Het rapport van kampioen Club Brugge
Club is dan toch kampioen, maar wie maakte blauw-zwart dit seizoen op het veld zo sterk? Sport/Voetbalmagazine maakte het rapport van alle spelers op.
Doelmannen
Simon Mignolet (32 jaar, 27 wedstrijden, 2430 speelminuten)
Op 5 augustus rondde Club Brugge een meesterzet af in zijn jacht naar een nieuwe titel. Bij Liverpool werd de winnaar van de Champions League en Rode Duivel Simon Mignolet weggehaald. Een forse inspanning – zijn bruto jaarloon wordt geschat op 3,5 miljoen euro – maar ze loonde. Toen de bal op 7 maart een laatste keer rolde, had Mignolet er voor Club 27 competitiewedstrijden opzitten en daarin hield hij 16 keer (!) de nul. In de Champions League slaagde hij daar één keer in, net als in de Croky Cup, en in de kwalificaties voor de CL hield Mignolet als sluitstuk van een sterke defensie twee keer zijn doel schoon. Ook in het uitvoetballen en opzetten van de (tegen-)aanval was hij een belangrijke pion. Eén keer liep dat gruwelijk fout, in de beker tegen Zulte Waregem gooide hij met balverlies de zege weg. In de return compenseerde hij dat ruim om de finale veilig te stellen.
Ethan Horvath (24 jaar, 2 wedstrijden, 180 speelminuten)
Begon als titularis aan de competitie met twee winstwedstrijden en slechts één tegendoelpunt, maar werd dan toeschouwer. Begon ook als basisspeler aan de bekercampagne (0-3-winst), maar ook dat kreeg in december geen vervolg. Toekijken, bijleren en nu moeten beslissen over de toekomst: dat was het seizoen voor deze Amerikaan, die nog één jaar onder contract ligt en wiens Noorse vriendin Maja Tingvoll inmiddels bij de Brugse vrouwenploeg speelt.
Verdedigers
Clinton Mata (27 jaar, 25 wedstrijden, 2114 speelminuten)
Na Ivan Leko kwam ook Philippe Clement na een paar weken tot de conclusie dat Clinton Mata weliswaar over de kwaliteiten beschikte om in een verdediging met vier voor de aanvallende impulsen op de flank te zorgen, maar dat hij nooit een Thomas Meunier zou worden. Daarvoor miste hij de laatste passprecisie en was zijn technisch vermogen net niet hoog genoeg, al spreekt zijn doelpunt tegen KAA Gent, in januari verkozen tot doelpunt van 2019, ons meteen tegen. Na een verleden bij Eupen en Charleroi als flankaanvaller, heeft Mata het voorbije jaar zijn eindpositie bereikt: die van rechtsvoetige verdediger in een defensie met drie. Daar is hij op zijn best: snel, stevig in de duels, goed in de anticipatie en amper uit te spelen.
Brandon Mechele (27 jaar, 24 wedstrijden, 2115 speelminuten)
Het grootste verschil met vroeger? De omkadering, signaleerde de kustboy net voor de lockdown. De centrale pion in een verdediging met drie moest niet lang zoeken naar de reden waarom Club direct wegfietste van de concurrentie: een nieuw oefencomplex dat aanzet tot werken, een fitnessruimte die top is, sauna, zwembad,… Alles is in Knokke aanwezig om het goed te doen. De trainer kent hij nog van bij de beloften en die schatte hem daar al hoog in. Clement speelt Mechele uit op zijn kwaliteiten en die liggen vooral in het verdedigende aspect. De beloning voor het harde werk, collectief én individueel: oproepbrieven voor de nationale ploeg én een eerste A-optreden, 1 volle minuut tegen Kazachstan.
Simon Deli (28 jaar, 26 wedstrijden, 2333 speelminuten, 2 doelpunten)
Soms duik je als scout een onverwachte parel op, en daar zal die ene uitschuiver in de Europa Leaguematch bij Manchester United niks aan veranderen. De ploeg was daar al aan het zwalpen voor Deli de rode kaart werd voorgehouden. Weggehaald bij Slavia Praag bleek hij een betere verdediger dan zijn voorganger Stefano Denswil. Ook sterk in het uitvoetballen, wat Club een extra wapen gaf. De Ivoriaan was keihard in de duels, en werd slechts gaandeweg wat nonchalanter, toen hij begon te voelen dat het met iets minder concentratie ook nog kon. Maar: een pluim voor de scouting. Overigens: let bij de drie centrale verdedigers (en de doelman) ook op hun speelminuten: stabiliteit achterin vormde de basis van het defensieve succes, met slechts 14 tegengoals in 27 wedstrijden.
Matej Mitrovic (26 jaar, 7 wedstrijden, 541 speelminuten)
Had een seizoen om snel te vergeten. Kreeg vooral speelminuten in de eerste maanden, toen Mechele nog recupereerde van een blessure. Voetbalde toen nog in een verdediging met vier en toonde zich betrouwbaar. Na de terugkeer van Mechele ging het bergaf met Mitrovic, die daar ook nog een enkelletsel bovenop zag komen. Maakte een dramatische return in Kortrijk en daarna bleef zijn optreden zeer beperkt. Volgend seizoen beter!
Odilon Kossounou (19 jaar, 7 wedstrijden, 405 speelminuten)
Opgeleid als centrale verdediger verving hij Mata of voetbalde hij als buitenspeler op de rechterflank, wanneer Diatta niet beschikbaar was. Voetballend deed hij mee, al bleek hij offensief begrijpelijkerwijze wat beperkter dan defensief. De focus was nog een aandachtspuntje en in een paar matchen (op Anderlecht en bij Manchester United) viel hij tegen, maar al bij al een wissel op de toekomst en een toch wel geslaagd eerste seizoen op topniveau. Het is immers niet evident om op zes maanden tijd de sprong te maken van de Youth League naar de Champions en Europa League.
Dion Cools (23 jaar, 2 wedstrijden, 134 speelminuten)
Liet net voor Nieuwjaar zien dat hij nog leefde, met een geslaagde invalbeurt op Anderlecht, maar nadat hij al weinig aan de bak kwam in het tweede seizoen onder Ivan Leko – die vond dat Cools te weinig attent was in zijn verdedigend positiespel – bleef zijn situatie onder Clement dezelfde. Koos in januari voor een vertrek naar Midtjylland, waar ex-Bruggeling Brian Priske de trainer is. Hij viel er drie keer in, voor de competitie er werd stopgezet.
Edoeard Sobol (24 jaar, 26 wedstrijden, 2119 speelminuten)
In principe werd hij van Sjachtar Donetsk geleend als doublure voor Federico Ricca, de Uruguayaan die niet direct kon worden losgeweekt bij Málaga. Maar gaandeweg speelde Sobol – een speler uit de stal van ex-Clubspeler Serhij Serebrennikov – zijn concurrent definitief naar de bank. Ontzettend groot loopvermogen, defensief sterker dan Diatta op de rechterflank en dus uitstekend voor het evenwicht. Offensief kan de laatste pass zeker beter, maar quasi altijd beschikbaar. Is overigens een ex-kamermaatje van Dennis bij Loehansk. Als Club de optie licht zou dat een einde maken aan een zwerversbestaan vol uitleenbeurten – Club was al zijn zesde interimjob.
Federico Ricca (25 jaar, 8 wedstrijden, 569 speelminuten, 2 doelpunten)
Defensief sterker dan zijn concurrent Sobol, maar offensief minder. Was al stand-in voor Deli in de defensie, maar mede door spierproblemen is de balans na één seizoen onvoldoende en dat maakt het een jaar om snel te vergeten. Op naar een beter tweede seizoen.
Middenvelders
Mats Rits (26 jaar, 20 wedstrijden, 1505 speelminuten, 5 doelpunten)
Had vorig seizoen de concurrentie van Marvelous Nakamba van zich af te spelen en dit jaar die van Eder Balanta, steviger in de duels en beter gewapend in de lucht. Maar net als vorig seizoen haalde hij de meeste speelminuten, ook omdat zijn concurrent wat later kwam en geblesseerd raakte. Een tijdje speelden ze om de beurt; Clement is een trainer die houdt van rotatie. In het voordeel van Rits speelt ook zijn polyvalentie (hij verving ook Vormer toen die out was) en zijn neus voor doelpunten. Maakte een paar belangrijke treffers.
Eder Balanta (27 jaar, 16 wedstrijden, 1221 speelminuten, 2 doelpunten)
Toen Club zich plaatste voor de Champions League werd in eerste instantie geprobeerd om Victor Wanyama (oud-ploegmaat van Clement bij Germinal Beerschot) te overtuigen naar België terug te keren, maar uiteindelijk bleek de Colombiaanse connectie makkelijker af te ronden. Zo werd Balanta de stevig tackelende pion op het middenveld, die kracht en kopbalsterkte moest toevoegen. Hij had nog duels in Argentinië meegemaakt, dat waren voldoende referentiepunten.
Sofyan Amrabat (23 jaar, 1 wedstrijd, 81 minuten)
Eerlijk is eerlijk, de revelatie van Hellas Verona (de Italianen namen hem in januari definitief over én verkochten hem prompt voor 20 miljoen door aan Fiorentina) heeft ook nog een heel klein aandeeltje in de titel: op 10 augustus kreeg Mats Rits in Oostende rust tussen de twee Europese kwalificatieduels tegen Kiev en was Amrabat voor het laatst te zien in het shirt van Club. Goeie voetballer, maar misschien net te weinig sweat voor meer Brugse glory.
Ruud Vormer (31 jaar, 27 wedstrijden, 2373 speelminuten, 1 doelpunt)
In tijden van corona de huisman van spoedarts Roos, maar tot begin maart mister regelmaat voor Club. Onvermoeibare draver, koning der assists (toen hij er niet was, waren spelhervattingen dramatisch) en de keizer van de knipoog tijdens televisiegesprekken. Heerlijk voer voor de mensen langs de lijn, vanwege zijn korte antwoorden – bij flashinterviews ben je niks met iemand die genuanceerd wil uitweiden. Twee minpuntjes dit seizoen: om zelf te scoren leek het doel voor hem behekst en daarnaast zijn verbale uithaal in Madrid. Het kostte hem zijn Champions League en Club misschien een stunt. Dat hij daar achteraf te weinig schuldbesef toonde, ontgoochelde ons een beetje.
Hans Vanaken (27 jaar, 29 wedstrijden, 2525 speelminuten, 13 doelpunten)
Op gouden voeten, nu allebei ook zo geschoeid. Eerder afwerker dan aangever dit seizoen, vanwege de grotere vrijheid die hij krijgt (en het gegeven dat de actie anders dan andere jaren veel meer over rechts liep en hij zijn infiltratiemoment kon kiezen). Onvermoeibaar, net als zijn maatje Vormer. Ontloopt steeds beter (en ergert zich steeds minder aan) de mandekking. Was Europees niet altijd dominant en door een polsblessure na de winterstop ook even niet meer in de competitie, maar zelfs dan bleef zijn loopwerk voor de ploeg van goudwaarde. Mag EK-ambities koesteren.
Krépin Diatta (21 jaar, 22 wedstrijden, 1686 speelminuten, 6 doelpunten)
Zo jong nog, maar wat een toekomst. Speelde (en verloor) al een finale van de Afrika Cup en mag Sadio Mané tot zijn persoonlijke begeleiders rekenen: Mané bekijkt zijn wedstrijden en geeft tips. Hoe belangrijk hij vanop zijn rechterflank is – in de nationale ploeg speelt hij op tien maar bij Club is Vanaken op die positie incontournable – bleek vooral toen hij er niet bij was door een schorsing of blessure, zoals na Nieuwjaar. Sterk aan de bal en een moderne buitenspeler: kan twee richtingen uit. Mister Istanbul, die er met een banaanschot voor zorgde dat Club Europees overwinterde.
Thibault Vlietinck (22 jaar, 5 wedstrijden, 217 speelminuten)
Net als voor Mitrovic een seizoen om snel te vergeten. Zorgde in februari nog voor de gelijkmaker op Anderlecht, maar tot dan moest hij door een blessure vooral toekijken vanuit de tribune. Herviel in november na een trap op training, waarna de weg naar de kine soms slepend traag werd afgelegd. Mikte op goeie play-offs. Het zal voor volgend seizoen zijn.
Aanvallers
Emmanuel Dennis (22 jaar, 20 wedstrijden, 1221 speelminuten, 5 doelpunten)
Zal altijd verbonden blijven aan zijn doelpunten in Bernabéu – een tikkeltje onorthodox, maar daarom niet minder belangrijk. Rendeert beter in een centrale rol dan op de flank, heeft snelheid en diepgang én een zeer mooie toekomst, al mist hij in zijn overhaasting soms wat verfijning en zorgt zijn intuïtieve spel er wel eens voor dat zijn ploegmaats hem, in een systeem met twee, moeilijk kunnen inschatten. Vijf doelpunten in twintig wedstrijden is te weinig voor een spits van Club Brugge.
David Okereke (22 jaar, 22 wedstrijden, 1055 speelminuten, 9 doelpunten)
Deed een Denniske bij aankomst en profiteerde in zijn debuutweken voor het doel van het feit dat niemand hem kende. Toen veranderde het systeem en was de doelpuntenlawine uitgeraasd. Er kwam in oktober nog even een opflakkering, maar daarna gingen technische onvolkomenheden en het missen van kansen hand in hand; zijn krediet bij de fans raakte op. De roep om een nieuwe spits ging steeds luider klinken. De sprong vanuit de Serie B naar de top was niet makkelijk, maar Okereke heeft potentieel, dat bleek een laatste keer uit de verfijnde baltoets die de winnende treffer van Rits op Genk inleidde. Voor een spits die niet meevoetbalt en alleen scoort – tot dan zijn reputatie – was dat geen fout boogballetje.
Loïs Openda (20 jaar, 15 wedstrijden, 382 speelminuten)
Hij wilde tijdens de winterstop al vertrekken, dat is een veeg teken. Net als voor Vlietinck was dit niet het seizoen van de grote doorbraak voor de derde snelle centrumaanvaller. Zijn voordeel: hij is wel nog steeds de jongste. Maar stilaan is het wel tijd voor meer rendement, meer cool voor doel. Dat was, in zijn tweede volledige seizoen bij de hoofdmacht, het doel. Rustig blijven, de zenuwen onder controle houden en zich amuseren; voetballen zoals hij als kind deed dus. Een goeie raad van zijn mama.
Percy Tau (25 jaar, 18 wedstrijden, 898 speelminuten, 3 doelpunten)
Deemsterde gedurende het seizoen weg. Ver weg. Of hij weer boven water zou komen in tijden van lente en drogere velden zal – dit seizoen – wel een mysterie blijven. Was uitstekend op het einde van de zomer en in het vroege najaar: technisch sterk en beweeglijk, maar daarna was het over. Is geleend van Brighton & Hove Albion, maar daar zien we hem niet direct meedraaien. Zijn potentie is ons op dit moment toch nog een beetje onduidelijk: het ziet er allemaal leuk uit, maar wat/waar is het rendement? En met wie?
Siebe Schrijvers (23 jaar, 22 wedstrijden, 1204 speelminuten, 4 doelpunten)
Na een goed seizoen onder Leko was het weer boksen voor de Limburger om bij de toegenomen concurrentie in de gunst van zijn nieuwe coach te komen. Zette zich keihard in en na verloop van tijd loonde dat. Toen de black power iets te nadrukkelijk de overhand leek te nemen, en de discipline op het veld wat minder werd, kwam hij mee de boel overeind houden. Stelde zich in dienst van de ploeg en voetbalde zelfs vanop de flank, onder meer in Anderlecht. Toch nog 4 goals, al voetbalde hij voor zijn gevoel wel vaak te ver van doel.
Michael Krmencik (27 jaar, 6 wedstrijden, 271 speelminuten)
Tja… Alsof je een Maserati belooft en met een Skoda eindigt. Adolfo Gaich was target numero uno voor Club vorige winter, maar de man die als plan B werd gehaald, werd helaas een tegenvaller. Gaich had ook qua (overdreven) prijs-kwaliteit een teleurstelling kunnen zijn, maar de inmiddels 21-jarige reus had tenminste nog een toekomst. Krmencik (misschien) vooral verleden. Verzachtende omstandigheden: lange winterstop annex vakantie, een ploeg die niet draaide, een nieuwe competitie en steeds wisselende aanvalspartners. Aan hem om in augustus, september, oktober ons van ons ongelijk te overtuigen.
Mbaye Diagne (28 jaar, 6 wedstrijden, 177 speelminuten, 4 doelpunten)
De beste spits van Club, het is te zeggen: de meest efficiënte. Geen drie volledige wedstrijden bij mekaar geteld qua minuten en toch vier goals. Zal helaas altijd worden achtervolgd door die strafschop (en het relletje nadien in de kleedkamer) in Parijs. Het is dat voetbal een ploegsport is, anders was de Senegalees altijd de beste zomerontvoering van Club geweest. Bedenking: wat als dat niet was gelukt en Diagne zijn scorend vermogen aan Anderlecht had toegevoegd… Spraken we dan nu over een meesterzet?
Jelle Vossen (31 jaar, 2 wedstrijden, 77 speelminuten)
Om snel te vergeten, die laatste zes maanden in Brugse loondienst. Liep verloren in het jonge geweld voorin, en keek vooral toe. Geen goals, dat is sluwe Vossen onwaardig. Haalde bij zijn debuut in Waregem zijn gram met 2 treffers tegen Waasland-Beveren, dat hem ook graag had zien komen.
Arnaut Danjuma (23 jaar, 1 wedstrijd, 87 speelminuten)
Basisspeler bij de overtuigende 1-3-winst op Waasland-Beveren, waarna hij richting Bournemouth verkaste. Eigenlijk te vroeg, fysiek moest hij aansterken na een wisselvallig seizoen in Brugse loondienst, waarin hij artistiek spel combineerde met blessures. De sprong vanuit de Nederlandse tweede klasse naar de top was vorig jaar al groot. Wilde evenwel direct nog hoger springen en heeft daarvan nu de weerbots. Zijn begin bij Bournemouth werd verknald door een stressfractuur aan de voet, het einde door eenzelfde blessure… aan de andere voet. Maar wel een heerlijke eigenwijze winger.
Charles & Co
Vorig seizoen staken Thibault Vlietinck en Loïs Openda de neus aan het venster, twee jongeren die – de ene al wat langer dan de andere – werden opgeleid in de Club Academy. Dit seizoen waren de nieuwkomers Charles De Ketelaere, Ignace Van der Brempt en Maxim De Cuyper.
Charles De Ketelaere (19 jaar, 13 wedstrijden, 769 speelminuten, 1 doelpunt)
Toen we vorig seizoen de thuiswedstrijden in de Youth League gingen bekijken, werd ons direct op zijn bestaan gewezen. A sure thing noemden ze De Ketelaere in Academykringen. Van zijn doorbraak zijn we zeker. Die kwam er dit jaar ook. Polyvalent, balvast, gave linker, goed overzicht. Vaste invaller voor Nieuwjaar, nadien nagenoeg elke keer basisspeler en al in het boekje van wat buitenlandse scouts. De stats blijven nog achterwege en op het einde was het fysiek wat op, maar hij liet al veel moois zien. Met uitzondering van die ene keer, op de positie van Hans Vanaken, die in principe de zijne zou moeten worden. Die avond, tegen Waasland-Beveren, viel dat nog tegen.
Ignace Van der Brempt (17 jaar, 1 wedstrijd, 11 speelminuten)
De kop is eraf voor deze rechtsvoetige verdediger. Vleugelverdediger in zijn twee duels bij de A-ploeg (voor de beker op Francs Borains, en in de competitie als invaller tegen Cercle), maar centrale verdediger in de Youth League. Factcheck: hij is de op vijf na jongste debutant ooit in de A-ploeg van Club.
Maxim De Cuyper (19 jaar, 0 speelminuten)
Niet gespeeld en toch in dit overzicht, omdat hij er eentje is om te onthouden voor latere quizvragen over voetbal en/of Club Brugge. Welke jongere van Club speelde in zijn debuutjaar alleen Europees, tegen Manchester United bovendien, en hield er een nieuw profcontract aan over? De Cuyper dus, aanvoerder van de beloften, leuke linkspoot, goeie vrije trap, een bijtertje, niet bang voor de duels en afkomstig uit Knokke-Heist.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier