HET MIRAKELTJE VAN SCHIERVELDE

© BELGAIMAGE

Eind vorig seizoen met één been in het amateurvoetbal en nu met één been bij de elite: wat is er gaande in Roeselare? Op bezoek in het Schierveldestadion, waar van 2005 tot 2010 nog eersteklassevoetbal geserveerd werd.

Voetballers zijn overal gelijk: als ze naar doel mogen trappen, zijn ze enthousiast. Maar dit keer blijkt het resultaat toch een beetje tegen te vallen. Een man met een bestelwagen die gestopt is om een bal die op straat is beland terug over de hoge omheining achter de goal het veld in te schoppen, zal uiteindelijk nog drie andere ballen van de weg moeten rapen. En er belanden er ook nog enkele op de tennisvelden aan de overkant. In de korte tijd dat we naar de afsluitende afwerkingsvorm staan te kijken, zien we overigens ook nog een trap richting hoekschopzone hobbelen, afkomstig van de voet van de meest ervaren speler nog wel. Maar het hoeft gezegd: het oefenveld van de leider in 1B is nog niet van 1A-niveau.

Het is de week na de winterstop en KSV Roeselare is niet op stage. ‘Ik voelde dat het niet nodig was’, zal CEO Johan Plancke ons achteraf uitleggen. ‘Dit is een ervaren groep, dit zijn vooral familiemensen die graag thuis zijn bij vrouw en kinderen.’

Johan Plancke is de man die dagdagelijks de club runt. Hij komt uit de horeca. Met restaurant ’t Sterrenbos, brasserie Ter Vijfweghe en bistro Botanique bezat hij ooit drie florissante zaken tegelijk. Hij is een vriend van Yves Vanderhaeghe, die hij met Eendracht Aalst al volgde tot in Sofia en Rome. Bestuurslid van SV Roeselare werd hij destijds op vraag van de toenmalige hoofdsponsor Mik Deraeve. Maar na een onenigheid met de toenmalige voorzitter Luc Espeel vertrok hij weer en werd hij spelersmakelaar bij het Nederlandse SEG (Sports Entertainment Group). In 2011 keerde hij terug als CEO. De club was na vijf seizoenen in de eerste klasse gedegradeerd, met schulden, en slaagde er in haar eerste jaar in tweede maar nipt in om een nieuwe degradatie te vermijden. Lokale bedrijfsleiders, onder wie zij die het nieuwe businessgebouw prefinancierden, groepeerden zich toen in een cvba die KSV overnam. In 2013 werd op initiatief van spelersmakelaar Didier Frenay Global Football Solutions meerderheidsaandeelhouder en in 2014 kocht Johan Plancke zelf 86 procent van de aandelen. En vorige zomer deed dus de steenrijke, in Londen residerende Chinese zakenvrouw Hawken Xi Liu haar intrede op Schiervelde. Maar hoeveel aandelen ze precies kocht en hoeveel ze Johan Plancke daarvoor betaalde, daar werd vooralsnog ‘op haar vraag’ niet over gecommuniceerd.

HET MONDIALE PLAN

Mevrouw Hawken komt wel af en toe naar een wedstrijd kijken. ‘Maar voor de rest gebeurt veel telefonisch’, zegt Johan Plancke. ‘Soms ga ik naar Londen om met haar te vergaderen. Maar eigenlijk laat ze mij mijn ding doen. Toen ze mij in het tussenseizoen vroeg wat het haar zou kosten om in 1B bovenaan mee te doen, in de top vier, noemde ik een bedrag en binnen de twee minuten was dat beslist.’

Ze kocht dus niet alleen een pakket aandelen van Plancke, ze paste ook nog eens een pak centen bij om aan het vereiste clubbudget te geraken. ‘Ja, want aan wat ik hier in de streek kan ophalen aan middelen, is toch ergens een limiet’, zegt Plancke. ‘En mochten we promoveren, dan zal volgend seizoen het bedrag van haar inbreng groter zijn dan het dit seizoen is.’

De vraag is: hoelang blijft het duren? ‘Dat moet de toekomst uitwijzen’, zegt Plancke. ‘Maar ik denk niet dat zij het in zich heeft om eerst aandeelhouder te worden en het dan te laten slabakken en failliet te laten gaan.’

Er zit, benadrukt hij, wel degelijk een duidelijk plan achter. Haar broer bezit een club in de Chinese tweede klasse, Beijing Renhe FC, en zelf wil ze ook nog een Engelse club kopen. Onderhandelingen met Hull City sprongen af, maar daar zal het niet bij blijven. ‘Je moet ook weten: in Engeland is het niet zo makkelijk als hier om als buitenlander een club over te nemen’, zegt Plancke. ‘Je moet er voor een commissie verschijnen en je dossier moet worden goedgekeurd. In België moet je het gewoon melden aan de Pro League en de licentiecommissie. Ik moet wel zeggen dat de overname bij ons gebeurde zoals het in de bedrijfswereld hoort, met een audit en een boekenonderzoek.

‘De bedoeling is dat SV Roeselare’, vervolgt Plancke, ‘een opleidingsclub wordt binnen haar netwerk. Chinese jongens die hier worden opgeleid leveren haar in China een meerwaarde op die veel groter is dan haar investering hier. Door de beperking op het aantal buitenlanders zijn goeie Chinese voetballers in de eigen competitie veel waard. Clubs doen er onder elkaar transfers van lokale jongens van tien miljoen euro. Met mij beschikt mevrouw Hawken op het Europese vasteland bovendien over iemand die voor haar werkt en die ze voor honderd procent kan vertrouwen. Ik bedoel: voor info over spelers en contracten hoeft ze zich niet meer uitsluitend op makelaars te beroepen.’

HET BELGISCHE PLAN

En er is in Roeselare blijkbaar goed gewerkt met het extra budget. Vorig seizoen eindigde de club in de tweede klasse pas als negende en kon de degradatie naar het amateurvoetbal maar vermeden worden omdat kampioen WS Brussels geen proflicentie kreeg. Nu won KSV in 1B zowaar het eerste periodekampioenschap, vóór de favorieten Antwerp en Lierse, en speelt het al zeker de finale voor promotie naar 1A tegen de winnaar van de tweede periodetitel.

‘We letten er bij de samenstelling van de groep op dat er een evenwicht was tussen de Frans- en de Nederlandstaligen, en dat er voldoende ervaring en voldoende atletisch vermogen in zat’, zegt Plancke. ‘En we kozen voor mannen die zich willen bewijzen. Maar toen we in de beslissende wedstrijd voor de eerste periode Antwerp klopten, zat er bij hen meer kapitaal op de bank dan er bij ons op het veld stond.’

Het seizoenbegin was moeilijk. Na een 2 op 12, met een 4-1-nederlaag in Tubize, stormde het zelfs even in de kleedkamer. ‘Dat was nodig, ‘ aldus Plancke, ‘want je voelde dat het de verkeerde kant uit ging. Iedereen begon naar elkaar te wijzen. Toen is iedereen wakker geworden en naar zichzelf beginnen te kijken. Dat is onze sterkte geworden. Sindsdien lopen ze voor elkaar.’

Hoofdtrainer is de Fransman Arnauld Mercier (44), die voorheen Seraing en Boussu Dour coachte en onder meer voor Valenciennes en in de Serie B voetbalde. Plancke omschrijft hem als een hardwerkende Normandiër die uitstekend bij de West-Vlaamse mentaliteit past. ‘We waren er ook snel uit: we praatten negentig minuten over voetbal en vijf à tien minuten over geld. Ik voelde meteen dat het goed zat. Arnauld is een enorme werker en een enorme motivator. Iemand die indien nodig nog zelf het gras zou afrijden. Je ziet dat hij het nooit loslaat. Hij is streng maar rechtvaardig, spelers gaan voor hem door een muur. Jongens als François Kompany, Carlo Damman en Kevin Kis groeien onder zijn leiding allemaal boven zichzelf uit.’

Ook nieuw in de technische staf: Pascal Cygan (42), een Fransman die onder meer voor Arsenal en Villarreal speelde. Hij werd er door Lille OSC geplaatst in het kader van een partnership met de Noord-Franse club. De bedoeling is dat hij er jonge talenten begeleidt die er door de Franse eersteklasser ter beschikking worden gesteld. Maar tot op heden werd nog geen enkele LOSC-belofte bereid gevonden om naar Roeselare te komen. Cygan bleek bovendien een nogal stugge persoonlijkheid te zijn die met het idee arriveerde dat hij T2 zou zijn. Dat zorgde voor spanningen in de staf.

‘In het begin liep het wat stroef, dat kan ik niet ontkennen,’ zegt Tom Colpaert, die al jaren T2 is bij KSV, ‘maar nu is het duidelijk dat wij niet zo veel belang hechten aan die hiërarchie onder de assistenten en dat we gewoon allemaal samen hard proberen te werken. We zijn een kleine staf, we beschikken niet over een videoanalist en ook niet over een conditietrainer, en we proberen al onze kennis en ervaring te delen. Zo voegde Pascal al iets heel belangrijks toe aan onze verdedigende standaardsituaties.’

Dat Roeselare tot nu toe alle verwachtingen overtrof, dankt het volgens Colpaert ook aan de mentaliteit van de spelers. ‘Dit is een groep met enorm veel ambitie, die met heel veel goesting traint en bijtraint. En Arnauld is een coach die veel belang hecht aan sociaal contact, die veel met zijn spelers praat, vrij direct is in zijn communicatie en hen telkens weer zijn visie blijft voorspiegelen. Een van de zaken die hij toevoegde, is: geen telefoons in de kleedkamer, zodat er meer met elkaar gepraat wordt.’

Een van de basisspelers met ruime eersteklasse-ervaring die we na de training treffen, is Lukas Van Eenoo, middenvelder die door KV Kortrijk tot het einde van het seizoen ter beschikking gesteld werd. Hij vond in Roeselare het spelplezier terug. ‘In 1B wordt er wel iets meer in het duel gespeeld, maar voor de rest leunt het niveau dicht bij 1A aan’, vindt hij. ‘Veel spelers kunnen daar zo meedoen. Typisch voor onze groep is: we laten onze kop niet hangen. Daardoor konden we al vaak uit een achterstand terugkeren. Op training gaat het er soms hard aan toe, maar de staf houdt het goed onder controle. Mercier is een coach die ook veel psychologie gebruikt om zijn spelers scherp te houden. Na die 4-1 in Tubize zijn we wat meer vanuit de organisatie gaan spelen. Ik denk dat daar de klik is gekomen.’

Voor de rest is er in Roeselare weinig veranderd. Het hoofdveld ligt er behoorlijk bij. Nochtans wordt het dubbel belast, door de overeenkomst met Club Brugge om er hun belofteploeg te laten spelen. De eigen beloften werken wel hun thuiswedstrijden op een bijveld van Schiervelde af.

De oefenvelden zijn niet verbeterd en de fitnessruimte is nog altijd niet ingericht. Recht tegenover de hoofdtribune staat nog altijd een tribunetje dat je in het profvoetbal niet verwacht tegen te komen en aan de rechterkant strekken zich nog altijd onoverdekte tribunes uit vervlogen tijden uit. Voor de thuiswedstrijd tegen Union dagen er zo’n goeie duizend toeschouwers op.

Een van hen is Bregt Vermeulen, Roeselarenaar, freelancer bij Focus-WTV en docent in de opleiding journalistiek aan Howest Kortrijk. Hij volgt de fusieclub, die in 1999 ontstond uit KSK en KFC Roeselare, al jaren. Begin november, na de eerste periodetitel, tekende hij in op een halfseizoenabonnement. ‘Aangetrokken door het succes, maar ook door het voetbal’, zegt hij. ‘Er wordt aangevallen, dominant en over de grond gespeeld. In de vorige succesperiode was het meer kick-and-rush en zeker de laatste jaren in eerste was het behoudsvoetbal met pompen en vaak verzuipen. Ik zie een goeie ploeg met een duidelijk spelpatroon, een coach die flexibel is en spelers die voor elkaar knokken. Dat Roeselare in deze sterke reeks de eerste periode won en straks mag spelen voor een plaats in 1A is eigenlijk een klein mirakel nadat het vorig seizoen tot amateurvoetbal veroordeeld leek.’

Bij de intrede van de Chinezen was Vermeulen sceptisch, bekent hij. ‘Maar tot nu toe lijkt het goed te zitten. De club wordt niet anders gerund dan voorheen, het beleid wordt voortgezet maar met betere spelers. Er is duidelijk kapitaal mee gemoeid, het is geen makelaarsclub geworden en ook geen ploeg vol Chinezen. Mevrouw Hawken komt geregeld kijken en gaf zelfs al een kort interview aan de regionale tv. De vraagt blijft wel: wat op lange termijn? Wat is het einddoel? Daarover werd nog niet gecommuniceerd. Wat gebeurt er als het niet goed gaat? En: wat gebeurt er mocht er gepromoveerd worden? Zal er dan ook geïnvesteerd worden in personeel en in infrastructuur? Ik ben benieuwd naar de volgende stap.’

Mocht SV Roeselare promoveren, dan zou dat betekenen dat er in de Jupiler Pro League nóg een West-Vlaamse club bij zou komen. Dat zouden er dan al vijf zijn. Vijf op zestien. Dat zou wel heel opmerkelijk zijn. ‘Misschien’, zegt Johan Plancke met een glimlach, ‘dankt West-Vlaanderen dat wel aan zijn mentaliteit van hard werken. Waarom komt Marc Coucke met zijn geld naar Oostende en investeert hij het niet in een Oost-Vlaamse club als Aalst of Hamme?’

KSV Roeselare is niet de eerste West-Vlaamse club die in buitenlandse, Aziatische handen komt. Vorig seizoen werd KV Kortrijk verkocht aan de Maleisiër Vincent Tan. In andere provincies wordt wel eens opgemerkt dat ze in West-Vlaanderen ‘alles aan het verkopen zijn’. Plancke lacht. ‘Misschien is dat ook wel een van onze kwaliteiten: iets verkopen dat weinig of niets waard is.’ Hij kijkt door het raam van de businesslounge het stadion in. ‘Want, ‘ zegt hij ‘cru gesteld: wat staat er hier eigenlijk? Een gebouw dat niet afbetaald is, een tribune die van de stad is en een vlag van de Euroshop. (lacht) Waar het om draait is: hoe kunnen we hier om de veertien dagen een toneelstuk brengen dat de mensen aanspreekt? Na jaren sukkelen kunnen we eindelijk weer dromen. Dat voel je in de stad wel.’

En, nu al promoveren of niet: op termijn mikt mevrouw Hawken heel hoog. ‘Ik denk zelfs dat ik de ultieme ambitie van haar broer het best niet uitspreek’, lacht Plancke. ‘Mijn droom is een nieuwe tribune om de club te kunnen laten groeien. Dat is voor mij de volgende stap. Bezoekende supporters die in de regen staan, dat is niet meer van deze tijd.’

De stad engageerde zich al voor een kunstgrasveld en een veldverwarming op het stedelijke sportcomplex Schiervelde. Maar van een nieuwe tribune is geen sprake. En zal mevrouw Hawken bouwen op stadseigendom? Het lijkt onwaarschijnlijk. ‘Misschien kunnen we een mobiele tribune voor vijftienhonderd man zetten zoals in Leuven’, zegt Plancke. ‘Die kunnen we dan later eventueel weer verkopen. Misschien wil mevrouw Hawken ze wel prefinancieren.’

Er is, bedenkt hij, nog zo veel te doen. ‘En we mogen niet stilstaan, want er is veel veranderd. Tien jaar geleden zaten we hier na onze uren tickets te printen. Dat was heel amateuristisch. Maar toen kon het in eerste nog met vrijwilligers. Nu zijn er professionals nodig. Met alleen mijn vrouwke erbij zal het niet lukken als we erbij willen horen.’

En dat willen ze. Daarom werd er met Mathias Piceu onlangs een extra kracht aangeworven. ‘Hij gaat momenteel in Waregem, Kortrijk en Oostende kijken hoe ze daar werken en wat er nodig is voor de uitbouw van onze club. Hij deed ook een kerstactie met een tombola waarin onder meer een shirtje van Vincent Kompany te winnen was.’

Vincent Kompany bezocht dit seizoen warempel al Schiervelde. Hij kwam er naar zijn broer kijken in de thuiswedstrijd tegen Antwerp. Misschien werd François Kompany ook wel aangetrokken met het oog op de publiciteit die een bezoek van zijn broer met zich mee zou brengen. ‘Nee,’ zegt Plancke, ‘maar het komt er wel bij. Als hij komt kijken en hier een foto neemt en die op Twitter zet, dan wordt dat wereldwijd door twee miljoen mensen gezien, want zo veel volgers telt hij. En uiteraard heb ik dat gezegd tegen Citroën Vanhulle, toen bleek dat hun reclame op de foto stond die Vincent hier nam en op Twitter plaatste.’ (lacht)

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Cru gesteld: wat staat er hier eigenlijk? Een gebouw dat niet afbetaald is, een tribune die van de stad is en een vlag van de Euroshop.’ – JOHAN PLANCKE

‘In 1B wordt er wel iets meer in het duel gespeeld, maar voor de rest leunt het niveau dicht bij 1A aan.’ – LUKAS VAN EENOO

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content