Ferran Torres zorgde er op zijn eentje voor dat Spanje zondag voor de eindwinst in de Nations League mag strijden na twee goals tegen Italië. Wie is de jonge aanvaller van La Roja en Manchester City?
In de zomer van 2020 zocht Manchester City naar vervangers voor Leroy Sané en David Silva. Hoewel hij een compleet ander profiel heeft, leek Ferran Torres (20) toch in de voetsporen van David Silva te treden, die na zes seizoenen bij de Skyblues zijn koffers pakte. Het parcours van de jonge Spaanse vleugelspeler verliep tot nu toe vrij gelijkaardig. Hij is afkomstig uit Foios, een gemeente in de buurt van Valencia en werd op zijn tiende op een zaalvoetbalveldje opgemerkt door de grote lokale club FC Valencia. Daar doorliep hij de jeugdreeksen tot hij op zijn zeventiende, midden in het seizoen 2017/18, bij de eerste ploeg geroepen werd. Toen hij tegen Eibar mocht invallen, werd hij de eerste speler geboren in het jaar 2000 die in de Primera División speelde.
Coach Marcelino lanceerde hem beetje bij beetje en stilaan drukte Torres zijn stempel op de rechterflank, een zone die door Valencia vaak veronachtzaamd werd wegens de offensieve efficiëntie van Gonçalo Guedes aan de overkant van het veld. Het jeugdproduct moest dus voor meer aanvallend evenwicht in de ploeg zorgen. Zijn snelheid en zijn balbeheersing deden denken aan de jonge Cristiano Ronaldo, of aan Marco Asensio indien de eerste vergelijking wat te hooggegrepen lijkt. Door de matige prestaties van de ploeg lieten zijn statistieken wel te wensen over (6 goals en 8 assists in 44 wedstrijden), maar toch trok hij de aandacht van Pep Guardiola. En van vele anderen trouwens.
Een koopje
Als een van de grootste Spaanse talenten werd de Valenciaan al enkele jaren gevolgd door de Europese topclubs. Zijn prestaties bij de nationale U17 en U19, waarmee hij telkens Europees kampioen werd, hebben bijgedragen aan het statuut dat hij snel kreeg. Bij de U19 werd hij trouwens ‘de tweede Torres’ genoemd. Meteen de reden waarom hij nu liever ‘Ferran’ op zijn truitje heeft staan. Toen hij van het EK U19 terugkeerde, stonden Manchester United, Real Madrid, FC Barcelona, Juventus en Liverpool voor hem in de rij. Een toptransfer leek de volgende stap te worden.
Manchester wordt uiteindelijk zijn bestemming, maar hij wordt wel voorgesteld in het hemelsblauw van de Citizens en niet in het rood van United. In het Etihad Stadium wreef men zich in de handen. Hoewel de waarde van Ferran geschat werd op 45 miljoen euro, haalt City hem voor vijf jaar en een bedrag van 27 miljoen euro plus bonussen (volgens de Britse media). Een koopje.
‘Aan de ene kant ben ik opgewonden en blij, maar aan de andere kant ben ik ook droevig dat ik mijn club verlaat’, vertelde Torres aan Marca nadat hij getekend had. ‘Van kindsbeen af heb ik bij Valencia getraind en gespeeld. Ik heb er ook moeilijke momenten gekend en dat is de reden waarom ik uiteindelijk vertrokken ben, maar ik wil benadrukken dat ik Valencia erg dankbaar ben en altijd zal steunen.’
Maar daar stopte Torres niet. Ondanks zijn liefde voor de club had hij het ook over zijn slechte verstandhouding met kapitein Dani Parejo en hing hij de vuile was van Mestalla buiten. Naar verluidt zou dat niet erg geapprecieerd zijn door zijn nieuwe coach, Pep Guardiola.
Valse negen
Bij Manchester City is de concurrentie voor Torres niet mis met Raheem Sterling, Riyad Mahrez, Bernardo Silva, Kevin De Bruyne, Sergio Agüero en Gabriel Jesus. Maar wat de nieuwe Spanjaard voor heeft op zijn directe concurrenten zoals Sterling en Mahrez, is dat hij ook centraal voorin uitgespeeld kan worden. Niet als diepe spits, maar als valse negen. Na een tijd werd hij er vaker uitgespeeld, omdat Guardiola op die positie in de problemen kwam nadat Agüero en Jesus beiden in de lappenmand lagen. Uiteindelijk kwam Torres aan 36 wedstrijden waarin hij dertien keer scoorde en drie assists gaf. Het is duidelijk: scoren ligt hem beter dan de beslissende pass aanleveren.
Vorig jaar deed Torres het trouwens zo goed op de valse negen dat hij er dit seizoen opnieuw mocht beginnen, Agüero was dan wel vetrokken naar Barcelona, maar Gabriel Jesus werd gewoon op rechts geduwd om Torres vooraan te kunnen houden. Maar na vier basisplaatsen in de Premier League verdween Torres uit de ploeg vanaf 18 september. Sindsdien zat Torres altijd op de bank, zelfs invallen mocht hij niet.
De lieveling van Enrique
Wat er precies allemaal aan de hand is, is niet meteen duidelijk. Maar het kan misschien opnieuw veranderen na zijn sterke prestaties bij de nationale ploeg op de Nations League. Bij Spanje is Torres namelijk altijd een van de eerste keuzes van bondscoach Luis Enrique. Sinds zijn debuut op 3 september 2020 tegen Duitsland miste hij namelijk nog maar twee interlands. Ondertussen zit de jonge Spanjaard al aan 21 caps op een jaar tijd. Niet slecht.
De grote doorbraak bij de nationale ploeg volgde trouwens op 17 november vorig jaar, opnieuw tegen Duitsland in de Nations League. In de historische 6-0-zege scoorde Torres zowaar een hattrick. Het was het echte begin van zijn interlandcarrière, want in de volgende 14 wedstrijden scoorde hij maar liefst 7 keer, waaronder twee keer tegen Italië gisteravond. Het brengt de balans op 11 goals in 21 wedstrijden. Daarin gaf hij trouwens ook één assist, een echte vervanger van David Silva is hij dus zeker niet.
Door Chloé Vincent en Gert Segers
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
