‘In het tennis is het ieder voor zich’
Na tien jaar knokken in de krochten van de WTA-ranking, lijkt de tijd rijp om te oogsten voor Ysaline Bonaventure (24). Een karaktervrouw praat vrank en vrij over het mentale spelletje, en de uitwassen van haar sport.
Het tennisjaar kon slechter beginnen voor Ysaline Bonaventure (WTA 144). In januari haalde ze op de Australian Open voor het eerst de hoofdtabel van een grand slam, daarna volgende een derde ronde op Indian Wells. Vanaf volgende week gaat het via de toernooien van Bogota en Charleston naar de kwalificaties van Roland Garros. Er waren echter ook de frustraties en de grote foutenlast die haar in de eerste ronde van de Australian Open de das omdeden en een filmpje waarin te zien is hoe Bonaventure tijdens het WTA-toernooi van Sint-Petersburg haar tegenstandster uitscheldt. De 24-jarige speelster uit Stavelot, opgeleid in Nederland, is de eerste om toe te geven dat er op het mentale vlak nog ruimte is voor verbetering.
Buiten de top 130 is het heel moeilijk om te leven van tennis. Dat heb ik zelf lang genoeg mogen ondervinden.’ – Ysaline Bonaventure
Na je uitschakeling in de eerste ronde van de Australian Open zei je dat je met zowat iedere mental coach van België en Nederland werkte. Zit het verschil tussen jou en de top honderd vooral in je hoofd?
Ysaline Bonaventure: ‘Mischien wel. Omgaan met de stress en de druk, daar kan ik nog in verbeteren. Hoe hoger je klimt in het klassement, hoe belangrijker je gedrag naar de buitenwereld. Wanneer je merkt dat de mensen je resultaten volgen, moet je dat mentaal ook kunnen plaatsen, wat niet altijd makkelijk is. Vandaag worden bijvoorbeeld al mijn matchen uitgezonden, wat betekent dat ik mijn temperament meer in de hand moet houden. Ik heb al te veel matchen verloren door me op te jagen op de court.’
Recent overkwam het je in Australië, waar je je na een uitstekende eerste set liet opjutten door het getalm van je tegenspeelster, en in Sint-Petersburg pakte je je tegenstandster verbaal hard aan.
Bonaventure: ‘Die voorvallen zijn gelinkt aan de grotere aandacht die me nu te beurt valt. Vandaag weet ik dat ik me discreter moet gedragen. Na mijn overwinning tegen Katerina Siniakova ( WTA 38, nvdr) in de eerste ronde in Sint-Petersburg circuleerde er een filmpje dat stof deed opwaaien. Zonder de verdere context van de match zie je alleen maar hoe ik haar uitmaak voor ‘baby’ en ‘huilebalk’ en dat pleit natuurlijk niet in mijn voordeel. Ik had me niet zo sterk mogen uitdrukken of gewoon mijn mond moeten houden, maar in mijn ogen zat ze me al vanaf het begin van de match te provoceren. Op een bepaald moment ben ik een beetje ontploft. Dat zijn de dingen die ik nog moet veranderen. Die match op de Australian Open was een ander geval. Daar had ik de kans om te winnen, maar ik kon de stress niet de baas, waardoor de wedstrijd me door de vingers glipte.’
Zijn dit soort voorvallen tekenend voor het vrouwencircuit, waar de concurrentie moordend is en de sfeer tussen de speelsters steeds vaker hardvochtig?
Bonaventure: ‘Zeker en vast. Met enkele speelsters kom ik goed overeen, maar de anderen zijn potentiële tegenstandsters en dus geen vriendinnen. Ik heb geen reden om hen cadeaus te geven. Ik denk dat dat normaal is, in het tennis is het ieder voor zich. Wanneer je een match verliest, maak je in de eerste plaats heel wat andere speelsters gelukkig die zich erin verkneukelen dat je verloren hebt. Mentaal is dat soms moeilijk, maar daar moet je aan wennen om stand te houden.’
Daarbovenop komt het slopende ritme van een leven op het circuit. Heb je je nog nooit beklaagd dat je voor het tennis koos?
Bonaventure: ‘Er zijn momenten van twijfel geweest. Als je anderhalve maand lang geen match kan winnen, 12.000 euro uitgeeft, amper 2500 euro verdient en in dezelfde beweging ook nog de verjaardag van je vader mist, dan vraag je je wel eens af of het allemaal de moeite waard is.
‘De mensen denken vaak dat wij een luxeleven leiden, met mooie hotels en verre reizen. Terwijl ik van het hotel naar het tennisveld naar het restaurant ga. En ik kan je verzekeren dat ik mijn deel vieze hotels en slechte restaurants gezien heb. Ik herinner me mijn eerste buitenlandse toernooi, in Rusland. Ik was veertien en er zaten kakkerlakken in mijn bed.’
Het spel van de gokkers
Kan een profspeelster op de rand van de top 100 financieel rondkomen?
Bonaventure: ‘Buiten de top 130 is het heel moeilijk om te leven van tennis, dat heb ik zelf lang genoeg mogen ondervinden. Mijn kwalificatie voor de Australian Open in januari leverde echter 50.000 euro op en dat verandert natuurlijk alles. Het leven op het circuit is erg duur. Je bent voortdurend aan het tellen: vliegtickets, hotels, restaurants… Zonder de financiële steun van iemand als Laurent Minguet ( een Luiks zakenman, nvdr) zou ik vandaag niet meer tennissen. Dankzij hem hoef ik sinds drie jaar mijn toernooien niet meer te selecteren op basis van de verplaatsingskosten, maar kan ik echt denken aan wat voor mij het beste is. Kunnen spelen zonder die financiële druk heeft voor mij alles veranderd.’
Nadat je eind januari die beruchte match tegen Katerina Siniakova won in Sint-Petersburg, maakte je bekend dat je bedreigd werd door gefrustreerde gokkers die ingezet hadden op je verlies.
Bonaventure: ‘Of je nu wint of verliest, wij krijgen bijna systematisch beledigende berichten op sociale media. Natuurlijk probeer je daar niet te veel aandacht aan te besteden, maar wanneer je foto’s ontvangt waarbij je lichaam in een doodskist gefotoshopt is, ben je natuurlijk gechoqueerd. Dat is gewoon intimidatie. En het probleem is dat je er niets aan kan doen. Wij genieten geen enkele bescherming. Nog vreselijker is dat het deel uitmaakt van een ongezond systeem waarbij het vaak de goksites zijn die de toernooien sponsoren.’
Ik zou nooit mijn carrière op het spel zetten voor een paar weddenschappen.’ – Ysaline Bonaventure
Het is algemeen bekend dat bepaalde spelers kraken en matchen verkopen. Heb je ooit gemerkt dat je tegen iemand speelde die niet wilde winnen?
Bonaventure: ‘Eerlijk: neen. Ik ben ook nog nooit formeel benaderd. Maar ik ben al wel aanwezig geweest op matchen waar je je kon afvragen of alles wat zich daar afspeelde normaal was. Nu, als je vierhonderdste staat, elke week geld verliest en zwoegt om 100 euro per week te verdienen, dan kan ik me inbeelden dat het voor sommigen verleidelijk is. Eens je echter meestapt in het spel van de gokkers, ben je verplicht om alles te doen wat ze zeggen. Zelf zou ik nooit mijn carrière op het spel zetten voor een paar weddenschappen. Daarvoor hebben mijn familie en ik te veel moeten opofferen om mijn droom te realiseren.
‘Los van de georganiseerde systemen ben ik wel al ooit benaderd door mensen die ik via via ken om te vragen of ik geen match kon verliezen. Soms vinden ze het ook nodig om me te vertellen dat ze op mijn overwinning gegokt hebben. Ik besteed daar geen aandacht aan.’
Niet snel gekwetst
Tegen Frankrijk was het resultaat er nog niet, maar met het Fed Cupteam ben je in een nieuw avontuur gestapt met Johan Van Herck als nieuwe kapitein. Wat brengt hij bij aan de groep?
Bonaventure: ‘Een meer positieve dynamiek. Op korte tijd heeft Johan de koers opnieuw uitgezet. Natuurlijk moet hij van nul beginnen en heeft bij nog nooit een vrouwenteam gecoacht, maar er zijn enkele zeer positieve signalen. De rol van een kapitein is bijvoorbeeld om te laten voelen dat hij iedereen nodig heeft. Dat was in het verleden niet altijd het geval.’
Wat is er dan concreet veranderd in de match tegen Frankrijk midden februari?
Bonaventure: ‘Vroeger hadden we bijvoorbeeld niet de mogelijkheid om allemaal samen te trainen. Dan had je soms de indruk dat het allemaal wat meer rond de best gerangschikte speelster draaide. Nu waren er tegen Frankrijk ook geen sparringpartners voorzien, alle meisjes hebben de hele week alles samen gedaan en dat schept een band. Die groepsgeest lijkt me onmisbaar om op lange termijn resultaten te boeken. Los daarvan heb ik ook de indruk dat Johan de gevoeligheden van eenieder in een groep als de onze al goed begrepen heeft. Er zijn best wel wat emotionele meisjes in de vrouwensport, al denk ik niet dat dat voor mij geldt.’
Hoe bedoel je?
Bonaventure: ‘Ik heb de indruk dat ik meer als een man functioneer ( lacht). Ik heb graag dat men mij de dingen zegt zoals ze zijn, ben niet snel gekwetst. Aan Johan heb ik trouwens meteen gezegd dat hij bij mij niet op zijn woorden moet letten, hij kan de dingen recht in mijn gezicht zeggen. Ik ben iemand die nogal spontaan en eerlijk is. Wanneer ik iets denk, zeg ik het, maar ik heb graag dat het in de twee richtingen gaat.’