Goede of slechte tijden, winnen of verliezen, échte supporters blijven onvoorwaardelijk achter hun kleuren staan. Namens KV Oostende: Willy Verhaeghe (68), tandarts en ex-jeugdvoorzitter.

Willy Verhaeghe: “Waar geld is, is er leute, maar op AS én VG Oostende was er geen plezier meer. De fusie van 1981 was de enige verstandige oplossing. Natuurlijk doet dat pijn, want den As was mijn club. Ik heb er, als klein manneke van twaalf, zelfs nog in de jeugd gespeeld. En toen ik na mijn jaren aan de Gentse universiteit naar Oostende terugkeerde, hielp ik de conciërge in het Albertparkstadion.

“In 1976, toen we onder Norberto Höfling voor het derde opeenvolgende seizoen in eerste klasse speelden, werd ik lid van de raad van bestuur en jeugdvoorzitter. Maar een dode kan je niet in leven houden. De stekker uittrekken en onder een neutrale naam – KV Oostende – herbeginnen.

“Ik had borg gestaan voor 300.000 frank (7500 euro, nvdr), een bedrag dat ik natuurlijk kwijt was. Waarom doe je zoiets? Uit liefde voor je club, zeker? Als lid van de raad van bestuur van KVO betaalden we ook 5000 euro per seizoen, maar voetbal is een hobby die ik – gelukkig – met mijn vrouw kan delen. Lid worden van een of andere serviceclub kost ook geld, hé…

“Als jeugdvoorzitter én geboren Oostendenaar heb ik veel tijd in mijn club gestoken, ja, maar ik vond het ook een vorm van maatschappelijk engagement: jongens van straat kunnen houden. Ik voelde me bijvoorbeeld niet te goed om zelf de lijnen op de jeugdterreinen te kalken of hotdogs te verkopen. Het weekend stond in het teken van voetbal: zaterdag en zondagvoormiddag naar de jeugdterreinen, en op zondagnamiddag de match van de eerste ploeg. Ik kon dat niet missen.

“Drie jaar na de fusie, in 1984, organiseerden we voor het eerst ons internationaal jeugdtoernooi, vooral omdat we merkten dat we zelf amper op mooie toernooien uitgenodigd werden. Door er zelf een te organiseren, werden we plots wél geïnviteerd. Door Ajax bijvoorbeeld, voor de opening van de ArenA. Onvergetelijk… Vorig jaar stond de dertigste editie op het programma, ook al wordt het steeds moeilijker om financieel het plaatje rond te krijgen.

“Het was niet altijd leuk om jeugdspelers te zien vertrekken, neen. Ik probeerde ouders te overtuigen dat ze met hun kinderen niet te snel naar bijvoorbeeld Brugge moesten verkassen. ‘Probeer eerst hier in de eerste ploeg te raken en vertrek dan pas.’ Zoals Hans Belligh, Peter Crève of Danny Devuyst, die in 1992 kampioen in derde klasse werd en onder Raoul Peeters – schitterende jaren! – naar eerste klasse meegroeide. Maar hét boegbeeld is Danny Vandeput, oorspronkelijk een Végist, die hier alles gedaan heeft. In de eerste ploeg gespeeld, al twintig jaar jeugdtrainer en samen met zijn vrouw veertien jaar de jeugdkantine uitgebaat… Een monument.

“Er waren minder mooie tijden, absoluut. Zoals in derde klasse, toen we twee keer op de slotspeeldag naast de promotie grepen. En natuurlijk de drie seizoenen dat we uit eerste klasse degradeerden, maar dan nog heb ik op geen enkel moment overwogen om af te haken of mijn abonnement te verscheuren, zoals bij andere clubs blijkbaar populair is. (lacht) In 2008 ben ik als jeugdvoorzitter gestopt, maar ik ga nog elke zaterdag naar onze jeugd kijken. En ik mis geen enkele thuiswedstrijd van onze eerste ploeg. Ik móét daar zijn.”

DOOR CHRIS TETAERT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content