Vergeten in het regeerakkoord: oplossing voor administratieve rompslomp vrijwilligers en medewerkers Vlaamse sportclubs
De Vlaamse sportsector had gehoopt dat de nieuwe federale regering het statuut van jeugdcoaches en andere clubmedewerkers zou aanpassen. In het regeerakkoord werd het echter niet vermeld.
Elk van de meer dan twintigduizend Vlaamse sportclubs telt vrijwilligers en medewerkers die veel van hun vrije tijd investeren in de club. ‘Om voor die medewerkers in een eventuele vergoeding te voorzien, bestaan er verschillende statuten’, zegt Pieter Hoof, algemeen directeur van de Vlaamse Sportfederatie.
‘Ze kunnen als vrijwilliger hun onkosten laten terugbetalen. Ze kunnen een overeenkomst als zelfstandige afsluiten. Of clubs kunnen hen als werknemer in dienst nemen. Dat loon betalen, met alle bijbehorende lasten, is echter alleen weggelegd voor de meer kapitaalkrachtige profclubs of clubs met veel leden.’
Er bestaat ook een speciaal statuut voor specifieke functies, genaamd artikel 17. ‘Dat geldt,’ zegt Hoof, ‘bijvoorbeeld voor trainers, coaches, lesgevers, coördinatoren of terreinverzorgers. Zij kunnen jaarlijks een vergoeding tot 7460 euro krijgen, voor maximaal 450 uur. Voor hen is een fiscaal gunsttarief van 10 procent voorzien.
Een goede regeling, maar voor de sportclubs is er één groot nadeel: de administratieve rompslomp. De club moet zich registreren als werkgever, een arbeidsreglement opstellen, die medewerkers registreren en belastingfiches uitreiken, een sociaal secretariaat en dienst voor preventie en bescherming op het werk in de arm nemen en een verzekering voor arbeidsongevallen aangaan.’
Gevraagd: meer geld voor de Vlaamse sportclubs
Bijkluswet
Opvallend: tussen juli 2018 en 2020 bestond er al een regeling zónder grote administratieve lasten, in de zogenaamde bijkluswet. ‘Die gold voor gewone burgers die bijvoorbeeld het gras van hun bejaarde buurvrouw maaien en daar een vergoeding voor krijgen. Maar ook voor mensen die een dienst verlenen aan een club of vereniging in de sport- of cultuursector.
De financiële regeling was, rekening houdend met de indexering, ongeveer dezelfde als onder het huidige artikel 17. Maar behalve een verzekering, een eenvoudige overeenkomst en een aangifte op een onlineplatform, waren er geen administratieve lasten.
Dat heeft het verenigingswerk in de sportsector een zetje gegeven: in het laatste kwartaal van 2020 waren er 13.000 mensen onder dat statuut ingeschreven, over ruim 2500 organisaties. Iets meer dan 70 procent van hen waren medewerkers bij sportclubs.’
Door de regeling van 2022 – ‘artikel 17’ – is het aantal mensen dat gebruikmaakt van het statuut gedaald.
In april 2020 vernietigde het Grondwettelijk Hof echter de bijkluswet. ‘Die was in strijd met het gelijkheidsbeginsel, omdat bijklussers niet aan dezelfde arbeids- en fiscale voorwaarden hoefden te voldoen als zelfstandigen of werknemers. In één klap werd ook het statuut voor de medewerkers van sportclubs afgeschaft. Nochtans nemen die geen werk of inkomsten van anderen weg’, zegt Hoof.
In 2022 werkte de federale regering een nieuwe regeling uit, het huidige artikel 17. ‘Dat heeft door de bijkomende administratie tot een daling geleid van het aantal personen en organisaties die van het statuut gebruik maken. Zo loopt de federale schatkist inkomsten mis, want meer medewerkers in het statuut zou meer inkomsten voor de overheid betekenen.’
Flexi-jobs
Hoof klopte al aan bij de Vlaamse politieke partijen om het artikel aan te passen. ‘In de commissie sport van het Vlaams Parlement klonk het bijna steeds unisono dat de nieuwe federale regering een oplossing moest zoeken, aangezien het een bevoegdheid is van de ministers van Financiën, Arbeid en Sociale Zaken. We stellen nu vast dat het federale regeerakkoord er niets over vermeldt. Maar wat niet is, kan misschien nog komen. We blijven in gesprek.’
Hoof juicht wel een maatregel toe die in het regeerakkoord staat: de flexi-jobs worden uitgebreid naar onder meer de sportsector. Mensen zullen met zo’n job onbelast tot 18.000 euro per jaar kunnen bijverdienen, de werkgever moet een werkgeversbijdrage van 25 procent betalen.
‘Grotere verenigingen zullen zo goedkoper en flexibeler personeel kunnen inschakelen voor allerlei taken. Ook taken die vandaag niet onder artikel 17 vallen, zoals administratie. Ik houd wel een slag om de arm, want de uitbreiding van de flexi-jobs naar sport moet nog concreet worden bepaald. We zullen onze sportfederaties en clubs informeren zodra er meer details bekend zijn.’
‘Atletiek Vlaanderen wil geen financieel verlies meer lijden. Dat is niet ‘toxisch’, maar noodzakelijk en verstandig’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier