Het kippenvelmoment van Elise Matthysen: ‘Op de bus met Michael Phelps’

Elise Matthysen in Peking, 2008. © BELGA
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Zwemster Elise Matthysen zwom liever ’s avonds.

‘Ik was nog maar pas zestien geworden toen Peking 2008 begon. Het was één groot avontuur, vol verwondering. Op de bus naar het zwembad zat ik naast een lange man met een opvallende snor. Bleek het Michael Phelps te zijn, dé grote ster van de Spelen. Hij liep incognito rond, terwijl honderden journalisten naar hem op zoek waren.

Het mooie aan Peking was dat het voor mij zo ongedwongen verliep. Ik had mij onverwacht geplaatst. Het grote doel was al bereikt, nog voor het moest. Ik kon zonder voorbehoud genieten van het grootste sportevenement ter wereld: een luxepositie. En tegelijk was het de makkelijkste manier om te presteren. In de series brak ik het Belgisch record op de 100 meter schoolslag. De journalisten dachten: nu gaat ze er in de halve finale nog een stuk vanaf doen, misschien stunt ze wel in de finale. Maar ik wist dat dat niet het geval zou zijn. Voor de kijkcijfers in Europa en Amerika had men de series ’s avonds ingepland en de halve finale en finale ’s ochtends, terwijl het doorgaans andersom is. Ik was er niet goed in om ’s ochtends snel te zwemmen. Niet dat we dat ooit hebben uitgetest, en wie weet klopte het eigenlijk ook niet, maar alleen al omdat voor mij een avondwedstrijd beter aanvoelde, werd het werkelijkheid. Ik finishte dertiende en was daar heel tevreden mee.’

Snelle pakken

‘Eén jaar later begon de heisa met de snelle zwempakken. Op het WK van 2009 kon ik zo’n supersnel zwempak testen: ik deed meteen een halve seconde van mijn record op de 50 meter. Een halve seconde is waanzinnig veel. Maar om sponsorredenen mocht ik niet met een snel pak zwemmen. Ik zwom ongeveer even snel als in Peking, maar qua resultaten boerde ik enorm achteruit. Heel frustrerend. De zwempakken hebben er zeker iets mee te maken dat ik nog voor de volgende Spelen met zwemmen ben gestopt, maar er speelden nog andere zaken mee. Zwemmen was een gewoonte geworden en topsport is geen gewoontewerk. In een rustige periode zei mijn trainster: “Deze week mag je komen zwemmen wanneer je zin hebt, Elise.” Ik ben die week maar twee keer gekomen. Het heilige vuur was gedoofd.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content