Een duik in de bloedrode boekhouding van Standard
De financiën van Standard staan weer op springen. Met als gevolg tal van tegenstrijdige analyses, vlammende uitspraken en alarmerende geruchten. Maar hoe zien de financiën van Standard er nu uit?
Nadat in de zomer bekend raakte dat hij in het kapitaal van Standard zou stappen, had François Fornieri zich opvallend gedeisd gehouden in de media. Tot vorige week dan, toen hij met veel precisie voor het eerst de verbale trekker overhaalde. Het leek wel alsof hij de voorbije drie maanden zijn speech tot vervelens toe had ingestudeerd. De grote baas van Mithra liet weten dat zijn bankiers hem hadden gewaarschuwd dat Standard in de toekomst geconfronteerd zou kunnen worden met ernstige financiële en/of juridische problemen.
Die plotse onthulling roept vraagtekens op aangezien Fornieri ruim de tijd had gekregen om de rekeningen van Standard uit te pluizen. Wellicht kunnen zijn verklaringen niet los gezien worden van het communiqué waarin de Rouches meedeelden dat de onderhandelingen met Fornieri waren stopgezet. Een paar weken nadat was uitgelekt dat de schuldenberg opgelopen was tot 51 miljoen euro, werd de boel in de Vurige Stede nog wat meer opgejut door de uitspraken van de zakenman.
Standard moet binnen de twaalf maanden een gat vullen van meer dan 12 miljoen euro. Terwijl er amper 2 miljoen euro op de bankrekening staat.
Financiële onrust is een steeds terugkerend fenomeen op Standard. Vooral na de overname van het stamnummer 16 door Bruno Venanzi. De oorzaak van de turbulenties is simpel: bij gebrek aan liquiditeit om een operatie van die grootteorde te financieren ging de nieuwe voorzitter ermee akkoord dat de twintig miljoen euro die Roland Duchâtelet destijds uit de clubkas had gehaald niet opnieuw in de club geïnjecteerd moesten worden. Op die manier kon hij de overnameprijs gevoelig laten dalen.
Daarnaast gebruikte Venanzi het geld dat op de rekening van de club staat om zijn schuld van tien miljoen euro aan Duchâtelet, die hij kon spreiden over vijf jaar, af te lossen. De schatkist kreeg ferme klappen waarvan ze nooit echt is kunnen herstellen en dat euvel werd ook meegenomen in het oordeel van de licentiecommissie. ‘Het negatief nettoresultaat van ruim 14 miljoen euro op datum van 31 december 2019 wordt niet door voldoende fondsen gedekt. Anderzijds is er op basis van de cashflowverklaringen een groot gebrek aan liquiditeit aangetoond.’
In de kleedkamer waren ze zich op een gegeven moment ook bewust van de liquiditeitstekorten: bij het ingaan van de lente waren de spelers zowaar nog aan het wachten op de tweede schijf van hun tekenpremies. Standard kon een administratieve klip omzeilen door onder andere meer duidelijkheid te verschaffen over de verkoop van het stadion. Die financiële transactie diende louter om de lege geldtrommel te spijzen na een ambitieuze mercato die de grenzen van de redelijkheid ruim overschreden had.
Vorstelijke lonen
Hoewel hij het nooit publiekelijk heeft willen toegeven, maakte Michel Preud’homme wel degelijk zijn comeback in Luik om de landstitel naar Sclessin te brengen. Volgens ingewijden behaalt MPH zijn meeste successen in zijn tweede seizoen aan het hoofd van een club en toen het zover was bij Standard stortten de Luikenaars zich met een nooit geziene eetlust op de transfermarkt. Er werd in totaal 32 miljoen euro uitgegeven om elf nieuwe spelers naar de boorden van de Maas te halen. De oorlogskas die bij elkaar was geschraapt na de uitgaande transfers van Christian Luyindama, Moussa Djenepo en Razvan Marin, werd in ijltempo verbrast.
Preud’homme profiteerde van zijn dubbele pet als bestuurslid en sportief directeur om de kern kwantitatief te versterken. Wat ook gepaard ging met een substantiële verhoging van de loonmassa. Na twee seizoenen onder de orders van Preud’homme stegen de lonen van 29,8 naar 38,9 miljoen euro per jaar. Met die toename hees Standard zich naast Club Brugge en werd het enkel nog overvleugeld door Anderlecht dat bijna verdrinkt in het financiële moeras dat het zelf gecreëerd heeft. De Brusselaars kunnen echter rekenen op een meer bemiddelde voorzitter om de structurele verliezen op te vangen.
Op Sclessin kampen ze ook met een structureel begrotingstekort, maar het voorval met de licentiecommissie heeft het bestuur blijkbaar toch aan het denken gezet. Want sinds het begin van de lente geeft Standard de indruk dat het resoluut heeft gekozen voor een bezuinigingsbeleid.
Boekhoudkundige kunstgreep
De wintertransfers van Paul-José Mpoku en Renaud Emond, gevolgd door de contractbeëindigingen van Pedro Luis Cavanda, Sébastien Pocognoli en Orlando Sá en de niet-verlenging van het dure trainerscontract van Preud’homme passen perfect in de nieuwe strategie van de Luikenaars. Het afscheid van al die grootverdieners gekoppeld aan een minder gewaagde transferpolitiek – de twee miljoen euro die het spendeerde aan Jackson Muleka worden beschouwd als een toptransfer – hebben overduidelijk een positief effect gehad op de loonmassa van de Rouches.
Maar het uitgespaarde bedrag komt niet in de buurt van de schulden die de club binnen het jaar moet aflossen. Volgens de balans die eind oktober ingediend werd, is er een schuld op korte termijn van 24,2 miljoen euro en bedragen de vorderingen op korte termijn slechts 11,6 miljoen euro. Een simpel rekensommetje leert dat Standard binnen de twaalf maanden een gat moet vullen van meer dan 12 miljoen euro. Terwijl er amper twee miljoen euro op de bankrekening staat. De verkoop van Mërgim Vojvoda bracht wat geld op. Maar waarom weigerde Standard een lastminutebod van West Ham United op Samuel Bastien?
De laatste joker van Standard in het streven naar een begroting in evenwicht is Zinho Vanheusden. In de gepubliceerde jaarrekening van de Rouches wordt een bedrag van zestien miljoen euro vermeld voor de toekomstige verkoop van Vanheusden waarvan alle modaliteiten al werden vastgelegd. Voor Standard was dat een middel om elf miljoen euro, die als schuld ingeboekt staat, te doen verdwijnen uit de passiva en de resterende vijf miljoen euro die Inter doorstortte bij te schrijven. De Italiaanse club was maar wat blij dat het met dat in de zomer van 2018 opgezette manoeuvre de financiële waakhond van de UEFA kon ontlopen.
Na de export van Djenepo en Marin en de oprichting van hun immobiliënvehikel, moet de verkoop van Vanheusden de laatste grote boekhoudkundige kunstgreep zijn voor de club van Venanzi. Met het naderende einde van het verblijf van Mehdi Carcela en Duje Cop op Sclessin en met het vertrek van Vanheusden staat het zo goed als vast dat Standard op het einde van het seizoen verlost zal zijn van zijn drie zwaarste contracten. Daarmee zou de loonmassa teruggebracht worden naar een niveau dat meer conform is aan de huidige status van de club.
Intussen hebben grote namen zich verzameld in het nieuwe immobiliënbedrijf van Standard dat eigenaar is van Sclessin. Volgens L’Echo heeft Nacer Chadli zich gemeld als investeerder en zullen de aandelen die oorspronkelijk bestemd waren voor Fornieri overgenomen worden door bestuurslid Jean-Yves Reginster. De man is in Zwitserland gedomicilieerd en is de voormalige eigenaar van een villa die vandaag dienst doet als hoofdkwartier van Protection Unit. Volgens de laatste jaarrekening was ene Fornieri bestuurder bij Protection Unit… Luik is klaarblijkelijk een groot dorp.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier