Club Brugge plaatste zich dan wel voor de Champions League, toch is Gaëtan Englebert niet tevreden : ‘Onze prestaties stellen me teleur.’ En passant geeft hij de Brugse jeugd nog een boodschap mee. ‘Wie écht talent heeft, staat op zijn twintigste gewoon in de ploeg.’
Taart en champagne op een doordeweekse dag in het Jan Breydelstadion. Soms hebben de heren voetballers toch een luizenleventje. De Oekraïner Sergiy Serebrennikov kan het ook niet helpen dat hij op 1 september 29 wordt, maar het feit dat een boel spelers uit de A-kern uitzwermde over Europa om er zich voor te bereiden op WK-interlands scheelde hem wel een slok op de borrel. Het zijn de oudgedienden die het langst blijven hangen. Gert Verheyen, Sven Vermant, Olivier De Cock en Gaëtan Englebert genieten rustig van een stuk taart en bespreken samen met de vier trainers de komst van de Spanjaard Portillo. Buiten druipen fans die een ticket willen voor de drie thuiswedstrijden in de Champions League onverrichter zake af. Problemen met het ticketsysteem leggen de voorverkoop vier dagen stil.
Englebert, 29 en sinds 1999 bij Club, zit dus niet in Bosnië. Geen enkele speler van Club haalde de A-kern, want de enige uitverkorene, Philippe Clement, lopen we ook tegen het lijf. Hij gaat tussen de middag snel even naar huis, warm eten. De fotosessie is amper voorbij of Clement is alweer terug. De prognose is slecht : een verrekking van de mediale band van de knie en vier weken out. De Antwerpenaar, beslist : “Ik wil dat terugbrengen tot twee weken. Ongelegen ? Een blessure komt altijd ongelegen, maar ik heb er wel een handje van weg om de slechtste momenten te kiezen.” Volgende week woensdag komt Juventus, zaterdag Sint-Truiden. Twee serieuze tests voor het nieuwe Club, vindt ook Englebert, die terugblikt op een woelige zomer.
Welke zijn de accentverschuivingen tot dusver ?
Gaëtan Englebert : “Met Trond Sollied hebben we vijf jaar samengewerkt, we wisten op voorhand wat we qua trainingen zouden krijgen, veel verrassing zat daar niet meer in. Eigenlijk ken je een trainer na twee, drie maanden al goed. Een nieuwe legt eigen accenten en dat is soms leuker : hetzelfde doen, maar op een andere manier. Sollied had als uitgangspunt veel herhaling. In zijn ogen kon iemand die geen typische afwerker was, goals maken, als hij daar maar op trainde. Als je de hele tijd lange ballen trapte, werd je ook daarin zuiverder. In mijn ogen is dat geen slecht uitgangspunt, op die manier kan zelfs een speler van dertig nog vooruitgang boeken. Het was ook die herhaling die voor gevaar voor doel zorgde.”
Hou jij van structuur ?
“Ik denk dat je een minimum aan organisatie nodig hebt, maar tegelijk vind ik ook dat iedereen de individuele vrijheid moet krijgen om zich uit te drukken. Je zit hier met 25, 30 spelers in een kern en dan is sfeer ook belangrijk. Je moet een groter kader scheppen, lijnen trekken en binnen die lijnen vrijheid geven. In mijn ogen was dat een van de sterke punten van Sollied. Iedereen zei altijd : ‘die man had geen discipline’, maar dat is niet waar. Misschien was hij naast het veld niet zo streng. Het stak niet op een minuutje, maar eigenlijk gaf dat niet.”
Heeft de nieuwe trainer dat veranderd ?
“Neen. Ceulemans heeft wat andere klemtonen gelegd, maar het gebeurt nog steeds dat er eentje te laat komt en ook bij hem is dat geen probleem. Op het veld wil elke trainer graag dat de spelers uitvoeren wat hij vraagt. Ceulemans ook. Wat je met Sollied had, was dat er patronen op het veld lagen, automatismen. Met deze trainer hebben we die nog niet, offensief zijn de spelers vrijer. Daar ligt het grote verschil. Op het defensieve vlak vraagt elke trainer min of meer hetzelfde, scherp ingrijpen, positie houden, deelnemen aan de opbouw… Onder Sollied stonden we met drie op het middenveld, in een driehoek. Wie links- of rechtsvoetig was, bleef op zijn favoriete kant. Op momenten dat het wat minder liep, kon je je wel afvragen of het niet beter was te wisselen, of eens met twee aan dezelfde kant te lopen, om daar voor een meerderheid te zorgen. Deze trainer ziet dat wél graag gebeuren. Het probleem van deze trainer is, denk ik, dat het niet makkelijk is om een ploeg die vijf jaar volgens eenzelfde strak schema voetbalde, van de ene dag op de andere anders te laten spelen. Er komt op dit moment iets te veel tegelijk op ons af : veel vertrekkers, nieuwkomers, geblesseerden enzovoort.”
Brugge reageerde nochtans snel op de vertrekkers.
“Akkoord, maar het is onmogelijk om een dubbelganger te vinden. Qua positie wel, maar nooit met dezelfde kwaliteiten. Cruciaal is in mijn ogen het vertrek van Timmy, in staat om centraal een positie in te nemen, zowel op het middenveld als in de verdediging. De anderen zijn volgens mij goed vervangen. Joos heeft ervaring, is snel, kan op de man spelen, hij heeft voldoende kwaliteiten om zich achteraan door te zetten. Zijn voorbereiding werd gehinderd door een blessure en hij speelde amper op het hoogste niveau, dat merk je nog. Voetballend loopt het in de opbouw ook nog niet goed, maar daar maak ik me geen zorgen om, dat komt wel.”
Waar mis je Simons het meest ? In de opbouw of in de verdediging ?
“In de verdediging. Hij kon lang lopen, was snel en in staat om bij pressing mee te gaan in dat spel en een bal te recupereren. Hij was onze beste speler op dat vlak. Ik voelde al een tijdje dat hij wilde vertrekken, zeker tijdens het laatste jaar. Aanvoerder hier, aanvoerder bij de Rode Duivels en toen het daar minder ging, bleef hij erboven uitsteken. Je kon er dan ook van uitgaan dat hij makkelijk een ploeg zou vinden.”
Jij verloor met Simons en Ceh twee van je vaste middenveldvrienden.
“Eén goeie vriend toch. Nastja was misschien makkelijker te vervangen dan Timmy. Anderzijds vind ik dat we tegen Valerenga onze beste Europese wedstrijd in vier, vijf jaar speelden. Druk, veel kansen, alles… Alleen nationaal stellen we op dit moment teleur. Timmy stond de voorbije jaren achter spelers die druk zetten op de tegenstander. Dat gebeurt nu niet, tenminste niet op verplaatsing. En dan krijg je ook in België tegen elke ploeg problemen. Dat liep er fout tegen Brussels en op Lierse. Dat zulke ploegen tegen ons vijf, zes kansen creëren, kan niet. Dan moet je niet wijzen naar de verdediging, maar naar de hele ploeg. Het is niet aan Sven om Timmy te vervangen, dat vragen we niet, het is aan het middenveld om in blok te reageren door druk te zetten. De flankspelers moeten naar binnen plooien en helpen. Een ander probleem is het vrijlopen zonder bal. Ook dat gebeurde de voorbije weken onvoldoende.”
En dan krijg je het beeld van een trage ploeg. Brugge was traag in augustus.
“Juist. In de opbouw was je verplicht de bal te houden, te wachten tot iemand vrij liep. Dat heeft niks met individuele traagheid te maken, maar met een gebrek aan aanspeelpunten en de dwang om breed te leggen. Het is niet omdat pakweg Sven vaak verplicht was een bal breed te spelen dat hij het probleem is. Voorin moeten ze meer durven. Tegen Lierse vond ik dat opvallend, spelers bleven opzettelijk dicht bij hun tegenstander staan uit vrees aangespeeld te worden en de bal te verliezen. Brugge leek daar een bange ploeg. Wat me echter nog het meeste teleurstelt, is dat we twee keer een voorsprong lieten schieten. Vorig seizoen was het ook niet altijd goed, maar we lieten weinig liggen. Nu wel. De voorbije twee, drie seizoenen hadden we de maturiteit om een wedstrijd te controleren, desnoods lam te leggen. Nu niet, vooral op het middenveld niet.”
Je hebt Ceh hier zien aankomen en evolueren. Heeft Ivan Leko dezelfde mogelijkheden ?
“Het zijn gelijkaardige types. Ik denk dat Nastja het in het begin veel moeilijker had dan Ivan nu. Zijn probleem is dat de ploeg minder draait en iedereen dan wat negatiever wordt beoordeeld. Technisch is hij goed, misschien is de individuele snelheid onvoldoende om op twintig meter een man te pakken, maar zijn snelheid van uitvoering ligt voldoende hoog. Niet vergeten dat hij de laatste drie, vier jaar weinig speelde, dat telt ook mee. Nastja maakte vaak het verschil op stilliggende ballen, maar je moet ook kijken naar het rendement van een speler over negentig minuten. Het gaat om meer dan die ene bal. Het is vaak belangrijk, die goal die het verschil maakt, maar heeft een speler daarom ook echt goed gespeeld ? Het kan zijn dat zijn team negentig minuten lang met tien speelde… Heeft hij dan goed gespeeld, omdat hij het verschil maakte, of slecht, omdat hij zijn team niet beter hielp voetballen ?”
Brugge leende met Portillo een nieuwe spits. Was die nodig ?
“Ik denk het wel. Met Lange en Ishiaku verloren we de twee spitsen die vorig seizoen diep speelden. De rest kreeg kansen genoeg in de voorbereiding om wat te laten zien, maar dat gebeurde niet. Niet in de matchen, niet op training. Niemand mag daarover klagen. De komst van Portillo vinden wij net als iedereen een beetje bizar, dat zo’n speler naar België komt. ( Lachend.) Misschien ging het allemaal zo snel in die laatste uren dat hij amper de tijd kreeg om na te denken. Maar ook voor hem zal veel afhangen van het niveau dat de ploeg haalt. Krikken we dat niet op, dan zal hij niet veel scoren. Ik denk niet dat het een Maradona is die ergens de bal oppikt en ermee in doel wandelt.”
De competitie wordt er aantrekkelijker door. We kregen met Akin al een Turkse international en nu een Spaanse topper.
“Het probleem is dat er lange tijd zo negatief over ons voetbal is gepraat dat iedereen zich daar uiteindelijk bij neerlegde. Het is niet goed. Nu merk je dat spelers uit betere competities – of ze nu uit Spanje, Turkije of Frankrijk komen – hier willen voetballen. Daar moeten we van profiteren. Ik denk dat het argument van de Champions League zwaar meetelde.”
Jullie gaan volgende week met twee van start in die Champions League. Waar ligt het verschil ?
“Offensief heeft Anderlecht nog iets meer mogelijkheden, denk ik, spelers die door hun snelheid het verschil kunnen maken.”
Meer snelheid voorin, maar ook meer achterin ?
“Dat zou kunnen. Anderlecht heeft daar drie jongeren ingepast die in een goed draaiende ploeg hun kans kregen en grepen. Dat het min of meer tegelijk gebeurde, gaf hen de kans samen aan die ontwikkeling te werken. Hier hebben de jongeren het moeilijk.”
Ze zijn met vijf bij de nationale beloften. Waarom manifesteren ze zich niet in de A-ploeg ? Blokkeren de zes zomertrans-fers hen, is er te weinig vertrouwen vanwege de club ?
“( Zucht.) Wie talent heeft, moet, ook bij een topclub als Brugge, ten laatste op zijn 20e, 21e spelen. In het andere geval kom je te kort. Ik denk dat ze op hun 18e, 19e een keuze moeten maken en moeten uitwijken als ze merken dat het hier te lang duurt. Ze hebben meer aan twee jaar spelen op een lager niveau en daarna misschien terugkeren, dan aan tien wedstrijden per jaar met de beloften en de rest bij de reserven. Of de laatste tien minuten als iedereen moe is. Klagen over vertrouwen moeten ze niet, vroeger zat er eentje of twee in de kern, nu zijn ze met velen. (Z ucht.) Toen ik 19 was, zweeg ik en keek ik hoe de rest het deed. Nu voeren zij in de kleedkamer het hoge woord. Alleen telt in het voetbal niet wat je in de kleedkamer vertelt, maar wat je doet op het terrein. Het Brusselse voorbeeld toont aan dat het kan, de jonge gasten zijn er vaak de besten.”
Portillo geeft hen het goeie voorbeeld. Een stapje achteruit om daarna beter gewapend terug te keren.
“Laat ons geen domme vergelijkingen maken. Je moeten meten met Robinho, Ronaldo of Raúl is nog wat anders dan de concurrentie in Brugge. Maar algemeen gesproken is het zo. Portillo wordt na Fiorentina voor de tweede keer uitgeleend, dat geeft aan dat hij absoluut wil spelen. Misschien denken onze jongeren nog te veel : we zitten bij een leuke club, we verdienen goed…”
Drie keer Champions League de voorbije vier seizoenen, dat is mooi, maar wel drie keer geplaatst via de strafschoppen. Dat wijst niet op luxe.
“Neen. Het scheelt altijd heel weinig en je hebt wat geluk nodig om de ander uit te schakelen. Drie keer hadden we dat. Geluk, maar toch ook wat wijsheid. Als je ziet met welke middelen we het hier moeten rooien en we er toch in slagen om twee ploegen bij de laatste 32 te krijgen, dan is het allemaal zo slecht niet. Anderlecht haalde vorig seizoen geen punt, maar ze wáren er toch. Ze hebben weer een zware loting, wie weet herhaalt het scenario zich. In onze groep zitten we met één ploeg van ons niveau, het doel moet de derde plaats zijn. Bayern en Juventus steken er op papier boven uit, maar op eigen veld, in een goeie dag, met wat onderschatting van hun kant, is alles mogelijk. Mogelijk kunnen Portillo of Balaban dan wat flikken. Misschien is dat één kans op tien, maar die ene kans moeten we dan maar grijpen. Van de tweede ronde droomt niemand, maar we moeten van de vorige edities wél onthouden dat het ook daar voor een derde of zelfs tweede plaats op het randje was. Bayern en Juventus zijn daarentegen wel twee ploegen die zich versterkten met het oog op een halve finale of wie weet een finale…”
Steekt het dat je inmiddels geen international meer bent ?
“Hoegenaamd niet. Wat telt, is je ploeg, al de rest is extra.”
Eén selectie in 2004, nog geen in 2005. Is dat voor een lid van de kampioen niet weinig ?
“Kan zijn. Misschien lag de 4-4-2 die ze al jaren spelen, me minder. Ik roep niks, eis niks, de trainer maakt een keuze en ik ben daar niet bij. Hij heeft er vijftig, misschien wel zestig opgeroepen, als we nu allemaal roepen dat we een nieuwe kans verdienen, wordt het… Eén ding telt en dat zijn de resultaten. Ga drie jaar terug, kijk naar de resultaten en beoordeel die. Ik zoek het nergens. Niet in de polemiek, niet in de stijl. Toen de ploeg goed draaide, twee, drie jaar geleden, waren we soms met vier, vijf Bruggespelers. Nu niemand. Dat zijn cyclussen… Er wordt vaak gekeken naar het buitenland. Daar zeg ik één ding op : welke Belg speelt in een buitenlandse topclub ? In mijn ogen vroeger slechts eentje, EricDeflandre, bij Lyon. En die stond ook niet altijd in de ploeg of werd bekritiseerd. Andere buitenlandse clubs zijn vaak niet beter dan Brugge of Anderlecht.”
Luister je met een zekere berusting naar elke bekendmaking van een nieuwe selectie of ben je toch nog nerveus ?
“Ik zit niet meer voor tv of luister niet langer in spanning naar het radionieuws van twee uur, neen. Maar ze mogen me nog steeds bellen.”
door Peter T’Kint
‘De jongeren voeren in de kleedkamer het hoge woord, alleen telt slechts wat ze op het veld laten zien.’
‘Iedereen werd goed vervangen, behalve Timmy. Het middenveld laat het afweten.’