![](https://img.static-rmg.be/a/view/q75/w962/h503/f47.95,36.38/7037264/belgaimage-885298-jpg.jpg)
Kippenvelmoment voor Steve Ramon: ‘Motorcross doe je niet aan 80 procent’
Motorcrosser Steve Ramon deed alsof het een race als alle andere was.
Jef Van Baelen vraagt toppers naar hun mooiste sportherinnering.
Wat ik mij vooral herinner van het jaar waarin ik wereldkampioen motorcross werd, is hoe regelmatig ik was. In 2007 reed ik elke Grote Prijs op hoog niveau. Als ik niet won, was ik er op zijn minst dicht bij.
De Nieuw-Zeelander Joshua Coppins begon het best aan het seizoen, maar hij viel geblesseerd uit. Ik pakte de leiding in het kampioenschap, met een stevige marge op de nummer twee: Kevin Strijbos, mijn ploeggenoot bij Suzuki.
Net toen de titel binnen leek, begon Strijbos aan een ongelooflijke reeks. Van de laatste vijf GP’s won hij er vier. Mijn voorsprong smolt weg. De laatste Grote Prijs van het seizoen vond plaats in Lierop, bij Eindhoven. Zoals Strijbos op dreef was, had het er alle schijn van dat hij de titel voor mijn neus weg zou grissen.
Voor mij was de grote uitdaging dat weekend: niet te veel aan de titel denken. Hoog eindigen was waarschijnlijk genoeg om wereldkampioen te worden. Maar motorcrossen doe je niet aan 80 procent.
Wanneer je extra voorzichtig probeert te rijden, kom je juist makkelijker ten val. Ik nam me voor om te racen voor de overwinning. Dan is de concentratie maximaal, en dat leek me al bij al nog het veiligst. In de eerste manche lukte het me om te doen alsof het een race als alle andere was. Strijbos won de manche, ik werd tweede. Weer een stap dichter bij de titel.
Ik ben met een raar gevoel aan de laatste manche begonnen. Nog een paar rondjes en ik was wereldkampioen… op voorwaarde dat ik finishte. Ik weet nog dat ik dacht: laat het me nu niet uit handen glippen door een dom defect, door iets waar ik niks aan kan doen. Pas in de laatste bocht, met de finish in zicht, besefte ik dat ik wereldkampioen was.
Of nee: eigenlijk heb ik me pas jaren later gerealiseerd wat die titel echt betekende. Tijdens mijn carrière was ik altijd aan het koersen naar het volgende doel. Voor genieten of stilstaan bij wat ik presteerde, was er geen tijd. De dagen na Lierop dacht ik: hoe kan ik volgend jaar opnieuw wereldkampioen worden?
Joël Roelants, bondscoach motorcross: ‘Enkelingen maken onze sport kapot’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier