Real Madrid: wat betekende het vertrek van Cristiano Ronaldo?
Het vertrek van Cristiano Ronaldo luidde bij Real Madrid een nieuw tijdperk in. Een terugkeer op aarde na negen jaar tussen de sterren.
De rekken in de boekenwinkels zijn gevuld met voetbalboeken, onvermijdelijk in de aanloop naar een groot toernooi. We zijn anno 2016 en het EK in Frankrijk staat voor de deur. Uiteraard vinden we Michel Platini terug op een van de covers. De gewezen nummer 10 van Juventus vertelt in Parlons Football over zijn passie voor en zijn visie op het voetbal. Hij benadrukt het specifieke karakter van zijn geliefde sport. ‘Omdat het zo moeilijk is om een doelpunt te maken, krijg je in het voetbal meer verrassingen dan in andere sporten. Ploegen leggen zich niet zomaar neer bij de wet van de sterkste. Een doelpunt is van onschatbare waarde omdat het eerder zeldzaam is.’
Dit seizoen komen vooral de beperkingen van Casemiro in de schijnwerpers te staan, alsof Real met tien aanvalt.
Met die woorden grijpt Platini terug naar wat hij jaren eerder al verkondigde: de perfecte voetbalwedstrijd eindigt op 0-0, want alle doelpunten vallen na een fout van de tegenstander. Maar als dat klopt, heeft Cristiano Ronaldo dan nooit een perfecte wedstrijd gespeeld tijdens zijn Madrileense jaren? In de negen seizoenen waarin de Portugese ster in het witte shirt van de Koninklijke voetbalde, kwam hij aan het indrukwekkende gemiddelde van een doelpunt elke 84 minuten. Als je daarbij nog zijn assists telt, dan was CR7 tussen 2009 en 2018 betrokken bij 581 doelpunten van Real Madrid. Elke 65 minuten zorgde Ronaldo voor een goal. Dat in een sport waarin gemiddeld, volgens de berekeningen van David Sally in zijn boek The Numbers Game, slechts om de 69 minuten iets aan de score verandert.
Negen seizoenen lang tartte Cristiano Ronaldo de wetten van de voetbalsport. Hij verhief Real Madrid boven elke logica en was dé sleutelfiguur die de club van voorzitter Florentino Pérez drie opeenvolgende Champions Leaguetrofeeën bezorgde. Het spreekt voor zich dat het vertrek van de Portugees naar Juventus een immense leegte teweegbracht bij de Spaanse voetbalgrootmacht. Je kan de eerste maanden onder trainer en Spaanse ex-bondscoach Julen Lopetegui dan ook enkel beoordelen op basis van die volledig nieuwe realiteit.
Het real van CR7
Cristiano Ronaldo ontpopt zich al snel tot dé offensieve leider van Real Madrid. Na een – naar zijn normen – aanpassingsjaar onder Manuel Pellegrini, komt hij helemaal onder stoom onder zijn illustere landgenoot José Mourinho. Vanaf 2011 gidst die de club weer tot in de halve finale van de Champions League, een stadium dat Real niet meer heeft bereikt sinds 2003, maar waaruit het sindsdien al zeven jaar op rij niet meer weg te denken is. Mourinho coacht Ronaldo bovendien naar meer dan 50 doelpunten per jaar. Zes jaar op rij zal CR7 dat duizelingwekkende aantal overschrijden. Slechts de jongste twee seizoenen komt hij iets minder tot scoren (zie kader).
Het volledige offensieve compartiment van Real Madrid is gericht op de troeven van de Portugese Terminator. Mourinho bouwt de beste tegenaanval ter wereld uit, met Karim Benzema, Xabi Alonso, Ángel Di María en vooral Mesut Özil, die de supersonische benen van Cristiano lanceren. De doelpunten stapelen zich op en Ronaldo evenaart de buitenaardse statistieken van Lionel Messi. Hij wordt een onmisbare pion voor zijn trainers, zoals Carlo Ancelotti erkent in zijn boek Mes Secrets d’Entraîneur: ‘Door te blijven scoren, bleven de moeilijkheden van onze ploeg verborgen. Dankzij zijn prestaties bleven wij onze tocht naar de top onafgebroken voortzetten.’
Onder Zinédine Zidane liggen Ronaldo’s allerbeste jaren op atletisch vlak achter de rug. Hij is niet meer de man die als een hazewind de flank kan afdweilen. Zijn snelheid is een beetje afgenomen, maar zijn flair op het voetbalveld neemt alleen maar toe. In de grote rechthoek kent hij nauwelijks zijn gelijke met zijn fantastische trap en buitengewone sprongkracht, die hem op hoge voorzetten haast onklopbaar maken. Het Madrileense voetbal krijgt van een aantal volgers de koosnaam ‘de katapult’: de ballen worden constant in de box gedropt, in het bijzonder door Daniel Carvajal, die zijn voorzetten soms zonder kijken lanceert. Statistisch gezien zou dat zijn vruchten niet mogen afwerpen, maar eens te meer tart Ronaldo de voetbalwetten. Hij verlaat Madrid met een Champions Leaguecampagne waarin hij 15 keer scoort en zo zijn club voor de derde keer op rij de trofee schenkt. Real Madrid zal zich moeten heropbouwen zonder zijn kwaliteiten.
De tijd van Ronaldo, die garant stond voor ‘gratis’ goals, is definitief achter de rug.
Neymar of niemand
Enkele dagen voor het einde van het WK, kondigt Cristiano Ronaldo aan dat hij voor Juventus gaat voetballen. Iedereen verwacht dat er kort daarop een grote naam in Madrid zal neerstrijken om het vertrek te compenseren van een speler die goed is voor een 50-tal doelpunten per jaar. De naam die het vaakst geciteerd wordt, is die van Eden Hazard. Maar enkele belangrijke bestuursleden van la Casa Blanca uiten hun twijfels. De statistieken die de Belgische maestro kan voorleggen, kunnen hen niet overtuigen – Hazard haalt immers nog niet de cijfers die hij wat later onder Maurizio Sarri wél zal halen.
Voorzitter Florentino Pérez zweert bij een andere klassevoetballer, Neymar. Er stelt zich echter een groot probleem: de deal is te complex om op een paar weken tijd te beklinken. De Braziliaanse vedette van PSG ligt al in het vizier van Pérez sinds hij in eigen land bij Santos furore begon te maken. Hij is een van die zeldzame spelers die quasi elke wedstrijd goed is voor een doelpunt. Sinds hij in Europa voetbalt, zit hij aan een gemiddelde van een goal per 79 minuten. Ter vergelijking: Eden Hazard haalt bij Chelsea een gemiddelde van een goal per 135 minuten.
Een jaar voor het vertrek van Ronaldo gooide Real zich in de strijd om potentieel veelvuldig toekomstig Gouden Balwinnaar Kylian Mbappé naar Madrid te halen. Volgens bronnen dicht bij de Spaanse recordkampioen, zou het Franse wonderkind geopteerd hebben voor PSG omdat hij daar de garantie kreeg op meer speelminuten. In Madrid vreesde hij door de aanwezigheid van Isco, Bale, Benzema en Ronaldo vaker dan hem lief was op de bank te belanden. Gareth Bale opofferen, was dan weer geen optie voor Pérez. De voorzitter is een grote fan van de Welshman, die hij voor héél veel geld wist te strikken en die een sleutelrol speelde bij twee van de vier overwinningen in de Champions League op vijf jaar tijd.
Julen en Toni
De nieuwe trainer Julen Lopetegui moet het daarom stellen met één enkele aanvallende versterking, Mariano Díaz. Real haalt de Spanjaard van Dominicaanse afkomst terug naar de Spaanse hoofdstad door middel van een terugkoopclausule na een jaar Lyon, afgesloten met 21 doelpunten. Daarmee heeft de Koninklijke een wisseloptie voor Benzema, maar nog geen vervanger voor Cristiano Ronaldo. Om die leemte in te vullen, rekent het bestuur op het Spaanse wonderkind Marco Asensio. Florentino Pérez predikt geduld in plaats van het clubkapitaal te investeren in spelers die voor hem tweede keuze zijn. Na de drie op een rij in de Champions League kan Real het zich veroorloven om in het slechtste geval een overgangsjaar door te maken.
Omdat de offensieve slagkracht is afgenomen, verlegt Lopetegui het hart van Real Madrid met enkele meters. Na jaren waarin de rest van het team in functie speelde van de kwaliteiten van CR7, geeft de nieuwe trainer zijn ploeg in de voeten van Toni Kroos. De Duitse middenvelder is de nieuwe verantwoordelijke voor het spel dat los Blancos op de mat brengen, waarbij alles veel meer georganiseerd en voorbereid verloopt als het Madrid van Zidane. Met gemiddeld 64 procent balbezit en 89,9 procent geslaagde passes, maakt Real voortaan ook in Europa deel uit van de ploegen die de bal opeisen. Onder Zizou deinsde het team er niet voor terug om het leer aan de tegenstander te laten.
Meer en meer speelt het spel zich bovendien af op de linkerhelft van het terrein, waar Kroos het liefst opereert en de combinatie zoekt met Ramos, Marcelo, Isco en Benzema. Real kiest ervoor om de bal daar rond te spelen, om dan snel van flank te wisselen met een magische trap van Kroos of Ramos. Op rechts moet een eerder geïsoleerde Gareth Bale met zijn snelheid het verschil proberen te maken. Er wordt specifiek getraind, maar de dreiging blijft beperkt. Veel spel voor weinig doelpunten, is voorlopig de conclusie. De tijd van Ronaldo, die garant stond voor gratis goals en voor punten zonder dat er een uitgekiemd idee nodig was, is definitief voorbij.
Daarnaast wordt in het huidige systeem de aanwezigheid van Casemiro op het middenveld problematisch. Bij het Real van Zidane was de Braziliaan noodzakelijk omdat hij met zijn defensieve kwaliteiten het uitmuntende maar soms chaotische aanvalsgeweld in evenwicht hield. Dit seizoen komen vooral de voetbaltechnische beperkingen van Casemiro in de schijnwerpers te staan, alsof Real met tien aanvalt. Het Atlético Madrid van Diego Simeone, dat van pressing op de tegenstander in balbezit, en in het bijzonder op de zwakke schakels van de tegenstander, zijn handelsmerk maakt, legde de achilleshiel van Real al pijnlijk bloot tijdens de Europese supercup.
Begin van de crisis
Real begint aan de competitie 2018/19 met Kroos voor de verdediging, in een driehoek met de punt naar achter, vervolledigd door Isco en Dani Ceballos. Met Casemiro en later ook Luka Modric, vermoeid na een voor hem persoonlijk en voor zijn land Kroatië zeer succesvol WK, in de basis start het team van Lopetegui voortvarend: 13 op 15 en een klinkende zege tegen AS Roma in de Champions League. Benzema en Bale vinden de weg naar doel en lijken de theorie te bevestigen dat hun talent als doelpuntenmaker geblokkeerd werd door de almachtige Cristiano Ronaldo.
Maar dan begint de crisis. In het Estadio Ramón Sánchez Pizjuán van Sevilla, waar Real al vaker een blauwtje liep, lijkt de magie uitgewerkt. Op de huid gezeten door Pablo Sarabia voelt Kroos zich ongemakkelijk met de bal aan de voet. Hij blijkt niet in staat te voetballen met een strikte individuele mandekking. Het plan van Lopetegui stuikt na 45 minuten in elkaar. De ploeg mist ideeën bij afwezigheid van Isco – out met een ontstoken appendix. Wanneer ook Marcelo uitvalt, zijn de twee spelers met de beste individuele actie niet van de partij. Bij voorzetten vanop de flank staat er ook geen Ronaldo meer klaar om de bal binnen te koppen. Het spel van Madrid wordt makkelijk leesbaar voor de tegenstanders, zelfs al gaat het om de meest bescheiden teams van de Liga.
De hele wereld haalt zijn rekenmachientje boven. De weken zonder overwinning en de minuten zonder doelpunt worden gretig opgeteld. In la Casa Blanca krijg je geen respijt. Ook de werken om de trofeeënzaal uit te breiden – die was te klein geworden na die opeenvolgende Champions Leaguesuccessen – kunnen de supporters niet sussen. In de tribunes van het Estadio Santiago Bernabéu vergeten ze na drie nederlagen al snel drie Champions League-overwinningen. De toeschouwers beginnen er zelfs al hun nummer 7 van vorig seizoen te missen, terwijl ze hem vaak uitfloten als hij eens niet scoorde. Ook al was hij een zeldzaam fenomeen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier