Wordt het nog wat met Mémé Tchité bij Club Brugge? In het slotkwartier van de derby stak hij na weken afwezigheid voorzichtig de neus weer aan het venster.
Het was een van de zomertransfers van het jaar: Mémé Tchité ruilde op zijn 28e Standard voor Club Brugge, dat de opstapclausule van 1,2 miljoen euro in zijn contract betaalde en de spits voor drie seizoenen liet tekenen. Tchité, die ook onderhandelde met Al Ain en op weg leek naar de Verenigde Arabische Emiraten, werd op die manier de eerste voetballer die voor Anderlecht, Standard én Club Brugge speelde.
Zes maanden later is er van veel enthousiasme rond Tchité geen sprake meer. Voor hij door Juan Carlos Garrido werd opgevist voor de derby vorige donderdag zat hij zelfs drie wedstrijden (OH Leuven, Lokeren en Anderlecht) niet in de kern. Wat op de sukkel met de lies, signaleerde men in Brugge. Zijn entourage en een deel van de analisten vonden dat vreemd. Dat Tchité met een vlot scorende CarlosBacca niet in de ploeg stond, dat kon men begrijpen, maar dat hij zelfs niet op de bank zat, was een ander paar mouwen. Vorige week maandag wijdde La Tribune, het praatprogramma op de RTBf, nog een item aan de spits. In de slotfase tegen Anderlecht, toen Garrido een vermoeide Bacca naar de kant haalde, had Tchité Club met zijn diepgang heel veel diensten kunnen bewijzen, werd er geopperd. Maar Tchité zat niet in de kern. Tegen Cercle verving hij tien minuten voor tijd Bacca wél en een uitstekende invalbeurt (toegegeven, er was veel ruimte) werd bekroond met een assist.
In Luik zijn ze niet zo verrast dat het huwelijk tussen Tchité en Club moeilijk loopt. Hoe extravagant zijn uiterlijk – hippe kleren, felle kleuren – ook moge zijn, het staat in schril contrast met zijn karakter. Een beetje introvert, stil, veelal de confrontatie met de buitenwereld schuwend door een koptelefoon op het hoofd te zetten. Op het eerste gezicht is Tchité een rare vogel. Hij kruipt makkelijk dans sa bulle – in zijn schulp – als hij geen vertrouwen voelt. Als emotionele jongen heeft hij nood aan warmte. Rijmt dat wel voldoende met een teruggetrokken leven in de polders van Sijsele en de koele, zakelijke aanpak van Garrido?
Professioneel was er in Luik niks op aan te merken. Ja oké, af en toe liet hij al eens een training in het begin van de week schieten en stond hij wat laat op het oefenveld, maar gaandeweg beterde dat. Meer parten speelden hem zijn blessureleed en zijn leeftijd – in Luik waren er twijfels bij het officiële cijfer van 29. De nood aan een bliksemafleider rond hem nam ook toe. Als Gohi BiCyriac, met wie het goed klikte, er niet bij was, kreeg Tchité het moeilijker. Michy Batshuayi was immers nog niet klaar om de rol van Cyriac over te nemen. Ook Standard speelde Tchité af en toe uit op de flank – net als Garrido na het uitvallen van Thomas Meunier en de blessures van Lior Refaelov en Maxime Lestienne – maar dat was zijn ding niet. Verdedigend deed Tchité nog wel zijn werk, maar offensief kwam hij niet meer uit de verf. In de punt in een 4-3-3 presteert hij evenmin op zijn best. Niet balvast genoeg om de rest te laten aansluiten, was de conclusie in Luik. Tchité rijmt op 4-4-2.
Vonken met Garrido
Het was Georges Leekens die vorige zomer aandrong op de komst van Tchité. Als bondscoach wilde Leekens ook al dat Tchité zich naturaliseerde. Nu zijn Benteke en Lukaku ontbolsterd, maar lange tijd was er voor de positie van diepe spits een vacature bij de Rode Duivels. De entourage van de spits maakte er nooit een geheim van dat de aanwezigheid van Michel D’Hooghe, lid van het Uitvoerend Comité van de FIFA, een doorslaggevend argument was om Brugge boven de Emiraten te kiezen. Mag Tchité, met een complexe Afrikaanse geschiedenis, nog ergens voor een nationale ploeg voetballen en zo ja, welke? Aan de FIFA om het uit te klaren. Zo lang dat niet gebeurd is, blijft de spits waar hij is. Zowel Bart Verhaeghe als D’Hooghe deed de voorbije zes maanden veel om het dossier te doen bewegen, een beslissing is dan ook nakend. Niet dat Tchité zich bij een ‘ja’ al meteen tot Rode Duivel mag rekenen: de FIFA is één, bondscoach Marc Wilmots van zijn kunnen overtuigen is nog wat anders.
Leekens overtuigen lukte wel. “Mémé heeft heel veel snelheid, hij is een echte prof, een beetje introvert, a special one. Maar ik heb in het verleden met meer Afrikanen gewerkt, Kalusha, Musonda, Keshi,… Je moet zulke spelers een warm gevoel en veel vertrouwen geven.”
Gebreken moet je compenseren, zegt Leekens. Hij stipt aan dat Tchité na zijn blessure “misschien wel wat te snel moest terugkeren en vervolgens een stempel kreeg dat hij niet meer kwijtraakte”. Hij had de spits ook verwittigd dat hij minder zou scoren. Leekens: “Hij moest centraal hard werken en gaten trekken, maar de scorende mensen zouden aan de buitenkant lopen.”
Leekens verkoos Tchité aanvankelijk boven Bacca, omdat hij de ruimte opzoekt weg van het centrum. “Op die manier zouden niet alleen mijn flanken, maar ook de opkomende middenvelders kunnen scoren. Dacht ik…”
Hij had wel verwacht dat Tchité na het winterkamp zou ontploffen. “Vorige zomer had hij geen goeie voorbereiding, de winterstage zou dat verhelpen.” Maar dat gebeurde dus niet. Weigerde Tchité in januari een transfer, en is dit de reactie van de club? De entourage van de speler houdt liever de lippen op elkaar, tot ze in een gesprek met de directie de situatie heeft uitgeklaard. Zijn manager wil in elk geval “wat uitleg voor wat er de voorbije maand is gebeurd”. Hij wijst ook naar de figuur van de trainer. “Mémé spreekt Spaans, na die periode bij Santander. Misschien is dat in dit geval geen voordeel geweest. Er was een gesprek tussen Mémé en Garrido en beiden hebben daarin recht voor de raap met elkaar gepraat, met weinig diplomatie. Dat gaf vonken.”
Tegen Cercle zat Tchité evenwel gewoon weer bij de selectie en viel hij uitstekend in. De dag voordien loofde Garrido zijn werk op training. Tchité is dus nog niet dood bij Club Brugge. ?
DOOR PETER T’KINT – BEELDEN: IMAGEGLOBE