Wat doe je in je vrije tijd ?
“Veel vrije tijd heb ik niet. In de week vertrek ik om zeven uur ’s morgens naar de training en ben ik pas thuis rond halfzes, zes uur. De rest van mijn tijd besteed ik aan mijn kinderen Ymanie (5) en Quinten (20 maanden). Als er dan toch nog ergens een gaatje is, ga ik wel eens snookeren of biljarten. Een spelletje darts doe ik soms ook.”
Kan je Lindsy eens omschrijven ?
“Ze is heel spontaan en enthousiast ( Lindsy : “Ik ben ook wel eens koppig”). Nee, koppig is ze niet echt. Als er iets op haar lever ligt, zal ze dat wel direct zeggen. Klinkt het niet, dan botst het. ( Lindsy : “Ik ben een beetje precies en daar ergert hij zich soms aan.”) Het gebeurt dat ze vijf keer per dag het stof afdoet en stofzuigt. Dat vind ik nu wel wat overdreven, maar je kan dat niet veranderen, hé.”
Waar kunnen jullie geld aan uitgeven ?
“Vroeger waren dat vooral reizen, nu zijn dat de kinderen en het huis. We wonen hier nu bijna vier jaar, maar er is nog wat werk. Op sommige plaatsen moet er nog behangen worden, ook op de zolder moet er nog een en ander gebeuren. Het tuintje voor het huis moet nog aangelegd worden en achteraan in de tuin willen we nog wat bijplanten. We willen ook nog een zwembad graven. Ik probeer zo veel mogelijk zelf te doen en als het mij niet lukt, heb ik nog altijd mijn broers, mijn vader en mijn schoonfamilie om mij te helpen.”
Was het een bewuste keuze om hier in Turnhout te komen wonen ?
“Ja, wij zijn beide van Turnhout. Ik had eerst een stuk bouwgrond in Westerlo, maar dan werd de afstand met onze familie en onze vrienden hier te groot. Ik kon dit stuk grond snel op de kop tikken en dan hebben we hier een nieuwe woning gebouwd .”
Je bent nu enkele maanden terug uit Noorwegen, hoe kijk je terug op die ervaring ?
“Ik ben blij dat ik daar heb kunnen spelen, ook gezien de omstandigheden bij Lierse. Het was een gezellige club en ze deden er alles aan om het mij zo aangenaam mogelijk te maken. Ze waren daar allemaal heel vriendelijk voor mij, de spelers, het bestuur. De eerste weken zat ik alleen op een hotelkamer, dat was niet gemakkelijk. Ik belde soms drie keer per dag naar huis, mijn telefoonrekening liep op tot 1750 euro. Na een tijdje kreeg ik een groot appartement, dat betaald werd door de sponsor. Mijn vrouw en kinderen konden ook overkomen, alles werd door de club geregeld. Toen ik een aanbod kreeg van Germinal Beerschot was de situatie er heel onzeker geworden. We bleven maar nipt in eerste klasse en de club kreeg ook een nieuwe geldschieter.”
De Noren leven allicht anders dan de Belgen. Ligt die levensstijl jullie ?
“Een Noor staat op, gaat werken, komt thuis en verlaat zijn woning dan niet meer. Het zijn echte thuismensen, ze gaan niet op café of op restaurant en feesten vooral thuis, in familiekring. Dat heeft wel zijn redenen, Noorwegen is een heel duur land. Als je een avondje op café gaat, ben je al snel 100 euro kwijt. En dan heb je niet eens veel gedronken. Uit eten gaan is ook zo goed als onbetaalbaar. Er is daar niets te zien en er valt weinig te beleven. De mensen zijn wel heel vriendelijk, ook al ben je een vreemde.”
Maakte je al plannen voor na je carrière ?
“Ik zou wel graag trainer worden, niet direct in eerste of tweede klasse maar in derde of in bevordering. Ik heb een opleiding sanitair gevolgd, maar in die branche is er de laatste tijd veel veranderd. Ik ben nu dertig, dus aan het einde van mijn carrière moet ik nog niet denken. Maar als ik later trainer wil worden, moet ik die cursussen binnenkort wel gaan volgen.”
door Joris Mees