‘Het is niet de bedoeling dat ik na de match liedjes zal zingen’

In alle stilte timmert Peter Callant sinds februari aan een nieuwe weg bij KV Oostende. Hoe de West-Vlaamse ondernemer, gegidst door zeven gekalligrafeerde stenen, de club wil besturen.

Een waterig zonnetje, een feeëriek okerbruin en felgeel bladertapijt en mistslierten geven het Domein De Cellen iets mystieks. Het oude koetshuis en de paardenstallen, omgetoverd tot moderne kantoorruimtes, herinneren in het herfstlandschap aan de grandeur van de West-Vlaamse adel uit de tweede helft van de negentiende eeuw. Het kasteel aan de rand van Oostkamp, een pareltje in neorenaissancestijl dat neerkijkt op de grote vijver, is sinds enkele jaren het kloppend hart van het verzekeringskantoor van Peter Callant.

Hij voelde zich Kuifje die voor het eerst kasteel Molensloot van kapitein Haddock aanschouwde, zei de CEO van Callant Verzekeringen toen hij enkele jaren geleden de kans kreeg om zijn kantoor te verhuizen. Hij twijfelde niet. Niemand die hem ongelijk kan geven.

Terwijl hij voor de drie ronde bogen aan de ingang nog een telefoontje afwerkt, worden we naar binnen gewenkt. ‘Nog een kwartiertje? Koffie? Melk? Suiker?’, klinkt het vragend, terwijl een andere bezoeker wordt binnengeleid. Tijd om even rond te kijken in de statige hal, waar het krakende parket in harmonie leeft met moderne kunstwerken en een indrukwekkende luchter – twee meter doorsnede – in kunststof en metaal. Van een gebrek aan goede smaak kan de zaakvoerder alvast niet beticht worden.

In februari nam Peter Callant de aandelen van Marc Coucke over, sindsdien bleef de nieuwe voorzitter van KV Oostende op de achtergrond. Aanvragen voor interviews en uitnodigingen voor praatprogramma’s werden vriendelijk afgewimpeld, groter kon de stijlbreuk met zijn voorganger niet zijn. ‘Omdat ik zo bén, ook in het management van mijn bedrijf. En dat zal niet veranderen. Het is niet de bedoeling dat ik na de match liedjes zal zingen.’ ( lacht)

Dat stilzwijgen had één groot nadeel. Callant, klonk het, was niet vermogend genoeg om de club over te nemen en moest dus wel een stroman van Coucke zijn. Hij werd nog net geen armoezaaier genoemd. ‘Kijk rond. Zie ik eruit als een armoezaaier? ( wijst naar zijn kantoor) Als je een voetbalclub koopt, dan weet je dat de impact van de media groot zal zijn. En als de vorige eigenaar Marc Coucke was, dan is dat maal twee. Bij de kranten hebben ze veel moeten schrijven, ik heb vooral gelezen. De afspraak met Marc was dat we het exacte bedrag van de overname niet bekend zouden maken. De reacties waren niet altijd even aangenaam, neen, maar ik heb vooral tijd geïnvesteerd in ons transparant licentiedossier.’

Het DNA

In april gaf hij in ons zusterblad Trends toe dat hij minder dan 20 miljoen euro betaalde, waarna Coucke met een kapitaalverhoging de club schuldenvrij had gemaakt. Ook de licentiecommissie was overtuigd dat de West-Vlaming geen stroman was. ‘Die commissie levert goed werk, op voorwaarde natuurlijk dat het alle documenten krijgt. Voor clubs die buitenlandse constructies hebben opgezet, is dat niet het geval, maar elk Belgisch bedrijf kan honderd procent uitgekleed worden. Ons bedrijf, dat ook een bankagentschap heeft, is getraind in compliance. De dag dat ik daar ook maar voor 0,000001 procent van afwijk, halen ze het plakkaat van mijn gevel en ben ik alles kwijt. Transparantie is een van onze zeven kernwaarden’, zegt Callant, terwijl hij wijst naar zeven gekalligrafeerde arduinen steentjes die de vergadertafel sieren. Centraal ligt Ga voluit, omringd door Sportief, Rentabiliteit, Integriteit, Geluk, Klant, Transparant.

‘Als je zegt ‘Ga voluit’, moet je alleen mensen in dienst nemen die daartoe bereid zijn. Hier weten ze dat ik drie Ironmans heb afgewerkt, vanmorgen kwam een medewerkster trots zeggen dat ze anderhalf uur fat burning had gedaan. Wat ik met de genen heb meegekregen, probeer ik over te brengen op mijn medewerkers. Het DNA van het bedrijf en KV Oostende ligt dicht bij elkaar. De zeven waarden die hier op tafel liggen, moeten we ook op de club elke dag proberen te beleven.’

Maar de voorbije maanden bleek een aantal van die waarden – Sportief, Integriteit, Transparant – in de voetbalwereld onder druk te staan.

Peter Callant: ‘Het voetbal heeft aan geloofwaardigheid ingeboet, ja, maar als club bepaal je zelf hoe je naar de dingen kijkt. Integer en transparant, in ons geval, maar uiteraard heb ik er geen controle op hoe andere clubs dat doen. Is dat naïef? Geen idee. Het houdt me ook niet bezig, want ik ben ervan overtuigd dat je met fair play en duurzaam ondernemen overal het verschil kunt maken. Dat is de toekomst, want mensen stellen zich steeds meer vragen. Wat doen we hier op deze planeet? Hoe kunnen we gelukkig zijn? Bedrijven en clubs die op zoek gaan naar een ziel zullen succesvoller zijn dan zij die daar niet mee bezig zijn, omdat ze verbinding zoeken. Met alles wat we de voorbije weken gelezen hebben, kan je geen verbinding maken.’

Houdt dat supporters bezig? Zij willen hun club vooral zien winnen, de rest interesseert hen toch niet?

Callant: ‘KVO is een club die ook eens kan verliezen, hé. We blijven een subtopper die zijn best zal doen om af en toe eens zesde te eindigen, maar een tiende plaats is ook perfect. Ik wil óók elke week winnen, maar je moet je plaats kennen. En die legt ergens tussen 6 – meer mag ( lacht) – en 10. Maar vooral: we willen iedereen – supporters, sponsors, medewerkers – gelukkig maken.

‘Ons businessmodel, waarbij de helft van de inkomsten van sponsors en zakenrelaties komt, is succesvol en dat zullen we verderzetten en versterken, maar we zullen nog meer inzetten op netwerken en relatiemarketing. We willen verbinden – een heel mooi woord. Ook met de supporters, voor wie we acties – gratis maatjes of spaghetti – organiseerden en dat nog zullen doen. Ik heb tussen hen gestaan en gevoeld dat ze gelukkig zijn, omdat de club weer iets échter KVO is geworden.’

Waarom bleef u maandenlang op de achtergrond?

Callant: ‘Je bent wie je bent – bescheiden – en je moet altijd de tijd nemen om naar iets te kijken. Ik wilde geen uitspraken doen waar ik later zou moeten op terugkeren. Ik voel dat we ook in Oostende het verschil kunnen maken met ons DNA, dat zie ik op de gezichten van medewerkers en supporters. Rentabiliteit is in het bedrijf niet belangrijker dan geluk of de klant, dat hebben we ook in de cultuur van de club geïnstalleerd en proberen we ook in de rekrutering door te trekken. We zoeken talenten, ook naast het veld, maar er moet altijd een hoofd met de juiste mentaliteit op staan. Maar die oefening is nog niet klaar, dat willen we de volgende maanden – misschien al in januari – nog versterken. Nog meer KVO-tiseren, waardoor er een betere klik tussen mensen is en dus ook de resultaten beter worden.’

Is Kevin Vandendriessche het prototype van de KVO-voetballer?

Callant: ‘ Kevin is een mooi voorbeeld, ja, de passie en gedrevenheid druipt ervan af. In ons bedrijf staan op de bureaus van alle medewerkers vier gekleurde blokjes – het resultaat van een persoonlijkheidstest -, zodat iedereen kan zien met wie hij te maken heeft: introvert, extravert, denker, voeler. Dat creëert een verbondenheid, want iedereen begrijpt het anders-zijn van collega’s beter. Je weet al op voorhand hoe iemand zal reageren, waardoor er minder frustratie is. Dat willen we doortrekken naar de club. We hebben dat met Gert ( Verheyen, nvdr) besproken en hij staat daarvoor open.’

Zakelijk groeien

Wat zijn de troeven van KVO?

Callant: ‘Er wordt elke dag over voetbal geschreven, er wordt enorm veel voetbal op televisie getoond en in het weekend is er niets anders dat mensen zo massaal kan samenbrengen. Zaakvoerders willen van die exposure profiteren en daar willen wij met KV Oostende een partner in zijn. Tegen AA Gent, bijvoorbeeld, hadden we 800 eters. Wij willen activeren en adviseren door mini-businessnetwerken – Bouwcorner, Travelcorner, Horecacorner en straks ook nog een HR-corner – op te zetten, waardoor bedrijven uit dezelfde branche met elkaar in contact komen. Een groot verschil met sponsoring zoals die vroeger gebeurde: factuurtje betalen en gedaan.

‘De infrastructuur is goed, op maat van KV Oostende. We zitten met een budget van iets meer dan 16 miljoen, waarmee we op de zesde of zevende plaats staan, maar als ik kijk naar ons team van medewerkers zitten we écht in de top zes. Ik ben opgegroeid in Heist en wie toen naar Oostende wilde, moest over die drukke kustlaan. Door de aanleg van de A11 rijd je veel vlotter van de oostkust naar de Versluys Arena, een belangrijke troef. En, niet onderschatten: op KV Oostende is het altijd feest, voor en na de match.’

Nog altijd? Wij hadden het gevoel dat sommige sponsors vooral het kielzog van Marc Coucke opzochten en na zijn vertrek afhaakten.

Callant: ‘Dat was minimaal. Je had mensen die tot de inner circle van Marc wilden behoren en die zijn inderdaad vertrokken, maar met hoeveel kan je rond één mens staan? Vier, vijf? Een aantal draaide voortdurend rond Marc, zelfs tot op de dansvloer. Allemaal gezien. ( lacht) Ik sta liever boven, op mijn gemak, maar ik heb wel al meer leads – zakelijke contacten – aangeleverd.

‘De zuivere commerciële inkomsten zijn gestegen, dankzij het netwerk van Patrick Orlans en ons kantoor, dat een grote leadgenerator kan zijn: reders, transportfirma’s, verzekeringsmaatschappijen… Marc zat hier met bedrijven waar hij aandelen in had ( onder anderen Durbuy Adventure, Mithra, La Petite Merveille, Pairi Daiza, Smartphoto, nvdr) en we zijn blij dat ze aan boord blijven, maar nu is de basis veel breder en daardoor worden ook de risico’s meer gespreid. En: straks zullen we op basis van de ranglijst van de laatste vijf seizoenen wellicht een paar honderdduizend euro meer aan tv-rechten krijgen.’

Maar u bent geen mecenas. ‘We hebben onze interne groeidoelstellingen voor dit jaar opgetrokken van 3 naar 4 procent’, zei u aan Trends. Ook Callant Verzekeringen moet beter worden van uw engagement in KVO.

Callant: ‘Absoluut. In december of januari was daar nog geen sprake van, tot er plots een opportuniteit was en ik moest beslissen: spring ik op de kar of niet? Veel werk, ja, maar dat heeft me nooit afgeschrikt. Ik voel me niet goed als ik niets te doen heb. Passion is hard to beat. KVO is een enorm businessnetwerk, want álles moet verzekerd worden.

‘Ik heb gesponsord in triatlon, handbal, basketbal en volleybal – en doe dat nog altijd bij Hermes Volley en BC Oostende -, maar dat zijn B-sporten. Met alle respect hoor en ik vind dat ook niet oké, maar er zijn slechts twee A-sporten: wielrennen in de periode rond de Vlaamse klassiekers, waarna de belangstelling weer afvlakt, en voetbal, dat met lengten voorsprong de grootste commerciële hefboom is.’

Sportieve dromen

Hugo Broos had geen ervaring als sportief directeur, maar hij voldeed wel aan een belangrijke kernwaarde: integriteit. Dat speelde mee?

Callant: ‘Heel zeker. Een idee van Patrick Orlans en ik voelde dat het goed zat. Zijn voetbalnetwerk kan nog uitgediept worden, maar hij heeft ondertussen wel een scoutingapparaat opgezet – wat onbestaande was -, met aan het hoofd Guy Ghysel. Een echte Oostendenaar die we, net als andere mensen, in ere hebben hersteld. Hugo straalt rust, standvastigheid en integriteit uit. Ik probeer ook in voetbal zekerheid te zoeken, bij Hugo vond ik dat.

‘Dat had ik ook met Gert Verheyen. Na ons gesprek zei hij: ‘Peter, ik voel iets.’ Gert is ook een gevoelsmens. Hij had met andere eersteklassers gesproken, maar het ging niet over de essentie. Wij praatten niet over geld of over voetbal, maar probeerden elkaar te ontdekken. Wie ben je? Wie ben ik? Voelen we elkaar aan? Wat kunnen we voor elkaar betekenen? Dat had Gert in die andere gesprekken niet gevoeld.

‘Ik heb de wijsheid niet in pacht, maar ik kies voor een formule waarvan ik denk dat we in de toekomst succesvoller kunnen worden. Eerst kijken naar de binnenkant, dáár verbinding proberen te maken en pas later over de buitenkant – zoals bijvoorbeeld de loonfiche – spreken. De relatie tussen Hugo, Gert en ik zit goed. Er is wekelijks overleg, op een vaste dag en vast uur, maar we horen elkaar dagelijks.’

Wat is uw rol in dat sportief overleg?

Callant: ‘Ik wil in ieder geval niet de eerste viool spelen, daarvoor heb ik voetbalverstand binnengehaald. Gert staat voor de ploeg, Hugo is sportief directeur en ik ben de voorzitter, die anderen hun job moet laten doen. Pas als je iets kan loslaten, ontstaat er ruimte voor creativiteit en innovatie. Je moet andere mensen verantwoordelijkheid geven, waardoor ze zich kunnen ontwikkelen. Bottom-up, niet omgekeerd. Dat is mijn stijl en zo zal het ook bij KVO zijn.’

Hoe kijkt u naar de prestaties op het veld?

Callant: ‘Van de tien inkomende transfers waren er, zonder namen te noemen, slechts vijf succesvol. Van de andere vijf hebben we af en toe al iets gezien, sommige nieuwe jongens hebben nog te weinig getoond. Is dat een goed gemiddelde? Zeven of acht op tien is beter. ( lacht)

‘We hebben nog altijd onze referentiematch niet gespeeld. Op Antwerp was het wel goed, maar daar heeft de VAR ons drie keer in de steek gelaten. Het is heel moeilijk om in het voetbal op lange termijn te denken. Er zullen altijd spelers vertrekken, net zoals dat ook in het bedrijf gebeurt, maar ik denk dat we met ons DNA het verschil kunnen maken. Niet door ze beter te betalen. Ze moeten KVO zien als een club die Gert Verheyen en Hugo Broos binnenhaalt, en die kansen geeft aan jonge spelers zoals Wout Faes en Indy Boonen.

‘Elke dag progressie maken en hopen op een uitschieter tegen een van de grote clubs, dat zou ons seizoen kleuren. En als we volgende week een topprestatie op Moeskroen leveren en een goede loting hebben, dan is er misschien in de Beker van België iets mogelijk, zeker na de vroege uitschakeling van een pak topclubs. Naar een bekerfinale gaan als nieuwe voorzitter van KV Oostende, daar droom ik van. Maar dromen zijn bedrog zeker?’