Red Lion Arno Van Dessel combineert topsport met studie: ‘Topsport is fantastisch, maar het is niet voor altijd’

© Pearson Arkesteyn

Arno Van Dessel is als 21-jarige een vaste waarde bij de Red Lions, het Belgische nationale hockeyteam. Al is dat niet vanzelfsprekend, want hij combineert zijn carrière als topsporter met zijn studie handelsingenieur. ‘Ik moet ervoor zorgen dat ik naast het hockey ook iets anders heb om op terug te vallen’, benadrukt hij.

Inspirerende jongeren

Zeven weken lang brengt knack.be elke zaterdag een portret van een inspirerende jongere, iemand met een boeiend verhaal, een uitzonderlijk talent, een uitgesproken mening. De portretten worden geschreven door evenveel jeugdige journalisten.

Dit past in een zoektocht naar jong journalistiek talent. Om dat te ontdekken organiseert het Prins Filipfonds de Belgodysseewedstrijd, in samenwerking met VRT, RTBF, L’Avenir en Knack en met steun van de kanselarij van de eerste minister. Hieronder leest u het eerste portret in de reeks.

De andere verhalen leest u hier.

Hij was de jongste Red Lion tijdens de afgelopen Olympische Spelen en een van de meest opvallende nieuwkomers. Al ging het wel snel volgens hem: ‘Als achttienjarige debuteerde ik al bij de Red Lions – dat is een hockeyploeg die grote successen boekt en tweede stond in de wereldranglijst. Er wordt dan uiteraard veel van je verwacht. Gelukkig heb ik een familie die mij enorm steunt.’

Studie

Maar Van Dessel is meer dan alleen een talentvolle hockeyer. ‘Mijn leven draait volledig om hockey én mijn studie’, vertelt hij. ‘Elke dag werk ik eraan om op beide vlakken te excelleren.’

Van Dessel volgt de opleiding handelsingenieur aan de Universiteit van Antwerpen, wat tijd en energie vraagt. ‘Het is een enorme uitdaging’, geeft hij toe. ‘Dagen zonder trainingen spendeer ik aan mijn studie.’ De druk om zowel sportief als academisch te presteren is hoog, maar Van Dessel weet hoe belangrijk het is om een toekomst buiten het hockey op te bouwen. ‘Topsport is fantastisch, maar het is niet voor altijd. Ik moet ervoor zorgen dat ik iets heb om op terug te vallen. Ook mijn ouders vinden dat ik niet simpelweg kan zeggen dat ik een hockeyer ben en that’s it. Want daarna volgt er nog iets’, aldus Van Dessel.

‘Ik ben een winnaar, ik haat verliezen.’

Topsportstatuut

Topsporters kunnen in het hoger onderwijs een speciaal topsportstatuut aanvragen. Dat biedt enkele voordelen: vervangende taken maken of de mogelijkheid om examens of evaluaties uit te stellen. Bovendien kunnen ze hun studiepunten spreiden en een individueel traject volgen,. Dat alles moet de combinatie studie en sport eenvoudiger maken.

Van Dessels uiteindelijke doel? Een master handelsingenieur. Hij heeft zo’n topsportstatuut en moet nog vijftig studiepunten afronden voor zijn bachelordiploma. Dit jaar neemt hij 42 studiepunten op, de resterende 8, zijn bachelorproef, wil hij volgend jaar afronden. ‘Zo’n topsportstatuut geeft mij de flexibiliteit die nodig is om mijn studie en drukke hockeykalender te kunnen combineren’, vertelt hij.

© Pearson Arkesteyn

Olympische Spelen

De weg naar de Olympische Spelen was allesbehalve vanzelfsprekend voor de jonge hockeyer. Zestig dagen voor de selectie liep hij een hamstringblessure op, waardoor hij enkele belangrijke play-offwedstrijden miste en minder kans had om zichzelf te bewijzen. Het telefoontje van Michel van den Heuvel, de toenmalige bondscoach, kwam dan ook als een opluchting: ‘Toen ik te horen kreeg dat ik geselecteerd was voor de Spelen, was er een lange stilte. Eventjes kon ik echt niets zeggen. Nadien kwam de euforie.’

‘De Olympische Spelen, dat is dé droom van elke atleet’, zegt Van Dessel. ‘De lat lag hoog in Parijs, want na de gouden medaille in Tokio wilden we opnieuw het hoogste bereiken.’ Het begon ook goed voor de Belgen, na een sterke groepsfase eindigden ze als eerste. Maar in de kwartfinale werden de Lions uitgeschakeld door Spanje. ‘Dat was een bittere pil. Want we hadden een ploeg die echt kans maakte om op dat podium te staan. Onze band is wel sterk gebleven, ook na het toernooi. We vormden een hechte ploeg om samen dat verlies te verwerken.’

Toch overheerst bij Van Dessel het gevoel van verlies. ‘Het is mooi dat ik de Olympische Spelen mocht meemaken. Maar ik ben een sportman, en ik ben een winnaar. Ik haat verliezen. Het blijft ergens pijn doen, maar dit is hét moment om de bladzijde om te slaan en een nieuw hoofdstuk te schrijven.’

Klankbord

De periode vóór de Olympische Spelen, toen Van Dessel een hamstringblessure opliep, was geen gemakkelijke tijd. ‘Ook voor mijn ouders was dat een hectische periode’, zegt hij. Maar op moeilijkere momenten kan hij altijd rekenen op zijn ouders.

‘Mijn familie is mijn grootste steun. Thuis kan ik alles even loslaten en tot rust komen. Mijn ouders zijn een klankbord voor mij. We kunnen over alles sparren. Dat is altijd belangrijk geweest in mijn carrière. Mijn ouders waren uiteraard erg trots om mij bezig te zien op het Olympische hockeyveld, maar tegelijkertijd houden ze mij met mijn beide voeten op de grond. Mijn vader is de eerste die zal zeggen dat het beter kan of moet.’

Ambitie

Ondanks de teleurstelling in Parijs kijkt Van Dessel vol vertrouwen naar de toekomst. Hij maakt deel uit van een nieuwe generatie talenten die zich klaarmaakt om de fakkel over te nemen in de nationale ploeg. ‘Er is een transitie aan de gang. Verschillende oudere spelers hebben onlangs afscheid genomen.’

© Pearson Arkesteyn

Momenteel wordt er een stevige kern van zo’n dertig spelers gevormd waarop de ploeg kan bouwen. ‘Met die nieuwe kern werken we toe naar het WK in 2026. Ons doel? Weer op het podium staan’, voegt Van Dessel eraan toe. Hij wil de komende jaren een belangrijke rol spelen in die vernieuwing. ‘Ik wil een sleutelspeler worden, zowel op als naast het veld’, zegt hij vastberaden.

Eerder was Van Dessel al genomineerd voor de Gouden Stick, de prijs voor de beste hockeyspeler, en recent werd hij ook door de internationale hockeyfederatie als ‘Rising Star’ genomineerd, een prijs voor opkomend jong talent. ‘Dat is wel speciaal, omdat je niet alleen erkenning krijgt van supporters die stemmen, maar ook van een comité samengesteld uit kenners van over de hele wereld. Als de wereldbond jou uitkiest, is dat enorm fijn.’

Voor Van Dessel is een olympische medaille een droom: ‘Voor een atleet is dat het mooiste wat je kunt bereiken, een medaille rond je nek. Ik hoop ooit op het podium te staan tijdens de Olympische Spelen, vooral als ik besef hoe dicht we er waren afgelopen zomer.’ Toch ziet hij ook een diepere betekenis in zijn hockeycarrière. ‘Winnen is voor mij oppervlakkig. Jonge hockeyspelers inspireren, daar gaat het om. Enkele jaren geleden keek ik zelf op naar bepaalde spelers. Nu wil ik de jongste generatie inspireren om hier ooit te staan’, besluit Van Dessel.

Pearson Arkesteyn (Jette, 2002) zit in zijn laatste jaar journalistiek aan de Erasmushogeschool in Brussel.

Partner Content