Even grillig als geniaal: het levensverhaal van Franck Berrier
Vrijdagmiddag maakte KV Oostende het droevige nieuws bekend: Frank Berrier is op 37-jarige leeftijd overleden aan een hartstilstand tijdens het lopen. De Franse voetballer speelde zo goed als zijn hele carrière in België. Relaas van een roetsjbaanloopbaan.
Door Jonas Creteur en Christian Vandenabeele
Dit stuk verscheen in Sport/Voetbalmagazine van 14 december 2016.
‘Gezien welke voorzetten Berrier vandaag rondstrooide? Die kerel is geniaal!’ Kevin Roelandts spaart zijn lof niet, na de 4-0 zege van Zulte Waregem tegen Anderlecht, op 19 oktober 2008. In een regie van de Fransman, met onder meer een assist naar Mbaye Leye, heeft Essevee paars-wit net in de Gaverbeek ondergedompeld. Opmerkelijk: in de eerste competitiematch waarin Berrier zélf boven water komt, al op de achtste speeldag, na een lange aanpassingsperiode. Hij zal het later ‘de belangrijkste wedstrijd uit zijn carrière’ noemen. Want eindelijk was de Grote Doorbraak daar, op zijn dan al 24e.
De Normandiër droomde nochtans van véél meer. Al van wanneer hij als kind naar de matchen van FC Argentan trekt, een ploegje uit de Division d’Honneur waar vader Gérard speelt. Terwijl pa al lang in de kantine zit, voetbalt hij er tot na middernacht in zijn eentje op het terrein. Daar, en op het veldje vlak naast hun woning in het dorpje Argentan, schaaft de kleine Franck aan zijn traptechniek, de spelers nabootsend van het toen grote Olympique Marseille. De ploeg van zijn dromen, gecoacht door Raymond Goethals, de enige Belg die hij dan kent.
Groot is dan ook de vreugde wanneer hij op zijn dertiende een plaats krijgt in het gerenommeerde Centre de Formation van Ligue 1-club Stade Rennes. Dat hij slechts één dag per maand naar huis kan, is zelfs geen opoffering. Franck voelt zich de koning te rijk en maakt meteen indruk – trainers noemen hem zelfs een Zidane-type. Dat veelbelovende vooruitzicht brokkelt echter langzaam af wanneer de tengere tiener fysiek achterblijft op zijn leeftijdsgenoten. Aangezien Rennes streeft naar Ligue 1-niveau en de Normandiër daarvoor letterlijk tekort lijkt te zullen schieten, moet hij al op zijn 17e zijn koffers pakken. Officiële reden: te slechte schoolresultaten…
Na één seizoen bij FC Argentan duikt een nieuwe club op: MS Caen. Berrier krijgt er op zijn 19e een profcontract en hoopt eindelijk van de Ligue 1 te kunnen proeven, maar het blijft bij minihapjes: amper twee korte invalbeurten. Het knokkersvoetbal in de onderste regionen van de Ligue 1 en, en na de degradatie, in de Ligue 2, is geen spek voor zijn bek.
Fred Vanderbiest noemde Berrier ‘de Einstein’ van zijn team.
Na drie jaar moet Franck met lege handen terugkeren naar Argentan. Hij is twintig en leeft thuis drie maanden van stempelgeld, doelloos ronddobberend. Een traumatiserende periode die hem doet inzien dat hij professioneler moet worden. Bij Rennes en Caen waant Berrier zich immers al vroeg een ster, met een Audi TT onder de kont, genietend van de vrouwelijke aandacht en casinobezoeken. Ook op het veld straalt de nonchalance van hem af.
De drie maanden aan de dop blijken het keerpunt. Bruno Roux, een trainer die hij nog kent van bij Caen, haalt de 22-jarige Fransman naar AS Beauvais, een club uit de CFA, de vierde klasse. Berrier moet er als profspeler tussen de jongeren in het opleidingscentrum slapen, maar het motiveert hem om Beauvais in 2006 naar de titel te loodsen. Ook in de National, de derde klasse, drijft zijn talent boven: 17 assists en 8 goals. Het levert een transfer naar reeksgenoot Cannes op, en ook daar blinkt de Normandiër uit: 15 beslissende passes en 12 doelpunten.
Alles of niets
Berrier beseft echter dat hij zijn tijd aan het verkwisten is en twijfelt niet wanneer Zulte Waregem aan zijn mouw trekt. Eddy Mestdagh, hoofdscout van de fusieclub, volgt hem al van bij Beauvais, al was hij toen nog in dienst van KV Kortrijk. Berrier tekent, tot ongenoegen van KVK, een driejarig contract bij Essevee, een alles-of-niets-poging om zijn carrière op het juiste spoor te krijgen, richting de top.
Het avontuur in het land van Raymond Goethals blijkt aanvankelijk echter een nare droom: de timide Fransman praat alleen met de Algerijn Zahir Zerdab en coach Francky Dury kijkt weinig naar hem om. In de eerste seizoensweken telt Berrier vooral splinters op de bank.
Op training laat hij zich, al van bij het begin, echter wél opmerken, met verre afstandsschoten en risicovolle, soms geniale passes. Na een sterke oefenmatch tegen Heerenveen krijgt de middenvelder eindelijk zijn eerste basisplaats, tegen Anderlecht – met het bekende gevolg.
De maanden erna ontpopt Berrier zich tot de ‘Franck Ribéry van de Gaverbeek’. Geen toeval, die bijnaam, want naast hun voornaam, spelstijl en kleine gestalte (1m70 en 1m73), hebben beiden ook passages in de lagere klassen van het Franse voetbal en langs het stempellokaal gemeen. Een vergelijking die de Normandiër bevalt: hij wil net als zijn idool Ribéry ooit assists uitdelen bij Marseille. Want zo verlegen hij naast het veld lijkt, zo uitgesproken is hij, in élk interview, over zijn brandende ambitie. Zulte Waregem is niet meer dan een springplank.
Groot is dan ook de ontgoocheling wanneer na vier goals – vier sublieme afstandsschoten in de winkelhaak – vijftien assists en een vijfde plaats voor Essevee (in het seizoen 2008/09) alleen Standard, KRC Genk en FC Köln vage interesse tonen. Berrier tekent dan maar bij tot 2013, maar verklaart tegelijkertijd: ‘Vólgend jaar wil ik zeker vertrekken.’
De frustratie mondt uit in motivatie en in het seizoen 2009/10 wordt hij weer assistkoning, met dertien stuks, plus vier doelpunten. Net voor de start van de (allereerste) play-off 1, op KV Mechelen, scheurt hij echter de kruisbanden van zijn knie af. Een transfer is dan het verste van zijn gedachten, maar ironisch genoeg lukt het deze keer wél: Standard legt een miljoen euro op tafel, met bonussen per gespeelde match. Voor een speler die, zo luidt de diagnose, nog minstens een halfjaar out is, maar T1 Dominique D’Onofrio is overtuigd van Berriers kwaliteiten. Die gelooft ook zelf in een terugkeer bij Le Petit Marseille, zoals hij Standard omschrijft. ‘Over twee jaar kom ik in aanmerking voor de Gouden Schoen.’
Na een eerste knieoperatie volgt echter een moeizaam herstel en een tweede ingreep, in oktober 2010. Pas begin februari 2011, na bijna elf maanden revalideren, staat hij als kersvers vader van een eerste dochtertje, opnieuw op het veld. In de laatste zes competitiematchen deelt Berrier nog drie assists uit, maar in de play-offs speelt hij, wegens een kuitblessure, geen minuut.
Terug naar de Gaverbeek
Onder nieuwe coach José Riga manifesteert de Fransman zich in augustus en september van het volgende seizoen even als de nieuwe regisseur van Standard, maar na een vormdip houdt Riga hem tijdens de rust van de fameuze 5-0-pandoering op Anderlecht in de kleedkamer. Berrier kwijnt gefrustreerd weg in de concurrentiestrijd met Ignacio González en raakt tot Nieuwjaar niet meer van de bank. Hij mag en wil weg, maar geen club die hem écht wil. Tot hij zélf Zulte Waregem contacteert: of het een terugkeer ziet zitten? Essevee, in acute degradatienood en met de eveneens teruggekeerde Dury als nieuwe coach, hapt graag toe. Berrier tekent een contract voor 3,5 jaar en haalt, samen met die andere verloren zoon, Mbaye Leye, de fusieclub vlug uit de gevarenzone. Met onder meer twee assists (en twee voorassists) in de 4-2-zege tegen… Standard.
Ondertussen scheldt Berrier José Riga uit voor hypocriet, wijt hij zijn mislukte passage bij de Rouches aan de bestuurswissel Luciano D’Onofrio – Roland Duchâtelet, – ‘misschien besliste die over de opstelling’ -, en zegt hij, voor de zoveelste keer, weg te willen uit Waregem. ‘De redding is een feit. Ik heb mijn job gedaan.’
Geen (top)club zit echter te wachten op de Normandiër. Een zoveelste tegenvaller, die hem het volgende seizoen (2012/13) echter opnieuw vleugels geeft. Vóór Nieuwjaar deelt hij niet alleen acht assists uit, maar scóórt hij ook elf keer. ‘Ik denk meer aan mezelf’, verklaart Berrier, die op een lucratieve transfer blijft azen. Dat een swingend Zulte Waregem uitzicht krijgt op de titel én de voorronde van de Champions League, maakt hem niet uit. Nog tijdens play-off 1 klinkt het: ‘Tijd om een financiële slag te slaan’ – de Esseveefans nemen het hem niet in dank af.
Bovendien is Berriers vormcurve gekelderd, overschaduwd door de stralende Thorgan Hazard. Na een handgemeen op training leeft hij met ploegmaat Mbaye Leye ook maanden in onmin. Die verwijt hem een luierik te zijn – Berrier was nooit een trainingsbeest -, de Fransman verwijt de spits dat hij een te grote mond heeft. De spanning op de breuklijn ontlaadt helemaal wanneer ze thuis tegen KRC Genk (0-4) ruziën over wie een penalty mag nemen. Berrier geeft een treiterend tikje tegen de bal, Leye mist vervolgens de elfmeter en slaat daarna op de kaak van zijn ploegmaat. ‘Volgend seizoen is het hij of ik bij Zulte Waregem!’, briest de Senegalees meteen na affluiten.
Na een verzoeningspoging van Dury excuseert hij zich de dag erna wel openlijk voor zijn tirade. Vooral Berrier wordt geslachtofferd: een week later wisselt Dury hem, bij een 2-0 op Lokeren, al bij de rust. En na een comeback in de tweede helft op Daknam (2-3) houdt de coach de Fransman tegen Club Brugge én in de titelmatch op Anderlecht voor het eerst dat seizoen uit de basiself. Twee keer ‘mag’ Berrier invallen, in de 91e minuut en na de pauze, wat hij telkens als een vernedering ervaart.
Een walvis
Zijn verhaal bij Essevee lijkt over, maar de geïnteresseerde clubs knappen af op de te hoge vraagprijs (één miljoen euro), Berriers leeftijd (29) en zijn grillig parcours/karakter. De Fransman moet gedwongen aan de Gaverbeek blijven, aast dan maar op een contractverlenging tot 2016, maar botst op een njet. Dury heeft immers zijn zinnen gezet op Sven Kums en moet van het bestuur kiezen – beiden zijn financieel niet haalbaar. Dury gaat voor Kums én Hazard als zijn nieuwe nummer tien, maar gunt Berrier op de dag voor het afsluiten van de zomermercato nog een laatste invalbeurt, in de slotminuut tegen… Anderlecht, bij 3-3. Even later kopt uitgerekend de Fransman de 4-3 binnen – een bitterzoet afscheid.
De volgende dag wordt zijn vertrek aangekondigd: Zulte Waregem leent Berrier uit aan promovendus KV Oostende, dat een aankoopoptie voor twee jaar heeft als het niet zakt. Tegen de zin van de middenvelder – KVO is allerminst zijn gedroomde topclub -, maar 100.000 euro tekengeld verzacht de pijn. Bij Oostende is nieuwe sterke man Marc Coucke in zijn nopjes, net als coach Fred Vanderbiest. ‘We hebben geen grote vis gevangen, maar een walvis.’ De Einstein van zijn team, zal hij hem zelfs later noemen.
Einstein is belangrijk in het spel van de nieuwe eersteklasser. Met onder meer acht assists, maar weliswaar geen enkele goal, leidt Berrier KVO naar het behoud. Daarna laat hij zich opereren aan de schouder die in zijn carrière al zo’n vijftiental keer uit de kom schoot.
Ook in zijn tweede seizoen (2014/15) laat de Fransman zijn ploeg af en toe swingen. Maar ook in een andere gedaante valt hij geregeld op: als ‘de bleke, sloffende spelmaker’, ‘de alibivoetballer’, ‘de verwaande pseudovedette’ die zijn dik contract niet rechtvaardigt. Vanderbiest komt almaar meer onder druk om hem naast de ploeg te zetten en doet dat uiteindelijk ook een drietal matchen.
Onder Yves Vanderhaeghe, de nieuwe coach, begint Berrier in zijn derde seizoen op de bank. Na de knieblessure van Michiel Jonckheere komt hij weer in de ploeg en tegen (opnieuw) Anderlecht beleeft hij zijn eerste gloriemoment. De toegenomen concurrentie maakt hem sterker, verklaart hij. Maar wanneer hij in oktober zes wedstrijden op rij invaller is en KVO ook de herfsttitel zonder hem aan de aftrap binnenhaalt, wordt het hem te veel. In La Dernière Heure zegt Berrier dat hij niet begrijpt waarom hij op de bank zit en dat hij het hypocriete voetbalwereldje beu is. Maar ook: dat hij een huis aan de kust kocht, dat zijn vrouw en kinderen er gelukkig zijn, dat hij tot zijn 36e bij KVO wil spelen en daar zijn carrière hoopt af te sluiten. Zowel in de terugronde als in play-off 1 blinkt de middenvelder (alweer) uit tegen Anderlecht en benadrukt hij: ‘Het mooiste cadeau dat het bestuur me kan geven is dat het de optie op een extra contractjaar licht.’ Die verbintenis loopt immers af in juni 2017.
Scherp houden
Onaantastbaar is Berrier echter evenmin in het huidige seizoen, zijn vierde campagne aan zee. Pas op speeldag negen verschijnt hij voor het eerst aan de aftrap. Maar sindsdien staat hij er weer in en de laatste weken liet Einstein weer staaltjes van zijn talent zien, met goals tegen Standard (2), Anderlecht en Genk, aangevuld met drie assists.
Op 2 februari wordt hij 33 jaar.
De Gouden Schoen zal de Normandiër ook dit seizoen niet winnen. Maar intussen speelt hij wel bij een topclub – althans bij een club die momenteel aan de top speelt. De optie op een extra contractjaar waarnaar hij zo verlangt, is echter nog niet gelicht. Het is niet zeker dat KVO dat ook zal doen. Misschien zal het wel een nieuw contract voorstellen, maar aan andere voorwaarden. Maar misschien ook helemaal niet. Het kan helpen om de grillige Berrier een héél seizoen scherp te houden. En dan drijft zijn genialiteit vanzelf boven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier