‘Misschien is Jumbo-Visma wel zo sterk dat Van Aert minder wint’
Met het hart op de tong – een hart voor wielrennen – blikken José De Cauwer en Benji Naesen uitgebreid vooruit op het nieuwe wielerseizoen. ‘Er zijn ploegen met een sexyer imago dan Lotto-Dstny.’ ‘Ja, voor Alpecin-Deceuninck rijden is alleszins aantrekkelijker.’
Bijna een halve eeuw, zoveel verschil zit er tussen de geboortejaren van José De Cauwer (73) en Benji Naesen (25). Dat ze de koers niet altijd op dezelfde manier analyseren, is dan ook logisch. ‘De wielerpodcasts komen tegenwoordig als paddenstoelen uit de grond, dikwijls met de grootste onnozelheid van de wereld’, zegt De Cauwer halverwege het drie uur durende interview. ‘Je hebt gelijk, José. Ik vind dat ze enkel nog ónze podcast mogen toelaten’, riposteert Naesen met een brede grijns. ‘Sommige podcastmakers – niet jij, hé Benji – willen speciaal doen, zo van: ‘Ik zal eens vanuit een andere hoek komen en iets compleet anders poneren’, verduidelijkt De Cauwer. ‘Een eigen mening hebben is goed, maar als je over de wielrennerij spreekt, kun je toch niet vertellen dat Remco Evenepoel een slechte coureur is. Hoe kun je nu tégen Remco Evenepoel, tégen Wout van Aert of tégen Mathieu van der Poel zijn? Als je van de koers houdt, is dat onmogelijk.’ Naesen knikt instemmend. Net als De Cauwer is hij immers gepassioneerd door het wielrennen.
Als Jumbo-Visma dit seizoen niet de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix wint, dan hebben ze gefaald.’ – Benji Naesen
De Cauwer voorstellen is allang niet meer nodig, zijn collega-geïnterviewde misschien wel. Benji Naesen begon in 2020 samen met de Australiër Patrick Broe de Lanterne Rouge Cycling Podcast, ondertussen uitgegroeid tot een van de best beluisterde en meest gewaardeerde wielerpodcasts ter wereld. Omdat ze in Lanterne Rouge meermaals hun inzicht in koersstrategie etaleerden, konden Naesen en Broe vorig seizoen freelance aan de slag bij Jumbo-Visma als videoanalist en tactisch adviseur. ‘We lieten een neutraliteitsclausule in ons contract opnemen, want we wilden ongezouten onze standpunten blijven verkondigen’, benadrukt Naesen, die zijn overeenkomst met de Nederlandse ploeg niet verlengde en weer fulltime content creator is. Samen met José De Cauwer richt hij voor Sport/Wielermagazine zijn blik op het wielerjaar 2023.
Jumbo-Visma, het nieuwe Quick-Step
In 2023 graag meer van hetzelfde als in het grand cru-jaar 2022?
José De Cauwer en Benji Naesen (in koor): ‘Absoluut.’
Wout van Aert wil niet per se hetzelfde. ‘Misschien ga ik minder toptienplaatsen verzamelen, maar pak ik wel die grote vis.’ Aan superlatieven over hem geen gebrek, maar een overwinning in de Ronde van Vlaanderen en/of Parijs-Roubaix is waar hij écht nood aan heeft?
De Cauwer: ‘Mathieu van der Poel heeft de Ronde van Vlaanderen nu al twee keer op zijn palmares staan. Het kan niet anders dan dat het pikt bij Wout van Aert dat hij dat vinkje nog niet heeft kunnen zetten. Gaat het dit seizoen lukken? Jumbo-Visma is in elk geval nóg wat sterker geworden met JanTratnik en vooral Dylan van Baarle, maar is dat per se een voordeel voor Wout? Om zelf veel te winnen, is zijn ploeg misschien wel té sterk. Want hoe gaan de andere teams reageren wanneer Van Baarle voorop rijdt? De kans bestaat dat ze zeggen: ‘Wij hebben niet dat geweldige blok van jullie, wij kunnen dat gat niet dichten.’ Of nog: ‘Wij blijven bij Van Aert, dat is de te kloppen man.’ Creatieve ploegleiders – toegegeven, die zie ik momenteel niet veel – zouden met andere woorden onrust kunnen stoken bij Jumbo-Visma.’
2023 zou wel eens het jaar van Van der Poel kunnen worden.’ – JOSÉ DE CAUWER
Naesen: ‘Stel dat Mathieu van der Poel of TadejPogacar doortrekt op de Oude Kwaremont of op de Paterberg, dan gaan Tratnik en Van Baarle niet kunnen volgen. Daarom gaan ze die mannen niet houden tot in de finale, maar eerder voorop sturen. Zo kunnen ze Van Aert in een zetel zetten, maar zit die misschien ook gevangen, zoals José zegt. Als ploeg móét Jumbo-Visma minstens één van die twee topklassiekers pakken. In 2022 kenden ze pech, met de positieve covidtest van Van Aert en materiaalproblemen voor zowel Van Aert als Christophe Laporte. Blijven ze in 2023 gespaard van tegenslag, dan is het van moeten. Winnen ze niet, dan hebben ze gefaald.’
De Cauwer: ‘Het zou best kunnen dat Jumbo-Visma het nieuwe Quick-Step wordt. Dat houdt in dat de kopman het niet altijd haalt. Dan win je veel in de breedte, maar de nervositeit bij de kopman wordt wel groter. Met nog deze belangrijke nuance: toen Quick-Step domineerde, was de concurrentie niet zo zwaar als nu. Je hebt nu ook ándere blokken, weliswaar niet van het niveau van Jumbo-Visma.’
De tactiek van Mathieu
Zo is Alpecin-Deceuninck versterkt, met de komst van onder meer Søren Kragh Andersen en Quinten Hermans. Eén man blijft er echter dé kopman voor de klassiekers. Is het een relevante vraag of Mathieu van der Poel extra geprikkeld zal zijn na de heisa op het WK in Wollongong, of is het belangrijkste: gaat zijn rug het houden?
Naesen: ‘Zijn voorbereiding op het seizoen was vorig seizoen verre van optimaal en toch zegevierde hij in de Ronde. Op papier gaat hij nu nog beter voor de dag komen. Bovendien heeft zijn ploeg inderdaad meer slagkracht met Kragh Andersen en Hermans. Die jongens kunnen een gat dichtrijden, iets wat hij in het verleden zelf moest doen.’
De Cauwer: ‘Dat zijn uitstekende renners, maar nog niet van het kaliber van de mannen van Jumbo-Visma. Daarom zal Mathieu zélf op tijd aangaan, want dan is Wout de enige van de gele brigade die mee kan. Iedereen afzonderen en koersen tegen de groten, dat is zijn tactiek. 2023 zou wel eens het jaar van Van der Poel kunnen worden. Mede door alles wat er vorig seizoen gebeurd is, zie ik signalen waaruit blijkt dat hij beseft: de speeltijd is voorbij. En wat die rug betreft: die is er altijd geweest. De core stability niet. Daar werkt hij nu hard aan, maar dat is niet eenvoudig, zoals het ook allesbehalve evident is om er altijd alles voor te doen en te laten, om constant gefocust te blijven. Je mag echt níéts laten liggen. Ja, ik ken er eentje die niets laat liggen, Wout van Aert. Ik begrijp niet hoe je zó voor je vak kunt leven. Trouwens, heeft iemand van ons ooit al iemand een Tour zien rijden zoals Van Aert in 2022?’
Meerdere renners vertellen mij dat koerstactiek niet het sterkste punt is van UAE.’ – BENJI NAESEN
Naesen: ‘Ik alleszins niet, ik ben nog maar 25. ’ (lacht)
De Cauwer: ‘EddyMerckx zag ik bezig in de Tour, BernardHinault ook: ongelooflijk sterke renners, maar af en toe stond er nog een rem op. Bij Van Aert vorig seizoen in de Ronde van Frankrijk niet.’
De pieken van Pogacar
Gaat Van Aert opnieuw dezelfde rol krijgen in de Tour?
De Cauwer: ‘In zijn plaats zou ik die niet meer aanvaarden. Van Aert moet meer aan zichzelf denken. De klassieke renner bij uitstek – de beste ter wereld – die energie gaat verbruiken in dienst van anderen, dat vind ik geen goed idee met het oog op zijn eigen carrière.’
Naesen: ‘Binnen zijn ploeg lossen ze dat financieel op, vermoed ik, maar op een bepaald moment gaat hij toch zeggen: ‘Nu wil ik meer voor mezelf rijden.’ Dit seizoen zal dat nog niet het geval zijn, denk ik, en gaat hij op herhaling in de Tour.’
De Cauwer: ‘JonasVingegaard won de Tour dankzij Van Aert, maar gaat dat nog een keer lukken? Want behalve Van Aert waren er ook de domme fouten bij UAE. In de rit over de Galibier, bijvoorbeeld, had Pogacar nooit achter PrimozRoglic mogen rijden.’
Naesen: ‘Daarnaast was het ook een beetje arrogant dat ze João Almeida thuis lieten omdat ze dachten dat Pogacar het ook wel zou klaren zonder de beste ploeg in steun. Meerdere renners vertellen mij dat koerstactiek niet het sterkste punt is van UAE.’
De Cauwer: ‘Ik heb horen vertellen dat Allan Peiper terugkeert naar die ploeg als raadgever, vooral met het oog op de Tour (het werd ons bevestigd door Peiper zelf, nvdr). Dat gaat tactisch een groot verschil maken. Laten we eerlijk zijn: als je iedereen op zijn plaats zet, dan staat Vingegaard niet boven Pogacar. Dit jaar gaat Pogacar niets aan het toeval overlaten, hij zal beter voorbereid zijn. Versla hem dan maar eens.’
Naesen: ‘Pogacar kan zijn piek veel langer aanhouden en hij kan ook meermaals pieken op een seizoen. Bij het begin van de vorige campagne was hij onklopbaar. Er werd zelfs gezegd en geschreven: ‘In Milaan-Sanremo gaat hij aanvallen op de Cipressa en ze zien hem niet meer terug.’ Compleet onlogisch natuurlijk, dat gaat nooit gebeuren.’
De Cauwer: ‘Wacht maar, daar ga ik je nog wel een keer op wijzen. Er zal nog een ploegleider komen die slim genoeg is om de rest te gebruiken en de situatie zo te manoeuvreren, of een renner die sterk genoeg is.’
Naesen: ‘Ik geloof niet in de Cipressa.’
De Cauwer: ‘Op La Redoute wegrijden ging ook niet…’
Naesen: ‘O jawel, ik heb in januari 2022 gezegd: Remco Evenepoel kan Luik-Bastenaken-Luik winnen als hij aanvalt op La Redoute. Aha!’ (lacht)
Straffe voorspelling. Welke heb je voor dit seizoen?
Naesen: ‘Dat als Remco nu op La Redoute aanvalt, de anderen sneller zullen reageren.’ (lacht)
Voor we het verder over Evenepoel hebben, toch nog één vraagje over dat andere supertalent over wie jullie het net hadden. Vorig jaar was hij er al dicht bij en nu maakt hij er zelfs zijn hoofddoel van het voorjaar van: Pogacar wil de Ronde van Vlaanderen winnen. Wat vinden jullie daarvan?
Naesen: ‘Na wat we vorig jaar van hem gezien hebben, plaats ik hem op dezelfde hoogte als Van Aert en Van der Poel.’
De Cauwer: ‘Mocht ik zijn ploegleider zijn, dan zou ik zeggen: ‘Man, vergeet dat toch. Wat betekent de Ronde van Vlaanderen voor jou? Jij moet de Tour winnen, amen en uit.’ Dat zou de logica zijn. Maar dat is ook het mooie aan Pogacar: hij houdt zich niet aan de wieler- logica.’
Girofavoriet Evenepoel
En zo komen we automatisch bij Remco Evenepoel, want ‘zich niet aan de wielerlogica houden’ geldt ook voor hem. Benji, jouw podcastcollega Patrick Broe vindt dat hij beter voor de Tour had gekozen dan voor de Giro. Wat vinden jullie?
De Cauwer: ‘Hij heeft de enige juiste keuze gemaakt.’
Naesen: ‘Mijn collega is van mening dat de huidige generatie, die zo jong aan de top staat, maar een piek heeft van drie, vier jaar. Nogal kort door de bocht, vind ik zelf. Daar kunnen we nu nog niet over oordelen. Ik denk dat er in de volgorde Vuelta-Giro-Tour een mooie opbouw zit. De concurrentie zal in Italië minder zwaar zijn dan in Frankrijk. Op papier maakt Remco een grote kans om de Giro te winnen. Maar ‘op papier’, dat is gemakkelijk gezegd.’
De Cauwer: ‘Mijnen beste, alleen al in de tijdritten gaat hij zijn tegenstanders – op Roglic en misschien GeraintThomas na – drie minuten aan de broek smeren. Op termijn denken we dat Remco moet kunnen wedijveren met Pogacar. Van de renners tegen wie hij het in Italië zal opnemen, denken we niet dat ze dat nog gaan kunnen. Kortom, Remco heeft de beste papieren. Máár, er is één maar: hij heeft niet de beste ploeg, en er komt een dag dat je die ploeg nodig hebt.’
Naesen: ‘Bij Soudal Quick-Step hebben ze nog heel veel werk om een sterkere ploeg in stelling te brengen in steun van Remco. Jan Hirt is een aanwinst als superknecht voor de Giro, maar verder? Ilan Van Wilder hoor ik zeggen dat hij op bepaalde momenten zijn eigen kans wil gaan. Hij zal toch moeten beseffen dat hij zich in de belangrijke koersen moet schikken in de rol van knecht, en dat geldt voor veel renners in dat team. Maar dan zie je dat ze veel geld neertellen om Tim Merlier in te lijven. Merlier kan ritten winnen in grote rondes, scoren in Kuurne-Brussel-Kuurne en zelfs kans maken in Gent-Wevelgem, maar binnen het verhaal van Remco – een Tourploeg bouwen voor 2024 – is het aanwerven van een sprinter van een dergelijk niveau een vreemde beslissing. Van meer dan twintig renners loopt het contract eind dit seizoen af. Ze hebben dus wel de vrijheid om de ploeg te versterken, maar dat wordt geen sinecure. Bij Soudal Quick-Step zullen ze er rekening mee moeten houden dat elke transfer die ze doen een invloed kan hebben op wat Remco Evenepoel beslist. Ook al voelt hij zich momenteel goed binnen de ploeg, hij kan sowieso elders meer verdienen. En dat gaat over teams die nu al op punt staan om een renner naar Tourwinst te loodsen.’
Binnen het verhaal van Remco – een Tourploeg bouwen voor 2024 – is het aanwerven van Tim Merlier een vreemde beslissing.’ – BENJI NAESEN
De Cauwer: ‘Op het moment dat hij met Merlier tot een akkoord kwam, wist Patrick Lefevere nog niet dat Remco al zo snel een rondewinnaar zou zijn. Anders zou hij, denk ik, het houden bij die ene topsprinter die hij al in huis had. En om in te pikken op wat je over Ilan Van Wilder zei: hij heeft knecht gespééld, maar hij ís dat nog niet. Dat kun je niet verwachten van een jongen van 22 jaar. Hetzelfde geldt voor Mauri Vansevenant. Hun mindset moet nog veranderen. Ze moeten proberen, een keer tegen de muur lopen, nog eens proberen en dan pas komt de reset: ik heb het begrepen, ik ben knecht, betaal mij ervoor en vanaf nu plooi ik mij volledig dubbel in dienst van de kopman.’
De puntenstrijd van Lotto-Dstny
Wat verwachten jullie dit seizoen van Soudal Quick-Step in de kasseiklassiekers? Vorig jaar was het voor die ploeg – jarenlang de maat der dingen in dat werk – vooral kommer en kwel.
De Cauwer: ‘Het is niet langer aan hen om de koers in handen te nemen, ze gaan dat dan ook niet meer doen. Voor mij zijn zij de vrijbuiters van dienst geworden. Zij zouden er wel eens vroeg aan kunnen beginnen. Jumbo-Visma zal meer achter Soudal Quick-Step moeten rijden dan achter Alpecin-Deceuninck.’
Naesen: ‘Soudal Quick-Step is nog altijd een gevaar, wees daar maar zeker van. Met Julian Alaphilippe hebben ze een renner die in de finale nog een belangrijke rol kan spelen en vergeet ook KasperAsgreen niet. Hij zal willen bewijzen dat zijn prestaties van 2021 geen toeval waren. Toen nam zijn ploeg overigens ook al vroeg het heft in handen. Door de sterkte van de concurrentie wordt het voor Soudal Quick-Step nu wel veel moeilijker om een kopgroep te creëren waarin zij het numerieke overwicht hebben. De tactiek van 2021 zullen ze dus niet meer kunnen toepassen. Ze zullen nóg vroeger mannen moeten meesturen die het kunnen afmaken.’
De Cauwer: ‘Komt Alaphilippe nog terug op het niveau van twee, drie jaar geleden? Ik twijfel niet aan zijn inzet, maar er is veel gebeurd in zijn leven ondertussen. We gaan moeten afwachten.’
Lotto-Dstny speelt voor het eerst sinds zijn bestaan niet meer mee in de hoogste afdeling. Hoe beoordelen jullie die degradatie met het oog op het nieuwe seizoen?
De Cauwer: ‘Ze mogen blij zijn dat ze geen WorldTourploeg meer zijn, want dan was het helemaal om zeep geweest. Met wie ga je naar de Giro? Met wie ga je naar de Tour? Met wie ga je naar de Vuelta? En met welk moreel kom je uit zo’n grote ronde als je geen platte prijs rijdt? Hopelijk gaan ze na die degradatie ook beseffen dat ze zich niet moeten meten met de UAE’s en de Jumbo-Visma’s van deze wereld. Blijf daar alsjeblieft van weg, pak wedstrijden op een verstandige manier aan vanuit de tweede lijn.’
Naesen: ‘Enerzijds denk ik: the only way is up, maar anderzijds moeten ze er op jaarbasis voor zorgen dat ze in de top twee van de tweede divisie blijven om startzekerheid te behouden in de belangrijkste rittenkoersen, in de eerste plaats de Tour. Het gevecht voor de punten blijft dus primordiaal voor Lotto-Dstny.’
‘Vrieje kerel’ De Lie
Dat is ook de reden waarom de ploeg voor het eerst deze eeuw niet naar de Giro trekt. Wat vinden jullie daarvan?
Naesen: ‘Ik vind dat ergens jammer, maar het is een begrijpelijke keuze, aangezien er in die periode een vijftal 1.1. -wedstrijden op het programma staan waarin ze punten kunnen scoren.’
De Cauwer: ‘Voor mij is het absoluut het enige juiste plan om daar niet te starten – een goeie beslissing van de nieuwe sportief manager Kurt Van de Wouwer, die voordien al voortreffelijk werk leverde bij de jongerenploeg van Lotto. Want wat kun je nu met dat team gaan doen in de Ronde van Italië? Ze hebben nauwelijks afwerkers. En als ze die al hebben, dan laten ze hen verkeerd koersen. Daarin verandering brengen is cruciaal. Stuur mannen als Brent Van Moer, Florian Vermeersch en Andreas Krohn, laat ze niet paniekerig koersen. Geef die jongens vertrouwen, want als zij hun niveau halen, pakken ze gegarandeerd punten. En ik ga er nog altijd van uit dat Caleb Ewan een van de rapste renners van het peloton is…’
Steek een Lottorenner in een trui van Quick-Step of INEOS en hij is vijf centimeter groter.’ – JOSÉ DE CAUWER
Naesen (pikt in): ‘Maar als het op positioneren aankomt, is hij zeker niet de beste. De ploeg probeert dat al een tijd op te lossen door lead-outs aan te kopen die tegen het einde van hun carrière zitten en die ook nooit toplead-outs geweest zijn.’
De Cauwer: ‘Maar ze hebben wel Jasper De Buyst, een héél goede man voor de lead-out. Hij is behendig als pistier, blijft rustig en ziet elk gaatje waarin hij moet duiken. Met hem erbij kan Ewan gemakkelijk tien koersen winnen. Het probleem van Lotto-Dstny blijft vooralsnog – en dat bespraken we vorig jaar al – de zoektocht naar een identiteit. Er zijn ploegen met een sexyer imago, waar renners liever naartoe willen hoewel ze er misschien minder verdienen. Steek een Lottorenner in een trui van Quick-Step of INEOS en hij is vijf centimeter groter. Lotto-Dstny mist uitstraling, waardoor beloftevolle profs momenteel andere teams verkiezen.’
Naesen: ‘Ja, rijden voor Alpecin-Deceuninck is alleszins aantrekkelijker dan voor Lotto-Dstny.’
Gelukkig voor Lotto-Dstny voelt Arnaud De Lie zich er blijkbaar wel heel goed in zijn sas. Hij verlengde zijn contract tot en met 2024.
De Cauwer: ‘Die contractverlenging is dé transfer van het jaar. De Lie is ne vrieje kerel, echt een ruwe diamant.’
Naesen: ‘De vraag is wel: wat verwacht de ploeg van hem dit seizoen? Mogelijk gaan ze rekening houden met de sponsors en die willen misschien dat hij al meespeelt in de monumenten. Milaan-Sanremo staat op zijn programma, maar ik zie hem niet over de Poggio geraken met de eerste of zelfs de tweede groep. Dat vind ik een nutteloze invulling van de planning. Laat hem een stap vooruit zetten in Kuurne, Gent-Wevelgem en De Panne in plaats van hem naar de langste klassieker te sturen.’
De Cauwer: ‘Met De Lie heeft Lotto-Dstny een van de grootste talenten van het land in handen, maar ze mogen niet te veel druk op zijn schouders leggen. We hebben al vaak gezien dat tweedejaars de lijn van een sterk debuut niet zomaar doortrekken.’
De focus van Pidcock
De beste Belgische ploeg in de WorldTourranking de voorbije twaalf maanden was zowaar Intermaché-Circus-Wanty, zoals het team voortaan heet, met een vijfde plaats. Gaan ze dat kunnen herhalen?
Naesen: ‘Volgens mij is teammanager Aike Visbeek een belangrijke factor in die prestaties.’
De Cauwer: ‘Je kunt toch niet beweren dat hoe hij Quinten Hermans behandeld heeft, professioneel was? Ik denk dat zijn rol een beetje overschat wordt en dat het aandeel van Hilaire Van der Schueren, ondanks zijn leeftijd en zogezegd ouderwetse manier van aanpakken, minstens even belangrijk is. Hij zorgt voor het familiegevoel binnen die ploeg. En wie heeft BiniamGirmay binnengehaald? Niet Aike Visbeek, hé, wel Hilaire. Ook de vakkennis van Valerio Piva schat ik hoog in. Maar om op je vraag te antwoorden: ze hebben enkele puntenpakkers verloren. En voor Girmay geldt hetzelfde als voor De Lie: een fantastische renner, maar hij zal moeten bevestigen. Ze zullen met hem niet meer op de verrassing kunnen spelen. Als hij mee is in een ontsnapping zonder de groten, zal iedereen zijn benen stilhouden.’
De contractverlenging van De Lie is dé transfer van het jaar.’ – JOSÉ DE CAUWER
Naesen: ‘De situatie van Gent-Wevelgem gaan ze bij Intermarché-Circus-Wanty niet kunnen creëren in elke koers. Het zal sowieso bijzonder moeilijk worden voor Biniam en bij uitbreiding voor de hele ploeg om dezelfde resultaten neer te zetten als vorig seizoen. Mike Teunissen vind ik wel een goeie aankoop. Hij kan bijvoorbeeld in Parijs-Roubaix perfect realiseren wat Tom Devriendt vorig jaar deed (vierde, nvdr).’
Over die wedstrijd gesproken: de INEOS Grenadiers bewezen vorig jaar dat ze ook kasseiklassiekers kunnen winnen, door aanvallend te koersen bovendien. De tijd dat ze zich alleen bekommerden om winst in de grote rondes lijkt voorbij. Met Van Baarle verloren ze wel de winnaar van Parijs-Roubaix en het nummer twee van de Ronde van Vlaanderen. Wie gaat die rol overnemen?
Naesen: ‘Ben Turner was een van de beste jongeren in die wedstrijden. Net als van Magnus Sheffield verwacht ik dat hij nog een stap vooruit gaat zetten. Hopelijk is dat voldoende om het verlies van Van Baarle op te vangen. En dan hebben ze natuurlijk nog Thomas Pidcock. ’
De Cauwer: ‘Ik vermoed dat Pidcock op termijn gaat focussen op grote rondes.’
Naesen: ‘Met wie anders gaan ze de Ronde van Frankrijk winnen? Carlos Rodríguez vertrekt na dit seizoen naar Movistar, als we de geruchten mogen geloven. Van EganBernal hoopt iedere wielerfan dat hij opnieuw zijn oude niveau haalt, maar om Pogacar op zijn top te verslaan is ook dat nog onvoldoende.’
De Cauwer: ‘Of Pidcock de sérieux heeft om er alles voor te doen en te laten, is dan weer een andere vraag. Het is immers een opdracht van maanden, misschien wel jaren, om daar te komen.’
Naesen: ‘Om onze gefundeerde mening daarover te geven zullen we nog een enkele keren moeten samenkomen de komende jaren, hé José. ’ (lacht)
De revelatie van 2023 wordt…
Eén naam: wie wordt de revelatie van het seizoen?José De Cauwer: ‘Cian Uijtdebroeks, die nog een stapje vooruit zet. Eentje is voldoende. Ik heb paar keer met hem gesproken en vastgesteld: hier (wijst naar zijn hoofd) zit het helemaal goed. Wat die stap dan moet zijn? De Vuelta wordt zijn eerste grote ronde en dan vind ik het belangrijk dat hij een goede derde week rijdt. Dan bewijst hij dat hij het op termijn in zich heeft.’
Benji Naesen: ‘Hij is ontegensprekelijk een heel groot talent. Bovendien heeft hij het voordeel dat er al een Remco Evenepoel bestaat en dat hij niet voor een Belgisch team rijdt maar rustig kan groeien bij BORA-hansgrohe. Zo moet hij veel minder druk torsen. Het zou me niet verwonderen dat hij dit seizoen al toont dat hij ook op WorldTourniveau een goed klassement kan rijden. Hij komt uit de opleidingsploeg van BORA, waar ook Marco Brenner zat voor die werd weggekaapt door Team DSM. Welnu, als jij mij één naam vraagt als revelatie voor het komende seizoen, dan zeg ik: Marco Brenner.’