Niet zo bekend als haar man, maar ook Claire Guttenstein heeft (olympische) geschiedenis geschreven

Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

De eerste Belgische vrouwelijke olympiër was even bekend door haar prestaties als door haar man.

Jonas Creteur gaat op zoek naar een markant cijfer van de sportweek.

Met 82 zijn ze, de Belgische atletes die deelnemen aan de Olympische Spelen in Parijs. Zowel qua aantal (liefst 33 meer dan in Tokio) als qua percentage op de totale delegatie van 166 atleten (49,4 procent, plus 4,2 procent) een nieuw record.

Die verhouding was 112 jaar geleden, op de Spelen van Stockholm in 1912, nog helemaal anders. Toen was slechts een van de 38 Belgische olympiërs een vrouw: Claire Guttenstein. De Brusselse kon deelnemen omdat zwemmen voor het eerst op het programma van de Spelen stond. Zonder succes, want ze werd uitgeschakeld in de reeksen. Nochtans had Guttenstein een kleine twee jaar ervoor, in oktober 1910 in Schaarbeek, het wereldrecord op de 100 meter vrije slag verbeterd. Nota bene het eerste wereldrecord dat een Belg heeft gezwommen. Alleen Fred Deburghgraeve deed haar dat nog na, op de Spelen van Atlanta, in 1996. In haar topperiode versloeg Guttenstein ook geregeld mannen in zwemwedstrijden in rivieren, zoals in de Seine in Parijs.

Guttenstein was wel niet haar meisjesnaam. Ze heette Frick, tot ze met Camille Guttenstein trouwde, in 1906. Hij was een econoom die studeerde aan de Vrije Universiteit Brussel. Begin de jaren twintig besloot haar man hun achternaam te veranderen in Gutt. Hij speelde toen al een belangrijke rol in de Belgische politiek. Na de Eerste Wereldoorlog werd hij secretaris-generaal van de Belgische delegatie bij de Commissie voor Herstelbetalingen in Parijs en kabinetschef van eerste minister Georges Theunis.

Nog bekender was hij voor zijn rol als minister van Financiën, tijdens de Tweede Wereldoorlog, onder premier Hubert Pierlot. Gutt was een van de drijvende krachten van onze regering in ballingschap, en een felle tegenstander van de collaborerende familie Saksen-Coburg. Hij riep van in Londen de Belgische strijdkrachten en burgers op om zich te blijven verweren tegen de Duitse bezetters. Zijn vrouw Claire bleef intussen in Brussel, waar ze de liefdadigheidsinstelling Secours d’hiver leidde.

Na de Tweede Wereldoorlog tekende Gutt een plan uit om de Belgische financiën te saneren, de Operatie Gutt. Dat moest de koopkracht van de Belgen garanderen door de geldhoeveelheid in te krimpen en de prijzen te stabiliseren. In 1946 werd hij ook de eerste directeur-generaal van het Internationaal Monetair Fonds. Twee jaar later stierf zijn vrouw Claire, op 62-jarige leeftijd. Niet zo bekend als haar man, maar ook zij had geschiedenis geschreven.

Partner Content