Kippenvel voor bobsleester Elfje Willemsen: ‘Plots stonden we tussen de wereldtop’
Bobsleester Elfje Willemsen deed vertrouwen op in de kleedkamer.
Jef Van Baelen vraagt toppers naar hun strafste sportherinnering.
In januari 2015 was ik me tussen twee afdalingen door aan het omkleden op de Wereldbekermanche van Altenberg, in Duitsland. Naast mij zat Kaillie Humphries, de olympische kampioene. ‘Wat een run heb ik gedaan!’ hoorde ik Humphries tegen haar coach zeggen. ‘Dit was de perfectie, sneller is haast onmogelijk.’ Ik kon mijn oren niet geloven. Met het Belgische bobsleeteam stonden we vierde na de eerste afdaling, vlak na Humphries. Een vierde plek was voor Annelies Holthof en mij al een stunt, maar ik vond dat ik een hoop stuurfouten had gemaakt. Meende Humphries wat ze zei? Want als ik in de laatste run perfect afdaal, wie weet wat kan er dan?
Bij het doorglijden na de finish zag ik op het scorebord een 1 achter onze naam. Ongelooflijk: we mochten naar de leidersstoel. Na ons startte een Duits koppel, maar dat kwam niet aan onze tijd: we waren al zeker van een medaille. Daarna was het aan Humphries, maar ook zij redde het niet. Nu konden alleen de Amerikanen ons nog kloppen. De Amerikaanse bob stond na de eerste run een seconde voor op ons, een gigantische kloof in het bobben. Maar onderweg maakten ze foutjes, de voorsprong smolt weg. Gaan we hier winnen? Aan de finish hadden de Amerikanen nog 11 honderdsten over. Verdorie.
De concurrenten overlaadden ons met lof. Het bobsleeën is een kleine wereld, je kent elkaar goed. Wij waren het sympathieke ploegje dat hard werkte met een piepklein budget en nooit resultaat behaalde. Plots stonden we tussen de wereldtop. Daar waren drie redenen voor. Ten eerste hadden we de beruchte Spanky: een goede, geavanceerde slee. Ten tweede konden we de zomer daarvoor uitstekend trainen, wat zeker niet elk seizoen lukte. En ten derde was er vertrouwen. Door de woorden van Humphries, maar ook omdat het in Altenberg was, een baan waar we elke centimeter van kenden.
Een week later wonnen we opnieuw zilver, op de Wereldbeker van Königssee. Ik dacht dat we vertrokken waren voor nog veel meer. Maar toen de Winterspelen eraan kwamen, bleken de grote landen toch nog sneller materiaal in hun kast te hebben liggen. Duitsland won olympisch goud. Dat het kleine België hen in 2015 op hun thuisbaan had geklopt, schudde de Duitsers wakker.