Transgender vrouwen in topsport: ‘Ik trainde het hele jaar om dan een “njet” te krijgen. Dat deed pijn’

Dartkampioen Noa-Lynn van Leuven © Getty

De sportbonden worstelen met de plaats die trans atleten innemen in de topsport. Steeds meer sportfederaties sluiten hen uit van competities. Want trans vrouwen zouden een oneerlijk fysiek voordeel hebben bij het sporten. Voor die vaststelling wijzen ze naar de wetenschap, maar daar is geen eenduidig antwoord te vinden.

‘Heel mijn toekomstbeeld is weg. Niet omdat ik niet zo goed ben als ik zelf dacht, of omdat ik op de limieten van mijn lichaam stoot. Gewoon omdat ze dat vanuit hun ivoren toren hebben beslist.’ Dat is de harde realiteit voor wielrenster Liv Pijpers (24). Net als andere trans vrouwen wordt zij uitgesloten van topsportcompetities. Volgens sportfederaties een noodzakelijk kwaad om fair play in de vrouwensport te garanderen. Maar vooroordelen en nattevingerwerk sturen een debat dat alleen wetenschappelijk hoort te zijn.

Op haar tiende kreeg Pijpers haar eerste mountainbike cadeau. Een stalen gevaarte van een paar honderd euro uit de Decathlon, maar met twee wielen en een stuur, dus was de jonge Liv euforisch. Een jaar later, haar tweede fiets, deze keer om wedstrijden mee te rijden. Want Pijpers heeft een droom: een professionele carrière in de wielersport. Ze was goed op weg om die te realiseren, tot de Internationale Wielerunie (UCI) haar roze wolk doorprikte. Pijpers is immers trans vrouw, en het verenigen van die identiteit met een carrière als topsporter wordt steeds moeilijker.

Afgebakend speelveld

Het Internationaal Olympisch Comité (IOC), belast met het opmaken van allerhande richtlijnen in de sport, besliste in 2021 om een van zijn verantwoordelijkheden door te schuiven naar de individuele sportbonden: het transgenderbeleid in de topsport. Het IOC vindt het niet haalbaar om een uniform reglement op te stellen dat in elke sport een eerlijke competitie garandeert. Sindsdien bepalen internationale federaties, zoals de UCI, dus zelf de regels binnen hun eigen sporttak.

In de atletiek, de zwemsport, het wielrennen en rugby mogen trans sporters die een mannelijke puberteit doormaakten niet deelnemen aan de vrouwencompetitie.

Mild zijn de bonden niet voor de trans sporters in hun rangen. Zo wordt het testosterongehalte in het bloed van trans vrouwen streng bewaakt. Wie wil deelnemen aan officiële competities, moet een hormoongrens van 2,5 nanomol testosteron per liter bloed respecteren vanaf de puberteit. Voordien was dat 5 nanomol testosteron per liter, enkele jaren eerder nog het dubbele. De huidige testosteronspiegel komt overeen met die van de gemiddelde biologische vrouw, en zou ook voor trans vrouwen in België haalbaar zijn. ‘De meeste trans vrouwen streven een hormonaal cijfer na dat perfect past bij het gender vrouw. Dat is dan een totale testosteronwaarde van maximum 3 nanomol per liter’, verklaart Guy T’Sjoen, endocrinoloog en medisch coördinator van het Centrum voor seksuologie en gender aan het UZ Gent. Bij biologische mannen ligt dat cijfer trouwens heel wat hoger: tussen 10 en 35 nanomol testosteron per liter, schrijft uroloog Piet Hoebeke in zijn nieuwe boek Gender goals, dat hij publiceerde samen met voetbalster Imke Courtois. Vanuit medisch en atletisch perspectief buigen de auteurs zich over vraagstukken rond seksuele diversiteit in de sport.

Voor wielrenster Liv Pijpers zijn die regels geen enkel probleem. Zij zit naar eigen zeggen al een tijdje ver onder de verplichte hormoongrens. En toch. Vorige zomer haalde de UCI de teugels nog wat strakker aan. Sindsdien is het voor trans sporters die een mannelijke puberteit doormaakten – zoals Pijpers – verboden om deel te nemen aan wielercompetities in de vrouwencategorie. Ook in de zwemsport, atletiek en rugby zijn trans vrouwen onderworpen aan dat reglement. Noodzakelijk om de vrouwensport te beschermen en gelijke kansen te garanderen voor elke sporter, argumenteren de sportbonden. Een oogrol van Pijpers: ‘De energie die ze gebruiken om ons eruit te kegelen, zouden ze beter inzetten op gelijke betaling, gelijke sponsoren, en gelijke zendtijd voor vrouwen.’ Voer voor – weliswaar een andere – discussie.

Liv Pijpers

Belangrijker hier is dat trans vrouwen zelden op zo’n jonge leeftijd in transitie gaan. ‘Wie weet dat voor z’n twaalfde? Wie heeft op die leeftijd de woorden om dat gevoel te uiten?’ vraagt Pijpers zich af. Een vroege transitie is ook medisch niet voor de hand liggend. Slechts een derde van de trans personen klopt reeds als minderjarige aan bij een ziekenhuis. ‘In ons centrum wordt slechts bij 10 procent van die jongeren de biologische puberteit geblokkeerd vanwege mentale disruptie’, legt Hoebeke uit. ‘Pas vanaf zestien jaar kunnen ze dan cross-sekse hormonen krijgen.’ Deze regel betekent dus een verbod op topsport voor zowat alle trans vrouwen. En dat in naam van gelijkheid en fair play.

Wat zegt de wetenschap?

Het betrekken van de puberteit bij de reglementering is geen onlogische zet van de sportfederaties. Net in die periode begint de invloed van testosteron – dat woord lieten we al een paar keer vallen – echt te tellen. Dat mannelijke hormoon zorgt onder meer voor een grotere, stevigere spiermassa en een beter uithoudingsvermogen, beschrijft Hoebeke in Gender goals. Dankzij testosteron zullen jongens sterkere sportprestaties kunnen neerzetten dan hun vrouwelijke tegenstanders, die het met een veel lagere dosis voor elkaar moeten krijgen. ‘Jongens van vijftien breken de wereldrecords van vrouwelijke topsporters’, illustreert Tom Teulingkx, sportarts en voorzitter van de Vereniging voor Sport- en Keuringsartsen (SKA). ‘Die ontwikkeling van testosteron heeft een enorme invloed, en dat gat kunnen vrouwen nooit dichtrijden.’

‘De voordelen die je hebt opgebouwd door testosteron, zul je ook na je transitie grotendeels behouden.’

Tom Teulingkx, sportarts en voorzitter van de Vereniging voor Sport- en Keuringsartsen

Hoewel trans vrouwen door een hormoonbehandeling of geslachtsoperatie niet langer testosteron aanmaken, laat hun mannelijke puberteit wel sporen na. ‘Zodra je spiercellen hebt aangemaakt, blijven die altijd bestaan. Door te trainen kun je die opnieuw stimuleren, en er een grotere spiermassa aan overhouden’, legt Teulingkx uit. ‘De voordelen die je hebt opgebouwd door testosteron, zul je ook na je transitie grotendeels behouden.’ Bovendien zijn niet alle verschillen tussen man en vrouw toe te schrijven aan hormonen. Biologische mannen hebben van nature een groter hart en grotere longen – dat zorgt voor een uithoudingsvoordeel. Hun langere, sterkere beenderen maken hen krachtiger bij het sporten, aldus Hoebeke in Gender goals. Voor Teulingkx is er daarom geen twijfel mogelijk: trans vrouwen horen niet thuis in de vrouwencompetitie. Wat eigen is aan je lichaam, verlies je na een transitie niet.

Al vindt uroloog Hoebeke dat geen geldig exclusiecriterium: ‘Moet je lange mensen verbieden basketbal te spelen? Mag een keeper van twee meter niet in het doel staan? Dat zijn constitutionele (door lichaamsbouw bepaalde, nvdr) voordelen op basis waarvan je iemand niet kunt uitsluiten.’ Pas als een trans vrouw eigenschappen bezit die geen enkele biologische vrouw kan hebben, is er volgens Hoebeke sprake van oneerlijke concurrentie. En die hormonale voordelen dan? Ook dat is geen zwart-witverhaal. Dat testosteron de prestaties van trans vrouwen nog tot drie jaar na transitie kan beïnvloeden, is bekend. Veel verder dan dat brengt de wetenschap ons eigenlijk niet. Een transitie doet spiermassa, kracht en botsterkte verminderen. Maar in welke mate en over hoeveel tijd, dat antwoord blijven de experts ons – en u – verschuldigd. Het uithoudingsvoordeel dat testosteron oplevert, verdwijnt dan weer na een viertal maanden, al werd dat enkel onderzocht bij doorsnee trans vrouwen, niet bij topsporters.

Gebrekkig onderzoek

En daar knelt het schoentje: hoe ga je trans topsporters reguleren als er geen onderzoek over trans topsporters bestaat? ‘Bevindingen over de fysieke voordelen die trans atleten kunnen hebben, zijn gebaseerd op onderzoek bij niet-sporters’, aldus Hoebeke. Waarom? ‘Ze zijn gewoon met heel weinig’, verklaart T’Sjoen. Ook al neemt het aantal trans personen in ons land jaar na jaar toe, het blijft een minderheidsgroep. En topsport is sowieso enkel weggelegd voor the happy few. Bovendien is de ene sport de andere niet. ‘Vooral bij sporten waar spiermassa en spierkracht essentieel zijn, kunnen trans vrouwen bevoordeeld zijn’, volgens T’Sjoen. Gewichtheffen is hier het beste voorbeeld van. Bij uithoudingssporten, zoals lopen en fietsen, ligt dat prestatieverschil dan weer veel lager. ‘Er zijn zo veel verschillende sporttakken, dat je uit het huidige onderzoek geen conclusies kunt trekken voor één specifieke sport’, besluit T’Sjoen.

Pas als een trans vrouw eigenschappen bezit die geen enkele biologische vrouw kan hebben, is er volgens uroloog Piet Hoebeke sprake van oneerlijke concurrentie.

Net vanwege die verschillen gaf het IOC de bevoegdheid over het transgenderbeleid door aan de individuele sportbonden. Dat de organisatie daarvoor rekent op sluitend wetenschappelijk onderzoek, uitgevoerd bij de doelgroep in kwestie – vrouwelijke trans eliteatleten – stond blijkbaar in de kleine lettertjes. Want daar is op dit moment nog geen enkele federatie in geslaagd. Zonder is het nochtans niet mogelijk om een geldig reglement op te stellen. Met wat nattevingerwerk is het die sportfederaties kennelijk wel gelukt. Pas op, niet elke sportbond zet in op verstrengingen. Daar kan Nederlands dartkampioen Noa-Lynn van Leuven (27) van meespreken. Gestart als tiener bij de jongens, inmiddels vijfde in de wereldtop bij de vrouwen. Zij moet als trans vrouw wel aan enkele voorwaarden voldoen voor ze mag strijden om de titel: een ‘v’ op haar paspoort, medisch bewijs van transitie, en al minstens 12 maanden een testosteronwaarde onder 10.

Lang niet zo streng als de wielerbond voor Pijpers is, maar volgens Van Leuven wel overbodig. Sterker nog: ‘Er is geen verschil tussen een man en vrouw in het darts. Dat is ook wetenschappelijk niet bewezen. Het zit puur in techniek en coördinatie. Die opsplitsing is er enkel om kansen te creëren voor vrouwen.’ Darts wordt inderdaad niet meteen geassocieerd met kracht of uithouding. ‘Dat gaat over individuele verschillen in fijne motoriek en concentratie,’ bevestigt Teulingkx, ‘zaken waarin mannen en vrouwen perfect met elkaar kunnen concurreren.’ Toch heerst ook binnen die disciplines de angst voor verstrenging: ‘Mensen vonden het eerst niet erg dat ik meedeed. Nu blijkt dat ik best wel kan darten, vinden ze het ineens wel een probleem’, ervaart Van Leuven. Op toernooien voelt ze zich vaak onveilig door de nare woorden en scheve blikken die spelers en supporters haar toewerpen. ‘Ik ben bang dat de bond daar op een gegeven moment aan toegeeft: “We hebben nu zo’n grote groep tegenstanders, dus we moeten er wel iets tegen doen.”’

Domino-effect

De angst van Noa-Lynn van leuven is reëel. Federatie na federatie komt met een nieuwe regelgeving waarmee ze trans atleten uit de vrouwencompetitie zetten. Dat gebeurt meestal naar aanleiding van een of andere belangrijke wedstrijd waar een trans vrouw de selectie haalde. Zoals de wereldcricketbond (ICC), die in november de regels van het wielrennen, zwemmen, atletiek en rugby overnam. Slechts twee maanden eerder werd bekendgemaakt dat Danielle McGahey – die aan alle toenmalige criteria voldeed – als eerste trans vrouw zou deelnemen aan een internationaal cricketkampioenschap. Toeval? Sluitend wetenschappelijk onderzoek afwachten lijkt alleszins geen optie. De bonden willen controverses voor zijn: een nieuwe discussie à la Danielle McGahey is uit den boze.

Ook de regionale sportfederaties schrijven vlijtig aan hun eigen transgenderbeleid. Maar met de hete adem van de internationale bonden in hun nek, kunnen ze niet anders dan buigen. ‘Als wij onze competities willen laten erkennen door World Athletics, moeten wij voldoen aan hun regelgeving. Als zij voor minder strenge regels hadden gekozen, waren wij daar in meegegaan’, vertelt Paula Vanhoovels, verantwoordelijke ethiek van Atletiek Vlaanderen. Hun ethische commissie was eigenlijk voorstander van een soepelere regelgeving. Ook bij andere regionale federaties wordt de trend snel duidelijk: wie sportieve ambities koestert, moet aan de internationale regels voldoen.

Conservatieve wind

Trans personen in de sport mogen dan wel geen nieuw fenomeen zijn, de strenge aanpak ervan is dat wel. Dat blijkt nogmaals als we spreken met Natalie van Gogh (49), een Nederlandse ex-wielrenster en trans vrouw. Haar grootste prestatie? Winnen in de eerste etappe van de Ronde van België. Ze bleef vijftien jaar lang fietsen op hoog niveau. Een carrière waar medewielrenster Liv Pijpers alleen nog maar van kan dromen. De situatie van de twee vrouwen verschilt nochtans weinig van elkaar. Pijnlijke conclusie voor Pijpers: als ze tien jaar eerder geboren was, had ze haar ambities in de topsport nooit hoeven op te bergen.

Natalie van Gogh © Getty

Wat is er de afgelopen tien jaar dan veranderd? Pijpers ervaart een repressieve sportwereld: ‘Vroeger zeiden ze: “we zijn niet zeker, dus we laten ze meedoen.” Nu gebruiken ze diezelfde studies tegen ons, om ons uit te sluiten. Dat is puur de invloed van het huidige politieke klimaat.” Ook Natalie van Gogh voelt de conservatieve wind: ‘Nu draaien ze het om. Ze kunnen niet bewijzen dat we geen voordeel hebben, dus zijn we schuldig.’ Guilty until proven innocent. Op bewijs kan Van Gogh nog wel even wachten. ‘Ik ga eerlijk zijn, het is momenteel niet onze prioriteit om daar een duidelijk beleid in te voeren’, aldus Mathias Rondou, co-ceo van Rugby Vlaanderen. Net zoals de meeste sportfederaties verkiest de rugbybond momenteel een case-by-case beoordeling van trans sporters door een medische commissie boven een algemeen beleid. Volgens Hoebeke heerst er gewoon een algehele desinteresse vanuit de sportbonden: ‘Het makkelijkste is om te zeggen: “Er komt geen enkele trans persoon nog in, over en uit”. Dat is pure discriminatie van de trans vrouwen die wel in aanmerking zouden kunnen komen.’ Het maatschappelijk klimaat wordt er niet gunstiger op, vreest T’Sjoen: ‘Mensen zijn op zoek naar polarisatie en ze vinden in de discussie over trans atleten een makkelijk slachtoffer. Het is veel eenvoudiger om daarop de aandacht te richten dan om de echte problemen aan te pakken.’ Een bliksemafleider dus? Dan wel één met grote gevolgen.

Worstelen

De sportwereld worstelt met de plaats die trans atleten innemen in de topsport. Momenteel gaat het over een kleine groep, waardoor het probleem makkelijker aan de kant wordt geschoven. Dat aantal stijgt. Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM) schat dat België ongeveer 58.500 trans personen telt. Voor de vrouwelijke helft van die 58.500 is het momenteel niet mogelijk om op hoog niveau aan zwem-, fiets-, atletiek- en rugbywedstrijden deel te nemen. Wat zal de sportwereld doen als deze groep verder toeneemt?

Vrouwelijke trans atleten zijn trouwens niet de enigen die biologische voordelen kunnen hebben ten opzichte van andere sporters. Denk maar aan Caster Semenya, de Zuid-Afrikaanse middellangeafstandsloper. Die zette in 2009 de sportwereld en de media op hun kop. Niet omdat ze schitterende tijden liep en een gouden medaille op het WK Atletiek behaalde. Wel omdat ze intersekse is en daardoor meer testosteron aanmaakt dan andere vrouwen. Dat kan haar bij het lopen dezelfde voordelen opleveren als die van trans vrouwen. ‘Mensen vergeten dat intersekse personen zo zijn geboren, ze hebben die voordelige capaciteiten natuurlijk verkregen’, argumenteert Teulingkx.

De Vlaamse Atletiekliga doopt de vroegere mannencategorie om tot een waaraan ook trans vrouwen en intersekse personen kunnen deelnemen. Dat is voorlopig geen succes.

Toch wordt ook deze groep in verschillende sporttakken uitgesloten. Dat roept vragen op. Zeker wanneer andere sporters met een medische aandoening floreren in de topsport. ‘De meeste zwemmers, onder wie veelvuldig olympisch kampioen Michael Phelps, hebben het syndroom van Marfan. Dat zijn mensen met heel grote handen, bijna zoals roeispanen. En zij worden gewoon toegelaten’, vertelt de sportarts. Hoe ver kunnen we gaan in het uitsluiten van sporters op basis van biologische voordelen? ‘Niemand durft te beslissen, iedereen hanteert het principe van de voorzichtigheid.’ Volgens Hoebeke wordt de hete aardappel maar al te graag doorgegeven.

Open sporten

Een aantal federaties reikt dapper de hand naar… een open categorie. ‘Seriously? Ik heb zo hard moeten vechten om te zijn wie ik ben, ik kan eindelijk rijden bij de vrouwen en dan moet ik in een open categorie’, zucht Liv Pijpers. In sommige sporten zou een open competitie nochtans een oplossing kunnen bieden. Teulingkx denkt daarbij aan de klassieke ‘cafésporten’ zoals darts, snooker of biljart, waar kracht en uithouding geen rol spelen.

Een probleem dat minder snel opgelost kan worden, is het gebrek aan geïnteresseerden. In 2023 wou de internationale zwemfederatie, World Aquatics, voor het eerst een open competitie organiseren. Een verdienstelijke poging die welgeteld nul deelnemers opleverde. Dat fiasco weerhoudt de Belgische federaties er niet van om ook in te zetten op een inclusieve competitie. De Vlaamse Atletiekliga doopt de vroegere mannencategorie om tot één waaraan ook trans vrouwen en intersekse personen kunnen deelnemen. Voorlopig geen succes, geeft Vanhoovels toe: ‘Een trans vrouw belde me: “Een open competitie, zie je me daar al aan de start staan? Een vrouw tussen alle mannen.” Ik begrijp dat die vrouwen zich daar niet comfortabel bij voelen, maar dat is het reglement.’

Ook de rugbybond denkt na over een open categorie. Dat is opvallend, om het maar niet gevaarlijk te noemen. ‘Rugby is nogal een fysieke sport, veiligheid is bij ons heel belangrijk. Een open competitie wordt dan misschien moeilijk’, argumenteert Rondou. World Rugby koos ervoor om trans vrouwen volledig uit hun vrouwencompetitie te weren om de veiligheid van andere deelnemers te kunnen garanderen. Dat die veiligheid in een open categorie, waarin iedereen tegen elkaar uitkomt, geen probleem meer zou vormen, gaat ons petje te boven. Sporters die zich onveilig en gestigmatiseerd voelen in een open competitie is één ding, maar waar draait het echt om? Geld natuurlijk. ‘Het verschil tussen mannen en vrouwen in financiële mogelijkheden is nu al een issue. Laat staan in een open categorie. Die zullen geen sponsoring krijgen.’ Wie iets wil verdienen, moet volgens Hoebeke met de grote jongens meedoen. Letterlijk.

Een open categorie zonder deelnemers, sponsoren en prijzengeld… scoort niet. Dringt een radicale verandering – een die komaf maakt met de man-vrouwopdeling in de sportwereld – zich op? Het lijkt ondenkbaar, maar T’Sjoen ziet er wel wat in: ‘Een competitie op basis van lichamelijke kenmerken: gestalte, testosteronwaarden, aantal rode bloedcellen… We geven iedereen een biologisch paspoort. Waarom niet?’ ‘Omdat elke sport uiteindelijk gaat over kracht en uithouding’, argumenteert collega Hoebeke. Volgens hem zou die zogenaamd radicale verandering in de praktijk weer neerkomen op een mannen- en vrouwencategorie. Met het verschil dat trans vrouwen, intersekse personen en mensen met een biologische aandoening dan wel op een gelijk speelveld zouden kunnen sporten. En ook niet onbelangrijk: topsport wordt dan weer toegankelijk voor iedereen. En dat moet, aldus Hoebeke. ‘Sporten is een algemeen recht, maar topsporter worden is dat ook.’ Voor Liv Pijpers blijven het loze woorden: ‘Sport is voor iedereen, maar als puntje bij paaltje komt, sluiten ze gewoon een deel sporters uit. That hurts. Ze moeten hun leuze waarmaken en niet gewoon verkondigen omdat dat zo hoort anno 2024.’

(G)een toekomstperspectief

Liv pijpers is 24. Dat betekent dat ze over enkele jaren al lichamelijk op haar best zal zijn. Voor Pijpers komt een oplossing wellicht te laat. Maar ze is niet alleen. In België nemen elk jaar honderden mensen het besluit om officieel van geslacht te veranderen. Elk jaar verliezen honderden mensen daardoor hun kans op een topsportcarrière. Niet enkel wetenschappers moeten zich buigen over de vraag welke plaats die groeiende groep mensen in de sportwereld kan innemen. Uiteindelijk gaat het vooral om een maatschappelijk vraagstuk, concludeert topdokter T’Sjoen. ‘We weigeren trans vrouwen in naam van fair play, maar hoe fair is een sport als je die enkel kunt organiseren door mensen uit te sluiten?’

Partner Content