Bondscoach Kasper Hjulmand: ‘Het potentieel van Denemarken is groter dan we zelf denken’
Twee jaar nadat hij op het punt stond om trainer te worden van Anderlecht moet Kasper Hjulmand het met Denemarken opnemen tegen de Rode Duivels op het EK.
In zijn beginjaren als trainer van Lyngby werd Kasper Hjulmand voor de vuist weg een voetbalromanticus genoemd. In sommige Europese landen is de romantiek op een dusdanige manier uit het voetbal verdreven dat de term tot een scheldwoord werd verheven. Maar met zijn filosofie wekte Hjulmand een soort voetbal tot leven dat nog nooit vertoond was in Scandinavië. ‘Ik moet lachen wanneer mensen labels gebruiken om een voetbalstijl te omschrijven. Ik heb er geen idee van wat naïef of romantisch voetbal betekent. En vraag mij ook niet naar de inhoud van cynisch en uitgekookt voetbal’, aldus Hjulmand.
Wie de voetbalvisie van Hjulmand wil blootleggen, moet zijn boek Fodbolddrømmer lezen, bestuderen en ontleden, het werkstuk even laten bezinken en het een tweede keer doornemen. ‘Mijn manier van voetballen is geen vorm van naïviteit. Ik heb geprobeerd om iets nieuws te lanceren in Scandinavië, gebaseerd op een genre dat in onze contreien ongewoon is. Maar nogmaals: het is een overbodige discussie. Het is te veel zwart-wit en daar hou ik niet. Voetbal is een te ingewikkelde materie om dat te herleiden tot twee kleuren.’
In 2012 werd u met FC Nordsjælland kampioen met een unieke manier van voetballen. Hoe is het Deense voetbal sindsdien geëvolueerd?
Kasper Hjulmand: ‘Ik zit intussen 22 jaar in het vak en toen ik er in 1998 aan begon, was er geen enkele fulltime jeugdcoach in Denemarken. We zijn er laat mee begonnen, maar nu zijn er goed gerunde professionele clubs die aan talentontwikkeling doen en samen met de voetbalbond een geschikte omgeving gecreëerd hebben voor onze kinderen. Ons grassrootsprogramma is zelfs uniek. In Denemarken krijgt elke jongen en elk meisje de kans om te voetballen. Dat wil zeggen dat iedereen een plaats krijgt, ongeacht zijn niveau.
‘Anderzijds moeten wij vaststellen dat veel spelers vroeg naar het buitenland trekken omdat de grote Europese clubs de Deense markt in het oog houden. Gelukkig zien we ook meer en meer goed opgevoede, talentvolle en hongerige jongeren in de Superliga debuteren en dat is een grote stap voorwaarts in vergelijking met waar het Deense voetbal twee decennia geleden stond.’
Door de economische wetmatigheden van het huidige voetbal is de Deense competitie verworven tot een doorgeefluik voor de toplanden.
Hjulmand: ‘Het is wat het is. Wij maken deel uit van een categorie clubs die de grotere competities moet voeden en dat gegeven zal niet meer veranderen. Wij hebben geen clubs als Barcelona, Real Madrid of Liverpool. We moeten uiteraard zo hoog mogelijk mikken. Midtjylland heeft een visionair gedachtegoed en Kopenhagen heeft de grenzen van het Deense voetbal verlegd door twee jaar geleden de kwartfinales te halen in de Europa League. Maar er zijn limieten die je als Deense club niet kunt overschrijden.’
We hebben in de matchen tegen België geleerd dat ons gameplan in vele opzichten het juiste was.’
Kasper Hjulmand
Krachten bundelen
Het hoofdaandeelhouderschap van FC Nordsjælland is sinds kort in handen van een Egyptisch conglomeraat. Een derde van de Deense eersteklassers wordt nu gefinancierd door een buitenlandse investeerder. Is de toestroom van dat buitenlandse kapitaal een goede of slechte zaak voor het Deense voetbal?
Hjulmand: ‘Ik zie er geen bezwaar in indien die buitenlandse investeerder de Deense waarden respecteert en omarmt. Het is pas een probleem van het moment dat zo’n rijke eigenaar zijn voetbalclub beschouwt als een soort opwindend speeltje waarmee hij zijn dagen kan vullen. Of wanneer die persoon een structuur opzet met verschillende clubs en de spelers elk jaar verplaatst. Het is een kwestie van de juiste intenties hebben en ontzag tonen voor de regionale identiteit van de club.’
Na uw periode bij Mainz in het seizoen 2014/15 stond u een paar keer dicht bij een overgang naar de Belgische competitie. U stond op de stoep bij Anderlecht en er waren ook contacten met Genk en Club Brugge. Hoe kijkt u nu terug op die gemiste kansen?
Hjulmand: ‘Ik ben er inderdaad een paar keer héél dichtbij geweest. Maar ik ben nog jong en er kan nog van alles gebeuren! Ik ben sowieso onder de indruk van de grote stappen die het Belgische voetbal heeft gemaakt; van nummer zestig in de wereld naar de eerste plaats. Maar ik vind het wel een gek land – in de goede zin van het woord – wegens zijn federale overheidsstructuur met drie verschillende gewesten. Ik heb begrepen dat er taalkwesties zijn en dat het een puzzel is om een regering te vormen. Net die verschillen trekken mij aan. Ik vind het interessant om te zien hoe het Belgische voetbalbestel erin geslaagd is om een strategie uit te stippelen voor heel het land waarmee het enkele van de beste spelers ter wereld kon voortbrengen.’
Wat kan Denemarken leren van de Belgische aanpak?
Hjulmand: ‘Dat we onze krachten moeten bundelen. Er was de rivaliteit tussen oost en west, we ruzieden over het feit of een achtjarig kind ondergebracht moest worden in het grassrootsvoetbal of bij de elite… Tel dat bij elkaar en je weet meteen waarom er bij ons geen eenheid was binnen de voetbalinstanties. Na het missen van de EK’ en WK’s van 2004 tot 2012 kwam België tot de conclusie dat er te veel politieke organen betrokken waren bij de besluitvorming. Zover zijn we nog niet, maar we moeten een sterke visie en strategie uitdenken nu het nog goed gaat met Denemarken. We hebben geen nationaal voetbalcentrum en er is geen plek waar spelers van de nationale jeugdelftallen hun rolmodellen kunnen ontmoeten. We hebben velden nodig, we moeten specialisten aanwerven en we hebben een locatie nodig om alles in onder te brengen. Kortom: de natie verenigen en begeesteren.’
Engeland, België, Frankrijk en Duitsland zijn op dit moment de voortrekkers. Zij hebben allemaal een masterplan ingevoerd en hun jeugdvoetbal vernieuwd. Hoeveel groeimarge heeft Denemarken nog?
Hjulmand: ‘Ons potentieel is veel groter dan we zelf denken. We leggen onszelf beperkingen op door te zeggen dat we een klein land zijn met maar 5,5 miljoen inwoners. Onze nationale ploegen zijn bijna uitsluitend samengesteld uit spelers die geboren zijn in de eerste vier maanden van het jaar. Wel, België heeft deze code gebroken met hun jeugdploegen. Het feit dat we veertig procent van onze talentenpool niet gebruiken omdat we niet het juiste raderwerk vervaardigd hebben, geeft alleen maar aan dat het potentieel zeer groot is. De generatie van 2003, de U18, heeft onder meer gewonnen van Frankrijk en België. Dat wil zeggen dat we veel jonge spelers hebben met talent. We doen het goed, maar er zit veel meer in. Of het hele proces te traag verloopt? In mijn ogen wel, maar ik ben niet de meest geduldige mens!’
Class of 92
Op 5 september 2020 debuteerde je als bondscoach met een 0-2-nederlaag tegen België. Wat hebt u van die wedstrijd geleerd?
Hjulmand: ‘Simpel: een Romelu Lukaku moet je niet alleen laten in het strafschopgebied! We hebben geleerd dat ons gameplan in vele opzichten het juiste was. We hebben geleerd dat we soms kwaliteit en koelbloedigheid missen. In de terugwedstrijd heb ik ook veel positieve zaken gezien, maar zij wonnen uiteindelijk met 4-2. We kijken ernaar uit om opnieuw tegen België te spelen op het EK. In één wedstrijd kunnen we hen kloppen, maar over het geheel bekeken staan zij op kwalitatief vlak iets verder dan wij. Wij moeten dezelfde richting uitgaan als België. Op basis van die dubbele ontmoeting mogen we gematigd positief zijn. We zijn er nog niet, maar we zijn er niet meer veraf.’
Jullie hebben in de Nations League vier op zes gehaald tegen Engeland. Voor u waren dat toch ook bemoedigende resultaten?
Hjulmand: ‘Uiteraard. We hebben in een moeilijke groep twee keer gewonnen van IJsland en een keer van Engeland. Dat mag je van een geslaagd tornooi spreken. In het najaar zetten we zelfs een reeks neer van vijf overwinningen en vijf clean sheets op rij. We hebben het gevoel dat we ons kunnen meten met de besten en dat we op een goede dag een topland kunnen verslaan. Met deze jonge groep moeten we nog bepaalde stappen zetten, maar de laatste hordes zijn vaak de moeilijkste.’
Gaat het om technische verfijning, gaat het om eenheid, gaat het om het vinden van meer stootkracht voorin?
Hjulmand: ‘Ik denk dat ervaring ons grootste werkpunt is. Drie jaar geleden verloor België van Zwitserland in de Nations League en ze hebben uit die wedstrijd de nodige lessen getrokken. Wij hebben in de wedstrijden tegen België een paar minieme foutjes gemaakt. Maar het was voldoende om te zeggen: om die reden hebben we verloren. We moeten deze ervaringen extrapoleren naar situaties waarin we geconfronteerd worden met de beslissende momenten in een wedstrijd. Daarnaast moeten we iets meer flexibiliteit aan de dag leggen in onze manier van spelen. Flexibiliteit gecombineerd met onze principes en hoe we willen spelen.’
Ervaring is ons grootste werkpunt.’
Kasper Hjulmand
U had het over de kwaliteit van uw kern. Met Kasper Schmeichel, Simon Kjaer, Emile Højbjerg, Christian Eriksen, Martin Braithwaite beschikt u over een meer dan degelijke spelersgroep. Hoe hoog schat u deze generatie in?
Hjulmand: ‘Deze ploeg heeft zijn top nog niet bereikt. Wat opvalt in dit team is de eendracht en hun voornemen om het algemene belang te dienen. De spil van het team wordt gevormd door de spelers geboren in 1994, 1995 en 1996 die zich kwalificeerden voor het WK U17 en het ook prima deden bij de U21. Ik denk dan aan spelers als Yussuf Poulsen, Emile Højbjerg en Andreas Christiansen. Andrea Skov Olsen van Bologna en Mikkel Damsgaard van Sampdoria zijn de opkomende talenten en daarrond heb je de ervaren mannen Simon Kjaer en Christian Eriksen, die beiden hun honderdste cap vierden op Wembley, en Kasper Schmeichel. ‘
Denemarken moet het in de eerste ronde opnemen tegen België, Rusland en Finland. Wat is uw oordeel over deze poule?
Hjulmand: ‘Finland is er voor het eerst bij en ze zullen op enthousiasme de drie groepswedstrijden uitspelen. Ik heb hun jeugdopleiding en sommige spelers in de gaten gehouden en het is geen toeval dat ze zich konden plaatsen voor het EK. Rusland is altijd gevaarlijk. Wanneer ze op hun best zijn, spelen ze echt goed voetbal. En België is volgens mij een van de topfavorieten voor tornooiwinst. Wij hebben genoeg kwaliteit om de eerste ronde door te komen en daarna zien we wel wat er gebeurt. Onze ambitie? Ik hoop dat mijn kinderen ooit zullen weten hoe het voelt om een trofee te winnen. Ik weet niet of een herhaling van 1992 mogelijk is, maar we hebben het recht om te dromen dat het ons nog eens kan overkomen.’
Is de zege van 1992 nog altijd een bron van inspiratie?
Hjulmand: ‘Dat zal wel. Ik herinner mij het begin van het avontuur tot de uitschieter in 1992. De Duitser Sepp Piontek bracht een groep spelers samen die in een vroeg stadium Denemarken had verlaten om onder andere bij Ajax en Anderlecht te spelen en in 1984 en 1986 haalden we voor het eerst een EK en WK. We speelden toen fantastisch voetbal, en hoewel we niets wonnen, veroverden we de harten van de voetbalwereld met onze manier van spelen en hoe de fans zich gedroegen. En in 1992 hebben we een heel land trots gemaakt. Dit is het zoveelste bewijs dat voetbal iets teweeg kan brengen in een natie waar veel mensen niet eens van voetbal houden. Een EK of een WK is een evenement waar de meeste emoties loskomen. Zelfs bij spelers die het gewoon zijn om topwedstrijden te winnen en de Champions League te spelen.’
‘Mensen proberen het voetbal ten onrechte te reduceren tot iets wat ze kunnen begrijpen’
In uw boek staat er een leuke anekdote over een bezoek aan uw vriend Søren Meibom, die bij de NASA werkt. En u leest blijkbaar ook boeken van Barack Obama. Waar zoekt u uw inspiratie buiten het voetbal?
Kasper Hjulmand: ‘Oh, ik zoek mijn inspiratie op veel plaatsen! Ik maak deel uit van een netwerk met zogenaamde leiders. Ik praat met beleidsmensen, CEO’s van grote bedrijven in Denemarken, kunstenaars, muzikanten en noem maar op. Ik zit in een netwerk met het hoofd van de Deense opera… Ik laat mij graag inspireren door mensen die hun leiderschap aanwenden in de omgang met hun medeburgers en ik probeer uit te zoeken hoe ik dat facet kan gebruiken in een complexe sport als voetbal. Mensen proberen het voetbal ten onrechte te reduceren tot iets wat ze kunnen begrijpen en voor mij is dat soms te simpel.’
En die mensen catalogeer jij dus onder de noemer reductionisten?
Hjulmand: ( lacht) ‘Om de zuiverheid van het voetbal te vrijwaren, moeten we erop toezien dat we niet te veel lukraak gekozen etiketten plakken op het spel en op mensen. Ik heb thuis het boek Complex voetbal liggen van Javier Mallo. Er is een passage over een man die in het schemerdonker aan het wandelen is en een kleine lichtstraal gebruikt om zijn sleutels te zoeken. Iemand schiet de man te hulp en vraagt hem waar hij zijn sleutels precies is kwijtgespeeld. De man zegt: ‘Ik ben mijn sleutels in het bos verloren. Het is daar zo donker dat ik mijn zoektocht begonnen ben op een plek waar er een beetje licht is.’ Ik denk dat wij de neiging hebben om enkel rond te kijken daar waar het licht schijnt. In het voetbal brengt de duisternis ons aan het twijfelen. Kunst en andere zaken zorgen ervoor dat we onze blik verruimen en andere mensen proberen te begrijpen. Het is belangrijk om nieuwsgierig en openminded te zijn. Daarom ben ik in contact met een hoop interessante mensen met wie ik ideeën kan uitwisselen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier