Waarom Kevin De Bruyne de beste middenvelder ter wereld is
Gearriveerd in Engeland als een speler die veel ruimte bestreek en voortdurend de diepte zocht, is Kevin De Bruyne als voetballer veranderd. In het shirt van Manchester City is de Belg de beste middenvelder ter wereld geworden.
Er is een tijd voor certitudes en die van Kevin De Bruyne is duidelijk aangebroken. Op het eerste gezicht overlopend van zelfvertrouwen speelt de spelmaker van Manchester City bij elk optreden een nieuwe partituur van hoog niveau, telkens hij zijn hemelsblauw werkplunje aantrekt. Het contrast is groot tussen de voetballer van nu, die zekerheid brengt en gul is met inspanningen, en de voetballer van vroeger, die ooit in een wedstrijd tegen Roeselare nog aan de rust zijn gele schoenen inruilde voor zwarte, uit bijgeloof.
Onze herinneringen aan de jonge De Bruyne gaan terug naar een speler die vanaf de linkerflank acteerde. Van daaruit kon hij zich overgeven aan twee passies die hij al van bij de jeugd koesterde: schieten en dribbelen. Passies die hij altijd wilde beleven, vandaar dat hij soms de lip liet hangen als Charly Musonda, techniektrainer van de jeugd bij Gent, besliste om die dag een keer aan wat anders te werken. De Bruyne wilde dribbelen en schieten, en niks anders. Vooral dat schot werd een obsessie. Toen hij naar Genk verhuisde en dubbele sessies trainingswerk voor de voeten kreeg, op de terreinen van de topsportschool én op die van de club, gebruikte hij de vele uren extra werk om zijn traptechniek te verfijnen. Daar, in de beschutting van het Limburgse groen, scherpte de Gentenaar zijn wapen dat van hem nu de meest beslissende middenvelder op deze voetbalplaneet maakt.
Bij City komt De Bruyne binnen als een hyperactief kereltje in een bejaardentehuis.
Kevin De Bruyne is dit seizoen op weg om voor de derde keer in vier jaar onder Pep Guardiola de beste passeur van de Premier League te worden. Dit seizoen zit hij al aan zestien assists in de competitie, iets waarmee hij goed op weg is om het record van Thierry Henry (die in 2002/03 twintig goals in een seizoen aanbracht) te verbreken. De Bruyne en Mesut Özil deden al eerder pogingen om beter te doen, maar strandden op een zucht.
In de grootste vier competities ter wereld creëert niemand per wedstrijd meer grote doelkansen dan De Bruyne: gemiddeld 3,7 key passes, dat zijn passes die leiden naar een schot op doel. De metamorfose van de flankspeler naar centrale middenvelder is daarmee in goed één decennium volledig afgewerkt. Meer nog: van de linkerflank is De Bruyne een centrale middenvelder geworden die het liefste uitwijkt naar de rechterkant. Aangetrokken door het doel zoals een jongen die als kind ervan droomde om spits te worden, heeft De Bruyne geleerd om een middenvelder te zijn. En niet zomaar een middenvelder. Zonder twijfel de beste ter wereld.
Een counterspeler
Het internationale niveau dat De Bruyne nu bereikt, werd gevormd in Duitsland. Om te beginnen in Bremen, maar vooral bij Wolfsburg. Anderhalf jaar in dienst van de Wolven heeft de luwte van de fabrieksclub van Volkswagen hem geholpen. De weinige media-aandacht die die club kreeg, vergoelijkt de mindere prestaties en zet vooral de zeer goeie in de verf. Daar kon De Bruyne acclimatiseren en vervolgens exploderen. Het seizoen 2014/15 sluit hij er af met 21 beslissende passes: in de Bundesliga een absoluut record. Het zet Bas Dost, de Nederlandse spits van de ploeg, plots in staat om even hoog te vliegen als Robert Lewandowski of Pierre– Emerick Aubameyang in het klassement van de doelschutters. Het tactische schema waar beiden garen bij spinnen is quasi elke keer hetzelfde: De Bruyne wijkt uit naar de flank, gooit zijn bal voor doel in de zestien en Dost gebruikt daar zijn kwaliteiten om er een doelpunt van te maken. ‘Kevin ziet alles’, vatte de Nederlander de kwaliteiten van zijn ploegmaat samen.
Zich bewust van het talent dat hij in handen heeft zet Dieter Hecking een systeem op poten dat volledig in dienst van De Bruyne is, zodat hij zijn kwaliteiten het beste kan ontwikkelen. De voorliefde van de Gentenaar gaat uit naar diepte, een talent dat hij dankzij een grote motor ook kan blijven herhalen. Bovendien is zijn traptechniek ook nog eens bovengemiddeld. Op de rechterflank plaatst Hecking daarom vaak Daniel Caligiuri, een Duitser met Italiaanse roots zonder voorliefde voor veel diepgang. Caligiuri haakt vaak af en geeft zo De Bruyne, gedreven door zijn instinct als roofdier, ruimte om toe te slaan. Die duikt om de haverklap de ruimte in, houdt zijn tegenstanders op afstand en deelt perfecte voorzetten uit aan zijn maats.
Ik weet hoe een actie gaat verlopen, nog voor ze plaatsvindt.’ Kevin De Bruyn in The Telegraph
‘Kevin bezit als voetballer een ongelooflijk oog voor gaten’, legt Hecking in die periode uit. Hij beseft dat hij een fenomeen mag begeleiden. ‘Van mij krijgt hij de vrijheid om zich over de hele lengte van het veld te verplaatsen, omdat hij altijd zoekt naar ruimte.’ Het feit dat Hecking de rest van zijn elftal zeer goed structureert en zijn voetbal vooral baseert op verticale omschakeling, vergemakkelijkt deze taak.
Het talent van De Bruyne wordt uiteraard opgepikt door andere teams. Men noemt hem bij Bayern, dat de mond vol heeft van onze landgenoot, zeker vanaf het moment dat hij speler van het jaar wordt in de Bundesliga. Franck Ribéry laat zich in de kolommen van Bild evenwel tot deze kritische noot verleiden: ‘Kevin is een super voetballer, maar niet zoals Arjen Robben of ik. Kevin is geen speler die, bal aan de voet, een dribbel zoekt en zo de tegenstander probeert uit te schakelen. De Bruyne is uitstekend op de counter, met ruimte voor zich. Alleen is die bij Bayern zeer beperkt.’
Uiteindelijk zal het de Premier League zijn, met zijn non-stop heen-en-weervoetbal, dat De Bruyne in de armen sluit. Zijn nieuwe club heet Manchester City, dan nog onder leiding van Manuel Pellegrini die een rustig spel voorstaat. Het team wordt op het veld immers geleid door de krachtige, maar tegelijk ook nonchalante Yaya Touré.
Guardiola
Bij de Citizens komt De Bruyne binnen als een hyperactief kereltje in een bejaardentehuis. Zijn rol bestaat er vooral in om dynamiek te brengen, diepgang en verticaliteit in een kern die vooral wordt bemand door voetballers met een voorliefde voor de bal. Niet met liefhebbers van ruimte. Zijn manager ziet voor hem veel mogelijkheden. ‘Kevin kan op drie posities uit de voeten. In de rug van de aanvaller, of op de twee flanken. Hij is super dynamisch en zijn voetbal is zeer direct.’
Het paradoxale is dat de koning van de passes in Duitsland zijn eerste seizoen in Engeland afsluit met meer doelpunten (16) dan assists (12), alle competities bij elkaar geteld. Op het einde van de zomer – na een lang uitputtend seizoen dat City tot in de halve finale van de Champions League brengt en nadat hij tijdens het EK als een geest over de Franse velden dwaalde – heeft De Bruyne een ontmoeting die zijn carrière een beslissende wending zal geven: Manuel Pellegrini wordt beleefd naar de uitgang van het Etihad Stadium begeleid en geeft zijn plaats door aan Pep Guardiola.
De komst van de Catalaanse technicus gaat overal gepaard met discussies over tactiek. Wie gaat hij dit keer op een voor hem onverwachte positie droppen? Welke speler zal dit keer door zijn aanpak worden getransformeerd? De parallel die in het geval van De Bruyne het meeste wordt getrokken, is die met Toni Kroos. Dat was een aanvallende middenvelder die vanuit alle hoeken naar doel schoot, tot hij het pad van Guardiola kruiste. Sindsdien is de Duitser de maestro van Real Madrid, die veel lager op het veld terrein bestrijkt. En dat na slechts een jaartje bij Bayern onder de hoede van de ex-coach van Barcelona.
Zou De Bruyne eenzelfde traject volgen, was de vraag?
Het antwoord was: niet direct. In de eerste maanden van de samenwerking tussen De Bruyne en Guardiola plaatst die hem in een klassieke 4-3-3 in een rol rechts op het middenveld. Het uiterst strikte positiespel van de Catalaan botst op dat moment op zijn eerste limieten. In de omschakeling mist City voetballers met goeie voeten. Om uit die patstelling te raken, inspireert de coach van City zich op … een kwalificatiewedstrijd van de Rode Duivels tegen Estland. De Belgen winnen met 8-1 en die avond plaatste Roberto Martínez De Bruyne vlak voor de defensie, naast Axel Witsel.
Guardiola speelt daarmee in de kaart van zijn Rode Duivel. Een speler waarop, zoals Vincent Kompany het aanhaalde bij zijn komst naar City, ‘het verloop van een wedstrijd niet echt van invloed is op zijn voetbal.’ De Bruyne wordt de as rond wie het voetbal van de Skyblues draait. De man die de ballen uit de voeten van de centrale verdedigers komt halen en die overbrengt naar de aanvallende helft van het terrein. Goed beseffend wat zijn kwaliteiten zijn en die van zijn ploegmaats wat hoger op het veld – jongens als Raheem Sterling of Leroy Sané – past De Bruyne zich moeiteloos aan. ‘De spelers rond me zijn zeer goed in een man-tegen-mansituatie. Ik ben eerder het type passeur.’
Als de koning van het voetbal de koning van de passing is, dan lijkt de Belgische kroonprins steeds dichter bij de troonopvolging te komen.
Pep Guardiola beseft al heel snel dat deze De Bruyne alleen niet volstaat. Hij is onmisbaar in de omschakeling, of het lanceren van de aanval, maar hij mist hem in de zone van de waarheid. Daar waar hij ook in staat is het verschil te maken. KDB de organisator is de man die in de hele as kan uitblinken. ‘Omdat hij behoort tot die categorie van voetballers die in staat zijn om 360 graden te kijken, die in de beide richtingen het spel kunnen volgen en het hele terrein overzien’, looft Xavi, expert in de materie tijdens een interview met El País. Huidig Arsenalmanager Mikel Arteta, op dat moment nog adjunct van Guardiola, dicht De Bruyne een nieuwe dimensie toe: ‘Pep heeft hem een nieuwe manier geschonken om de zaken te zien en wedstrijden te controleren. Hij begrijpt nu het veld, zijn ploeg, het spel en de combinaties. Hij weet nu wat voetbal van hem vraagt.’
Basketbal
De Bruyne verandert, maar blijft wel een agressieve speler. Nooit stopt hij met het gelijk geven van Manuel Pellegrini die de reden voor zijn aanwerving indertijd zeer eenvoudig omschreef: ‘We hebben Kevin De Bruyne aangeworven omdat hij in staat is om te scoren of te laten scoren.’
Omdat dit een zeer waardevolle dimensie is en omdat De Bruyne misschien wel de beste speler is om gevaar te creëren, wat het scenario van de wedstrijd ook is, cultiveert Guardiola dit aspect van zijn voetbal. Altijd aandachtig voor wat er in andere sporten omgaat, is de Catalaan met name gefascineerd voor het basketbal en vooral voor de georchestreerde aanvallen in die sport. Die kunnen, indien goed uitgevoerd, op een gegeven moment ‘niet meer te verdedigen zijn.’
Guardiola creëert daarom de perfecte actie, die moet uitmonden in een magische toets van KDB: hij laat het spel van de Citizens vooral verlopen langs de rechterkant, waar een buitenspeler het veld zo groot mogelijk moet houden, zowel in de lengte als in de breedte. Zodra die speler betrokken is in het spel, mag die de bal doorspelen aan De Bruyne, die vertrekt vanuit een centrale positie. Het is aan onze landgenoot om tussen de lijnen de ruimte te vinden. Door de komst van Rodri, die voor de defensie de boel in de haten houdt, kan De Bruyne zich helemaal concentreren op de taak die voor hem in het offensief is uitgetekend. In één tijd kan hij dan voorzetten, met een parabool die voor de verdedigers onmogelijk te onderscheppen valt en voor een doelman buiten bereik blijft. Het zijn ballen waar hij een patent op heeft en die haast altijd pijn doen. Sergio Agüero of Sterling kunnen er alleen maar blij mee zijn. Net als statistici. De Bruyne is de beste passeur van 2017 én 2018 en lijkt goed op weg om na een seizoen dat door blessures de mist in ging, dit jaar opnieuw hetzelfde te doen. Daarmee hijst hij zich op gelijke hoogte van Frank Lampard, Cesc Fàbregas en David Beckham. Als we moeten vergelijken, is het vooral met die laatste dat we echt parallellen kunnen trekken, ook omwille van de kant van waaruit ze worden bestuurd. De opstelling die Guardiola uitdokterde stelde de Bruyne in staat om, met die enkele seconden van vrijheid zodat hij niet moet beginnen dribbelen, zijn kwaliteiten te tonen die behoren tot de grootste acrobaten ter wereld.
En van daaruit gaat het heel snel. Soms zegt hij zelfs ‘de toekomst te kunnen zien. Ik weet hoe een actie gaat verlopen, nog voor ze plaatsvindt’, aldus betrokkene in een recent interview met The Telegraph.
Het is duidelijk dat zijn ploegmaats het ook weten. Vandaag zijn de voorzetten van De Bruyne haast even gevaarlijk als een strafschop. ‘Voor mij is hij de beste spelverdeler ter wereld’, besluit Roberto Martínez. ‘Omdat Kevin in staat is een assist te geven, nog voor iemand anders zelfs de tijd vond om die te zien.’
De fenomenale statistieken van KDB
Als we kijken naar de statistieken over de passes, dan zien we de naam van Kevin De Bruyne overal opduiken. Te beginnen bij de assists uiteraard. Met 16 beslissende passes in de Premier League is de Belg de onbetwiste referentie over de grootste vier competities (Duitsland, Engeland, Italië en Spanje). Zijn naaste achtervolger Jadon Sancho, de dynamische vleugelspeler van Dortmund, ligt op twee lengtes.
Ook in termen van expected assists (de ‘verwachte’ assists dus, in functie van de positie vanwaar de pass vertrekt) is De Bruyne de koning van de grootste vier competities, met 11,91 expected assists. Zijn eerste achtervolger is iemand die ook geregeld perfecte voorzetten vanop rechts aflevert, namelijk Trent Alexander-Arnold, de flankverdediger van Liverpool.
Ook in de categorie ‘gecreëerde kansen’ is KDB de nummer één (96 sinds het begin van het seizoen). Hij moet de koppositie alleen afstaan in de meer gespecialiseerde klassementen. Zo gek is dat niet wanneer je concurrent in de hiërarchie daar Lionel Messi heet. De Argentijn van Barça doet beter dan De Bruyne qua tough passes (ballen in de rug van de verdediging), smart passes (die een linie doorbreken en zo een aantal tegenstanders in de wind zet) en deep completions (geslaagde passes vlak bij het vijandelijke doel). Maar KDB is telkens de runner-up en de enige die in de buurt komt van Messi in die klassementen.
Als de koning van het voetbal de koning van de passing is, dan lijkt de Belgische kroonprins steeds dichter bij de troonopvolging te komen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier