Wereldkampioen Tadej Pogacar (UAE Team Emirates) heeft zaterdag voor het vierde opeenvolgende jaar de Ronde van Lombardije (WorldTour) op zijn naam geschreven. De 26-jarige Sloveen haalde het na 255 km tussen Bergamo en Como solo voor Remco Evenepoel (Soudal Quick-Step). De derde plaats was voor de Italiaan Giulio Ciccone (Lidl-Trek). Lennert Van Eetvelt (Lotto Dstny) werd knap zevende. Xandro Meurisse (Alpecin-Deceuninck) eindigde op de tiende plek.
De 118de editie van de ‘Koers van de Vallende Bladeren’ liep deze keer vanuit Bergamo naar Como, maar het traject moest gisteren/vrijdag nog worden aangepast. De hevige regenval van de voorbije dagen had gezorgd voor aardverschuivingen op het parcours, en dus werd de tweede klim van de dag vervangen. Toch bleef de geest van ‘Il Lombardia’ dezelfde als oorspronkelijk gepland: een lastige heuvelkoers van ruim zes uur over de beklimmingen rond het Comomeer.
Wereldkampioen Tadej Pogacar en dubbel olympisch kampioen Remco Evenepoel waren de twee grootste namen aan de start. Voor beide toppers was het laatste monument van het wielerseizoen meteen ook hun laatste wedstrijd. Pogacar had in de aanloop naar Lombardije getoond dat hij nog steeds in topvorm stak, bij Evenepoel waren de batterijen duidelijk aan het leeglopen, wat hijzelf ook met evenveel woorden toegaf.
De torenhoge favorietenstatus van Pogacar zorgde ervoor dat de eerste wedstrijdhelft een ander koersverloop kreeg dan normaal. De strijd voor de vroege vlucht was erg hevig, en zorgde uiteindelijk voor een sterke kopgroep van 22 renners. Daarbij zaten subtoppers als Antonio Tiberi, Daniel Felipe Martinez, Matej Mohoric, Wilco Kelderman en Thymen Arensman, en de Belgen Tiesj Benoot, Mauri Vansevenant en Xandro Meurisse.
In het peloton namen de ploegmaats van Pogacar het hele gewicht van de achtervolging op zich. Aan de voet van de cruciale beklimming van de Colma di Sormano, met voet op goed vijftig kilometer van de streep, hadden de vluchters nog amper een minuut voorsprong. 48 kilometer voor de streep werd Meurisse op de flanken van de Sormano als laatste vluchter teruggegrepen, meteen ook het sein voor Pogacar om aan zijn langverwachte aanval te beginnen.
Niemand had daar ook maar enig antwoord op. Op de top van de Sormano had Pogacar al een voorsprong van meer dan een minuut gecreëerd op een groep van drie achtervolgers, met daarin twee Belgen: Evenepoel en Lennert Van Eetvelt, samen met de Spanjaard Enric Mas. In de afdaling nadien reed Evenepoel van de andere twee weg. In de laatste 25 golvende kilometers richting aankomstplaats Como diepten de verschillen alleen maar verder uit. Pogacar overklaste iedereen, maar Evenepoel was even duidelijk ‘best of the rest’.
Pogacar boekte na zijn solo van 48 kilometer zijn vierde zege op rij in Lombardije, en bekroonde zo een ongezien seizoen, waarin hij 25 keer won, waaronder ook de Giro, de Tour, Luik-Bastenaken-Luik, en het WK in Zürich. Evenepoel finishte op ruim drie minuten, en had op zijn beurt anderhalve minuut marge. In de strijd voor de derde plaats ging de Italiaan Giulio Ciccone nog over Mas en Van Eetvelt, die uiteindelijk zevende werd. Vroege vluchter Meurisse was nog tiende.
