Wie is Toto Wolff, de man die Mercedes naar zeven wereldtitels leidde?
Met nog drie GP’s op de kalender is het Mercedes-AMG Petronas Team nu al verzekerd van een zevende opeenvolgende formule 1-titel bij de rijders. Zes met Lewis Hamilton en één met Nico Rosberg, goed voor ook evenveel titels bij de constructeurs (een record). Dé architect van dat succes: de Oostenrijker Toto Wolff (48), de succesvolste teambaas ooit in de F1. Een portret.
‘Al van toen ik de eerste keer in de paddock stapte, kreeg ik de microbe te pakken. Rondkijkend naar de bolides, een mens die wel of niet in staat is zo’n machtige machine te controleren, als een moderne gladiator. Ik zei tegen mezelf: “Ik wil ook een autocoureur worden.”‘ Aldus sprak Torger ‘Toto’ Wolff ooit over hoe in 1989 zijn passie voor autoracen begon, op zijn dan al zeventiende. En bij toeval, want op de terugweg van een citytrip in Amsterdam was hij gestopt aan de Nürburgring, waar zijn vriend Philipp Peter deelnam aan het Duitse Formule 3-kampioenschap.
De Oostenrijker raakte zo verslingerd aan de geur van rubber dat hij zijn moeder overtuigde om zijn lessen te betalen aan de Walter Lechner Racing School op het toenmalige A1 Ring-circuit in Spielberg. Met zijn spaarcenten kocht hij ook een Seat Ibiza, die hij ombouwde om te kunnen deelnemen aan de Seat Ibiza Cup. Vanaf zijn negentiende stroomde Wolff door naar de Duitse en Oostenrijkse Formule Ford-kampioenschappen. In 1994 won hij, op zijn 22e, zelfs de 24 uur op de Nürburgring. Daarop kreeg hij naar eigen zeggen een aanbod van een van zijn sponsors. Of hij Karl Wendlinger, die in Monaco zwaar was gecrasht, in het formule 1-team van Sauber wilde vervangen? Wolff ging er niet op in, beseffend dat hij met zijn grote gestalte (1m88) en dito gewicht weinig kans zou maken in de F1.
Omdat zijn sponsors zich ook terugtrokken na het dodelijke ongeluk met Ayrton Senna, besloot de Oostenrijker om zich na zijn middelbare studies aan het Lycée Français in Wenen in te schrijven in de Weense Universiteit voor Economie en Bedrijfskunde. Wolff besefte echter vlug dat hij meer zou leren in de ‘echte’ wereld. Hij stopte zijn studie en ging stage lopen in een investeringsbank in Warschau, waarna hij zijn carrière vervolgde bij het Oostenrijkse staalbedrijf Koloman Handler AG.
Tijdens een sabbatperiode trok de twintiger eind jaren negentig naar de VS. Hij zag in Silicon Valley hoe de techindustrie zich razendsnel ontwikkelde. Voortsurfend op die hype kocht Wolff aandelen van enkele jonge tech- en internetbedrijven in Oostenrijk. Een opstap naar zijn eigen bedrijf Marchfifteen, dat focuste op investeringen in technologie, software en internet. Een voltreffer, want Marchfifteen groeide als kool, met vestigingen in heel Europa en vele lucratieve miljoenendeals. Zes jaar later, in 2004, aangevuld met een nieuw techbedrijf: Marchsixteen.
Crash
Intussen was Wolff ook weer achter het stuur gekropen. Met evenveel passie als vroeger. En niet zonder succes, want hij was de snelste in de drie 6-urenraces in Oostenrijk, Italië en Tsjechië, werd tweede in het Oostenrijkse rallykampioenschap en won in 2006 zelfs de prestigieuze 24 uur van Dubai. Via het Mercedes Junior Programme sponsorde hij ook jonge autocoureurs, om hen de steun te bieden die hij in zijn eerste jaren als jonge rijder had gemist.
Zo raakte Wolff in contact met Hans Werner Aufrecht, een van de oprichters van AMG, een dochteronderneming van Mercedes-Benz die de prestaties van hun raceauto’s optimaliseert. De nu 81-jarige Aufrecht werd Wolffs mentor en overtuigde hem om te investeren in zijn Mercedes DTM team, en om 49 procent van de aandelen van HWA op te kopen. Die firma produceerde formule 3-motoren en motoren voor Mercedeswagens in het Duitse DTM Touring Car-kampioenschap. Wolff werd er directeur en kwam zo in contact met zijn latere echtgenote, de Schotse autorijdster Susie Stoddart, die in 2014 de eerste vrouw ooit werd die twee oefensessies in de formule 1 mocht afwerken, bij Williams.
Zijn eigen racecarrière moest Wolff in 2009 wel definitief vaarwel zeggen. Bij een verschrikkelijke crash met zijn Porsche op het befaamde Nordschleifecircuit (gelegen naast de Nürburgring) liep hij een hersenschudding, enkele gebroken ruggenwervels en schade aan zijn reuk- en smaakorgaan op. De Oostenrijker had te veel risico’s genomen in een poging om een recordronde neer te zetten. Wat hij later omschreef als ‘het stomste dat ik ooit heb gedaan’.
Datzelfde jaar (2009) opende echter een deur naar een nieuwe wereld: de formule 1. Nadat Wolff eerdere mogelijke investeringen in een klein team niet rendabel genoeg achtte – kansloos tegen de grote fabrikanten als Honda, Toyota, BMW… – kocht hij met zijn nieuwe investeringsfirma Nextmarch zestien procent van de aandelen bij het Williams Racing Team, waarvan ook hij bestuurder werd.
Het bracht hem drie jaar later op de radar van Mercedes, dat in 2009 het gelijknamige team van Ross Brawn had overgekocht. Aanvankelijk zonder veel resultaat: in het seizoen 2012 werd het pas negende en dertiende met Nico Rosberg en de afscheidnemende Michael Schumacher. Het management van Mercedes zei tegen Wolff dat de autofabrikant weliswaar een omzet draaide van 100 miljard euro, maar niet begreep wat racen in de formule 1 écht inhield. De Oostenrijker moest de ommekeer inluiden, als algemeen directeur naast teambaas Ross Brawn. En ook als co-aandeelhouder, want Mercedes wilde een partner die niet alleen sportief, maar ook financieel betrokken was. Een visie waar Wolff, die dertig procent van de aandelen kocht, zich als investeerder pur sang in kon vinden.
Ook omdat het team nog een nieuwe bestuurder/aandeelhouder binnenhaalde: Niki Lauda. Geen onbekende voor Wolff, want zijn eerste (nu ex-vrouw) Stephanie was de nicht van de intussen overleden drievoudige ex-F1-kampioen. Op Lauda’s advies haalde Mercedes in 2013 Lewis Hamilton weg bij McLaren. De Brit en ploeggenoot Nico Rosberg wonnen dat seizoen respectievelijk één en twee grote prijzen. Een voorproefje op de volgende campagne, met Toto Wolff die het stuur van het team definitief overnam. En Mercedes in 2014 naar zijn eerste F1-titel leidde, met Hamilton.
Zijn moeilijkste opdracht die eerste jaren: de intense rivaliteit tussen Rosberg, die in 2016 wereldkampioen werd, en de Brit ontmijnen, door héél duidelijk te communiceren. ‘We moeten het eens zijn dat we het oneens kunnen zijn’, zei Wolff. Een les die hij van Alain Prost had geleerd, toen die hem vertelde over zijn turbulente relatie met ex-teamgenoot Ayrton Senna.
Typerend voor de zeer dynamische, methodisch denkende Oostenrijker, die tegenwoordig in Zwitserland woont. Ondanks al zijn ervaring probeert hij voortdurend nieuwe kennis te vergaren om zichzelf en zijn team elk jaar weer heruit te vinden. ‘Mijn motto is simpel: blíjven winnen’, zei Wolff in 2018 na zijn vijfde opeenvolgende dubbel (rijder en constructeurstitel) met Mercedes. En dat deed hij, want er zouden er nog twee volgen, met zelfs twee keer (allicht) Hamilton op één en nieuwe ploegmaat Valtteri Bottas op twee (zie grafiek).
Aandelenverschuiving
De vraag is nu: hoeveel titels zitten er nog in de pijplijn? Er lijkt immers een aardverschuiving op til. De tien procent aandelen van de in 2019 overleden Niki Lauda zouden terugvloeien naar Mercedes. En volgens de geruchtenmolen zou ook Wolff zijn aandelen verkopen aan de recent toegetreden sponsor/technische partner INEOS. Na het aflopen van zijn contract, eind dit seizoen, zou hij zelfs terugtreden als teambaas. Waarheid of niet? Feit is dat de Oostenrijker al vertelde dat hij serieus nadenkt over zijn rol in het team in de nabije toekomst. Wolff wil naar eigen zeggen immers niet op het punt komen dat hij als teambaas terugvalt van een zeer goed tot een gewoon goed niveau. Voor hij een andere rol aanneemt (mogelijk als CEO of bestuursvoorzitter van het team), wil Wolff er wel zeker van zijn dat er een valabele opvolger voor hem klaarstaat.
Mogelijk de start van een nog grotere aardverschuiving, want volgens ex-F1-teambaas Eddie Jordan zou Jim Ratcliffe, de eigenaar van het chemiebedrijf INEOS die ook het gelijknamige wielerteam in zijn portefeuille heeft, niet alleen Wolffs aandelen kopen, maar tot zelfs zeventig procent van het totale pakket. Waardoor het team ook INEOS zou heten, en niet meer Mercedes. Nieuws dat Toto Wolff echter meteen ontkrachtte.
Cruciaal wordt daarnaast ook de toekomst van Lewis Hamilton. Diens contract, goed voor vijftig miljoen euro per jaar, loopt eind dit seizoen af, en hij heeft naar eigen zeggen nog niet onderhandeld over een nieuwe verbintenis. Dat worden moeilijke gesprekken volgens Wolff, die grapte dat Mercedes een deel van zijn gebouwen zal moeten verkopen om Hamilton te kunnen betalen. Mogelijk wel geholpen door een salarisplafond van 25 miljoen euro (voor beide rijders) die vanaf 2023 in de formule 1 toegepast zou worden. Ruim boven Hamiltons salaris dus.
Langdurige contracten zouden niet onder de regeling vallen, maar de 35-jarige Brit liet al doorschemeren dat hij twijfelt over zijn toekomst in de F1. Vanaf het jaar 2022 ondergaan de wagens immers een grondige verandering (minder aerodynamisch om meer inhaalmanoeuvres toe te laten). En het is afwachten of Mercedes ook dan zijn suprematie kan behouden. De Brit zal echter de kans niet laten liggen om in 2021, met ongeveer dezelfde bolides als dit seizoen, voor zijn achtste wereldtitel te gaan, één meer dan het record van Michael Schumacher. Al dan niet met Toto Wolff als zijn teambaas.
Een verpletterende dominantie
Sinds dit seizoen lijdt het geen twijfel meer wie de succesvolste teammanager ooit is in de formule 1: Toto Wolff. De cijfers (zie grafiek) spreken voor zich. Op vlak van percentage gewonnen GP’s steekt de Oostenrijker vér boven de rest uit: afgelopen zondag behaalde hij in Imola, als chef van Mercedes, zijn 100e zege op amper 134 GP’s (liefst 75 procent). Met als hoogtepunt het seizoen 2016 toen de Duitse renstal met Lewis Hamilton en Nico Rosberg zelfs 19 van de 21 GP’s won, nog altijd een record in de 70-jarige F1-geschiedenis.
Tweede in de ranking van meest succesvolle teambazen, op basis van hun zegepercentages in GP’s, is Jean Todt. Hij was de chef van Michael Schumacher bij Ferrari toen die van 2000 tot 2004 vijf opeenvolgende F1-titels verzamelde, aangevuld met evenveel constructeurtitels. In totaal had Todt vijftien jaar het stuur in handen bij de Italiaanse renstal, goed voor 98 GP-zeges en een zegepercentage van 40 procent.
Zijn aartsrivaal Ron Dennis kon 40 GP’s meer op zijn erelijst schrijven, maar zijn regeerperiode bij McLaren duurde bijna dubbel zo lang (van 1980 tot 2008), waardoor zijn zegepercentage ook lager is (30 procent). Dennis is wel nog altijd recordhouder wat betreft aantal F1-titels (rijders+constructeurs): zeventien stuks, drie meer dan Wolff.
Opvallend: slechts twee teambazen uit de top tien zijn nu nog actief. De 78-jarige Frank Williams stapte begin september, na de GP van Italië, immers definitief uit de F1, nadat zijn gelijknamige Racing Team verkocht werd aan de Amerikaanse investeringsmaatschappij Dorilton Capita. Williams nam afscheid met in totaal zestien titels.
Zo rest naast Wolff alleen Christian Horner, die in 2005 op zijn pas 31e de leiding nam bij Red Bull Racing en in 2010 als jongste teambaas ooit de F1-titel veroverde. Dankzij de toen ook piepjonge Sebastian Vettel, die op zijn 23e de jongste F1-kampioen werd en Red Bull daarna nog drie F1-titels op rij bezorgde. Tot Mercedes, Toto Wolff en Lewis Hamilton in 2014 de scepter overnamen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier