Na de uitschakeling van de Red Lions: ‘Ze hebben de kans gemist om de beste hockeyploeg ooit te worden’
De Red Lions werden afgelopen zondag verrassend uitgeschakeld in de kwartfinale van het olympisch hockeytoernooi. Waarom kon de ‘gouden generatie’ sinds de Spelen van Tokio 2021 geen titel meer behalen op EK’s, het WK en nu ook in Parijs? En wat is de erfenis van deze ploeg? Hockeykenner en commentator Floris Geerts analyseert.
Had er iemand bij de Red Lions, maar ook erbuiten, rekening gehouden met een nederlaag (2-3) tegen Spanje?
Floris Geerts: Nee. Dit is een grote verrassing. De Lions hadden hun groep gewonnen, hadden in de ‘referentiematch’ tegen topland Australië een statement gemaakt met een 6-2-zege en leken – zeker op basis van die wedstrijd – tot dusver de beste ploeg in het olympisch toernooi. Spanje, dat niet tot de medaillefavorieten behoorde, leek dus een perfect haalbare kaart. In het verleden hebben de Lions ook bijna altijd van Spanje gewonnen. En in een weliswaar zeer sterke poule waren de Spanjaarden ook maar als vierde geëindigd.
Anderzijds is Spanje een opkomend land, met een nieuwe generatie. Na Tokio heeft bondscoach Max Caldas er schoon schip gemaakt. Die jongeren, die met veel energie spelen, hebben het de Belgen heel moeilijk gemaakt. Het is niet voor de eerste keer dat de Lions tegen zulke jeugdige teams de voorbije jaren in de problemen zijn gekomen. Bovendien kwam Spanje twee keer op voorsprong. Ook dat was in het recente verleden soms een pijnpunt, want dan moeten de Lions hun controlerende spel loslaten.
Er wordt, zoals ook tijdens het WK en EK van 2023, waar de Lions zilver en brons behaalden, gewezen op de fatale kleine foutjes die ze in de verdediging begingen. Waarom maken ze die foutjes nu wel en in hun dominante jaren, tot en met Tokio, niet?
Geerts: Op een goede dag, als ze écht gefocust zijn, zijn de Lions nog altijd wereldtop. Dat hebben ze in de groepsfase bewezen tegen Australië. Alleen kunnen ze dat niveau niet meer drie, vier, vijf matchen na elkaar volhouden. De andere wedstrijden in de poulefase waren bijvoorbeeld al minder. Tot en met Tokio konden de Belgen zich een mindere dag permitteren, maar de ondergrens ligt nu lager als ze fysiek en mentaal niet op scherp staan. Als dat gebeurt in een match met rechtstreekse uitschakeling, is dat fataal.
‘Die kleine foutjes worden gemaakt omdat sommige oudere spelers net over hun hoogtepunt zijn.’
Die kleine foutjes worden gemaakt omdat sommige oudere spelers net over hun hoogtepunt zijn. Conditioneel is iedereen wel topfit, maar de explosiviteit is een beetje weg. Sowieso is de fysieke voorsprong die de Lions tot en met Tokio hadden verdwenen. Toen bepaalden zij het tempo, zetten zij zestig minuten lang de tegenstander onder druk. Nu lukt dat moeilijker en doen andere landen – zeker die met veel jeugdige, energieke spelers – dat met België. Dan wordt het moeilijker om de ruimte te vinden en bega je automatisch meer foutjes.
Bondscoach Michel van den Heuvel heeft geen enkele titel behaald sinds Tokio 2021. Had hij meer jongeren voor de olympische ploeg moeten kiezen, of zelfs al vroeger?
Geerts: Op het WK van 2023 had hij wel moeten doorselecteren, met nieuwe jongens, maar voor het laatste EK en voor de Spelen in Parijs heeft hij de beste jongeren, zoals Nelson Onano en Thibeau Stockbroekx, aan boord gehaald. Ik denk niet dat er van deze selectie, op één of maximaal twee spelers na, iets te zeggen valt. Een andere, jongere selectie had niet tot een beter resultaat geleid.
Ik heb wel gehoord dat de oudere generatie in de voorbereiding soms wat twijfels had bij nóg eens een extra trainingssessie. Dat meer mentale en fysieke rust misschien af en toe beter was geweest. Maar of dat nu een grote reden is voor de uitschakeling, is moeilijk te zeggen. Ik denk niet dat je Van den Heuvel veel kunt verwijten.
Vroeger waren de Red Lions de specialisten van de strafcorners, met topschutter Alexander Hendrickx, maar ook die voorsprong is weg. Hoe komt dat?
Geerts: In 2021 was de strafcorner inderdaad cruciaal in de weg naar olympisch goud in Tokio. In moeilijke momenten sleurde Alexander Hendrickx de Lions er altijd door. Zijn afwerkingspercentage en dat van de hele ploeg was toen ook bijzonder hoog (liefst 48 procent, nvdr) Zo kwamen de Lions vaak zelf eerst op voorsprong, waardoor ze makkelijker een match konden controleren. De voorbije jaren hebben de Lions ook gewerkt met een andere trainer voor de strafcorner, de Nederlander Mink van der Weerden, om de techniek bij te schaven.
Maar tot een hoog rendement heeft dat in Parijs niet geleid. Vooral omdat de verdediging op de strafcorner de laatste jaren sterk is verbeterd. Niet alleen op die van de Belgen en van Hendrickx, ook op die van andere specialisten zoals de Nederlander Jip Janssen of de Australiër Blake Govers.
Landen besteden er nog meer aandacht aan op training, op onder meer het uitlopen van verdedigers die de bal moeten afblokken of de ruimte moeten verkleinen. Tegenwoordig lopen ze met twee zeer explosieve spelers uit, waardoor ze het de ‘sleper’ (de speler die schiet, nvdr) veel moeilijker maken om een gat te vinden naast de doelman. Specialisten kunnen alleen nog de kleine foutjes afstraffen. Of moeten uitpakken met een speciale variant, om andere spelers in de cirkel vrij te krijgen.
Dat had ik trouwens ook verwacht bij de strafcorner van de Lions tegen Spanje in de laatste seconde. Hendrickx had daarvoor de aansluitingstreffer (2-3) gescoord, door gewoon te knallen, en deed dat opnieuw bij zijn volgende, ultieme poging. Deze keer zonder resultaat. Vaak houden ploegen een variant achter de hand voor zulke cruciale momenten in de slotfase van een toernooi, maar dat hebben de Lions nagelaten.
Wat is de erfenis van deze ‘gouden generatie’?
Geerts: Die is bijzonder groot: deze Red Lions hebben twaalf jaar lang samengespeeld, hebben het hockey in eigen land definitief op de kaart gezet en werden als eerste Belgische team ooit olympisch kampioen. Maar je moet ook vaststellen dat deze ploeg, hoewel ze vijf, zes jaar met voorsprong de beste van de wereld was, ‘slechts’ één keer Europees, eenmaal wereldkampioen en één keer olympisch kampioen is geworden.
Dat is – voor een goed begrip – fantastisch en staat voor altijd in de annalen, maar ik vind dat die overheersing en die kwaliteit had moeten resulteren in meerdere titels. De Lions hebben ook een aantal gouden medailles laten liggen: op de EK’s van 2017, 2021 en 2023, het WK van 2023, en misschien ook op deze Spelen.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Ze hebben de kans gemist om als de beste landenploeg ooit te worden beschouwd. Want nu kun je de Lions qua palmares niet boven of zelfs naast andere dominante ploegen uit het verleden zetten. Zoals Duitsland, dat in 2008 en 2012 olympisch kampioen werd, maar ook tweemaal de Europese en twee keer de wereldtitel veroverde.
Kan de nieuwe generatie het succes van de vorige herhalen? En wie zal dat in goede banen leiden?
Geerts: Shane McLeod, de coach die de Red Lions naar goud leidde in Tokio en de voorbije jaren assistent was van Michel van den Heuvel, neemt allicht weer over. Ik verwacht dat de hockeybond dat snel zal aankondigen. McLeod gelooft in de nieuwe generatie, en gelooft ook dat hij ze kan opbouwen zoals hij dat met de vorige heeft gedaan. Mocht er onvoldoende talent zijn, dan vermoed ik dat hij die uitdaging niet zou aangaan.
En dat talent is er wel degelijk. De nationale jeugdploegen hebben de jongste jaren weliswaar geen goud gewonnen op grote kampioenschappen, maar zaten er altijd dicht bij. Na Alexander Hendrickx, die op zijn 31e wel nog een tijd meekan, is er wel een gat gevallen op de strafcorner. Echte jonge specialisten hebben zich nog niet ontwikkeld, al zit er misschien potentieel in Hugo Labouchère en Emile Esquelin.
Sowieso zal het tijd vergen om die ploeg te bouwen. De komende twee jaar, ook op het WK 2026 in eigen land, zal België niet meer als topfavoriet aan een kampioenschap beginnen, veeleer als outsider voor de titel.
Anderzijds kan het wel rap gaan: Nederland leek op de Spelen van Tokio 2021 helemaal weg, maar staat er in Parijs opnieuw met een jeugdige ploeg, die kans maakt op goud. Sowieso zal België niet helemaal wegzakken uit de top vijf, zes van de wereld. Zelfs na het afscheid van Loïck Luypaert, Florent Van Aubel, John-John Domen en misschien ook kapitein Felix Denayer blijven er nog genoeg topspelers over.
Olympische Spelen 2024
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier