Tactiek voor beginners: de inverted wingback
Elke maandag legt Sport/Voetbalmagazine een tactisch concept uit, op voorzet van zijn lezers. Vandaag les 2: de inverted wingback.
Wat houdt de term in?
Een inverted wingback, of een ‘omgekeerde’ vleugelverdediger, is een back die in balbezit naar het centrum komt. Normaal gesproken dweilt een links- of rechtsback in aanvallend opzicht de flank af en zorgt hij voor overlapping met zijn vleugelaanvaller door buitenom te gaan. De inverted wingback doet het omgekeerde en komt bij balbezit het centrale middenveld te versterken.
‘Inverted’ betekent hier dus niet een rechtsvoetige op links en een linksvoetige op rechts, zoals bij een inverted winger (flankaanvaller), maar wel dat zijn taak ‘omgekeerd’ is: naar binnen komen, in plaats van buitenom gaan.
Lees ook: Tactiek voor beginners: de valse 9
Guardiola, what else?
Toen Pep Guardiola na een sabbatjaar in 2013 arriveerde bij Bayern München, kreeg hij een ploeg in handen met heel andere kwaliteiten dan voordien bij FC Barcelona. Daar teerden zijn spitsen Henry, Villa, Eto’o en anderen voornamelijk op diagonale loopacties en doorsteekpasses van Messi, Iniesta of Xavi.
Bij Bayern beschikte hij met Mandzukic en later Lewandowski over een stormram voorin en met Ribéry en Robben flankaanvallers die met de bal aan de voet naar binnen kwamen om te scoren of met assists te strooien.
Om hen de optimale omstandigheden te bieden, een één-tegen-één-situatie, koos Guardiola ervoor om zijn backs Alaba en Lahm of Rafinha niet te laten overlappen en een twee-tegen-twee te creëren, maar om hen naar het centrum te laten komen.
Het gevolg: de aanvallende middenvelders Müller (van opleiding een spits) en Kroos of Götze konden veel hoger en dichter bij de spits spelen. Een ongeziene tactische zet, of toch niet? Volgens sommigen haalde Pep daarvoor de mosterd bij voetbalfilosoof Marcelo Bielsa, die al op het WK 2010 Arturo Vidal vanop de rechtsachter liet inschuiven als extra middenvelder.
Een ongeziene tactische zet, of toch niet? Volgens sommigen haalde Pep de mosterd bij voetbalfilosoof Marcelo Bielsa.
De reden waarom de backs naar het midden moeten komen in balbezit, heeft ook te maken met wat er gebeurt in balverlies. Guardiola’s ploegen spelen meestal zo dominant dat de tegenstander vooral op de counter teert. Door meer volk in het centrum te hebben, kan eventueel balverlies sneller gecorrigeerd worden en de omschakeling in de kiem gesmoord worden.
Als de tegenstander er toch uitkomt, moeten de flankverdedigers ook minder meters teruglopen dan wanneer ze hoog bij de zijlijn staan. In zekere zin is het dus bijna een verdedigende ingreep, maar wel één die ervoor zorgt dat een ploeg het balbezit zo domineert dat ze haar tegenstander geleidelijk aan verstikt.
Ook in de opbouw bieden de inverted wingbacks voordelen: er zijn simpelweg meer opties om een aanval op gang te brengen door met vijf spelers centraal te staan, de zone die Guardiola het liefst wil beheersen.
Het nadeel is dat een tegenstander daar ‘makkelijk’ kan op reageren door het centrum helemaal dicht te metselen, waardoor de match op slot geraakt. In dat geval moeten de wingbacks goed hun moment kiezen om breed te blijven of centraal te komen.
De inverted wingback vandaag
Hoe moeilijk de rol van inverted wingback is, bleek toen Guardiola overstapte naar Manchester City. Ook daar wou hij Leroy Sané en Raheem Sterling op de flank in een één-tegen-één met hun tegenstander brengen.
Met David Silva en Kevin De Bruyne beschikte hij over twee middenvelders die liever op 10 dan op 8 speelden. Daarvoor had hij inverted wingbacks nodig. Vleugelverdedigers Bacary Sagna en Gaël Clichy liepen echter volledig verloren op het voor hen onvertrouwde middenveld.
Guardiola gaf de inverted wingback in zijn debuutseizoen al snel op en spendeerde nadien 65 miljoen euro aan Cancelo, 57 miljoen aan Mendy, 53 aan Walker en 30 miljoen aan Danilo, in zijn zoektocht naar de geschikte vleugelverdediger.
En toch speelden bijvoorbeeld vaak Oleksandr Zintsjenko, van opleiding een aanvallende middenvelder, of de rechtsvoetige middenvelder Fabian Delph als linksachter. Ervaring om als extra centrale middenvelder te fungeren bleek dus minstens even belangrijk als de traditionele kwaliteiten als back.
Dankzij Anderlecht en vooral City-adept Vincent Kompany maakte ook België van naderbij kennis met de inverted wingback. Ook hun experiment toonde nogmaals aan hoe moeilijk het concept in de praktijk is. Toen Vercauteren overnam, verdween de inverted wingback dan ook snel.
Toch liet Anderlecht ook zien hoeveel voordelen het systeem kan hebben als het goed wordt uitgevoerd. Vooral Sieben Dewaele, opnieuw een middenvelder van opleiding, kreeg de taak als rechtsvoetige linksachter om naar binnen te komen als extra aanspeeloptie. In het bekerduel op het veld van Beerschot leidde dat rechtstreeks tot de 1-1.
Een mooi voorbeeld van wat een inverted wingback offensief teweeg kan brengen. Door een extra man in het midden, krijg je overwicht in die zone en moet de tegenstander keuzes maken.
Anderzijds heeft het paars-witte experiment en zelfs het Manchester City van Pep Guardiola aangetoond dat het een extreem moeilijk uit te voeren tactisch concept is, dat bijna alleen absolute topspelers op het gepaste moment kunnen toepassen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier