Red Lions Hendrickx en Briels over olympisch goud: ‘Op elk scenario waren we perféct voorbereid’
Volgende week zaterdag, amper goed twee maanden na hun gouden medaille in Tokio, beginnen de Red Lions aan een nieuw olympisch hoofdstuk. Tijd dus om een laatste keer terug te blikken op het vorige, met de sinds kort ex-international Thomas Briels (34) en strafcornerspecialist Alexander Hendrickx (28).
‘Allicht de allerlaatste keer dat ik dit truitje aantrek’, bedenkt Thomas Briels, wanneer hij zich klaarmaakt voor de fotosessie op de Wilrijkse Pleinen. Weemoedig is hij echter niet meer na zijn pas aangekondigd afscheid. Daarvoor is de trots te groot. Trots op de olympische gouden plak die hij voor de fotoshoot heeft meegebracht. Trots op hoe hij en zijn ploegmaats met hun teamspirit vele landgenoten hebben geïnspireerd. Meer dan ooit hebben hij en zijn (nu ex)-teamgenoot dat de voorbije weken ondervonden, vertellen ze.
Alexander Hendrickx: ‘Superveel klein mannen hebben mij al om een foto gevraagd. Als je dan de rillende hand van een kind op je rug voelt – doodzenuwachtig om te mogen poseren met zijn of haar idool – dan besef je écht dat je iets speciaals hebt gedaan. Al enkele keren heeft ook een groep van tien, vijftien man mij op restaurant aangeklampt. Of hoorde ik plots van de garçon: ‘Die tafel wil u iets aanbieden’, terwijl ik die mensen totaal niet ken.’
Thomas Briels: ‘Na Rio en onze wereldtitel in 2018 leefde dat ook, maar nu was het enthousiasme nog groter. Mensen die vanuit hun wagen, met het raam naar beneden, spontaan begonnen te roepen: ‘Hé, proficiat!’ Of zelfs uitstapten om een hand te geven: ‘Respect man!’ Ook de busrit door Brussel bij onze terugkeer was een verrassend groot succes: honderden mensen die meestapten, die truitjes op de bus gooiden om te signeren, die ons zelfs op de daken toezwaaiden met Belgische vlaggen… Cool!’
Hoe moeilijk is het om na zo’n succes en na enkele weken vakantie de trainingen te hervatten met jullie respectieve Nederlandse clubs Pinoké (Amsterdam) en Oranje Rood (Eindhoven)?
Hendrickx: ‘Bij Pinoké kostte dat niet veel moeite, aangezien dat een groep vrienden is die ik sinds mei niet meer heb gezien. Een nieuw verhaal, met andere ambities. Hervatten met de Red Lions was mentaal moeilijker: de Pro League komt er wel aan, maar verder hebben we op korte termijn geen groot toernooi in het vooruitzicht. Gelukkig is er ook bij hen een nieuwe schwung waar je automatisch in meegaat. Door het pas opgeleverde trainingscomplex aan de Wilrijkse Pleinen, door de nieuwe coach ( Michel van den Heuvel, nvdr), door enkele zeer hongerige jongeren die zich willen bewijzen… De échte scherpte moet wel nog komen.’
Briels: ‘Ik had datzelfde gevoel na het WK in 2018, toen we amper twee weken later weer aan het trainen waren, in de regen. Dan denk je ook: wat dóé ik hier in godsnaam? Toen ik de beelden van de eerste training na Tokio zag, was ik dus blij dat ik met een koffietje rustig op een terras zat.’ ( lacht)
Voor de finale had ik totaal geen stress. De nacht ervoor heb ik zelfs geslapen als een roos.’
Thomas Briels
Je besloot na de Spelen, als voorlopige enige Red Lion, te stoppen. Wanneer heb je dat beslist? En waarom?
Briels: ‘Begin dit jaar dacht ik nog: als ik fit blijf, en ik een meerwaarde kan blijven bieden, dan doe ik misschien verder. Maar toen ik na het EK in juni uit de selectie viel, als reserve, heb ik beslist: nog twee maanden, en daarna is het voorbij, welke medaille we ook behalen. Het werd goud, een mooier slot kan ik me dus niet inbeelden. Meer zelfs: ik heb er helemaal vrede mee. Ik wil jongere talenten ook niet langer in de weg staan.’
Toch sprak je in je afscheidsbrief over een ‘ sad feeling sitting in the dressing room with you guys for the last time.‘
Briels: ‘ Vinnie ( Vanasch, nvdr) en Felix ( Denayer, nvdr) hadden eind augustus een barbecue georganiseerd voor de hele ploeg en de staf, met de vrouwen/vriendinnen, als afscheid voor Shane McLeod ( de Nieuw-Zeelandse bondscoach die een sabbatjaar inlast, nvdr). Daar hebben we in de kleedkamer eerst een feestje gebouwd. Toen we erna in de douche de champagne uit onze haren wasten, had ik het toch even lastig: de állerlaatste keer samen met mijn ploegmaats, mijn vrienden… Ik liet het niet blijken, maar heb dat moment heel bewust meegemaakt.’
Evengoed had je met een bitter gevoel afscheid moeten nemen, gezien je aanvankelijke rol als reserve voor Tokio. Hoe kwaad was je toen je dat hoorde, na vijftien jaar bij de Lions?
Briels: ‘Toen ik de halve finale op het EK niet mocht spelen, voelde ik al nattigheid, maar toch dacht ik dat ik erbij zou zijn. Als je na vijf jaar als kapitein, een periode waarin ik veel in andere spelers heb geïnvesteerd, dan afvalt… Een bijzonder moeilijk moment. Ook voor Shane trouwens, want hij vertelde het mij met tranen in de ogen. Kwaad was ik dus niet, veeleer ontgoocheld. Zoals nooit tevoren in mijn carrière.’
Toch besloot je om die reserverol op te nemen, op een moment dat je nog niet wist dat die reserves, in tegenstelling tot in Rio, wél in het olympisch dorp mochten logeren en wél per wedstrijd konden invallen. Waarom?
Briels: ‘Ik heb erover gepraat met mijn vriendin, familie en enkele vrienden. Twee dagen, en evenveel slapeloze nachten, nagedacht. Wil ik mij dat aandoen? Opgesloten zitten in een hotel, niet weten of ik één minuut zou spelen? Sommigen zeiden: ‘Dat ze het uitzoeken, ga op vakantie.’ Maar zo zit ik niet in elkaar. Ik heb mijn hele carrière mijn team op één gezet. En ik vond dat mijn ploegmaats dat nu ook verdienden.
‘De weken erna waren niettemin mentaal heel moeilijk. Ik heb gezwegen en alleen op mezelf gefocust. Gelukkig kwam dan net voor de Spelen het nieuws dat een reserve wel selecteerbaar was. En door de blessure van Tom Boon kon ik tegen Nederland en Duitsland zelfs meteen starten, waardoor ik uiteindelijk zeven van de acht matchen speelde. Shane gaf nadien ook toe dat ik zijn ongelijk had bewezen. Dat siert hem.’
Alexander, jij had in Rio, toen je ook reserve was, minder geluk: verblijven buiten het olympisch dorp, zonder te spelen.
Hendrickx: ‘Weliswaar in een andere rol: als opkomend talent, en dus iets makkelijker om te aanvaarden dan voor een gevestigde waarde. Toch was het ook voor mij de moeilijkste periode uit mijn loopbaan. Achteraf gaf het me wél een drive om nog harder te trainen, want dat wilde ik nooit meer meemaken. Zo werd het een kantelpunt in mijn carrière.’
Leermomenten
De laatste stap naar de olympische selectie en de Spelen was het EK in juni. Jullie verloren er in de halve finale van Nederland, na shoot-outs, en bleven toch opvallend zen. ‘Een tussenstap, een leermoment’, klonk het. Wat hebben jullie toen precies geleerd?
Hendrickx: ‘Hoofdzakelijk tactische zaken, zodat we op élke mogelijke spelsituatie in Tokio konden anticiperen: wat doen we als we, met nog drie minuten te gaan, móéten scoren? Welk team stellen we op als de tegenstander moet scoren en zijn keeper eraf haalt?
‘Maar ook uit andere specifieke wedstrijdsituaties hebben we geleerd, zoals uit het opstootje tussen Victor Wegnez en een Nederlander. De rollen werden duidelijk vastgelegd: welke (emotionele) spelers mogen er niet op afvliegen? Wie moet het brandje helpen blussen? Wie gaat met de ref praten? Alles om een gele of rode kaart te vermijden, want een speler verliezen, al is het voor slechts vijf minuten, kon in de hitte in Tokio fataal zijn. Op elk mogelijk scenario waren we zo perféct voorbereid.’
Briels: ‘Dat geeft je ook veel vertrouwen, hé. Zoals als je naar een examen trekt en je weet dat je de leerstof helemaal beheerst. Voor het EK hebben we zelfs samen naar de olympische finale van Rio gekeken – de eerste keer dat ik die match terugzag. Shane wilde laten zien wat er daar verkeerd was gelopen: enkele momenten van concentratieverlies die ons drie doelpunten kostten, terwijl we beter waren dan Argentinië. En toch geen goud wonnen.’
Het grote verschil tussen Rio en Tokio: toen scoorden jullie amper uit strafcorners, terwijl jullie nu Alexander hadden, als hyperspecialist: liefst 12 keer raak uit amper 23 pogingen – een fenomenaal (netto)percentage van 52 procent. In welke mate heeft dat jullie spelwijze beïnvloed?
Briels: ‘Als je zo’n wapen hebt, zou het dom zijn om daar niet gebruik van te maken. De opdracht was dus simpel: zo veel mogelijk direct op de goal pushen, in de hoop dat de bal tegen een voet zou belanden.’
Hendrickx: ‘ Adam Commens ( de technische directeur van de hockeybond, nvdr) had zelfs beloofd dat hij de speler die tien penaltycorners zou kunnen afdwingen een vliegtuigreis naar Ibiza zou betalen. Dus hielden we het hele toernooi een ranking bij. Thomas stond op dat bord lang bovenaan, met een vliegtuigje naast zijn naam. Hij is helaas gestrand op vier. ( lacht) Wél goed voor vier gin-tonics, want ik heb een deal met mijn ploeggenoten dat ik hen er een trakteer per afgedwongen penaltycorner. Ik heb de lijst op mijn gsm, maar de meesten hebben er nog één, of meer, te goed – in Tokio hadden ze immers geen gin-tonic.’ ( lacht)
Ben jij voor één penaltycorner zenuwachtig geweest?
Hendrickx: ‘Neen, geen moment, terwijl ik op het WK in India ( eind 2018, nvdr) voor mijn eerste strafcorner wél bloednerveus was. In Tokio zag ik zelfs dat mijn ploegmaats al begonnen te juichen als we een penaltycorner kregen. Omdat ze wisten: één kans op twee op een doelpunt. Dat geeft uiteraard veel vertrouwen. Bovendien was ik zó gefocust dat ik geen druk kón voelen. Ik dacht telkens aan slechts twee dingen: mijn timing bij het aangeven van de bal en mijn specifieke techniek, volgens het ’traag-traag-snel-ritme’. Niet te geforceerd, maar in een langzaam versnellende beweging. De specifieke variant hebben we dan al besproken, voor de match en net voor het nemen van de penaltycorner.’
Hebben jullie voor de halve finale of finale een bepaalde variant gespaard?
Hendrickx: ‘Ja, Shane wou er absoluut één houden voor de finale. ‘Vertrouw me: honderd procent zeker dat je scoort!’ Maar dan zat er toch een Australiër tussen: gemist. Voor de shoot-outs kwam hij bij mij: ‘Sorry, sorry!’ Waarop ik zei: ‘ No problem, coach, we will win the shoot-outs!‘
Hoeveel vertrouwen hadden jullie in die shoot-outs?
Briels: ‘Ik was 99 procent zeker dat we zouden winnen. Door één iemand: Vinnie ( Vanasch, nvdr). Al maanden voor de Spelen en tijdens het toernooi zelf zei hij elke dag: ‘ Tommy, we gaan het doen! We gaan het doen!’ Voor de finale had hij ook in geen enkele match de kans gehad om te kunnen excelleren. Tot die shoot-outs. His time to shine.’
Zijn vingertikje tegen het hoofd voor de shoot-outs was veelbetekenend.
Hendrickx: ‘Doet hij vaak: kopje erbij houden, honderd procent focus. Ook toen de Australiërs die laatste shoot-out mochten hernemen. Terwijl wij na zijn eerste stop al aan het juichen waren, zonderde hij zich als eerste af toen de Australiërs een replay bij de videoref aanvroegen. Denkend: ik moet weer klaar zijn. En hij wás klaar.’
Wat onderbelicht, door die penaltycorners: jullie fysieke overwicht.
Briels: ‘Absoluut, mede door de alweer perfecte voorbereiding van physical coach Mick Beunen. Daarin hebben we het EK, en de vriendschappelijke partijen net ervoor, gebruikt om het drukke olympische schema te simuleren: acht mogelijke wedstrijden op dertien dagen. Met succes, want zelfs in de finale tegen Australië hadden we, na een zeer slopend duel met India, nog energie over.’
Hendrickx: ‘In de meeste avondmatchen, ook de finale, vielen de weersomstandigheden relatief mee, maar tegen India, over de middag, was de hitte – tegen de veertig graden – , en de luchtvochtigheidsgraad – 85 procent – echt niet normaal: al na het eerste kwart voelde het aan alsof ik een hele match had gespeeld.’
Briels: ‘Bij mijn laatste sprintjes kreeg ik zelfs krampen in mijn kuiten – zelden meegemaakt. Maar je weet dat dat ook voor de tegenstander geldt. En dat zag je in de tweede helft: door onze vlotte balcirculatie, door ons plan te blijven uitvoeren kwam er automatisch ruimte. Zoals we in de tweede helft van de kwartfinale, na een vroege achterstand, ook Spanje hebben weggeblazen.
Hendrickx: ‘Als je de beste strafcornerspecialist, de beste keeper, de meeste kwaliteiten aan de bal én de beste fysiek hebt, dan weet je dat de kans groot is dat je zult winnen. Ook al haal je niet je beste niveau, zoals tegen Spanje, toen we in het begin te individualistisch speelden. Zelfs in de finale tegen Australië waren we niet super, maar in de problemen zijn we nooit gekomen.’
Als je de beste strafcornerspecialist, de beste keeper, de meeste kwaliteiten aan de bal én de beste fysiek hebt, dan weet je dat de kans groot is dat je zult winnen.’
Alexander Hendrickx
Voor de finale heeft Shane McLeod gevraagd om jullie ogen te sluiten en de tribunes te visualiseren gevuld met jullie dierbaren voor wie jullie zouden vechten. Verrast daardoor?
Hendrickx: ‘Niet echt, want je weet dat Shane altijd met iets nieuws uitpakt. Het was wel exact wat we nodig hadden, gezien de lege tribunes. Als je, zoals ik, denkt aan je vriendin en je familie, dan krijg je automatisch een extra boost. Weliswaar niet helemaal met gesloten ogen: de kinesist was bezig met een windel rond mijn hoofd te wikkelen.’ ( lacht, zie kader)
Briels: ‘Ik was heel bewust bezig met mijn allerlaatste match voor de Lions. Dacht aan de laatste twee maanden, aan álle mensen die me de voorbije vijftien jaar hadden gesteund. En bizar: ik had totaal geen stress. Zó veel vertrouwen dat we gingen winnen. De nacht ervoor heb ik zelfs geslapen als een roos, terwijl ik voor de finale in Rio geen oog heb dichtgedaan.’
In Rio waren jullie na de winst in de halve finale tegen Nederland te veel bezig geweest met sociale media. Ik zag dat jullie ook nu, na de halve finale, een post hebben geplaatst op Instagram.
Hendrickx: ‘Meteen na de halve finale, ja, weliswaar heel kort: ‘ On to the final!’ Verder heb ik niks gecheckt, zeker niet de dag van de wedstrijd. Andere ploegmaats hebben boodschappen van familieleden via een beamer geprojecteerd, maar ik wilde die zelfs niet zien, ben naar mijn kamer gegaan. ( lacht) Alle focus op de finale.’
Ook te zien op sociale media: hoe jullie kersvers olympisch kampioene Nina Derwael na jullie kwartfinale ’s avonds laat hebben opgewacht in het olympisch dorp, als verrassing. Van wie kwam dat initiatief?
Hendrickx: ‘We hebben dat spontaan, via WhatsApp, afgesproken. Als hechte groep wilden wij dat gevoel ook overbrengen op de individuele atleten van Team Belgium – voor hen een enorme stimulans. Voor ons was het ook inspirerend om dan al eens een gouden medaille te zien. Al durfde ik, uit bijgeloof, die wel niet aan te raken – ik heb alleen een foto genomen. ( lacht) Nina moedigde ons op haar beurt ook aan: ‘Nu is het aan jullie, hé. ‘ We hebben haar niet ontgoocheld.’
Sigaren roken
Tijdens de viering na de finale hoorden we op een filmpje van kinesist Julien Rysman jullie ‘ Le staf, ils n’ont pas des mains‘ zingen. Op wat sloeg dat?
Hendrickx: ( lacht) ‘Een steek richting de staf. Van bij het begin van het toernooi hadden zij ons op wedstrijddagen gevraagd om de koffers met ballen, sticks en dergelijke mee te brengen naar de match, terwijl zij nooit iets droegen en wij ons dus al moesten ‘vermoeien’. Daarom zongen wij telkens op de bus, in het Frans dan: ‘De staf, ze hebben geen handen.’ Ze konden er wel mee lachen. Illustrerend voor de goede sfeer.’
Na de finale zagen we jullie in de kleedkamer ook sigaren roken.
Briels: ‘Een idee van Vinnie ( Vanasch, nvdr), als grote fan van de NBA, waar Michael Jordan, Kobe Bryant, LeBron James altijd een titel vierden met een dikke sigaar. Hij was zo overtuigd dat we goud zouden pakken, dat hij al in België een doos sigaren had gekocht. Veel weken lang zat die in zijn sportzak. Wachtend om geopend te worden. De strikte Japanse officials werden wel helemaal zot: ‘Verboden!!!’ ( lacht) Maar daar hebben wij ons niets van aangetrokken.’
Nvdr: Vincent Vanasch liet ons na het interview weten dat hij een week voor het vertrek naar Tokio bij een speciaalzaak was langsgegaan om een tiental Cuba Montecristo-sigaren te kopen. Hij beloofde aan de eigenaar dat hij na de Spelen zou terugkeren om een foto te maken met de gouden medaille, wat hij ook heeft gedaan.
Alexander, voor jou was het de ochtend erna nog plezanter wakker worden: op je 28e verjaardag.
Hendrickx: ‘Ondanks slechts een uurtje slaap een zálige dag: genietend met de ploegmaats op het grasveldje aan het olympisch dorp, chillen met een muziekje op de achtergrond. Behalve sokken van Team Belgium heb ik wel geen cadeau gekregen, maar dat hoefde niet. In mijn ‘speech’ heb ik dat ook gezegd: ‘Jullie hebben mij het allermooiste cadeau gegeven: olympisch goud.”
Welk cadeau hebben jullie coach Shane McLeod gegeven bij het afscheidsfeest eind augustus?
Briels: ‘Een écht afscheid was dat niet: meer een ’tot ziens’ dan een ‘vaarwel’, want volgend jaar komt Shane al terug, in een andere functie.’
Hendrickx: ‘Toch hebben we hem twee cadeaus meegegeven naar Nieuw-Zeeland. Eén ludieke: een houten kist die we in het goud hebben gespoten. Een verwijzing naar de waterbak waar hij in Tokio tijdens de matchen altijd op stond, om een beter zicht op het veld te hebben. En een ‘echt’ cadeau: een GMT-horloge, die het uur in twee tijdszones aangeeft. Met daarop gegraveerd: de Belgische vlag en zijn ‘ Share the love‘-leuze, die hij in Rio heeft gelanceerd, benadrukkend hoe essentieel de groepsgeest is, ook naast het terrein.’
Briels: ‘Zijn ‘afscheidswoorden’ voor mij vond ik ook heel mooi: ‘Elke keer als ik denk dat jij niet nog meer respect kunt krijgen, leg je de lat nog hoger’, verwijzend naar hoe ik mijn rol als ‘reserve’ had ingevuld. Dan gloei je van trots.’
De nieuwe coach is de Nederlander Michel van den Heuvel, die als assistent al de ‘scherpere’ boodschappen meedeelde, opdat McLeod meer de vaderfiguur kon spelen. Zal die switch van stijl aanslaan?
Hendrickx: ‘Het wordt pure tirannie! ( lacht) Neen, Michel beseft ook dat hij als hoofdcoach niet altijd de ‘brute gast’ kan zijn. Maar dat hij directer communiceert, dat klopt. Weliswaar altijd met het doel om een ploeg te vormen en spelers beter te maken: de jonge Nicolas Poncelet heeft hij tijdens diens eerste vijf trainingen ‘afgekraakt’, om hem daarna weer op te bouwen. Met resultaat, want Nicolas heeft een enorme progressie geboekt. Je hebt pas een probleem als Michel niet tegen jou roept.’
Briels: ‘Hij zegt waar het op staat, maar zet spelers altijd op de eerste plaats. Ik heb hem drie jaar gehad als coach in Nederland, en kan bevestigen: een topper met een immens palmares en gigantische kennis.’
Hendrickx: ‘Met een nieuwe hoofdcoach een nieuw olympisch verhaal aansnijden: het lijkt me zelfs niet slecht. Hij zal ervoor zorgen dat onze motivatie geen moment verslapt. Op naar Parijs 2024!’
Harry Potter-litteken
In de laatste poulewedstrijd tegen Groot-Brittannië kreeg Alexander Hendrickx een stick vol op zijn voorhoofd. Met een hevig bloedende wonde en een nog altijd zichtbaar ‘Harry Potter-litteken’, zoals hij het omschreef op Instagram, als gevolg. ‘Nooit zo gebloed als toen: een hele plas’, vertelt Hendrickx. ‘Maar ik heb niet gepanikeerd: ik was nog bij bewustzijn, had nog al mijn tanden, mijn neus was oké… In de kleedkamer heeft een chirurg wel eerst zijn vinger in de wonde gestoken, om te checken of mijn schedel niet gebroken was. Daarna heeft hij de wonde dichtgenaaid. Gelukkig had ik door de adrenaline amper pijn. Die kwam pas ’s nachts en de volgende dag. Zo’n koppijn! Na twee dagen op bed liggen kreeg ik gelukkig groen licht voor de kwartfinale tegen Spanje. Ik wilde ook absoluut spelen. Ik had het mezelf nooit vergeven als we toen hadden verloren, door niet te scoren.
‘Daarna heb ik wel met een hoofdband gespeeld. Op advies van een collega van de Franse rugbyploeg heeft de kinesist er immers een beschermende gel op gesmeerd. Die wonde mocht ook niet nat worden door het zweet, of door het water van de douche. In het dorp heeft Nicolas De Kerpel, als een volleerde coiffeur, daarna telkens mijn haar gewassen. ( lacht)
‘Intussen is het litteken mooi aan het genezen, al moet ik uit de zon blijven. Afwachten in hoeverre het nagenoeg helemaal verdwijnt. Indien niet, dan kan ik binnen een maand of vier langsgaan bij een plastisch chirurg, voor een behandeling met laserstralen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier