‘Ook meisjes kunnen goeie refs zijn’
Nieuwe scheidsrechters vinden is geen sinecure, maar de 18-jarige Imani De Clercq is de uitzondering op de regel. Ze is niet alleen erg beloftevol als arbiter, maar ook als keeper. We volgen haar in een weekend waarin ze zowel een wedstrijd leidt als speelt. ‘Ik hoor ze altijd smoezen als ik het veld opkom: ‘Een meisje…’ Dat vind ik alleen maar leuk.’
Het is een typische avond op een sportpark in januari: kale bomen, een snijdende wind en rondom het veld felle lampen die worden omringd door een heiige deken. We zijn bij Groene Duivels Ingooigem, even ten noorden van Waregem, en vragen een willekeurige voorbijganger waar we de scheidsrechter kunnen vinden. Hij blijkt de afgevaardigde te zijn van tegenstander Jespo Comines in de reeks bijzondere reserven en hij leidt ons de gang met de kleedkamers in. ‘Het is een meisje, hè?’, zegt hij verwonderd. We knikken. We zijn hier voor Imani De Clercq, achttien jaar jong.
We treffen haar in het scheidsrechterslokaal achter de computer, samen met haar vader. Ze buigen zich over het wedstrijdformulier; onder zijn toeziend oog, Giovanni De Clercq (42) is zelf scheidsrechter in dezelfde reeks, controleert ze de namen van de spelers en de paspoorten. Af en toe kijkt ze hem aan: ‘Klopt dat zo?’ Haar stem zacht. Daarna kleedt ze zich om en voegt zich op het veld bij de 22 mannen, bezig aan hun warming-up. De blikken gaan naar haar, er klinkt wat geroezemoes. Natuurlijk gaan de blikken naar haar. En natúúrlijk klinkt er geroezemoes. De Clercq is het ondertussen gewoon. Net als de opmerking: ‘Die gaat dat niet kunnen.’ Ergens vindt ze dat wel leuk, vertelde ze even daarvoor. ‘Om te laten zien dat ook meisjes een goede ref kunnen zijn.’
Op internaat leerde ik me open te stellen en met iedereen in contact te gaan. Ik ben daar opengebloeid.’ IMANI DE CLERCQ
Tijdens haar opwarming controleert ze de netten en even later staat ze terug in haar kleedkamer, haar handen vuurrood en een eerste zweetdruppel op haar voorhoofd. ‘Denk aan de looplijnen, laat zoveel mogelijk doorspelen, maar wees kordaat waar het moet’, herhaalt haar vader de woorden die hij ook sprak aan de keukentafel tijdens het avondeten. Dan knikt hij naar de gang: ‘Roep de ploegen maar.’ Eenmaal daar kijkt ze nog eens om. Hij knikt opnieuw, instemmend nu. En ze fluit. De spelers komen uit de kleedkamers en stellen zich een voor een aan haar voor; ze controleert hun rugnummers en de schoenen. Sommige kijken vragend, anderen lijken haar niet eens op te merken. En kritische blikken: die zijn er ook… Dan loopt de horde mannen het veld op, met in hun midden een meisje. Maar eenmaal het gras onder haar voeten werpt ze haar jeugdige voorkomen van zich af; van die weifelende houding voor de wedstrijd is – vooral in de tweede helft – niet veel meer te zien. Er is er maar één de baas…
Rope skipping, voetballen, keepen
Even daarvoor zitten we tegenover haar aan die keukentafel in haar ouderlijk huis in Olsene, ten zuiden van Waregem. Haar vader en broer Nouno (13) zijn gaan wandelen met hond Tampa, moeder Sheila (43) werkt op haar laptop en zusje Ooni (8) vertrekt naar het voetbal. Imani vertelt zelfbewust over haar carrière tot nu toe, maar is steeds rustig; even timide als vlak voor die match die we daarna zouden zien. En óók: bedachtzaam. Ze weet precies wat ze wil vertellen. Waar Ooni het huishouden weleens op stelten zet, is Imani zeker niet de grote aanwezige of een bazig persoontje. Integendeel. Hier zit een empathische en gevoelige jongedame. Niet direct wat je verwacht van een scheidsrechter. ‘Op het veld zit ik echt in die match en in mijn rol. Dan moet ik daar staan; de baas zijn en dat ook tonen. Daarna ben ik weer de rustige Imani.’ Haar vader zou later zeggen dat hij precies zo is.
We beginnen bij het begin. Bij rope skipping. Bij wat? Ja, inderdaad: waar de meeste meisjes gaan hockeyen, tennissen, volleyballen en ook steeds vaker voetballen, doet De Clercq lange tijd aan touwtjespringen. En wel op nationaal en internationaal niveau. ‘Al mijn vriendinnen deden dat.’
Maar wanneer ze op haar twaalfde met wat leerkrachten op het schoolplein voetbalt, vindt ze een nieuwe passie. ‘En toen mijn broer begon te voetballen, zei ik: ‘Dat wil ik ook.’ Mijn papa zei: ‘Voetbal is niet voor meisjes’.’ We horen haar moeder lachen vanachter de computer. ‘Die opmerking zal hem blijven achtervolgen’, zegt ze.
Want Imani blijkt talent te hebben. Eerst als voetbalster, maar voorál als keepster: na een half jaar bij de jongens van de plaatselijke voetbalclub Olsene valt de doelman uit en ze meldt zich voor de vacante plek onder de lat. Na dat eerste seizoen maakt ze al een ‘transfer’. Naar Zulte Waregem. Bij de meisjes dit keer.
Op internaat
Twee jaar later gaat ze naar de topsportschool in Leuven, waar ze op internaat gaat en deel uitmaakt van de Yellow Flames, de beloftenploeg van de Red Flames. Of ze beseft dat zij kansen krijgt waar heel veel meisjes tien of twintig jaar geleden van droomden? Ze straalt. ‘Ja, zeker. Ik wilde eigenlijk niet op internaat maar ik wist ook hoe een supermooie kans dit was en ik wilde die grijpen. Niet alleen als voetballer, ook als mens. Op internaat leerde ik me open te stellen en met iedereen in contact te gaan. Ik ben daar opengebloeid. Dat is ook positief voor mij als scheidsrechter.’
In de zomer van 2022 rondt ze haar middelbaar af, waarmee ook het hoofdstuk Yellow Flames ten einde is. Ze studeert nu Sport en Bewegingsrecreatie in Gent – De Clercq wil personal trainer worden of aan de slag gaan als trainster – én ze maakt de overstap van eersteprovincialer Avelgem naar Zwevezele in eerste nationale, het een-na-hoogste niveau. De mogelijkheid om begin dit seizoen bij Eendracht Aalst te gaan voetballen in de Super League laat ze nog aan zich voorbijgaan. ‘Ik wil rustig opbouwen zodat ik niet te hard val als het even minder gaat. Maar ook mijn ouders zorgen ervoor dat het niet te snel gaat en ik mijn gevoel blijf volgen; dat ik met mijn voeten op de grond blijf. Ik wil me vertrouwd voelen en niet te veel onder druk staan, dan presteer ik beter. Dat gevoel was er bij Zwevezele meteen.’
Ordinaire schop- en knokpartij
Zoals de doelman uitviel in haar ploeg en zij onder de lat terechtkwam, zo is er ook toevallig geen scheidsrechter voor de wedstrijd van haar broertje bij Zulte Waregem. Ze zegt: ‘Dan doe ik het wel.’ Ze is dan dertien jaar.
Ze haalt haar schouders op wanneer we zeggen dat dat een ongekende stap is: veel meisjes zouden liever wegkruipen, weg van de aandacht in een wereld die toch nog vooral door mannen en jongens wordt bepaald. Zo niet Imani De Clercq. ‘Ik weet ook niet wat het is. Ik wil het als persoon graag voor iedereen goed doen, maar als scheidsrechter trek ik me echt niets aan van wat mensen zeggen.’ Dus: ze pakt de fluit op en leidt het duel in goede banen.
En zo is Imani De Clercq vertrokken. Ze fluit vrijwel elk weekend een jeugdwedstrijd bij Zulte Waregem en volgt even later, als 15-jarige in een groep van 35 volwassen mannen, de cursus Ref in oneday bij Frank De Bleeckere, een officiële opleiding van Voetbal Vlaanderen waardoor ze ook voor de bond mag gaan fluiten. Ze doet die samen met haar vader en De Bleeckere geniet zichtbaar van een leergierig jong meisje. Hij ziet ook: ze heeft het fluiten écht in de vingers.
Ik wil rustig opbouwen zodat ik niet te hard val als het even minder gaat.’ IMANI DE CLERCQ
Na die cursus wijst de bond haar eerst wedstrijden toe bij de jongens U15. ‘De eerste keer stond ik wel wat met knikkende knieën, maar dat was ook meteen een derby. Daarna had ik dat niet meer. Het scheelt ook dat ik nog geen échte negatieve ervaringen heb gehad; ik groei door de goede momenten. Ze roepen weleens wat, op of buiten het veld, maar écht persoonlijk zijn ze nog nooit geworden. Mocht ik dat meemaken, wordt het mentaal misschien even wat lastiger.’
Al na twee wedstrijden bij de U15 stijgt ze naar de U17. Weer een match later leidt ze de reserven en de nationale jeugdploegen bij de meisjes – ‘Ik merk soms dat vrouwen eerder beginnen te protesteren op de scheids dan mannen’ – en nu staat ze dus al tussen de volwassen mannen in de bijzondere reserven. En mocht ze deze avond in januari worden beoordeeld, dan zou het weleens kunnen dat ze wéér een categorie opschuift en eerste ploegen in vierde provinciale mag gaan fluiten. Want Imani De Clercq leidt een ijzersterke match in een duel dat – als ze niet had ingegrepen – op het einde zomaar had kunnen ontaarden in een ordinaire schop- en knokpartij.
Truken van de foor
Terug naar die avond dus, waar we de match volgen met vader Giovanni De Clercq en medescheidsrechter en -begeleider Idriz Balaj. Op de tribune schuilen nog zo’n vijftigtal mensen tegen die venijnige januariwind. Ze zien een voetballend Ingooigem tegen een fysiek Jespo Comines, een Waalse ploeg tegen de Franse grens ten zuiden van Kortrijk. De Clercq laat een paar keer goed doorspelen, maar houdt het kort bij overtredingen. Ze oogt alleen soms nog wat afwezig – logisch ook op haar leeftijd – én één keer twijfelt ze: is het buitenspel of niet? Dat dient ze in deze reeksen zonder lijnrechters zelf in te schatten; een onmogelijke taak. ‘Ik zeg dan ook altijd: fluit eerder wel dan niet’, zegt haar vader. ‘Niemand die er écht over zal vallen wanneer het geen buitenspel was, maar komt er een goal uit dan heb je al veel eerder gedoe. Fluiten in deze reeksen is eigenlijk veel moeilijker dan in de hogere, met lijnrechters.’
Die weifelende actie gaat dan ook – in gedachten – in het boekje van haar vader. Ze gaf zelf aan de keukentafel al aan dat hij haar meest kritische toeschouwer is. ‘Hij wil nog weleens vergeten te zeggen wat er wél goed ging. Dat is niet altijd leuk, maar ik ben daardoor al superveel gegroeid.’ En dan is er nog die inworp die ze aan Ingooigem geeft in plaats van aan Jespo Comines én laat ze de boel wat te veel de boel wanneer een speler geblesseerd blijft liggen. ‘Als ze even kort zou fluiten – ‘Wachten … gaat het? Ja?’ Opnieuw fluiten en verder spelen – dan zouden die spelers vóélen dat ze er is’, aldus Balaj. Het zijn de trukken van de foor die De Clercq nog door ervaring zal leren.
Dan fluit ze voor de rust. Het is 1-0 en ze stapt met de 22 mannen het veld af. Kort kijkt ze opzij, naar haar vader, waarmee ze eigenlijk vraagt: ‘En? Hoe doe ik het?’ Haar vader glimlacht en knikt. Hij is ongelooflijk trots. Maar hij vraagt Balaj dit keer mee de kleedkamer in te gaan. ‘Dat doe ik vaker. Hij kan haar net weer wat anders meegeven dan ik. Ik ga wel áltijd mee; haar alleen dit laten doen tussen al die mannen… nee.’
Meer babbelen
Met een sportdrank aan haar mond luistert ze geconcentreerd. ‘Je bent écht goed bezig’, begint Balaj. ‘Maar weet dat het dadelijk heviger wordt. Vanaf de 70ste minuut ongeveer, vooral van rood. Die zijn fysiek, die laten nu al weleens merken dat ze het niet met je eens zijn. Het enige dat ik nu kan zeggen, is: meer babbelen. Je mist die ingooi die eigenlijk voor rood was, dat kan, ik mis ook vaak genoeg en als je ze hoort reclameren zeg je: ‘Kijk, ik heb gemist, de bal is nu voor groen, beleefd zijn. Dit is je laatste waarschuwing.’ Dan weten ze wat de grenzen zijn. Ligt er een speler op de grond, dan fluit je: ‘Wachten.’ En luid, hè. ‘Wáchten. Gaat het? Ja.’ Fluit: ‘Speel maar.’ Als je meer babbelt, toon je meer autoriteit en voelen ze dat jij de leiding neemt.’
Terug in de gang en na haar fluitsignaal tikken de noppen weer op de tegels om te verdwijnen in het zompige veld. De Clercq brengt de tweede helft op gang en dan horen we: ‘Speel, speel…’ of ‘Wachten.’ Vader De Clercq en Balaj knikken naar elkaar en glimlachen. ‘Zo’n snelle leerling als zij zijn er niet veel.’
Vanaf de 65ste minuut wordt het inderdaad feller. Een héél stuk feller. Het staat inmiddels 2-0 en een verdediger van de thuisploeg stopt een gevaarlijke uitval van Jespo Comines met een harde overtreding. De protesten van de bezoekers zijn luid, het fluitsignaal van De Clercq even zo. ‘Goed zo’, klinkt het naast ons. ‘In het fluitsignaal moet de zwaarte van de overtreding liggen.’ De Clercq trekt geel voor de verdediger en roept een van de Waalse spelers bij zich die bij protesten steeds vooraan staat. ‘Ik zei dat het genoeg moest zijn’, verklaart ze achteraf. ‘Dat het rustiger aan moest want ze waren erover aan het gaan.’ De rust keert terug.
Tumult
Maar dan… Na de derde tegengoal raken de bezoekers gefrustreerd. Diezelfde speler is het weer niet eens met de leiding en in de actie die daarop volgt, uit hij zijn ongenoegen door er met gestrekt been in te gaan. Commotie, tumult, roepende toeschouwers en spelers neus aan neus. De Clercq fluit tot vijf keer toe twee keer kort en de spelers gaan uit elkaar. Ze roept de amokmaker bij zich en geeft hem geel. Hij zou de rest van de wedstrijd nog weinig misbaar maken richting haar, al is hij na afloop – bij een 4-0-eindstand – woedend wanneer hij de kleedkamer inloopt. Zónder de scheids een hand te geven. En zo is er nog een speler van de Waalse ploeg. De rest meldt zich netjes bij haar om haar te bedanken.
Als persoon wil ik graag voor iedereen goed doen, maar als scheidsrechter trek ik me echt niets aan van wat mensen zeggen.’ IMANI DE CLERCQ
De Clercq loopt, de bal in de hand, stralend naar binnen, haar vader en Balaj trots in haar kielzog. Ze ziet bij de kleedkamers nog wat Waalse ogen vuurspuwen, maar haalt haar schouders op. ‘Je kunt het nooit voor iedereen goed doen’, zegt ze terwijl ze samen met haar vader inlogt in het systeem van de bond en de doelpunten en gele kaarten invult. ‘Je weet dat het naar het einde toe altijd wat steviger wordt, maar dit was wel echt heftig. Toch had ik steeds het gevoel dat ik de wedstrijd in de hand had. Wat Idriz zei, hielp mij ook. Meer praten en af en toe het spel stilleggen of iemand bij je roepen. Dan worden de spelers zelf ook rustiger. Ik vind het vooral leuk omdat het een sociaal gebeuren is, maar het is ook een kick om die verantwoordelijkheid te hebben en achteraf te horen dat ik het goed heb gedaan.’
Op weg naar de auto ontvangt ze nog wat complimenten van spelers en toeschouwers en op de terugweg is haar vader dit keer opvallend positief. Hij kan deze avond niet anders dan constateren dat ze een dijk van een wedstrijd floot.
Sneltrein
Ruim zestien uur later treffen we elkaar opnieuw. Dit keer voor een wedstrijd die De Clercq zélf speelt: Zwevezele neemt het thuis op tegen Moldavo, ofwel de nummer 3 tegen de nummer 4 in eerste nationale. En ook daar staat haar vader langs de lijn, dit keer als grensrechter, met Balaj aan de andere kant in dezelfde rol.
Haar moeder, broertje en zusje zitten daar, weggedoken onder hun muts, met een spandoek en vlaggen. Ook zij zien dat de thuisploeg, die een paar sterkhouders mist, niet veel te zeggen heeft tegen de bezoekers. Het wordt 1-4, waarbij De Clercq op het cruciale moment van een 1-2-achterstand en een rode kaart voor de tegenstander ook dit keer een een-tegen-eenduel lijkt te winnen. Maar de speelster gaat naar de grond en de scheids wijst naar de stip. De Clercq gaat niet in discussie; ze weet dat hij zijn beslissing niet zal terugdraaien. ‘Ik raakte de speelster helemaal niet, dat gaf ze zelf ook toe. Een onterechte penalty op zo’n cruciaal moment is wel heel zuur, maar ik ben tevreden over mijn match.’
En zo zit Imani De Clercq in een sneltrein die nog maar net onderweg is. Wat gaat dat zijn wanneer die écht op stoom is geraakt? Hoe dan ook zal ze over een paar jaar moeten kiezen: voetballen of fluiten. ‘Zolang ik niet hoef te kiezen, ga ik door met beide. Ik kan namelijk echt niet zeggen wat ik leuker vind en ik zal kiezen waar ik het verst mee zal geraken.’ En ze weet ook: niet alles zal zo vlot en in een stijgende lijn blijven verlopen zoals nu; ook zij zal ooit tegen negatieve ervaringen aanlopen. Toch is haar vader ervan overtuigd dat ze haar mannetje zal blijven staan. ‘Ze zal ertegenin gaan wanneer het moet of het van haar af laten glijden wanneer het kan.’ Zoals wanneer ze zouden zeggen dat voetballen of fluiten niets voor meisjes is…
Keeper, scheidsrechter en model
In 2020 kreeg Imani De Clercq uit het niets een uitnodiging voor een modellenwedstrijd. Ze had wat portretten die haar moeder van haar maakte op Instagram en Facebook geplaatst en ze kreeg positieve commentaren, onder meer van Annelien Coorevits. ‘Ik heb heel lang getwijfeld: het was iets helemaal anders en ik wilde me eigenlijk op het voetbal, scheidsen en mijn opleiding richten. Maar uiteindelijk dacht ik: het is een nieuwe ervaring, ik doe het.’
Ze deed een paar castings en reikte tot bij de laatste 25 meisjes, die een catwalk- en fotoshootopleiding kregen om vervolgens shows en shoots te doen voor verschillende merken. ‘Ik ben echt blij dat ik het gedaan heb. Ik heb er meer zelfvertrouwen door gekregen en stá er daardoor wat meer. Ik kreeg mediatraining, ben het nu gewend om voor de camera te staan en ik sta ingeschreven bij een modellenbureau; af en toe doe ik een fotoshoot.’ Wanneer mensen haar vragen wat ze doet, zegt ze dan ook: ‘Ik ben keeper, scheidsrechter en model.’