Glen De Boeck: ‘Tachtig procent van mijn werk is peoplemanagement’
Dinsdag speelt KV Kortrijk in de terugwedstrijd van de halve finale van de Croky Cup tegen Racing Genk voor een plaats in de bekerfinale. Glen De Boeck verklaart de opmerkelijke wederopstanding van de Kerels onder zijn leiding. ‘Dit is de compleetste kern waarmee ik ooit werkte.’
In interviews laat hij niet na te benadrukken dat het DNA van KV Kortrijk bij hem past en dat hij snel zijn draai vond in deze club. Maar dat moet Glen De Boeck ons toch eens uitleggen. Hij voetbalde twaalf jaar voor Anderlecht, begon bij de grootste club van het land ook zijn trainerscarrière en gaat sindsdien door voor een op alle vlakken veeleisende coach. Terwijl hij nu in een uitgeleefd stadion met een schrijnend gebrek aan ruimte werkt, op een hoofdveld dat zijn spelers afwisselend een patattenveld, een zandbak en een modderpoel noemen, alsook op een oefenterrein waarvan hij zich onlangs tijdens een training liet ontvallen dat het zelfs niet verantwoord is om er koeien op te steken.
Frustratie is nooit een goeie raadgever. Daar moeten we met deze groep nog meer stappen in zetten.
Glen De Boeck
‘En toch voel ik mij hier goed’, zegt hij. ‘Het is natuurlijk een voordeel dat ik mijn eigen staf kon implementeren. Bovendien weet je dat je niet naar een topclub gaat en stel je je in op deze faciliteiten. Het is een mentale kwestie. Je probeert wel de professionele vooruitgang in gang te zetten, maar je moet ook rekening houden met de financiële middelen die er beschikbaar zijn. Het is constant oplossingen zoeken, zelfs om een rustig plaatsje te vinden om eens afzonderlijk met een speler te kunnen spreken. Zo moeten we bijvoorbeeld voor een ingewikkelde pass- en trapvorm verhuizen naar het kunstgras op de jeugdacademie, want hier is dat onmogelijk. Tegen volgend seizoen zal alles heraangelegd worden, met een nieuw drainagesysteem, maar tot dan zal het behelpen en improviseren zijn. Aan ons om er het beste van te maken.’
Flexibiliteit
Het is een oefening in realiteitszin en flexibiliteit. ‘Absoluut. Daar leg ik bij mijn spelers ook de nadruk op: hou rekening met de werkelijkheid, pas je aan, verspil geen energie aan wat je niet kunt veranderen. Ook tijdens onze driedaagse teambuildingstage in eigen land na de winterstop werden ze uit hun comfortzone gehaald. Terwijl andere ploegen in het zonnetje aan het trainen waren, zaten wij in Nieuwpoort in de kou te werken. Maar vraag eens aan een routinier als Christoph Lepoint hoe blij hij was dat hij na een revalidatie van drie maanden in een fitnesszaal in Waregem eindelijk buiten kon, wat aan zee op dat moment ook de omstandigheden waren. Mocht Elohim Rolland, die nog lange tijd binnen moet revalideren, nu mogen meedoen op een patattenveld, dan springt hij een gat in de lucht.
‘Iedereen moet beseffen dat bij KV Kortrijk voetballen een privilege is. Er zijn miljoenen mensen die in hun plaats willen zijn. Die daar onder dat schuine plafond onder de staantribune een maaltijd zouden willen nuttigen, ook al riskeren ze er elke keer hun hoofd te stoten. ( lacht) Die elke dag zouden doen wat ze moeten doen, ook al spelen ze vandaag en morgen niet en overmorgen misschien wel. Dat beseffen profs soms niet en daar moet je veel op hameren. Eigenlijk is dat al een job op zich. Tachtig procent van mijn werk is peoplemanagement. De maatschappij is veranderd, spelers zijn minder hard voor zichzelf geworden, het moet allemaal wat gemakkelijker gaan, maar daar ga ik niet in mee. Dat is ook de reden waarom ik hier een heel sterke, gedifferentieerde staf samenstelde, om mee toe te kunnen kijken dat er niet te veel geklaagd en gezaagd wordt en dat er gewerkt wordt zoals het hoort. Voor volgend seizoen vind ik het belangrijk dat er een mental coach bijkomt. Die kan een stuk van het mentale aspect van mijn job wegnemen, als klankbord voor mij dienen en met de specifieke tools waarover hij beschikt individueel met spelers werken. Ik ben hoogsensitief en voel soms aan dat er iets scheelt met iemand en hij daarom zijn beste niveau niet haalt, maar je weet: voetballers tonen doorgaans niet graag hun kwetsbaarheid. Mijn ervaring is wel dat eens je ze in beweging krijgt, ze daarin willen meegaan en er dan ook de meerwaarde van erkennen.’
Dat geldt ook voor hemzelf, bekent hij. ‘Zeker. Ik leerde intussen dat voor mij vooral een positieve benadering belangrijk is, om niet te blijven hangen in dingen die niet lukken. In het verleden is dat wel eens een probleem geweest. Vooral bij Cercle was dat het geval: ik kwam van Anderlecht, waar alles perfect geregeld was, en vond dat het er niet snel genoeg vooruitging. In drie jaar maakten we er nochtans een grote vooruitgang, maar op bepaalde momenten ben ik blijven haperen in zaken waarin je beter geen energie steekt. Ook in Beerschot en Venlo maakte ik het een paar keer mee. Frustratie is nooit een goeie raadgever. Daar moeten we met deze groep nog meer stappen in zetten. Er is in voetbal altijd een volgende actie en veel spelers blijven soms steken bij bijvoorbeeld een beslissing van de scheidsrechter waar ze het al dan niet terecht niet mee eens zijn.’
Duidelijkheid
Waarom gaat het sinds de trainerswissel zo goed met KV Kortrijk?
Glen De Boeck: ‘Ik denk: als je in de loop van het seizoen ergens moet overnemen, is er niet veel tijd, dus is het belangrijk dat je snel detecteert wat er fout gaat, snel beslissingen neemt, snel duidelijkheid schept en snel handelt. Misschien is het geen toeval dat ik in die omstandigheden zowel bij Waasland-Beveren en Moeskroen als hier in Kortrijk mijn eerste wedstrijd won. Je moet de problemen op het veld onderkennen op basis van je eigen voetbalfilosofie en van welk profiel je op welke plaats wil en daarmee aan de slag gaan. Ik koos voor een ander, vast systeem met een bijna compleet andere invulling: in vergelijking met mijn voorganger staan er bij mij meestal op acht van de elf posities andere spelers. De wederopstanding is gebeurd met dezelfde spelersgroep. Dit is trouwens de compleetste kern waarmee ik ooit werkte. Het is ook een toffe groep, die erg aan elkaar hangt. Er zit een goeie dynamiek in en er zijn weinig problemen. En als er zich stellen, los ik ze op. Zo stuurde ik zopas VladimirKovacevic naar de B-kern, een disciplinaire maatregel omdat hij drie keer in drie dagen een afspraak niet respecteerde. Dat kan ik echt niet laten passeren, want anders wordt het hier een kiekenkot. Ik hoop dat hij tot inzicht komt, zich excuseert en er beter van wordt, zo niet wordt het een moeilijk verhaal. Maar ik herhaal: dit is een topgroep. Er zitten speciale karakters in, maar beter speciaal dan geen karakter. Aan mij om dat te beheren en te zorgen dat elk met zijn eigenheid optimaal functioneert in het geheel.’
Waardering
Wat is jouw belangrijkste interventie geweest?
De Boeck: ‘Ik denk: mensen opwaarderen. Jérémy Perbet is een garantie op doelpunten en moet je bij een club als Kortrijk opstellen. Idir Ouali is in mijn ogen altijd al een goeie speler geweest, dus die haalde ik uit de B-kern. Hij gedraagt zich voorbeeldig en vliegt momenteel over het veld. Gary Kagelmacher kwam in conflict met de vorige coach omdat hij geen rechtsback wou staan en is voor mij de beste centrale verdediger in de kern. Het gaat ook over inzicht in wie het best met wie functioneert en hoe je er het beste geheel van maakt. Je moet er altijd voor zorgen dat er in je ploeg voldoende van elk facet van voetbal aanwezig is: atletisch vermogen, kopkracht, techniek en loopvermogen. De beste positie van Teddy Chevalier vind ik op de rechterkant. Niet tegen de lijn, want daar verliest hij met zijn scorend vermogen van zijn kwaliteiten. Maar met veel vrijheid, op voorwaarde dat hij zoals iedereen zijn defensieve taak doet. Daar praatte ik met hem lang over. Want het gaat dus ook om peoplemanagement, om mensen dingen te laten inzien en te laten begrijpen. Daar kruipt heel veel tijd in, maar voor mij is het een uitdaging om het beste in iedereen naar boven te kunnen halen.’
De tijd van de wilde dromen is al lang voorbij. Ik leerde de vluchtigheid van het trainersbestaan te accepteren.
Glen De Boeck
Ontspanning
Hoe was het leven als werkloze trainer?
De Boeck: ‘Meer ontspannen natuurlijk. Het was een mooie zomer, dus ik kon veel golfen en ik ben ook veel op reis kunnen gaan. Maar na een tijd begint het toch te kriebelen. Begin november was ideaal om weer aan de slag te gaan, want het weer werd slechter. ( lacht) Je weet als trainer dat je een tijd thuis kunt zitten. Soms neem je zelfs vrijwillig een sabbatjaar, omdat je in deze job toch aan een veel sneller tempo leeft en het goed kan zijn om eens een periode van bezinning en bijscholing in te schakelen. Ik volgde cursussen over onder meer peoplemanagement. Ook als werkloze trainer ben je bezig met je ontwikkeling, maar het belangrijkste blijft uiteraard praktijkervaring te kunnen opdoen. Eerder was ik al een paar keer in beeld geweest bij een andere club, maar werd er uiteindelijk voor iemand anders gekozen.’
Bij Cercle Brugge?
De Boeck: ‘Ja, ik ben daarvoor in Monaco geweest en tot twee dagen voor de aanstelling van Frankie Vercauteren leek alles erop te wijzen dat ik trainer van Cercle ging worden. Tot ik een sms kreeg van Filips Dhondt. Blijkbaar was er in de laatste 48 uur om de een of andere reden een totale ommekeer geweest.’
Wat na dit seizoen? Je praat al over volgend seizoen bij KV Kortrijk, maar jouw contract loopt maar tot eind dit seizoen.
De Boeck: ‘Als ik hier volgend seizoen niet meer ben, zal de volgende trainer er zijn voordeel mee doen dat alles al geregeld is. Het is mijn taak om het zomertrainingskamp te organiseren. Het zou van slecht management getuigen mocht ik daar nu niet mee bezig zijn. Op dit moment vervul ik gewoon mijn contract. Ik ben hier gekomen om de club voor degradatie te behoeden en hoewel zich dat nog niet vertaalde in een contractverlenging denk ik wel dat ze tevreden zijn over hoe er in de staf gewerkt wordt.’
Voorzitter Joseph Allijns verklaarde onlangs in Het Laatste Nieuws: ‘Zijn kwaliteiten als trainer had hij al bewezen, maar nu bleek zijn drive ook heel groot…’ Was in het verleden jouw drive niet heel groot gebleken?
De Boeck: ‘Ik denk dat mijn drive altijd al heel groot is geweest, als speler en als trainer. Maar je weet hoe dat gaat: één iemand stuurt zoiets de wereld in, dat gaat een eigen leven leiden en daar kun je je niet tegen verdedigen. Vroeger maakte ik mij daar druk in, maar ik leerde ook om dat niet meer te doen. Tachtig procent van de mensen die al met mij werkten, willen morgen weer met mij werken. Daar zal toch een reden voor zijn?’
Verbondenheid
Wat is de belangrijkste evolutie die je tot nu toe als trainer maakte?
De Boeck: ‘Vooral dat ik vroeger misschien wel te vaak iedereen probeerde te laten functioneren zoals ik functioneer. Daarmee bedoel ik: redelijk perfectionistisch, tot in het extreme toe. Misschien liet ik toen iets te veel de details primeren op het grotere geheel. Dat kan ik nu beter loslaten. Ik focus meer op het grotere geheel, van het individu en van het collectief, dan dat ik mij nog verlies in details waar ik eigenlijk geen energie in zou mogen steken. Misschien is de perceptie anders, maar tot nu toe deed ik als trainer al veel meer goeie dan slechte dingen. Ik hoop wel dat ik eens voor een iets langere tijd bij een club kan blijven. Dat hangt af van de juiste ambities bepalen en van het juist evalueren van het werk van een coach. Ik denk wel dat dat hier in Kortrijk mogelijk is.
‘Weet je waar ik bij mijn ontslag in Moeskroen het meest van afzag? Niet van het ontslag op zich, want ik snapte dat wel. Door aanhoudende stemmingmakerij van bepaalde personen gaan supporters vroeg of laat ook een bepaald standpunt innemen. Als je terugkeert van Sint-Truiden en je treft je wagen tussen aan elkaar vastgemaakte dranghekken aan met twee kartons eieren ertegenaan gegooid, dan besef je dat het uit de hand loopt. Zoals je ook begrijpt wanneer in Anderlecht de samenwerking met René Weiler eindigt nadat zijn vrouw op straat is aangevallen en nadat de supporters om zijn ontslag riepen op het moment dat zijn ploeg hier in Kortrijk op voorsprong was gekomen. Was mijn ontslag te verantwoorden? Ja, want de realiteit was dat de situatie niet meer houdbaar was. Was het terecht? Neen, want de mindere resultaten waren het gevolg van het beleid. Maar het moeilijkst te verteren was dat ik afscheid moest nemen van een heel goeie staf. Van mensen met wie er een heel sterke band was gegroeid en met wie je met het beschikbare materiaal heel goed werk had geleverd. Dat ze je dat onterecht afpakken, doet pijn. Ook hier is er al een bepaalde chemie ontstaan, dus het zou spijtig zijn mocht die verbondenheid al verbroken worden.’
Wat wil je zeker nog doen in je carrière? Welke wilde dromen zou je nog graag realiseren?
De Boeck: ‘De tijd van de wilde dromen is al lang voorbij. Ik leerde de vluchtigheid van het trainersbestaan te accepteren. Er zijn natuurlijk wel nog veel dingen die ik zou willen doen, zoals prijzen pakken met de ploegen die ik nog zal leiden, maar vooral: blijven evolueren als coach en als mens. Ik hoop ooit ook nog eens in het buitenland aan de slag te kunnen gaan. Voor de rest zal stap voor stap bepaald worden waar het met mijn carrière naartoe zal gaan.’
Positivisme
Je vraagt journalisten tegenwoordig positieve verhalen te schrijven. Voelde je je voorheen te negatief beoordeeld?
De Boeck: ‘Ik vind dat er in het algemeen te veel negativiteit is. Dat is niet alleen de schuld van de pers. Maar mochten er in onze maatschappij meer positieve zaken belicht worden, dan zou er volgens mij minder negativiteit in de wereld zijn. Dat betekent niet dat de media niet meer kritisch mogen zijn, maar wel met de bedoeling om grondig inzicht te verwerven in wat er gebeurt en niet om alles af te breken.
‘In Waregem verdienen ze een pluim. Geen enkele trainer overleeft een 3 op 33, maar daar maakten ze intern wel de juiste analyse, behielden ze Francky Dury en deden ze een drietal gerichte transfers. Dat vind ik knap. Ik hoop dat veel beleidsmensen daar eens bij stilstaan. Dat betekent niet dat het voor een trainer niet op kan zijn. Hier was het duidelijk op. Het bewijs daarvan is dat het met hetzelfde materiaal nu wel lukt. Hein Vanhaezebrouck leverde in Gent prima werk, maar het was op. Daarom zijn ze er met Yves Vanderhaeghe meteen in een positief verhaal kunnen stappen. Maar soms is het niet op, wordt de analyse van het transferbeleid niet gemaakt en wordt de trainer toch buitengezet.’
Hoe gaat het privé met jou? Het is al een tijdje geleden dat we nog eens iets lazen over je liefdesleven.
De Boeck: ‘Ja, hé ( lacht), maar dat ga ik dan ook niet meer doen, want dat is mij lang blijven achtervolgen. Laat het ons bij het voetbal houden. Momenteel gaat het op alle vlakken heel goed met mij. Maar ik blijf er rustig bij, omdat ik weet dat er andere periodes komen. In het leven gaat het met ups en downs. Het allerbelangrijkste is dat alle mensen rond mij gezond zijn. Aan de rest moeten we gewoon alle dagen werken.’
Hoogsensitief
Tijdens het interview liet Glen De Boeck zich ontvallen dat hij hoogsensitief is. ‘Ik weet dat omdat ik mij daarop liet testen, ‘ zegt hij, ‘omdat ik dat voelde en daar veel over las. Het voordeel is dat je veel aanvoelt, bijvoorbeeld met welke energie iemand binnenkomt. In mijn job is dat belangrijk, want daar kan je dan mee aan de slag. Dus is dat voor een trainer een interessante gave. Maar er is ook een nadeel aan verbonden: je neemt veel op, ook negativiteit, wat soms vermoeiend is. Je moet opletten dat je niet overprikkeld raakt en niet alles binnen laat komen, want dan vindt dat zijn weg in je gedrag. Dat leerde ik intussen niet meer te doen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier