F1-debutant Mick Schumacher: ‘Natuurlijk is mijn vader mijn idool’
Vanaf volgend weekend draait Mick Schumacher mee in het Formule 1-circus. Hij zal altijd zijn naam met zich meedragen, ook al weet Mick dat hij heel anders moet rijden dan zijn vader.
Met de Grote Prijs van Bahrein begint de 22-jarige Mick Schumacher aan een nieuw luik in zijn carrière. De testritten zijn achter de rug, de zoon van de zevenvoudige wereldkampioen Michael Schumacher kreeg dankzij bemiddeling van Ferrari een zitje bij Haas dat door motoren van het mythische Italiaanse merk wordt aangedreven. Het laat zich aanzien dat Mick ooit voor Ferrari zal uitkomen.
Mick Schumacher is open en zelfbewust. Zo antwoordt de Duitser, opgegroeid aan het meer van Genève, ook op de vragen. Alleen over één thema zwijgt hij: de gezondheidstoestand van zijn vader, die in december 2013 tijdens het skiën verongelukte en sindsdien niet meer in de openbaarheid verscheen.
Mick Schumacher heeft, zo zegt hij, een emotionele band met Ferrari. Hij herinnert zich dat hij als kleine jongen vaak op de tribune zat tijdens de testritten in Fiorano. Hij keek gefascineerd toe hoe zijn vader zijn job deed. Nu mag hij, dertig jaar na het debuut van Michael Schumacher, zelf in het carrousel meedraaien. Vorig jaar werd Mick Europees kampioen in de Formule 2, de leerschool van de Formule 1. Het heet dat hij het doorzettingsvermogen heeft van zijn vader. En dezelfde zin voor details: zo werd er bijvoorbeeld vijftien uur gewerkt om zijn rijdersstoel in te passen. Mick wil niets aan het toeval overlaten.
Je was eigenlijk in de wieg gelegd om ook in de autosport terecht te komen. Heb je als kind ook andere sportdisciplines uitgeprobeerd?
Mick Schumacher: ‘Ik heb ijshockey gespeeld en ook voetbal, maar er was niets dat me meer aantrok dan de motorsport. Ik was 2,5 jaar toen ik al in een go-kart zat, al was dat natuurlijk nog geen echte kart. Maar ik werd verliefd op het racen, ik wilde niets anders doen.’
Waardoor werd je aangetrokken?
Schumacher: ‘Ik ben iemand die graag wint, en zeker niet graag verliest. Als ik kartwedstrijden won, dan was dat voor mij een soort verslaving. Ik wilde altijd maar meer en meer. Als kind had ik in dat milieu ook veel vrienden. Het was telkens leuk om nadien over die wedstrijden te praten wanneer je kon zeggen waar je iemand te grazen had genomen. En natuurlijk was het ook cool om bekers mee naar huis te nemen. Ik hou gewoon van snelheid.’
Misschien is die fascinatie typisch voor zonen die in de voetsporen van hun vader willen treden.
Schumacher: ‘Dat is goed mogelijk, al denk je daar natuurlijk niet over na als je zo jong bent. Ik reed omdat het me plezier gaf. Ik zat elke dag in een kart. Ik denk dat er ergens toch iets dwingends in mijn carrière zat. Niets kon me tegenhouden.’
Herinner je je het moment dat dat je voor de eerste keer zei dat je profrijder wilde worden?
Schumacher: ‘Heel goed zelfs. Dat was in 2011, op de kartbaan in Kerpen, ik was toen twaalf jaar. Ik stond daar met mijn vader, we hebben erover gesproken of ik dit verder als hobby moest aanzien of dat ik de sport op een professionele basis kon doortrekken en aan internationale wedstrijden moest deelnemen.’
En hoe reageerde je vader?
Schumacher: ‘Zeer positief. Hij steunde me. Net zoals mijn moeder. De daaropvolgende jaren ben ik dan ook voor een fabrieksteam gaan rijden en nam ik deel aan Europese en wereldkampioenschappen.’
Je ouders hebben je nooit gepusht, zoals je dat dikwijls bij tennisvaders hoort of moeders van kunstschaatsters.
Schumacher: ‘Nee, ze hebben me echt nooit tot iets gedwongen. Ik wilde dit zelf. Als ik moest beslissen welke wedstrijd ik moest rijden, dan was ik zeer zenuwachtig. Zij niet.’
Wie voerde je naar de wedstrijden?
Schumacher: ‘Naar de kartwedstrijden reden we samen. Mijn vader, mijn moeder, mijn zus Gina. We maakten er een familietrip van.’
Je grote trainingsijver is vergelijkbaar met die van je vader. Zijn er ook bepaalde punten waarop je bewust je eigen weg gaat en zelf je grenzen stelt?
Schumacher: ‘Natuurlijk is mijn vader mijn idool en ik kijk waarop hij in zijn carrière de focus heeft gelegd. Maar ik kan hem uiteraard onmogelijk kopiëren, ik moet een andere weg gaan, ook al omdat de Formule 1 is veranderd. Je moet uiteindelijk in het heden leven.’
Wat is er allemaal veranderd?
Schumacher: ‘De auto’s zijn stabieler en betrouwbaarder geworden. En je moet er anders mee rijden. In de bochten bijvoorbeeld. Je moet je manier van rijden aanpassen: hoe kan ik nieuwe technieken het best gebruiken, wat betekent dat voor de strategie in de wedstrijd? Wie zijn de andere rijders en hoe gedragen zij zich? Ook het inhalen gebeurt nu op een heel andere manier. Iets wat twintig jaar geleden ideaal was, is dat vandaag al lang niet meer.’
Nico Rosberg, Jacques Villeneuve, Damon Hill: zonen van Formule 1-piloten die wereldkampioen werden, zijn niet zo zeldzaam. Van de Canadees Villeneuve is het bekend dat hij alles anders wilde doen dan zijn vader Gilles. De Duitser Rosberg brak door nadat hij zich bewust losgewrikt had van zijn vader Keke, de wereldkampioen van 1982. Maar dat de schaduw van Michael Schumacher over Mick hangt, is voor hem kennelijk geen probleem. Tot het tragische skiongeval van zijn vader was de verhouding tussen beiden zeer innig. Maar sindsdien is Mick tijdens de weekends waarop er wedstrijden worden gereden op zichzelf aangewezen.
Je vader is een wereldberoemde man. Werkt het dikwijls op de zenuwen de zoon van Michael Schumacher te zijn en niet simpelweg Mick Schumacher?
Schumacher: ‘Nee, hoe zou dat me kunnen storen? Ik ben de zoon van mijn vader, dat is echt oké. ‘
De interesse voor jouw persoon is overweldigend. Heb je een strategie ontwikkeld om daarop te reageren?
Schumacher: ‘Ik ga niet op alles in en ik lees niet ieder bericht over me. Ik ben alleen bezig met mijn sport. In de sociale media ben ik terughoudend, mijn privéleven is zeer belangrijk.’
Als lid van de Ferrari Driver Academy ben je een identieke weg ingeslagen als je vader die met Ferrari vijf keer wereldkampioen werd. Het verwachtingspatroon is immens.
Schumacher: ‘Ik zet mezelf niet onder druk en van buitenaf voel ik die eigenlijk ook niet. Ik verwacht wel iets van mezelf, maar ook dat heb ik goed onder controle. Ik weet wat ik moet doen om snel te zijn. Ik luister natuurlijk goed als Haas of Ferrari iets zegt, elke hulp die ik krijg is zeer waardevol.’
Welke concrete verwachtingen heb je met betrekking tot je carrière?
Schumacher: ‘Zo ver in de toekomst ga ik niet vooruitblikken. Ik wil eerst kijken wat er dit jaar gebeurt. Ik wil mezelf en mijn team in de loop van het seizoen verbeteren. En het zou goed zijn, je mag af en toe dromen, dat we soms punten pakken. Een tiende plaats bijvoorbeeld en dan steeds beter doen.’
Vorig jaar zijn de twee rijders van Haas in zeventien wedstrijden slechts twee keer in de punten gevallen. Heeft men je gevraagd om voor Haas te rijden en heeft Ferrari dat beslist?
Schumacher: ‘Laat ik het zo zeggen: ik ben gelukkig dat ik met de hulp van Ferrari in de Formule 1 kan starten. En dat het Haas geworden is, daarover ben ik ook gelukkig.’
De grote Formuile 1-teams – Mercedes, Red Bul, Ferrari – hebben een eigen programma voor de jonge rijders. Na Mick Schumachers overwinning in het Europees Kampioenschap Formule 3, in 2018, nam Ferrari hem op in zijn Driver Academy. Vervolgens won hij in 2020 ook de Formule 2. Na crisisvolle jaren met saaie wedstrijden en een steeds dalend aantal televisiekijkers, probeert de Formule 1 zich opnieuw uit te vinden. Dat Mick Schumacher nu deel uitmaakt van het F1-circus zorgt voor een hoger pr-potentieel.
Interessant in jouw carrière is dat je in je eerste jaar, dat je in een opleidingsploeg reed, in het middenveld reed. Pas in het tweede seizoen volgden overwinningen en titels. Is dat nu ook het concept voor de Formule 1: leren, geduldig zijn, zich langzaam verbeteren?
Schumacher: ‘Ik heb toch een ander beeld van mijn carrière. In het eerste jaar van in de Formule 2 hadden we veel technische problemen, veel mechanische defecten waardoor we voortijdig uitvielen. En er waren ook een paar ongelukken bij, buiten onze schuld om. Dat heeft ons veel punten gekost. Terwijl ik ook in dat eerste jaar het beste van mezelf heb gegeven.’
Men kent je als iemand die zich in de meest verschillende data verdiept. Ben je een datafreak?
Schumacher: ‘Het interesseert me gewoon om te weten waar er nog groeimarge ligt. Ik vind dat plezierig. Maar het is even belangrijk naar je gevoel te luisteren.’
Zijn de tijden met betrekking tot de transparantie van de auto’s niet voorbij?
Schumacher: ‘Ik geef u een voorbeeld: in de Formule 2 heb je tussen de vrije trainingen en de kwalificatie geen tijd om je in data te verdiepen. Dan moet je echt op je gevoel rekenen. En in de hectiek van een race intuïtief het juiste doen, zodat je daar voordeel uithaalt.’
In hoeverre speelt vandaag een wedstrijdsimulator in een professionele omgeving nog een rol?
Schumacher: ‘Een simulator staat toch ver van de realiteit. Als je met een simulator een bocht te snel neemt en uit die bocht vliegt, dan begin je gewoon weer opnieuw, zoals in Playstation. Als dat tijdens een training voorkomt, is dat natuurlijk anders. Dat kan grote gevolgen hebben; het team moet dan bijvoorbeeld een hele nacht werken om de auto tijdig te herstellen. En dan kan het gebeuren dat de stukken die je moet vervangen niet voorradig zijn. Dat kan een heel weekend ruïneren. Wanneer dat in een wedstrijd gebeurt, is dat nóg wat anders, dan doe je het in je broek.’
Veel piloten klagen erover dat ze de grenzen van hun auto niet kunnen benutten, omdat de banden te snel verslijten. Moet je tijdens een wedstrijd denken aan risico’s en calculaties?
Schumacher: ‘In de Formule 1 is dat zeker zo. Dan moet je je afvragen: kan ik agressief rijden of moet ik de banden sparen?’
Wat betekent dat in de praktijk?
Schumacher: ‘Dat je je bijvoorbeeld moet afvragen of het de moeite loont om voor een positie te vechten. Als je vlak achter een auto rijdt, dan schaadt dat de banden enorm. Als je alleen rijdt, dan spaar je de banden. In die afwegingen maken, ben ik altijd heel goed geweest, ik voelde tot dusver ook altijd goed aan waar de limiet van een auto ligt. Ik denk dat me dat ook in de Formule 1 zal lukken.’
Door Marcus Krämer en Alfred Weinzierl
Rijden voor Poetin
Toen de Haasploeg zijn auto voor het nieuwe seizoen voorstelde, dachten velen aan een flauwe grap. De bolide waarmee Mick Schumacher gaat rijden, draagt de kleuren van de Russische vlag. Dat heeft te maken met een overeenkomst die is gemaakt met het Russische chemieconcern Uralkali .Van alle teams in de Formule 1 heeft Haas met zo’n 100 miljoen euro het kleinste budget.
Dat Uralkali sponsor wordt, is geen toeval. De grote baas van het bedrijf is Dmitry Mazepin, de vader van Schumachers ploegmaat. Vader Mazepin blijkt een vertrouweling te zijn van Vladimir Poetin. ‘Mick rijdt voor Poetin’, heette het in de boulevardkrant Bild. Haas is eigenlijk een Amerikaanse ploeg en wegens het systematisch gebruik van doping mag tot 2022 geen enkele atleet onder een Russische vlag aantreden. Een en ander zal door het Wereldantidopingagentschap WADA worden bekeken.
Mick Schumacher stelt zich weinig vragen bij alle heisa die daarrond is ontstaan. Hij zegt dat het hem niet stoort dat de kleuren van de Russische vlag de motorkap en de zijwanden bedekken. In het wit-blauw-rood dat de auto domineert, ziet hij de kleuren van de ploeg. Het belangrijkste voor hem is dat zijn wagen snel is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier