Ondanks WK-verlies: Frankrijk blijft een onuitputtelijke bron van talent
Frankrijk moest tijdens dit toernooi enkele sterkhouders missen, maar geraakte toch weer in de finale. Het land is dan ook een echte talentenfabriek geworden.
Omdat voetbal een snelheidssport geworden is, vormt het geen uitzondering op de regel dat de jaren gaan wegen. En vier jaar is lang, zeker in een sport die steeds meer op het gaspedaal drukt. Als geslepen vos heeft Didier Deschamps dat goed begrepen. Allicht ook omdat het voetbal hem ertoe gedwongen heeft. Aan de aftrap van de finale, 1617 dagen na de wereldtitel in Moskou, waren er maar vijf internationals die opnieuw de Marseillaise zongen. Samuel Umtiti haalde nooit meer zijn niveau van in Rusland, Paul Pogba en Ngolo Kanté gaven al forfait voor het toernooi en werden in de ziekenboeg vergezeld door Lucas Hernandez. Benjamin Pavard stond niet meer op het veld sinds zijn mistasten tegen Australië en voor Blaise Matuidi is zijn beroep een hobby geworden sinds hij de Atlantische Oceaan overstak.
Zes nieuwe gezichten dus in de elf die schouder aan schouder stonden in Doha. Overlevers van een verhaal dat geblesseerden achterliet, van Pogba tot Kanté via de ster van de Bundesliga Christopher Nkunku, de Parijse verdediger Presnel Kimpembe of de recente winnaar van de Ballon d’Or Karim Benzema. Met zo’n uitpuilende ziekenboeg zouden veel titelpretendenten er het bijltje bij neergelegd hebben, maar Frankrijk niet. Ook al omdat het zo’n grote vijver heeft om uit te vissen.
‘Frankrijk is de NBA van het voetbal’, zo omschreef Pablo Longoria, de voorzitter van Olympique Marseille, het in een interview dat hij gaf aan zijn landgenoten van El País. ‘Er is iets belangrijks dat je moet begrijpen: de opleiding in Frankrijk is vergelijkbaar met die van basketbalspelers in de Verenigde Staten. Het is het voetbal dat op straat gespeeld wordt, het gaat eerder om individuele dan om collectieve vorming. We leiden heel individualistische voetballers op, zonder concreet spelconcept. In Frankrijk is er geen welomlijnd spelsysteem, er worden geen collectieve ideeën gesleten.’
Tegelijkertijd is er de vaststelling dat er een gebrek is aan Franse trainers die in het buitenland werken. Dat leidt in eigen land tot kritiek omdat men zo verder weg evolueert van wat het doel is: de talentenfabriek van Frankrijk ten gelde maken. Terugkijkend op de tweede wereldtitel op rij zou Frankrijk nochtans kunnen zeggen dat als Didier Deschamps zijn ideeën niet heeft moeten omgooien door de waterval van afzeggingen, dat misschien gewoon komt doordat het ideale spel van Frankrijk niet bestaat. Eerder dan de NBA is Frankrijk het Real Madrid van de landenploegen: de macht ligt bij de spelers, want zij zijn het die winnen.
De geestelijke vader van deze generatie is Didier Deschamp, die gevoed werd met de idealen van de Oude Dame, een club waarover de illustere speler Giampiero Boniperti graag zei dat winnen er niet het belangrijkste is, maar het énige. Vandaag de dag lopen zijn discipelen vooral rond in het Ile-de-France, een geweldige kweekvijver voor Frans en internationaal voetbaltalent. In het seizoen 2019/20 was 45 procent van de Franse spelers in een van de grote vier competities (Duitsland, Engeland, Spanje en Italië) afkomstig uit de Parijse regio. In Qatar is hun aandeel in de spelerslijst van Deschamps ongezien hoog: 11 van de 26 geselecteerden komen uit de hoofdstad of haar omgeving. Parijs, belichaamd door Kylian Mbappé, kind uit Bondy, is een eindeloos reservoir voor het Franse voetbal.
11 van de 26 geselecteerden komen uit de hoofdstad of haar omgeving. Parijs, belichaamd door Kylian Mbappé, kind uit Bondy, is een eindeloos reservoir voor het Franse voetbal.
Gezegende grond
Het Ile-de-France, de dichtstbevolkte regio in Frankrijk met bijna een vijfde van de totale bevolking, is een voetbaleldorado geworden. Jean-Claude Lafargue, vooraanstaand lid van het voetbalcentrum INF Clairefontaine, vertelde aan de krant van de hoofdstad, Le Parisien, dat ‘tussen de zestig en de zeventig procent van alle Franse profvoetballers momenteel uit de Parijse regio komt.’ Dat is een enorm percentage, dat niet alleen op demografische basis kan verklaard worden en dat de aandacht van de hele wereld trekt.
Zo is bijvoorbeeld van Karl-Heinz Rummenigge, legendarische voorzitter van Bayern München, de uitspraak dat ‘er op de wereld een aantal plekken met gezegende grond voor het voetbal bestaan, zoals Brazilië en Frankrijk, meer bepaald Seine-Saint-Denis.’ Vroeger was de eretitel van ‘grootste broedplaats van het voetbal ter wereld’ weggelegd voor de Braziliaanse staat São Paulo, maar vandaag zou dat eerder het Ile-de-France zijn.
‘Het is momenteel de grootste kweekvijver van de wereld’, bevestigde scout Antonio Salamanca, in het verleden werkzaam bij Liverpool, Tottenham en Villarreal, aan Eurosport. Alle Franse clubs, maar ook de internationale topclubs houden permanent een oog op de Parijse velden om er al op erg jonge leeftijd de talenten te detecteren die er rondlopen. Ze graven in een goudmijn die eerder al Kylian Mbappé, Didier Drogba, Nogolo Kanté, Kingsley Coman of Riyad Mahrez voortbracht.
De ‘chaos’ die de Franse voetballer creëert, vaak met grote fysieke of technische verschillen, is iets dat iedereen wel wil.
Hoe komt dat? Pogba waagt zich aan een verklaring. Toen hij in 2017 terugkeerde naar Manchester United, vertelde hij aan ESPN over het Ile-de-France als een regio ‘waar ieder kind van de wijk, zowel op school als daarbuiten, voetbal speelt’. Amusement is zelden een prioriteit in de vele agora’s, want er zijn veel meer gegadigden dan er plaats is en dus mogen de winnaars op het veld blijven staan. Die competitiegeest drijft altijd boven, stelt ook ilyes Ramdani, jeugdtrainer van Aubervilliers vast op Eurosport: ‘Voetbal is een manier om sociaal hogerop te geraken. Er is veel meer ambitie dan passie. Dat merken we wanneer we tegen ploegen spelen die van verder weg komen. Onze spelers hebben veel meer grinta.’
Maar hoe kan het dat een lap grond van 12.000 vierkante kilometer ruim een derde van de wereldkampioenen van 2018 en de WK-finalisten van 2022 voortbracht, terwijl van de Europese kampioenen van 1984 alleen Thierry Tusseau uit het Ile-de-France afkomstig was? ‘De rijkdom van het voetbal in die regio is te danken aan de kinderen van de immigratie’, analyseert Mathieu Bideau, scoutingdirecteur van het opleidingscentrum van Nantes in Le Parisien. ‘De kwaliteit van die kweekvijver komt gewoon voort uit de enorme bevolkingsdichtheid in de volksbuurten. De jongeren baden er in het straatvoetbal.’
In 1998 waren de wereldkampioenen Thierry Henry, Lilian Thuram en Patrick Vieira de eersten die pasten in de eenvoudige formule die Claude Dussault, oud-directeur van INF Clairefontaine aan SoFoot onthulde: ‘Waar je in een voetballand een grootstad hebt, daar heb je een kweekvijver.’
Spelerscultus
Niet alleen in het hart van het land, maar over het hele grondgebied zorgt een netwerk van opleidingscentra voor een onuitputtelijke bron aan talent. De soepelheid van het tactische keurslijf, waar Pablo Longoria over sprak, doet de rest. Terwijl Luis Enrique, die het voetbal van Barça verticaler maakte door de macht te geven aan het trio Messi-Suárez-Neymar (MSN), bij de Spaanse nationale ploeg beperkt was door een gebrek aan diversiteit in de beschikbare profielen om positiespel en balbezit te installeren, lijkt Frankrijk altijd keuze te over te hebben.
Ook bij de oosterburen zijn ze daar jaloers op. Duitsland staat ver in de tactische vorming met veel nadruk op de performantie van het collectief, maakt richt zich vaak naar Frankrijk wanneer er een zekere mate van onvoorspelbaarheid moet toegevoegd worden aan de Duitse ploegen. Ralf Rangnick, de huisfilosoof van de stal Red Bull, beweert dat ‘alle spelers die we in Frankrijk gerekruteerd hebben, een goeie mix bezitten van fysieke kracht, snelheid, dynamiek en explosiviteit, maar ook een goeie techniek. Ze hebben een goeie balbehandeling omdat ze op straat geleerd hebben om de bal te controleren.’
Dat is ongetwijfeld wat kort door de bocht, maar in de Bundesliga lusten ze er wel pap van: 9 van de 26 spelers uit de Franse WK-selectie van Qatar spelen of hebben in Duitsland gespeeld. De ‘chaos’ die de Franse voetballer creëert, vaak met grote fysieke of technische verschillen, is blijkbaar iets dat iedereen wel wil. Niemand belichaamt die voortvarendheid van het Franse voetbal beter dan Kylian Mbappé. Vier jaar geleden, toen hij amper twintig jaar was en een honderdtal profwedstrijden in de benen had, speelde het wonderkind uit Bondy al zijn tegenstanders op een hoopje. In de achtste finales zorgde hij voor de vroegtijdige val van Argentinië, terwijl Frankrijk eigenlijk niet zo sterk aan die wedstrijd was begonnen. Vier jaar later was zorgde hij bijna hoogst persoonlijk voor een tweede wereldtitel op rij. Op de grond van zijn clubbazen kreeg hij toch nog de trofee voor topschutter van het toernooi.
Op de laatste zeven WK’s speelden de Fransen vier finales en mochten ze tweee sterren op hun shirt naaien. Nadat Qatar lang de scepter zwaaide in Parijs, is dat deze herfst omgekeerd: het Ile-de-France van Frankrijk laat zich gelden in Qatar. Het weerspiegelt de punchline uit het lied Grand Paname van Médina: ‘La banlieue influence Paname, Paname influence le monde.’ (De banlieue beïnvloedt Parijs, Parijs beïnvloedt de wereld.) Zelfs wanneer die wereld met een rotvaart versnelt, lijkt Frankrijk nog altijd het tempo te bepalen.
Haal vanaf vrijdag 23 december de nieuwste editie van Sport/Voetbalmagazine in huis.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier