Vorige week waren 62 van de 465 eersteklassevoetballers (13 procent van het totaal) aan de slag met een nationale A-ploeg. Eén buitenlander op vijf in ons land is A-international.
Van de 465 eersteklassevoetballers die sinds het einde van de zomermercato het spelersbestand uitmaken van de Jupiler Pro League, waren er vorige week 62 geselecteerd voor de nationale A-ploeg van hun land (nog eens 19 anderen waren opgeroepen voor de beloftenteams, onder wie negen Belgen). Dat maakt 13 procent van alle eersteklassespelers als A-internationaal.
Die 62 internationals kwamen uit voor 39 landen, waaronder België dat vertegenwoordigd was door Hans Vanaken en Brandon Mechele van Club Brugge. De overige 60 kwamen uit voor 17 andere Europese landen, 14 Afrikaanse, 6 Amerikaanse, 2 Aziatische en 1 land uit Oceanië (Australië).
Van de 465 voetballers uit de eerste klasse zijn er 291 (62 procent van het totaal) als buitenlander inzetbaar voor een andere nationale ploeg dan de Belgische. Omgerekend betekent dat dat 20 procent van de buitenlanders in de Jupiler Pro League buitenlands A-international is.
KAA Gent vaardigde met acht spelers de meeste A-internationals af, gevolgd door Anderlecht, Club Brugge, KRC Genk en Standard (elk zeven). Cercle Brugge was de enige van de zestien eersteklassers die vorige week geen A-international in actie zag, onder meer omdat de Keniaan Abud Omar geschorst was.
Van de 62 A-internationals kwamen er 29 uit voor een Europees land, maar slechts 8 uit een EU-lidstaat (België, Kroatië, Cyprus, Roemenië). Twintig internationals vertegenwoordigden Afrikaanse teams, de Amerikaanse teams verwelkomden 8 spelers uit de Jupiler Pro League, Azië 4 en Oceanië 1. De meest ‘Belgisch’ getinte selecties waren die van vicewereldkampioen Kroatië en Oekraïne, elk goed voor 4 ‘Belgen’.
Precies de helft van de 62 internationals kwam uit voor één van de 50 best geklasseerde landen uit de FIFA-ranking. Negen onder hen vertegenwoordigden een land uit de top 20 (België, Kroatië, Mexico, Wales, Peru).
