Tia Hellebaut en Aisling D’Hooghe over moederschap in topsport: ’10 jaar geleden verklaarden ze je voor gek’
Vroeger luidde een zwangerschap haast automatisch het einde in van de topsportcarrière van een vrouw, vandaag keren steeds meer atletes na een bevalling terug op het hoogste niveau. Voormalig hoogspringster Tia Hellebaut en hockeydoelvrouw Aisling D’Hooghe over de uitdagingen van het moederschap in de topsport.
Kim Clijsters, Serena Williams, voetbalster Alex Morgan, olympisch bokskampioene Estelle Yoka Mossely, zwemster Dana Vollmer, zevenvoudig olympisch kampioene Allyson Felix, Yanina Wickmayer en Elizabeth Deignan, die onlangs de eerste Parijs-Roubaix voor vrouwen won: allemaal werden ze moeder toen ze aan de top stonden in hun sport. Velen onder hen maakten een succesvolle comeback na hun zwangerschap(pen). Zo werd Kim Clijsters de eerste mama die nummer één stond op de wereldranglijst en behaalde Allyson Felix twee medailles in Tokio nadat ze in 2018 beviel van een dochter.
Tia Hellebaut stopte enkele maanden na haar gouden medaille in Tokio met hoogspringen omdat ze zwanger was. Begin 2010 besliste ze om haar carrière weer op te nemen, met als doel deelname aan de Olympische Spelen van Londen. Hellebaut werd in 2010 opnieuw zwanger, maar kondigde vier maanden na de geboorte van haar tweede dochter haar comeback aan. Na een vijfde plaats op de Spelen van Londen stopte ze definitief. Aisling D’Hooghe, doelvrouw bij Waterloo Ducks en de Red Panthers, beviel in februari 2021 van een zoontje. Zes weken later stond de 27-jarige schepen van preventie en gezondheid in Waterloo alweer op het veld. Ze greep naast een selectie voor het EK in juni, maar dat kan ze relativeren: ‘Ik wist dat het hoe dan ook goed zou uitdraaien: ofwel zou ik slagen in een mooi doel, ofwel had ik twee weken extra met mijn zoontje.’
Sommige zwangerschappen worden bijna georganiseerd tussen de sportvrouw en haar technische staf. Een paar jaar geleden kwam de Franse handbalkeepster Laura Glauser met haar club overeen om haar baby te krijgen tijdens het tweede jaar van haar contract. Tot op welk punt werd jullie kinderwens beïnvloed door jullie carrière?
Aisling D’Hooghe: ‘Mijn echtgenoot Guillaume ( François, voetballer bij Union Saint-Gilloise, nvdr.) en ik hebben er veel over gepraat. Een kind krijgen was iets dat we echt moesten plannen, vooral voor mij op medisch vlak ( D’Hooghe lijdt al sinds haar zesde aan multiple sclerose, nvdr). Als de Red Panthers zich hadden gekwalificeerd voor Tokio, hadden we gewacht tot net daarna en zou ik een sabbatjaar genomen hebben. In principe wil ik doorgaan met het nationale team tot Parijs 2024, dus wilden we ons kindje zo vroeg mogelijk krijgen, tussen de twee Spelen, zodat ik kon terugkeren op het hoogste niveau voor Parijs. Uiteindelijk verliep alles zoals we gepland hadden.’
Tia Hellebaut: ‘Al van toen ik nog klein was, wist ik al dat ik op een dag moeder zou worden. Ik heb altijd gezegd dat ik kinderen wilde voor mijn dertigste, maar tegelijkertijd had ik nooit verwacht dat ik moeder zou worden tijdens mijn carrière. Na mijn gouden medaille op de Olympische Spelen van 2008 hadden mijn man ( en trainer Wim Vandeven, nvdr) en ik het gevoel dat het heel moeilijk zou zijn om beter te doen in de toekomst. Wat ik daarna ook kon bereiken, het zou nooit goed genoeg geweest zijn voor de mensen. Was ik vierde of vijfde geworden in Peking, dan krijg je misschien een heel ander verhaal.’
D’Hooghe: ‘Zwanger worden was een riskante gok: niemand wist of ik kon terugkeren op het hoogste niveau. En zou ik het nog wel willen, en niet volledig in beslag worden genomen door mijn nieuwe rol als moeder?’
Trainen met een buik
Hoe reageerden familie en vrienden?
Hellebaut: ‘Gezien mijn man ook mijn coach was, viel dat wel mee. ( lacht) Ik kreeg niet echt informatie van andere topsportvrouwen, het was niet gebruikelijk in die tijd. Als ik vandaag zou aankondigen dat ik moeder wil worden en daarna wil terugkeren op het hoogste niveau, zou ik horen: oké, mooie uitdaging! Maar tien jaar geleden verklaarden ze je voor gek.’
D’Hooghe: ‘Ik heb mijn club niet meteen verteld dat ik zwanger wilde worden. Aan het einde van het seizoen 2019/20 heb ik besloten om niet meer voor Waterloo Ducks te spelen. Als ik drie weken voor het kampioenschap zou bekendmaken dat ik zwanger was, zou ik mijn hele team voor schut zetten. Daarom heb ik beslist om een jaar vrij te nemen van de club. Ik had net tien jaar lang voor het nationale team gespeeld, tien jaar die volledig in het teken stonden van het hockey, maar waarin ik wel mijn studies moest afronden en mijn sport moest combineren met mijn job als schepen. Ik vertrok ’s morgens met mijn tas voor het nationale team, mijn spullen voor het werk en een tweede tas voor de club. Het was veel om te combineren met mijn privéleven. Ik wist dat ik niet naar Parijs 2024 zou kunnen zonder ergens een pauze in te lassen. Ik heb ervoor gekozen om mijn clubcarrière op een lager pitje te zetten, want als doelvrouw brengt het nationale team mij het meeste bij, met vijf trainingen per week.’
De dag na de bevalling begon ik met kine, drie weken later startte ik met mobilisatie en na precies zes weken stond ik weer op het hockeyveld.’
Aisling D’Hooghe
Hoe waren de eerste maanden van jullie zwangerschap, bleven jullie verder sporten?
D’Hooghe: ‘Toen ik mijn afscheid bij de club aankondigde, wist de nationale ploeg dat ik een ander idee in gedachten had. Ze steunden mij in dit project. Voor ik zwanger werd, maakten we een plan om snel terug te keren op het hoogste niveau. In de eerste plaats kwam het erop aan om zo lang mogelijk hockey te spelen, in functie van mijn groeiende buik en mijn mobiliteit. Ik heb dit zes maanden kunnen doen, ook al deed ik op het einde alleen nog individueel werk: als doelvrouw moest ik altijd op mijn hoede zijn, zeker bij een gevaarlijke bal. Mijn krachttraining was sterk aangepast, zodat ik mijn buikspieren niet meer gebruikte. Daarnaast kreeg ik een mooi schema om te lopen, te fietsen en te zwemmen, tot de dag voor de bevalling.’
Hellebaut: ‘Wij hebben veel geluk gehad bij onze pogingen. ( glimlach) Toen ik drie maanden zwanger was, hebben we beslist om ons op deze nieuwe uitdaging te richten en mijn sportieve activiteiten te staken. Tijdens mijn zwangerschap heb ik nooit gesproken over mijn terugkeer, ik wilde echt mijn carrière stopzetten. Ik had een gouden medaille, dat hielp me om mijn sportief pensioen te verwerken. Ik heb een klein beetje gejogd, maar mijn lichaam reageerde daar niet goed op, dus daar ben ik snel mee opgehouden.’
D’Hooghe: ‘Tijdens de eerste zes maanden waren er periodes waarin ik het gevoel had dat ik beschikte over een derde long, een waanzinnige fysiek en de mogelijkheid om veel meer te doen dan ik ooit eerder had gedaan. Maar er waren ook andere momenten waarin alles veel vermoeiender werd, met de baby die tegen mijn longen begon te duwen en kortademigheid. Naarmate de maanden verstreken, werd het steeds moeilijker om te blijven trainen. Ik had een buik zoals ik nog nooit gehad had, en daar moest dan nog een uitrusting overheen. Er werd mij aangeraden heel voorzichtig te zijn met mijn knieën en gewrichten omdat je veel minder soepel bent, maar dat verschil heb ik nooit sterk gevoeld. Natuurlijk dook ik niet meer naar de grond, gezien ik niet meer alleen was.’
Brood op de plank
Hoe lang duurde het na de bevalling voordat je weer zin en behoefte had om te sporten?
Hellebaut: ‘Toen mijn dochter drie maanden oud was, zag ik Kim Clijsters de US Open winnen. Dat was een enorm succes en ik besefte dat daar een grote uitdaging achter zat. Toch vond ik het erg moeilijk om er weer in te komen. Misschien kwam dat omdat ik niet gesport had tijdens mijn zwangerschap, of vanwege mijn keizersnede. Of omdat ik een baby had die niet sliep. Toen ik weer begon te trainen, startte ik met heel kleine buikspieroefeningen, in een heel traag tempo. Na vier maanden moest ik mijn eerste wedstrijd doen. Door bescheiden te herbeginnen, kan je heel wat uitdagingen overwinnen en je vooruitgang concreet zien. Dat werkt motiverend.’
D’Hooghe: ‘Normaal kun je vier tot zes weken na de bevalling weer sporten. Ik ben de dag na de bevalling al begonnen met kine. Drie weken later startte ik met mobilisatie en na precies zes weken stond ik weer op het hockeyveld.’
Hellebaut: ‘Zes maanden na de geboorte van mijn dochter, in december 2009, deed ik mijn eerste wedstrijdsprong over 1,50 meter, maar ik voelde al snel de drang om minstens een groot kampioenschap te doen. In augustus 2010 sprong ik op het EK in Barcelona mijn eerste grote wedstrijd… toen ik al zwanger was van mijn tweede kind. Gezien de moeilijkheden om terug te komen na mijn eerste bevalling, hadden we besloten om ons tweede kindje zo snel mogelijk te krijgen om de voorbereiding voor de Spelen van 2012 zo lang mogelijk te maken. Deze keer was het makkelijker, vooral omdat ik voor mijn zwangerschap al wist dat ik mijn carrière wilde verder zetten. Tijdens mijn zwangerschap bleef ik sporten: joggen, een beetje krachttraining en full body oefeningen zonder grote impact.’
Enkele jaren geleden publiceerde de Amerikaanse sprintster Allyson Felix een opiniestuk: haar sponsor Nike wilde haar zeventig procent minder betalen na haar zwangerschap. Hoe ging dat bij jullie?
Hellebaut: ‘De federatie wilde geen nieuw eenjarig contract tekenen, dus ik zat zonder contract. Gelukkig kon ik halftijds aan de slag als accountmanager bij de organisator van de Memorial Van Damme, Sportgala en de Nacht van de Atletiek. Misschien zijn de zaken intussen veranderd, maar destijds moest ik op die manier zorgen dat er brood op plank kwam.’
D’Hooghe: ‘In de nationale ploeg sta je onder contract. Aan het einde van mijn zwangerschap kon ik niet meer doen waarvoor ik werd betaald, dus werd ik op rust gezet, zoals dat ook zou gebeuren met een verpleegster in het ziekenhuis, en kreeg ik een uitkering van de mutualiteit. Sportief gezien verloor ik wel inkomen, vooral omdat ik niet meer voor een club speelde. Op mijn werk veranderde er niets, want ik bleef tot het einde van mijn zwangerschap als schepen werken. Ik heb niet eens zwangerschapsverlof genomen.’
Doelen
Gaat de terugkeer naar het hoogste niveau onvermijdelijk gepaard met grote doelen?
Hellebaut: ‘Het was duidelijk in mijn hoofd: mijn laatste uitdaging waren de Olympische Spelen van 2012 in Londen. Daarna was het genoeg, mentaal was ik klaar met de topsport. Toch heb ik nog een beetje getraind om te zien of ik het nog een jaar langer kon rekken, met een mooie wedstrijd in de Verenigde Staten of ergens anders.’
D’Hooghe: ‘Voor mij was het vanaf het begin het doel om zo snel mogelijk terug op het veld te staan voor het EK, dat oorspronkelijk voorzien was in augustus 2021. Dat was een haalbaar doel, met zes en halve maand voorbereiding. Door het uitstel van de Spelen naar 2021 werd het EK naar begin juni geschoven, exact vier maanden na mijn bevalling.’
Hellebaut: ‘Mijn doel was om weer twee meter te springen. Maar als ik het alleen voor de lol zou doen, zonder welomschreven doel, zou ik mezelf nooit naar het hoogste niveau kunnen stuwen, dat besefte ik al snel. In mijn laatste jaar raakte ik tot 1,97 meter, geen 2 meter. Ik was moe. De combinatie van trainingen met twee kinderen die niet sliepen, was niet evident. Bovendien was ik al 34. Ik denk dat ik eerlijk geweest ben met mezelf. Een uitdaging helpt om te weten waarvoor je traint, maar het is nog belangrijker om je limieten te kennen.’
‘Strijken tot middernacht voor een EK’
Delen jullie de mening van de sportvrouwen die zeggen dat zij minder stress ervaren door hun moederschap?
Tia Hellebaut: ‘Ik voelde misschien minder stress tijdens mijn trainingen, maar in mijn dagelijks leven was ik net meer gestresst omdat ik mijn trainingen, mijn kinderen en de huishoudelijke taken moest combineren. En relativeren maakte me niet sterker, maar zwakker. Ik had echt stress en uitdaging nodig om me vooruit te stuwen.’
Aisling D’Hooghe: ‘Mijn terugkeer naar de training was als de eerste sessie na een break. Het is een beetje zoals beginnersgeluk: je denkt dat je echt supersterk bent en je vraagt je af waarom je elke dag zou trainen als je zo voor de dag kan komen na vier maanden inactiviteit. Niet in termen van cardio, maar in termen van het spel: alles wat je probeert, lukt, je hebt het gevoel dat je elke bal tegenhoudt, je bent enorm zelfverzekerd. Dan komt de tweede training, en begrijp je snel dat het allemaal niet zo simpel is.’
Hellebaut: ‘Het is belangrijk om je goed te omringen als je herbegint. Ik had een babysitter om zich met de kinderen bezig te houden, maar niemand om het huishouden te doen. Ik herinner me dat ik in de week voor mijn laatste EK in Göteborg in 2013 tot middernacht kleren stond te strijken om ervoor te zorgen dat de week nadien alles in orde zou zijn voor mijn dochtertjes.’