Sportchirurg Johan Bellemans over skiën met een partiële kunstknie: ‘Lindsey Vonn speelt Russische roulette’
Bijna zes jaar nadat ze gestopt was, maakte de 40-jarige Amerikaanse skivedette Lindsey Vonn afgelopen december een comeback, mét een gedeeltelijk nieuwe knie. Volgens orthopedisch chirurg Johan Bellemans is dat niet zonder gevaar.
‘Ze zou naar een psycholoog moeten gaan. Wil ze zelfmoord plegen?’ ‘Ze is compleet gek geworden.’ ‘Op je veertigste kun je niet meer voluit gaan, en zeker niet met een kunstknie.’ Voormalige skikampioenen waren op z’n zachtst gezegd sceptisch toen Lindsey Vonn in november 2024 aankondigde dat ze zou terugkeren op het hoogste niveau.
De Amerikaanse, toen al een van de succesvolste skiesters ooit, was na het WK in februari 2019 gestopt. Haar rechterknie was letterlijk tot op het bot versleten.
In april vorig jaar liet Vonn zich opereren. Ze stond vlug weer op de skilatten en acht maanden na haar operatie startte ze in de wereldbekerafdaling in Copper Mountain, goed voor een 24e plaats. Tot verbazing van haar critici maakte ze daarna vlug progressie, met een zesde en een vierde stek in de afdaling en Super G in Sankt Anton, begin januari, als beste resultaten.
Deze week, op het WK in het Oostenrijkse Saalbach, wil Vonn dat bevestigen. Maar haar hoofddoel zijn de Olympische Winterspelen van 2026 in Milaan-Cortina d’Ampezzo, waarna ze definitief een punt achter haar carrière zet.
Misverstanden
Professor Johan Bellemans (60) kan perfect inschatten hoe ‘gek’ Lindsey Vonn is. De chief medical officer van het Belgisch Olympisch Comité is als orthopedisch chirurg gespecialiseerd in knieletsels en kent Martin Roche, de Amerikaanse chirurg die Vonn heeft geopereerd, vrij goed. ‘Ik heb in Florida vaak met hem samengewerkt. Zelf heb ik ook al tientallen operaties uitgevoerd zoals Vonn heeft ondergaan.’
Bellemans wil meteen foute informatie corrigeren. ‘Ik las in sommige media dat Vonn een “nieuwe knie” heeft gekregen. Dat klopt niet, want dan wordt het héle gewricht vervangen door een prothese en moeten de kruisbanden verwijderd worden. Daarmee zou ze nooit meer op topniveau kunnen skiën.
Bij Vonn gaat het om een partial knee resurfacing. Daarbij wordt een achttal millimeter van het kraakbeen en het bot dat onder het kraakbeen zit weggeschraapt en vervangen door twee titaniumplaatjes, met een laagje polyethyleen ertussen. Dat dient als schokdempertje, en laat de twee metalen plaatjes soepel ten opzichte van elkaar bewegen.’
Bellemans wil nog een tweede misverstand de wereld uit helpen: ‘Vonn heeft zich niet laten opereren met het oog op een comeback. Ze wilde in de eerste plaats verlost raken van de knagende kniepijn. Pas na de operatie, toen de pijn helemaal weg was en ze zich bij wijze van spreken weer een jong veulen voelde, heeft ze die beslissing genomen. Ik was wel niet verbaasd toen ze haar terugkeer bekendmaakte. Vonn is een adrenalinejunkie. Skiën, competitie: dat is haar leven, ze kon dat niet missen.’
Niet onbelangrijk: Vonn bleef na haar afscheid in 2019 fysiek zeer fit.
Johan Bellemans: Klopt, het is zelfs cruciaal in dit verhaal. Zo werd de stap naar een comeback veel kleiner. Heel snel heeft ze weer een intensiever trainingsregime kunnen opbouwen. Als je bovendien van jongs af je lichaam hebt getraind, is het memory effect van de spieren veel groter. Ook de technische mechanismen die ze in al die duizenden uren op de latten heeft opgeslagen, heeft ze snel opgepikt. Amateursporters moeten dus niet denken: wat Vonn zo snel kan, dat kan ik ook.
‘Amateursporters moeten niet denken: wat Vonn zo snel kan, dat kan ik ook.’
Maar zelfs voor haar is een comeback niet zonder risico?
Bellemans: Ik had het haar afgeraden, net als Martin, haar chirurg. Vonn heeft dat advies naast zich neergelegd en speelt nu Russische roulette. Als ze niet meer zwaar op haar knie valt, is er geen probleem. Dan kan ze op het hoogste niveau misschien weer meestrijden voor de medailles. Ook dan blijft het hout vasthouden. Maar als ze wel zwaar ten val komt op haar knie, kunnen die titaniumplaatjes loskomen en kunnen haar kruisbanden scheuren. De enige oplossing is in dat geval een volledige kunstknie. Dan zal haar knie wellicht nooit meer normaal kunnen functioneren. Als je zo’n prothese in een beschadigd gewricht moet steken, is de kans zelfs reëel dat Vonn daarna zal manken, ook als ze gewoon wandelt. De pijn kun je dan heel moeilijk onder controle houden. Als dat gebeurt, zal ze spijt hebben van haar comeback.
Hoe uniek is zo’n partiële knie bij een topsporter?
Bellemans: Vóór Vonn is nog nooit een topskiër of skiester na zo’n ingreep teruggekeerd op het hoogste niveau. Bij mijn weten ook geen andere bekende atleten. Vonns comeback is voor ons, chirurgen, dus zeer interessant. Aan de hand van simulaties op lichamen die mensen na hun overlijden aan de wetenschap afstaan, kunnen we inschatten hoe groot de belasting kan zijn tot de gedeeltelijke of hele knieprothese versleten is. Maar in real life, én uitgevoerd door een topskiester, blijft het een experiment. Als Vonn nog een jaar probleemloos kan skiën, zullen we ons advies misschien moeten aanpassen en permissiever moeten worden over wat ‘gewone’ mensen met zo’n partiële knie weer mogen en kunnen doen.
Skilegende Lindsey Vonn ook na afscheid van de sport nog op vele fronten actief
Zonder val is er geen probleem, zegt u. Maar kunnen de titaniumplaatjes de belasting van skiën op topniveau wel aan?
Bellemans: Mensen denken dat skiën heel belastend is voor gewrichten, pezen en spieren, maar dat klopt niet helemaal. In het skiën heb je bij het glijden vooral isometrische kracht nodig: spieren moeten veel kracht ontwikkelen en actief reageren op oneffenheden, terwijl de lidmaten relatief statisch bewegen. Het kraakbeen in Vonns knie was ook niet volledig weg als gevolg van overbelasting, maar als gevolg van een zogenaamde unhappy triad. Dat is een samenloop van traumatische blessures die ze bij valpartijen heeft opgelopen: eerst een meniscusscheur, later gescheurde binnenste en een buitenste kruisbanden. Zo’n ‘triade’ versnelt het slijtageproces van het kraakbeen fors.
Skiën is niet zo belastend, maar twee jaar geleden zei u in Knack: ‘Ik heb mijn kinderen verboden om te skiën.’ Daar blijft u bij?
Bellemans: Ja, ik heb in mijn carrière te veel amateurskiërs behandeld die aan een crash blijvende fysieke mankementen overhielden. Op de dienst spoedgevallen zijn skiërs en motorrijders zelfs de patiënten met de ernstigste traumatische blessures. Vooral van de onderste ledematen: open breuken, volledig gescheurde kruisbanden… Zolang je voorzichtig blijft en niet valt, is skiën een toffe sport. Maar één roekeloze skiër die je overhoopknalt, kan al voldoende zijn. De risico’s zijn te onvoorspelbaar.
Kan een partiële kunstknie ook helpen voor andere topsporters?
Bellemans: Nee, toch niet bij hoge impactsporten zoals basketbal, marathonlopen, voetbal of volleybal. Dan komt de belasting bij het landen na een sprong, bij het tackelen en het continu veranderen van richting in de buurt van de kritieke drempelwaarden die bij simulaties is opgetekend. De titaniumplaatjes zullen niet zo performant blijven als bij het skiën.
En bij amateurvoetballers of -lopers?
Bellemans: Bij hen kan het wel, omdat de belasting een stuk minder groot is dan op topniveau. Ik heb al veel fervente lopers geopereerd die na maandenlang revalideren weer vlot een marathon hebben afgewerkt. Sommigen hebben zelfs hun persoonlijk record verbeterd, zónder pijn.
Hoe vaak krijgen patiënten een partiële knie en een volledig nieuwe prothese?
Bellemans: Vroeger staken we in 95 procent van de gevallen een volledig nieuwe knie. Nu is dat nog 70 procent, en is het aantal operaties met partial knee resurfacing gestegen tot bijna een derde. De voornaamste reden is de ontwikkeling van ‘MAKO’-robots van de firma Stryker uit Florida. Die heb ik met Vonns chirurg, Martin Roche, vijftien jaar geleden mee helpen finetunen.
MAKO’s zijn peperduur, tot een miljoen euro per stuk, maar we kunnen daarmee nu extreem precies opereren. Daardoor zijn ook de slaagkansen van zo’n ingreep stevig gestegen. Vroeger waren de resultaten qua pijnverlichting veel minder. Chirurgen kregen erdoor zelfs een slechte naam.
Hoe zwaar beschadigd moet een knie zijn vooraleer een patiënt een partiële of een hele knie kan krijgen? En is er een bepaalde leeftijdsgrens?
Bellemans: Dertig jaar geleden kreeg niemand onder de vijftig een kunstknie. Van zo’n ondergrens is nu geen sprake meer. Ik heb zelfs al een nieuwe partiële knie geplaatst bij een achttienjarige. De enige richtlijn is de schadegradatie. Bij graad één is het kraakbeen tot 25 procent weggesleten, bij graad twee 25 tot 50 procent, bij graad drie 50 tot 75 procent, en bij graad vier 75 tot 100 procent. In het verleden hebben chirurgen te vlug beslist om te opereren, omdat patiënten bleven klagen. Omdat zo’n operatie de maatschappij veel geld kost, is er onder chirurgen een consensus ontstaan. De ongeschreven regel is nu: pas opereren als graad vier is bereikt. En als dat te zien is op een röntgenfoto waarbij de patiënt rechtop staat, en dus niet neerligt want dat kan het beeld beïnvloeden. Chirurgen die de regel overtreden, worden scheef bekeken. Zij moeten bij een lagere schadegraad eerst naar goedkopere alternatieven kijken.
Hoeveel kost zo’n kunstknie? En hoeveel daarvan betaalt het ziekenfonds terug?
Bellemans: De totale kostprijs is 8000 à 10.000 euro. Patiënten moeten daarvan maximaal 100 à 400 euro opleggen, afhankelijk van het ziekenhuis, de duur van hun verblijf en eventuele bijkomende medicatie.
Heeft die bijna volledige terugbetaling al ter discussie gestaan?
Bellemans: De medische sector heeft dat met gedetailleerde dossiers tot dusver kunnen verdedigen, zodat onze politici de terugbetaling kunnen verantwoorden. Op lánge termijn is zo’n nieuwe knie – partieel of volledig – kostenvoordelig, want mensen kunnen weer sporten. Hun levensverwachting neemt zo onrechtstreeks toe. Zonder operatie zijn ze veel minder mobiel, blijven ze vastgekluisterd aan hun sofa en worden ze sneller ziek.
Lindsey Vonn: afscheid van de grootste skiester aller tijden
Johan Bellemans
1964: Geboren in Vilvoorde.
1989: Dokter in de heel-, genees- en verloskunde (KU Leuven).
1992: Neemt met zijn broer Dirk mee aan de olympische zeilrace in de 470-klasse.
2008: Arts bij de Belgische olympische delegatie.
2013: Ontdekt samen met Steven Claes het anterolaterale ligament.
2014: Stapt als staflid chirurg over naar Ziekenhuis Oost-Limburg in Genk.
2016: Chief medical officer bij het BOIC.
2019: Doet mee aan de tv-reeks Topdokters.
2020: Start een YouTubekanaal waarop hij knieproblemen en operaties uitlegt.
2022: Publiceert het boek Sportblessures.