Hoe heb je An leren kennen ?
“Dat is ondertussen al zeven jaar geleden. We zaten samen op dezelfde middelbare school in Sint-Truiden. An zat twee jaar lager dan ik. Ons eerste contact was toen ze mij kwam zeggen dat mijn veter los was. ( An : “Eigenlijk heeft de vrien- din van Peter Delorge ons aan elkaar gekoppeld.”) Ja, ze had het nummer van An op een briefje geschreven en in mijn jaszak gestoken, met daarop de boodschap dat ik haar moest bellen. We zagen elkaar vooral op school, tijdens de speeltijd. Het was in de eerste plaats een puberliefde, maar we zijn blijven plakken ( lacht).”
Wonen jullie al samen ?
“Neen. Nadat we allebei afgestudeerd waren, besloten we niet meteen te gaan samenwonen, maar eerst een beetje te sparen. We zijn wel aan het uitkijken om volgend jaar iets te huren of te kopen. Tot nu toe hadden we het allebei te druk met onze job en was het ook een beetje afwachten hoe we beiden daarin zouden evolueren. Het voetballerbestaan brengt altijd een onzekere toekomst met zich mee.”
Geef eens een beschrijving van An ?
“Ze is heel sociaal en kan bijzonder goed overweg met kinderen. Ze is lief, attent en intelligent. Ik vind het belangrijk dat een vrouw iets te vertellen heeft. Akkoord, je kijkt natuurlijk ook naar het uiterlijk – en An is een mooi meisje – maar er moet inhoud zijn. Minkantjes ? Dat ze soms te goedgelovig is en zich laat beïnvloeden door mensen. Dan grijp ik meestal in.”
Praten jullie veel over elkaars problemen van de dag ?
“An heeft daar geen enkele moeite mee, ik wel. Ik houd alles voor mezelf en breng moeilijk mijn emoties onder woorden. Maar An merkt aan mij wanneer ik met iets zit. Ik weet meestal van mezelf als ik iets fout gedaan heb op training of in een wedstrijd, ik heb dan weinig zin om daar veel woorden aan vuil te maken.”
Was je een goede student ?
“Ik studeerde wiskunde-wetenschappen, zonder veel problemen. Alleen in mijn laatste jaar van het humaniora werd het moeilijk, omdat ik door een zware operatie een maand van school moest blijven. Na mijn middelbare studies heb ik een jaar informatica geprobeerd, omdat mijn vader dat wou, maar dat bleek niets voor mij. Na dat verloren jaar koos ik voor een regentaat lichamelijk opvoeding, dat interesseerde mij echt en ik was er dan ook elk jaar in eerste zit door. Een zware combinatie met mijn voetbalcarrière, maar op de Hogeschool van Hasselt genoot ik een topsportstatuut, dat hielp.”
Ben je altijd zo sportief geweest ?
“De sportmicrobe zit in onze familie. Mijn vader heeft nog in derde nationale gebasket en mijn moeder deed ook basketbal. Na het werk brachten zij mijn jongere broer – Bart, die destijds ook bij Sint-Truiden voetbalde – en mij naar de club.”
Zijn er nog andere sporten die je aandacht krijgen ?
“Veel van mijn vrienden zitten in de tenniswereld. Skiën doe ik ook graag. En twee keer per week geef ik privé-zwemlessen aan twee kindjes hier uit de buurt. Het is voor mij een manier om eventjes niet aan het voetbal te denken. Als het goed weer is, maken An en ik een tochtje met de mountainbike. Lekker kletsen, af en toe stoppen om een terrasje te doen. De wielersport boeit mij wel, de Ronde van Frankrijk probeer ik steeds zoveel mogelijk te volgen. Ik supporter meestal voor de underdog : Jan Ullrich, bijvoorbeeld. In de klassiekers sta ik achter de Belgen : Tom Boonen en Peter Van Petegem.”
Ben je bijgelovig ?
“Elke voetballer is een beetje bijgelovig. Ik eet voor de wedstrijd bijvoorbeeld altijd spaghetti met kip en ik speel steeds met hetzelfde ondergoed.”
door Matthias Stockmans