Muhammad ‘trashtalk’ Ali: de uitvinder van de verbale uppercut
Op 25 februari 1964 werd de trashtalk geboren.
Jonas Creteur gaat op zoek naar een markant cijfer van de sportweek.
Het tafereel keert voor elk titelgevecht in het boksen terug: de twee tegenstanders die elkaar proberen te intimideren op de voorafgaande persconferentie en weging. Een bokskampioen uit het verleden was een specialist in het uitdelen van zulke verbale uppercuts, en zelfs de grondlegger van de traditie: Muhammad Ali. Het werd zelfs een onlosmakelijk deel van zijn extraverte imago.
Het begon zestig jaar geleden, op 25 februari 1964. De 22-jarige Cassius Clay, zoals Ali voor zijn bekering tot de islam nog heette, daagde toen op in het Miami Beach Convention Center voor een kamp tegen Sonny Liston, de regerende kampioen bij de zwaargewichten. Hij droeg een spijkerjas met ‘Bear Huntin’ (berenjacht) als opschrift. Geen toeval, want Liston had als bijnaam ‘The Big Bear’. De zomer ervoor had Clay hem in Las Vegas ook al uitgemaakt voor ‘grote lelijke beer’ in de aanloop naar diens kamp tegen Floyd Patterson. Na het gevecht betrad hij zelfs de ring om voor de tv-camera’s te roepen: ‘Liston is a tramp (landloper, nvdr), I’m the champ.’ Wat toen nog platte praat was, veranderde een goed half jaar later toen Clay tijdens de persconferentie in Miami een intussen legendarische tirade afstak, met als bekendste zin: ‘Float like a butterfly, sting like a bee’ (zweef als een vlinder, steek als een bij). Ook tijdens de weging bleef Clay plaagstoten geven: ‘Ik kan je altijd verslaan. Je bent geen reus. Ik ga je levend opeten.’
De aanwezige journalisten waren verbijsterd. Ze dachten dat Clay gek was geworden. De Miami Boxing Commission verklaarde zelfs dat ze hem een boete van 2500 dollar zou geven voor ‘grensoverschrijdend’ gedrag. Clay zou later beweren dat hij helemaal geen kortsluiting in zijn hoofd had gekregen. Meer zelfs: hij wist precies wat hij deed. Door de bijna onverslaanbaar gewaande Liston, die toen 35 van zijn 36 boksduels had gewonnen, al maanden voor de kamp verbaal te bestoken, profileerde hij zich niet alleen als jonge bokser, maar probeerde hij ook in het onderbewustzijn van de eerzuchtige Liston te kruipen. Hoe kwader die zou worden, hoe roekelozer hij zou boksen. Clay moest de titelhouder bij de zwaargewichten zelfs doen geloven dat hij gek was. Het was een advies van zijn assistent-coach Drew Brown: ‘Het enige wat een tough guy bang maakt is een crazy guy.’ Het werkte: Clay won verrassend zijn eerste wereldtitel bij de zwaargewichten. Met dank aan wat hij later omschreef als ‘mijn fijnste stukje acteerwerk’.