Chelsea bleef twee weken terug op Stamford Bridge op 0-0 steken tegen West Ham United. José Mourinho was nog eens in alle staten. “Voetbal uit de 19e eeuw”, fulmineerde hij. Giles Smith diende hem in The Times van antwoord: “In de 19e eeuw speelde elke ploeg met twee verdedigers.”

Precies een week geleden verwees Filip Joos in zijn column in De Morgen ook naar het verleden. Het voetbal van Barcelona en Bayern München was in zijn ogen een moderne modegril. Voor het echte voetbal, zoals het in het verleden werd gespeeld, moeten we dezer dagen bij Atlético Madrid en zijn coach Diego Simeone zijn.

Mijn gewaardeerde collega heeft het blijkbaar een beetje gehad met het voetbal zoals gepromoot door Pep Guardiola en noemde Atlético “de meest opwindende ploeg op aarde”. Het eeuwige balbezit kan inderdaad soms aanleiding geven tot een langgerekte geeuw. Voor de finale van Euro 2012 heb ik in Polen en Oekraïne het Spaanse spel weleens “tikikakavoetbal” genoemd.

Waar ik het moeilijk mee heb, was dat hij schreef: no rules, great football. Na een duel tussen de ‘Matrassenmakers’ uit Madrid en Barça had hij het ook al over ‘matenschoppers’ tegen ‘matennaaiers’. Ik geloof in de stelling: no rules, no football. Ik ben zo oud dat ik me het sloopwerk herinner van de Argentijnse ‘Animals’ van Rattín en co en Nobby Stiles op het WK ’66, dat ik begin jaren zeventig het Argentijnse Estudiantes zag schoppen naar alles wat bewoog en in de jaren tachtig merkte hoe Diego Maradona in stukken werd gehakt door Andoni Goikoetxea, de beul van Bilbao.

Het voetbal van Diego Simeone hoort in die donkere decennia thuis. Als we verder in de tijd teruggaan, werd er een heel ander soort voetbal gespeeld. Zeker ook in Argentinië. Jonathan Wilson, auteur van verscheidene boeken over speelwijzes en spelopvattingen, schreef: “De grote ommekeer in het Argentijnse voetbal kwam er in 1958. In Helsingborg en de 6-1-nederlaag tegen Tsjecho-Slowakije.”

“De periode voor 1958 was de tijd van de onschuld”, aldus Wilson. “De dagen van ‘la nuestra‘, toen technische vaardigheden primeerden, doelpuntloze draws een rariteit waren en volle tribunes genoten van de prestaties van geweldige individualiteiten. Nadien was het gedaan met voetbal als kunstvorm en liepen de tribunes leeg. Voetbal draaide niet langer om het spektakel, maar om winnen. Of beter gezegd, niet verliezen.”

Pragmatisme in plaats van stijl. Wilson noemt Victorio Spinetto als grondlegger van dat nieuwe voetbal: het ‘anti-fútbol‘. Als coach drukte hij zijn spelers op het hart dat ze ‘fibra‘ (hardheid, discipline, karakter) moesten tonen. Zijn leerling Osvaldo Zubeldia werd trainer van Estudiantes, dat drie keer op rij de Copa Libertadores won en in de intercontinentale beker vanwege het gewelddadige spel de schrik was van alle Europese landskampioenen. De linkse pers noemde het ‘fascistisch voetbal’.

In Argentinië kwam in de jaren zeventig een tegenbeweging op gang. César Luis Menotti leidde het verzet en de Argentijnse voetbalwereld was voortaan verdeeld in ‘menottistas’ en ‘bilardistas’, aanhangers van Carlos Bilardo (ex-speler van het team van Zubeldia en bondscoach op het WK ’86).

Menotti noemde zijn voetbal ‘fútbol de izquierda‘ (links voetbal) tegenover het ‘fútbol de derecha‘ van Bilardo. Tijdens het WK ’78 in eigen land liet hij niet na duidelijk te maken dat hij en zijn spelers, met hun voetbal, opkwamen tegen de militaire dictatuur. De bond (AFA) was moediger dan paus Franciscus, maar in 1979 stelde dictator Videla met Julio Grondona (nog steeds ondervoorzitter van de FIFA) zijn eigen mannetje aan en lag de weg open voor de ‘bilardistas’.

Iets gelijkaardigs gebeurde overigens in diezelfde periode onder de Braziliaanse generaals. Zij opteerden na de wereldtitel van1970 voor technocraten (leraars lichamelijke opvoeding bijvoorbeeld) in plaats van ex-voetballers aan het hoofd van de nationale ploeg, waardoor Brazilië in 1974 alleen herinnerd wordt vanwege het brutale spel.

De ‘boevenbende’ – dixit Filip – van Atlético Madrid kan misschien leuk zijn als de andere ploeg voor mooi voetbal kiest. Twee teams à la Simeone levert echter een wedstrijd op die onder de noemer vechtsport valt. En o ja: Diego Simeone, was dat niet de man die op het WK in Frankrijk David Beckham een rode kaart aannaaide?

DOOR FRANÇOIS COLIN

Diego Simeone laat Atlético Madrid rechts voetbal spelen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content