Royal Avenir Fouron
In Vlaanderen heeft zowat elke gemeente wel een voetbalclub. Sport/Voetbalmagazine trekt op ontdekkingstocht en houdt ergens halt.
Tegenwoordig is het al wat makkelijker om de weg te vinden in Voeren dan in 1995. Toen werd een zoektocht naar de voetbalclubs in de gemeente nog bemoeilijkt omdat alle plaatsnaamborden in beide talen overschilderd waren. Sprak je in de gemeente, die in 1963 overgeheveld werd van de provincie Luik naar Limburg, toen nog iemand aan in het Nederlands, kreeg je een bot antwoord in het Frans, en omgekeerd.
Vandaag heerst communautaire rust en vormen de zes deeldorpen met samen 4100 inwoners, onder wie één vijfde Nederlanders, een dunbevolkt stukje vakantieland tussen Nederlands Zuid-Limburg en de provincie Luik.
Begin jaren 90 waren er nog drie voetbalclubs, na het afhaken van CS Rémersdael zijn dat er nog twee. Allebei hebben ze hun accommodatie in het grootste deeldorp, ’s Gravenvoeren (1378 inwoners). Amper 400 meter ligt er tussen het stadionnetje van SK Moelingen en het terrein van Royal Avenir Fouron, de enige Franstalige club in Vlaanderen. Vijfhonderd meter verder naar het zuiden begint de provincie Luik, anderhalve kilometer naar het noorden ligt Nederland. Terwijl het Nederlandstalige Moelingen sinds het seizoen 1975/76 overstapte van de provincie Luik naar de Limburgse reeksen, is Avenir Fouron altijd in de provincie Luik gebleven. Daardoor heeft het kortere verplaatsingen. Voor de derby tegen Warsage B moet de club maar anderhalve kilometer afleggen, en ook Dalhem ligt niet ver, terwijl Moelingen altijd flinke verplaatsingen heeft omdat Voeren nergens aan de rest van Limburg grenst.
Aan politiek doet men binnen de vereniging niet, zegt voorzitter Christophe Beuken in de kantine van Avenir Fouron. In april 2017 kreeg de 32-jarige productmarketeer de vraag om Royal Avenir Fouron mee te leiden. In 2008 voetbalden ze nog in eerste provinciale maar daarna zakten ze af naar derde provinciale. ‘Ik heb toen beslist om een jaar lang de financiën op orde te zetten en ondertussen alleen door te gaan met een reserventeam’, zegt de geboren Voerenaar, kind van een Nederlandstalige moeder en een Franstalige vader die, zoals veel dorpsgenoten, voor het werk moet uitwijken. Twee dagen per week werkt hij bij verzekeringsmaatschappij Baloise Insurance in Antwerpen (‘waar ik Nederlands praat’), één dag spoort hij naar Brussel, twee dagen werkt hij van thuis.
Na een jaar inactiviteit werd opnieuw een eerste elftal opgericht dat in vierde provinciale van start ging. Trainer Renaud Jadoul, een triatleet, bracht 23 spelers mee, de meesten uit de naburige gemeentes. Op de foto staan tweede doelman Douglas Bailly, broer van Logan, en Jonathan Le, een jeugdspeler van CS Visé uit het naburige Wezet. Die trainde bij de nationale jeugdploegen nog samen met Vincent Kompany. De voertaal is Frans, ‘maar in ons bestuur zetelen ook beheerders die wel eens naar Moelingen gaan kijken of wiens kinderen daar spelen’. De eerste twee jaar doet de herboren club het nog zonder jeugdploegen. ‘Omdat we daar nog geen afdoende structuren voor hebben’, zegt de voorzitter die een nieuwe groep vrijwilligers aan het samenstellen is.
Avenir wil gewoon een dorpsclub zijn met een familiaal karakter, zegt Beuken. Voor het geld moeten spelers niet komen. Kunnen zingen (met het geadopteerde clublied ‘ Dans les yeux d’Emilie‘ van Joe Dassin) of kunnen koken helpt. Eén keer per maand koken twee spelers voor de rest van de selectie. Handgeld wordt hier niet betaald, en de winstpremie is minimaal. Zo bespaart zo’n kleine club al gauw 8000 euro per jaar, heeft de voorzitter berekend. ‘Het is niet de taak van derde- en vierdeprovincialers om voetballers een tweede inkomen te verschaffen.’ Anders lukt het financieel niet, met gemiddeld 20 betalende toeschouwers, met pieken tot 40 à 50 voor de derby’s tegen Dalhem en Warsage B. Nu lukt dat wél dankzij een mix van extrasportieve activiteiten, inkomsten uit de kantine en de zeventien sponsors.