Zlatan, Giroud, Simon Kjær, Franck Kessié of onze kapitein Alessio Romagnoli. ‘
Vorig jaar was je zo’n beetje de talisman van Milan. Wanneer jij in de ploeg stond, verloren jullie niet.
Saelemaekers: ‘Ja, dat heeft zowat dertig wedstrijden geduurd. De mensen begonnen dat te beseffen toen het tegen de twintig liep en vanaf dan begonnen we er elke match over. Dat bracht wel wat druk mee. Van zodra we op achterstand kwamen, dacht ik eraan. Dan wou ik dat die reeks niet zou eindigen. Maar het is goed dat het nu afgelopen is.’
Noemen de Italianen jou echt ‘Salamandra’?
Saelemaekers: ‘Ja, om twee redenen. Toen ik hier aankwam, hadden ze moeite om mijn naam uit te spreken. Het deed hen denken aan salamandra, het Italiaanse woord voor salamander. En nadien vonden ze dat ik daar wel kenmerken van had. Ik loop overal en het is moeilijk om me te vangen. Ondertussen kunnen ze mijn naam al wel uitspreken, maar ik blijf Salamandra. Er zijn ook supporters die me Sale noemen, Italiaans voor zout.’
‘Eventuele terugkeer bij Anderlecht via de grote poort’
Jij had bij Anderlecht vast ook liever een mooi afscheid gekregen zoals Jérémy Doku of Albert Sambi Lokonga. Je bent vertrokken op een moment dat ze niet meer in jou geloofden. Laat dat littekens na?
Saelemaekers: ‘Het is natuurlijk niet prettig om zo te vertrekken. Ik heb acht jaar bij Anderlecht gespeeld, dat is bij wijze van spreken mijn halve leven… Dus ja, dat was wat lastig om te verteren. Ik had liever gezien dat ze me een schouderklop hadden gegeven en me gefeliciteerd hadden om wat ik voor Anderlecht heb gedaan. Maar ik koester geen wrok. Ik heb me vrij snel voorgenomen: ik ben door de kleine deur naar buiten gegaan, maar als ik op een dag terugkeer zal dat via de grote poort zijn.’
We hebben nooit goed begrepen dat een club als AC Milan een jongen nam die geen plaats had in een Anderlecht dat op de sukkel was…
Saelemaekers: ‘De mensen zeiden dat ik geen kans maakte om bij Milan te spelen. Maar wie zou de kans laten liggen om naar zo’n club te gaan? En als dan Zvonimir Boban zelf me opbelt om te vragen nergens anders te tekenen… Hij zei me: ‘Ik weet dat je het moeilijk hebt bij Anderlecht, maar ik heb je aan het werk gezien en je hebt het niveau voor Milan.’ Zelfs al had ik niet gespeeld, dan had ik nog veel ervaring opgedaan met gasten als Zlatan Ibrahimovic, Franck Kessié, Gianluigi Donnarumma… Dat is onbetaalbaar. Maar ik heb er nooit aan gedacht dat ik misschien niet zou spelen. Ik wist zeker dat ik eens op het veld zou staan, alleen wist ik niet hoelang dat zou duren.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier