Jonathan Legear: ‘Geen enkele ploeg krijgt het nog benauwd als Anderlecht op bezoek komt’
Zijn liefde voor Standard, zijn mislukte transfer naar Antwerp en zijn moeilijke relatie met de supporters van Anderlecht. Aan de vooravond van de topper met STVV tegen Anderlecht geeft Jonathan Legear zich bloot.
Zijn babyface en blonde lokken, die hij voor de gelegenheid onder een hippe pet heeft verstopt, zijn intact gebleven. Met de jaren is Jona wel rustiger en wijzer geworden. Terwijl hij van zijn koffie nipt in het Grand Café in Stayen houdt hij als een doorgewinterde vakbondsafgevaardigde een pleidooi tegen het afdanken van dertigplussers in de voetballerij. ‘Ik zag onlangs een voetbalprogramma waarin een speler van 33 jaar met een goede staat van dienst vertelde dat hij niet meer aan de bak kwam in Frankrijk. Waar gaan we naartoe? In Italië wordt minder rekening gehouden met de ouderdom van een speler. In België, Frankrijk en tal van andere landen rekruteren ze op basis van leeftijd. Het is een businessmodel geworden: zeer jong aankopen, de marktwaarde omhoog tillen en de speler voor een veelvoud van de aankoopprijs proberen te verkopen. Oké, als bestuur moet je een zekere rendabiliteit nastreven maar dat mag niet de enige bestaansreden zijn van een voetbalclub. We zijn jaren geleden die weg opgegaan en ik vrees dat niemand het nog kan terugdraaien. Ons voetbal wordt kapotgemaakt door clubleiders die voetbal enkel zien als een economische activiteit.’
Niemand mag vergeten dat we nog altijd het kleine Sint-Truiden zijn.
Jonathan Legear
Jouw contract loopt nog tot medio 2020 en je zal tegen dan 33 jaar zijn. Ben je niet bang om zonder club te vallen?
JONATHAN LEGEAR: ‘Ik zal altijd een club vinden, daar maak ik mij geen zorgen over. Ik zou het liefst op mijn 35e bij Sint-Truiden een punt willen zetten achter mijn carrière. Ik moet dus hopen dat mijn lopend contract nog een keer verlengd wordt. Dat is de theorie. In de praktijk weet je nooit hoe het zal lopen. Vandaag speel ik hier en overmorgen kan ik aan de andere kant van Europa verblijven. Wat ik met enige zekerheid kan zeggen, is dat ik dicht bij mijn familie wil zijn.’
Op jouw leeftijd zou je perfect een transfer naar een exotisch voetballand kunnen verantwoorden.
LEGEAR: ‘Iedereen denkt dat je met een vingerknip een transfer kan regelen naar China, Dubai of Qatar. Mocht het zo gemakkelijk zijn, dan had ik al lang aan mijn makelaar gevraagd om actie te ondernemen.’
Openhartig gesprek
Afgelopen zomer zat je bijna bij revelatie Antwerp. Heb je achteraf gezien geen spijt dat de transfer niet is doorgegaan?
LEGEAR: ‘Op sportief vlak had ik alle redenen om naar Antwerp te gaan. De figuur Luciano D’Onofrio trok mij ook aan – ik heb altijd al met hem willen samenwerken. Maar ik heb alles op een rijtje kunnen zetten en ik weet dat ik nergens beter kan zitten dan bij STVV. Het is dé topclub onder de subtoppers. Op het vlak van infrastructuur en omkadering scoort STVV beter dan clubs als Moeskroen, Kortrijk, Eupen, enzovoort… En ook belangrijk: het is dicht bij huis. Ik kan mijn zoontje elke dag zien en af en toe op school oppikken. Dat is voor mij onbetaalbaar. Mocht ik bij Antwerp spelen, dan had ik Joshua een paar dagen per week moeten missen.’
Er was sprake van een transferprijs van 500.000 tot 1 miljoen euro. Is dat niet overdreven voor een Belgische speler die nog maar enkele jaren te gaan heeft?
LEGEAR: ‘Zeker als je weet dat ik gratis naar hier ben gekomen… Daarom dacht ik dat het management niet moeilijk zou doen. Maar ze konden het niet maken om een speler die vorig seizoen zeven goals scoorde en negen assists gaf zomaar te laten vertrekken. Ik begrijp dus dat ze doorgeduwd hebben om de volle pot te krijgen. Stel je voor dat spelers vertrekken wanneer ze zin hebben en aan de prijs waarvan zij denken dat het fair is. Dan mag je het hele transfersysteem opdoeken.’
Had je een mondeling of schriftelijk akkoord met Antwerp ?
LEGEAR: ‘De onderhandelingen waren al goed opgeschoten… Alleen de transferprijs was een struikelblok. Antwerp heeft een bod gedaan, het heeft een tweede bod overgemaakt aan STVV, en dat werd telkens geweigerd. Het is weken blijven aanslepen en dan weet je het wel.’
Heb je op een bepaald moment niet gedacht om de zware middelen in te zetten om je transfer te forceren?
LEGEAR: ‘Ik wilde niet de slechterik uithangen. Maar ik moet bekennen dat ik mij gedurende twee maanden niet goed in mijn vel voelde. Ik kwam chagrijnig aan op training en in die periode was ik mezelf niet meer. Je mag gerust zeggen dat mijn reactie buiten proportie was. Het bestuur, de trainer en mijn ploegmaats verdienden dat niet. Allez, je moet alles in het juiste perspectief plaatsen. Twee maanden in een seizoen en in een carrière stellen niets voor. Maar ik heb de boodschap van Marc Brys, met wie ik een openhartig gesprek heb gehad, goed begrepen. Aan mij om aan de coach te tonen dat ik van nut kan zijn voor de ploeg.’
De transferperikelen en een rugblessure hebben je seizoensbegin overhoop gegooid. Je speelde slechts 140 minuten in 15 matchen. Op Anderlecht mocht je zes minuten invallen en laatst tegen Eupen drie minuten. Een speler van jouw leeftijd en met jouw status zou zulke korte invalbeurten als een gebrek aan respect kunnen ervaren.
LEGEAR: ‘Ik ken geen enkele voetballer die met een glimlach drie minuten invalt. Maar ik heb geen andere keuze, ik moet elke keer voluit gaan wanneer ik een kans krijg. Of dat nu tien minuten is of een volle minuut. Het is niet de plezantste periode in mijn carrière. Ik train keihard, mijn conditie is best oké, maar ik speel amper. Ik heb mede door mijn rugblessure, die te laat gediagnosticeerd werd, de trein gemist tijdens de voorbereiding en ik ondervind daar nu nog de consequenties van. Maar er wordt op mij gerekend en dat is het belangrijkste. Tegen Genk stond ik aan de aftrap en in mijn invalbeurten deed ik het goed. Ik gaf nog geen echte assist, maar ik was wel rechtstreeks betrokken bij drie doelpunten. Ik sta liever in mijn schoenen dan in die van mijn ploegmaats die thuis moeten blijven. We hebben een groep van dertig spelers. Tel maar uit hoeveel jongens er elk weekend naast de selectie vallen.’
Je wordt op Stayen omschreven als een modelprof die zich niet te groot voelt om bij de beloften te spelen.
LEGEAR: ‘Twee weken geleden werden we met elf man van de A-kern aangeduid om tegen de beloften van Moeskroen te spelen. Brys is van mening dat spelers er zelf baat bij hebben om ritme op te doen bij de B-ploeg en wij moeten dat niet als een straf zien. Als je tegen je zin op het veld staat, dan ga je domme dingen doen en gaat de tijd zeer traag voorbij. We wonnen met 7-0 van Moeskroen, dat wel met echte U21-spelers aan de aftrap stond, en ik maakte twee goals en gaf drie assists. Alle mensen die toen in het stadion zaten, inclusief de trainer van Moeskroen, hebben voor mij geapplaudisseerd. Na de match is de beloftencoach van STVV ( Patrick Van Kets, nvdr) bij mij geweest. Hij was al jaren actief bij de beloften en hij had nog nooit zoiets meegemaakt. Hij voegde er nog iets aan toe dat mij plezier deed: ‘Ik weet dat zo’n reservematch jou gestolen kan worden, maar ik wilde je toch persoonlijk feliciteren voor je inzet.”
Halfweg de reguliere competitie staan jullie op een knappe vijfde plaats. Je was nochtans niet blij toen de Japanse investeerders in het begin van het seizoen aankondigden dat STVV een plaats in play-off 1 mocht ambiëren.
LEGEAR: ( knikt) ‘De nieuwe directie heeft véél meer ambities dan de vorige – dat alleen verdient waardering – en aan alles wat ze doen merk je dat ze plichtbewust zijn. Maar niemand mag vergeten dat we nog altijd het kleine Sint-Truiden zijn. Sinds de hervorming van de competitie heeft de club een keer deelgenomen aan play-off 1. Je mag in het eerste jaar na een overname dus niet zeggen: ‘En nu willen wij play-off 1 halen.’ Het eerste doel, het behoud, is zo goed als binnen. De volgende betrachting is om onze plek bij de eerste zes zo lang mogelijk vast te houden.’
Mentaal spelletje
Bij je afscheid aan Standard publiceerde je via Twitter een brief om de supporters te bedanken. Je gaf aan dat je passage in Luik bemoeilijkt werd door externe zaken. Wat bedoelde je daar precies mee?
LEGEAR: ‘In mijn laatste seizoen werd ik door de supporters twee keer tot speler van de maand uitgeroepen. Ik had nog een overeenkomst van een jaar en ik ging ervan uit dat het bestuur mij weliswaar aan andere voorwaarden een contractverlenging zou aanbieden. Geld was voor mij bijkomstig. Ik was bereid om de helft van mijn salaris en mijn premies in te leveren in ruil voor twee jaar extra. Ik wilde maar een ding: bij Standard blijven. Maar het bestuur, althans een deel ervan, wilde mij weg. Al heb ik vernomen dat Bruno Venanzi zich zeker in het begin gekant heeft tegen mijn vertrek. Ondanks alles blijf ik zeer gehecht aan Standard. Ik zit regelmatig in de tribunes om een wedstrijd mee te pikken en ik ga met plezier op de foto met de fans. Als ik op Sclessin ben, krijg ik vaak hetzelfde te horen. ‘We missen jou, Jona, je moet terugkomen.’ Het oorspronkelijke plan was om bij Standard te stoppen. Wie weet kan ik de club ooit nog helpen…’
Geen enkele ploeg krijgt het nog benauwd als Anderlecht op bezoek komt.
Jonathan Legear
Ik citeer een ander opmerkelijke passage in jouw brief. ‘Ik vertrek bij Standard met de beste herinneringen. Bij Standard heb ik mijn kinderdroom kunnen realiseren.’ Je suggereerde dat je bij de Rouches je mooiste momenten hebt beleefd. Jouw palmares bij Anderlecht oogt nochtans veel indrukwekkender: drie titels, een beker, Champions Leaguevoetbal en een paar 1/16e finales in de Europa League.
LEGEAR: ‘Standard is de club van mijn stad. Het is de club waar ik heel mijn leven voor gesupporterd heb. Op mijn zesde bezocht ik de matchen en ik wachtte de spelers op om hun voetbalschoenen te vragen. Die herinneringen zijn mij meer waard dan een prijs. Aan de andere kant zal ik Anderlecht nooit uitspuwen. Mijn bagage als professional heb ik daar opgepikt en ik heb mijn carrière honderd procent aan hen te danken. Ik ben vooral Frankie Vercauteren, die ik als mijn mentor beschouw, dankbaar. Hij is mij persoonlijk komen scouten bij Standard en heeft er bij de directie van Anderlecht op aangedrongen om mij een contractje te geven. Hij was niet de vriendelijkste man, maar hij heeft mij gevormd tot de voetballer die ik nu ben. Mocht ik het nog niet genoeg benadrukt hebben: merci, Anderlecht, voor alles.’
Waarom heb je dan nooit een brief geschreven aan de supporters van Anderlecht?
LEGEAR: ( denkt na) ‘Ik heb na mijn laatste match de supporters uitgewuifd en dan ben ik snelsnel naar Rusland moeten vertrekken. Misschien had ik mijn afscheid mooier kunnen inpakken. Ik had de fans ook een brief kunnen schrijven om hen te bedanken voor hun steun. Ik stond daar toen niet bij stil. Het verstand komt met de jaren, wordt vaak gezegd. Ik miste op dat moment de maturiteit om te beseffen hoe belangrijk het is om op een waardige manier te vertrekken.’
Je werd door een krant ooit een trouwe soldaat van Anderlecht genoemd. Ooit gaan ze je oproepen om de aftrap te komen geven.
LEGEAR: ‘Ik zal met veel plezier ingaan op een uitnodiging van Standard. Als Anderlecht mij de vraag zou stellen, dan zou ik beleefd weigeren.’
Waarom reageerde je zo geprikkeld toen je vorig seizoen met STVV uitgefloten werd in het Vanden Stockstadion?
LEGEAR: ‘Ik vroeg geen staande ovatie of applaus, maar ik had wel een beetje respect verwacht. Ongeacht mijn sportieve keuzes en mijn loyauteit aan Standard. De supporters van Anderlecht hebben mij uitgefloten alsof ik niets had betekend voor hen. Wat met die acht jaar waarin ik alles heb gegeven voor de club? En tellen mijn tientallen doelpunten en assists plots niet meer? Toen ze mij begonnen uit te fluiten, ben ik in een soort gamemodus overgegaan. En wie heeft uiteindelijk het mentale spelletje gewonnen? Ik vond die hele situatie best grappig. Ze hadden beter gewacht tot na het laatste fluitsignaal van de scheidsrechter om mij aan te pakken. Ik weet niet hoe de supporters deze keer zullen reageren, maar in de heenmatch heb ik maar een klein deel horen brullen.’ ( lacht)
Na de heenmatch die op 0-0 eindigde kon je het niet laten om een beetje te stoken. Je insinueerde dat de rode kaart van Cristian Ceballos onterecht was en dat Anderlecht bewust geholpen werd door de VAR.
LEGEAR: ‘Ik heb geen moeite om toe te geven dat Ceballos rood verdiende. Ik wilde gewoon tegendraads doen – provoceren hoort bij mijn persoonlijkheid. Mijn boodschap was vooral dat een ploeg als Sint-Truiden vaak benadeeld wordt. In Brugge, Genk, Gent… Het is zo en het zal zo blijven. Ik heb er ook van geprofiteerd toen ik bij Anderlecht en Standard zat.’
Buiten categorie
Wat verwacht je van de clash tegen paars-wit? Van het huidige Anderlecht mogen jullie thuis toch geen schrik hebben?
LEGEAR: ‘Geen enkele ploeg krijgt het nog benauwd als Anderlecht op bezoek komt. Elke thuisploeg weet dat er minstens een punt in zit. Dat heeft met een ding te maken: de kwaliteit van de groep. In zijn kern zou Anderlecht minstens een tiental spelers moeten hebben die buitencategorie zijn. Nu tel ik er één: Adrien Trebel. Hij heeft werkelijk niets meer te zoeken in België. En je hebt nog twee of drie gasten van wie ik vermoed dat ze binnen enkele jaren te goed zullen zijn voor onze competitie.’
Jouw sportief directeur Tom Van den Abbeele beweert dat Takehiro Tomiyasu twee keer zo goed is als Bubacarr Sanneh. Hij zou dus zeker zijn plaats hebben bij Anderlecht.
LEGEAR: ‘We moeten Sanneh het voordeel van de twijfel geven. Los daarvan begrijp ik niet waarom Anderlecht acht miljoen euro heeft betaald voor zo’n verdediger. Tomi heeft 800.000 euro gekost. Hij is net twintig geworden en hij zit bij de nationale ploeg van Japan. Maar Sanneh en Tomiyasu hebben een ding met elkaar gemeen: ze hebben rond zich spelers nodig met ervaring. Anderlecht heeft de oudjes weggedaan en zit nu met een onevenwichtige kern waar niemand in staat is om de leiding te nemen.’
Antwerp doet het prima met oude rotten als Van Damme, Bolat, Haroun, Mbokani en Refaelov.
LEGEAR: Voilà. D’Onofrio heeft een kern samengesteld met jonge spelers die vlot verhandelbaar zijn en rijpe dertigers. Het basiselftal bestaat uit minstens vijf spelers van boven de dertig en dat voel je op het veld. Bij Antwerp hebben ze door dat je geen titels wint met uitsluitend jonge kerels. Je hebt leiders nodig en mensen met veel métier.’
‘Ik ben geen fan van de Belgische competitie’
Je bent in Franstalige België een gewaardeerde voetbalanalist. Moet je niet voorzichtig zijn aangezien je zelf nog speelt?
JONATHAN LEGEAR: ‘Ik word gevraagd om mijn analytische kijk op een match. Waarom draait deze ploeg goed? Wat doet sleutelspeler x op welk moment? Ik weet ongeveer hoe elke eersteklasser speelt – dat is het voordeel als je er zelf nog tussen loopt. Vraag mij naar Club Brugge en Standard en ik kan hun kwaliteiten en gebreken in een ruk opsommen. Dat is mijn kracht als analist. En in tachtig procent van de gevallen kloppen mijn analyses. Anderzijds durf ik de zaken te benoemen. Je hebt mensen die dingen vaststellen, maar niet dieper gaan graven.’
Vandaag is het een trend om analisten op het publiek los te laten die een grote mond durven opzetten. Dat zie je vooral in Nederland en Frankrijk.
LEGEAR: ‘Ik schoffeer geen collega’s. Wat is het nut om er één speler uit te pikken en hem helemaal af te breken? Als voetbalanalist moet je een uitgesproken mening hebben. Maar kritiek geven en persoonlijk afrekenen met een speler, is een gemakkelijkheidsoplossing. Een goede analist is iemand die het spel kan lezen, erover kan spreken én het ook aan de grote massa kan uitleggen. Een van mijn voorbeelden is ex-wereldkampioen Emmanuel Petit.’
Is je werk als voetbalanalist geen tijdrovende bezigheid? Je zou die tijd kunnen gebruiken om te rusten.
LEGEAR: ‘Het voorbereidende werk valt best mee. Ik verlies er geen uren mee. Ik ben geen fan van de Belgische competitie – ik hoef in het weekend niet alle samenvattingen te zien – maar ik kan sneller dan een ander een match analyseren.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier