Heeft het Belgisch voetbal toekomst ? Aflevering 1 van ‘Jonge Belgen in het Buitenland’ : Bram Verbist (Ajax).

Wie wil overleven in Amsterdam moet over de nodige portie zelfvertrouwen beschikken. Want Amsterdam, dat is de stad waar bescheidenheid gelijk staat met zelfverloochening. Bram Verbist kan ermee om, al vergde het mentale aspect de grootste aanpassing aan zijn nieuwe werkomgeving. “Amsterdammers zeggen wat op hun lever ligt. Dat bevalt mij wel.”

Bram Verbist is de derde doelman van Ajax. Achttien jaar geleden geboren en nadien getogen in Antwerpen. Door zijn grootvader al vroeg de trotse bezitter geworden van een paarse sjaal van den Beirschot. Daar ook zette hij zijn eerste voetbalpassen, een korte periode bij Kontich buiten beschouwing gelaten. Toen het Beerschotschip dreigde te zinken, koos Verbist voor AA Gent en het jeugdproject van JanBoskamp. “Nochtans was het op dat moment bijna in kannen en kruiken met Feyenoord. Zij hadden mij al uitvoerig gescout bij de nationale -15. Maar Boskamp belde persoonlijk naar mijn vader en dat gaf de doorslag. Bovendien kon ik in Gent als vijftienjarige af en toe meetrainen met de A-kern. Van mensen als Frédéric Herpoel en Nico De Bree heb ik veel opgestoken. Toen duidelijk werd dat Boskamp, en met hem het hele jeugdproject, zou vertrekken, zagen vele jongeren het niet meer zitten om nog langer te blijven.”

Na dat ene jaar in Gent keerde Bram Verbist terug naar zijn Antwerpse roots. Op de puinen van Beerschot was pas Germinal Beerschot Antwerpen verrezen. “GBA is een leerrijke ervaring geweest. Ik speelde alle wedstrijden met de reserven en mocht vijf keer op de bank van de A-ploeg plaatsnemen. Vooral tegen Anderlecht deed me dat iets. Bij de reserven speelden toen ook Bart Van Zundert, Kristof Snelders en Alain Van Mieghem, allemaal gasten die nu in de A-kern zitten. Zij hebben mij de bijnaam Brambo gegeven. Voor Boskamp was ik altijd Brammetje.”

Door het samenwerkingscontract tussen Ajax en GBA belandde Brambo in Amsterdam. Elk jaar moeten/mogen twee spelers van GBA voor een test naar de Nederlandse hoofdstad. Op voorspraak van Urbain Haesaert en de inmiddels uit GBA vertrokken Martien Vreijsen zette de beloftevolle doelman koers richting Amsterdam. “Een hele eer om er te mogen testen”, zegt Bram Verbist. “Ik kreeg er onder meer John Van ’t Schip als trainer. Toen ik vernam dat ik mocht blijven, was dat een droom die werkelijkheid werd. Want Ajax, dat waren toch die mannen die je voetballes gaven als je met GBA tegen hen speelde. Dat zie ik nu ook. Al die jonge gastjes die hier rondlopen op De Toekomst, het jeugdcomplex van Ajax, doen dingen met een bal waar je nog nooit bij hebt stilgestaan. Mocht ik eraan beginnen, ze zouden weken nodig hebben om mijn benen uit de knoop te halen ( lacht).”

Aan alles merk je dat Ajax een grote club is, zegt Bram Verbist. “Loop je hier, bijvoorbeeld, met een paar Nikes naar boven naar de cafetaria, zal je het snel genoeg te horen krijgen ( Adidas is hoofdsponsor van Ajax, nvdr). Het respect van de mensen is ook enorm. Wij hebben supporters over het hele land. Als we met de bus op verplaatsing gaan, rijden de mensen soms minutenlang naast onze bus om toch maar een glimp van ons te kunnen opvangen. Of wanneer we tegen Feyenoord spelen, dan worden we door de politie geëscorteerd en gooien de Rotterdamse fans stenen naar onze bus.”

W

ie Ajax zegt, denkt tegelijk ook aan de legendarische keepersopleidingen van Frans Hoek. Hoek, die met Louis van Gaal mee naar Barcelona ging, geldt als de uitvinder van de meevoetballende doelwachter. De bekendste doelman die door zijn handen ging, is Edwin Van der Sar. Bram Verbist : “Ik heb de periode met Frans Hoek spijtig genoeg net gemist. Toch zijn de accenten in de training duidelijk anders dan in België. Bij Ajax is het mij voor de eerste maal in mijn carrière overkomen dat ik gedurende een volledige training mijn kledij geen spatje vuil heb gemaakt. Soms gebeurt het dat men eerst drie kwartier de bal op je inspeelt, zodat je leert om te gaan met allerlei soorten terugspeelballen. In België doe je die oefeningen ook wel, maar minder. In België zéggen ze vaak dat je moet meevoetballen, hier in Nederland dóen ze het ook. Hier is het geen schande om een terugspeelbal te geven, terwijl het bij ons nog steeds een taboe is. Van nature ben ik altijd een meevoetballende doelman geweest, maar dat meevoetballen, vind ik, mag niet de hoofdzaak zijn. Want als je kan sjotten, maar gene bal kunt pakken, dan sta je ook nergens, hé.

“Tijdens mijn eerste weken heb ik me altijd netjes als laatste in de rij gezet, zodat ik eerst kon observeren. Er wordt enorm veel aandacht besteed aan positiespel. En alles gebeurt met de bal. Ik zeg je : als je zo’n positiespelletje intensief uitvoert, levert dat op conditioneel vlak meer op dan een uur in het bos gaan lopen. Amsterdammers verwachten bovendien dat je veel spreekt op een veld. Je bent hier verplicht om in een één-tegen-één situatie te roepen welke kant je afschermt, zodat een ploegmaat de andere kant kan afdekken. Tijdens een wedstrijd of een training wordt er behoorlijk wat gescholden. Maar zodra je de kleedkamer binnenkomt, is dat vergeten.”

De toekomst oogt mooi voor Bram Verbist. Door het recente vertrek van de Roemeense tweede doelman Bogdan Lobont, promoveerde hij tot derde doelman. Drie keer per week traint hij nu mee aan de zijde van titularis Fred Grim. “In de eerste plaats blijf ik keeper van de A1-juniores. De beloften, zeg maar. En indien nodig, mag ik aan de overkant – want zo noemen ze de Arena hier – meedoen. In principe wordt mijn contract binnenkort verlengd. Dat zou mij nog eens drie jaar aan Ajax binden. Dan ben ik nog altijd maar 21. Weet je, het kan snel gaan. Kijk maar naar Rafael Van der Vaart en Johnny Heijtinga, jongens met wie ik vorig seizoen nog in de ploeg zat. Zij zijn nu sterkhouders van het eerste elftal. En toch komen zij nog naar de jeugdtrainingen kijken. Hoe goed het ook mag gaan, niet gaan zweven is de boodschap. De besten zijn immers zij die eenvoudig blijven.”

door Matthias Stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content