… niet weten hoe laat je ’s ochtends weer thuis belandt
Acteur Koen Van Impe spoelde vanuit Mechelen aan in Oostende en ontdekte er de magie van KVO. ‘Het zijn nog altijd goede feestjes.’
‘Sinds een tiental jaar heb ik een appartement aan de kust. Ik ben afkomstig van Antwerpen, maar ik woon in Mechelen. Daar zijn natuurlijk ook een aantal bekende voetbalclubs. Alleen kwam ik tijdens de weekends in Oostende altijd wat hevige supporters tegen, die me – eerder toevallig eigenlijk – eens uitnodigden. Die kameraden zijn er van heel pril al bij, toen de beide voetbalclubs samensmolten. Zij kenden ook nog goed de tweedeklasseperiode. In 2015 werd ik gevraagd door de communicatieverantwoordelijke van KV Oostende om ambassadeur te worden. Vanzelfsprekend ging ik daarop in, want door de magische sfeer raakte ik zeer onder de indruk. Op KVO was het altijd feest! Ik kwam daar in een select groepje bv’s van Marc Coucke, met onder andere Kamagurka – van kindsbeen af aan fan, bij hem zit dat in het bloed – Martin Heylen, Harry Van Barneveld en Sebastien Dewaele. Een fijne bende. Het gaat er altijd plezant aan toe.
Tijdens een avondje KVO kan ik me echt uitleven.’ Koen Van Impe
‘Ik stapte dus in op het moment dat alles in stijgende lijn ging. Onze voorzitter had een meerjarenplan: op drie seizoenen tijd wilde hij iets realiseren. Het ging allemaal heel snel, met telkens bijgestelde ambities en ook meer druk. Maar er bleef ook een constante: de ambiance, het aangename karakter. Ik had het daar onlangs nog over met Kama: winst of verlies bij KVO, achteraf wordt er altijd uitbundig nagepraat en zelfs gedanst, tussen pot en pint. Op dat vlak blijft het een heel gekke maar toch ook unieke club. Tijdens de wedstrijden wordt de frustratie er uit geschreeuwd vanop de tribunes. Daarna wordt dat allemaal snel vergeten en telt enkel de feeststemming!
‘Voetbal, dat is mijn lang leven. Echt ongelofelijk. Na een drukke werkweek, met veel instuderen van teksten of repetities, betekent een avondje KVO echt uitleven. Ik ben een heel fanatieke supporter, dat moet je maar eens vragen aan de andere mensen in de vipruimte. Blijkbaar net als mijn vader, die al een tijdje is overleden, maar van wie ik nooit wist voor welke ploeg hij sympathie had. Ik herinner me wel dat hij vanuit de living riep en soms tierde, terwijl wij in de veranda zaten. Wij vonden dat toen allemaal wat overdreven. ( lacht) Tot ik mezelf tegenwoordig bezig zie. Dat lijkt dus toch genetisch bepaald.
‘Nog heel levendig herinner ik me de eerste keer in de Versluys Arena, tegen KAA Gent. Ik zat toen in de D-tribune. Zalig, tussen die echte diehards. Er was een constant geroezemoes. Ik achtte het niet voor mogelijk dat er zoveel lawaai gepaard ging met een wedstrijd. Mijn vriendin kan het spel heel goed lezen. Samen trokken we naar de bekerfinale tegen Zulte Waregem in het Koning Boudewijnstadion vorig jaar. Zelden maakte ik zoveel emoties mee op zo’n korte tijd. Het ging de hele tijd van hoog naar laag en omgekeerd. Die euforie toen KVO scoorde, was immens. Maar twee minuten later volgde de ontgoocheling door de tegentreffer. En die penaltyreeks, dat was bibberen en beven. Ik had nooit verwacht dat ik zo zou opgaan in voetbal.
‘Het blijft een mooie volkssport. Een avondje KVO, dat is niet weten hoe laat je ’s morgens weer thuis belandt. Het zijn daar nog altijd goede feestjes. Ik kan genieten van de strijder in Wout Faes. Dat is een speler naar mijn hart, want die voetbalt met volle overgave en gaat altijd met een groot hart voorop in de strijd. Een alerte speler, constant aanspeelbaar, vaak de redder in nood en niet kijkend op een inspanning. Pas bij een plaatsje in play-off 1 voor KV Oostende zal ik een tevreden fan zijn.’